Bilzen Run

In mijn virtuele Luikse joggingkalender zit nog een gaatje op deze meizondag. Het programma van dit weekend spreekt mij om diverse redenen niet aan en ik maak dan maar van de gelegenheid gebruik om nog eens een lange training in groep af te werken. De Mergellopers nemen deel aan de traditierijke Bilzen Run, dit jaar uiteraard in corona-versie. Ik sluit me aan in de hoop de streep te halen in iets minder dan 2 uur. Op het heuvelachtige parcours rond Bilzen betekent dit wel dat ik sneller moet ronddraaien dan mijn gemiddelde trainingsritme. Of ik het spoor van mijn gangmakers zal kunnen volgen, moet dan maar blijken.
Windvestje aan, drankje mee? Het weer is wisselvallig en 20 km zonder drank is misschien wat nipt. Ik kies voor zekerheid. Mijn keuze zal me later nog het nodige ongemak bezorgen. Vanaf de Markt zijn we in geen tijd aan de Katteberg, meteen de eerste van een reeks hellingen. Een reeks van tien. Dit cijfer is vatbaar voor discussie, afhankelijk van je voorkeur of aanleg voor heuveltjes. Boven, aan het viaduct over de ringweg, stokt het tempo. Een sanitaire stop dwingt een van ons de berm met hoog gras op te zoeken. Ik wacht liever helemaal dan mijn cadans te verminderen. Ik moet daarna wel met mijn “verlichte” collega in achtervolging op de anderen. Ik blijf mijn eigen tempo aanhouden en neem solo de klimmende Reekstraat in Rijkhoven en even verder de Maastrichter Allee door Alden Biesen. Ik mag dan wel een 50 meter achterstand hebben op mijn kompanen, ik voel me alleszins een stuk beter dan bij mijn laatste passage hier tijdens mijn eigen versie van Bilzen offroad. Ik reken op de afdaling op de Notendreef om dichterbij te sluipen. Dat gaat minder snel dan verwacht maar de Linnerveldstraat- na een rechts bocht op weg naar Spouwen – komt me ter hulp. De landbouwers hebben een vettige smurrie achtergelaten op die ruilverkavelingsweg die mijn clubgenoten met allerlei uitwijkmaneuvers proberen te vermijden. Ik kies voor efficiëntie in plaats van schone schoenen en ploeg recht door de modder. En kan zo op een goedkope manier (en straks wat poetswerk aan mijn schoenen) weer aansluiten. Het is hier wat drukker. We halen enkele wandelaars en groepjes lopers in. We zijn net een groepje van drie mannen voorbijgegaan. Ik loop nu in het spoor en de schaduw van twee punksters. Die even verder verdwenen zijn. De drie mannen gaan me weer voorbij op de steilste 200 meter van de ronde, de Biestert. Op de vlakke Sapstraat sluit ik zonder moeite weer aan. Een van de drie mannen informeert naar mijn leeftijd. 70-plussers zijn een zeldzaamheid in Limburgse lopen. Of zelfs een rariteit. Ik loop snel door. Misschien zetten ze me wel op sterk water…
We zijn nu 7,5 km ver. Ik kan het tempo van mijn gezellen nu goed volgen en waag me zelfs al een keer op kop. We nemen de bocht aan de stier van Spouwen voor de afdaling door Grote-Spouwen. De ondergrond is hard, korrelig beton, de omgeving is saai. Alleen in het veld van Spouwen naar Vlijtingen biedt het panorama rechts wat afwisseling. Mijn gezellen verheugen zich over het aangename loopweer. En ze halen pijnlijke herinneringen op over de onbarmhartige hitte in vroegere edities. Tegen wie zeggen jullie het… Was het in 1996 of 1997, in wat toen In the City heette, dat de koperen ploert me in zijn greep had? Dat belette me overigens niet om tijden neer te zetten die me nu haast surrealistisch voorkomen. Maar terug naar het heden. Waar niet het tempo van mijn loopmakkers, het parcours, het weer, mijn benen mij hinderen… maar mijn regenvestje. De gangmakers lijken niet van plan het tempo te laten zakken, ondanks de aanmaningen van een van ons om een tandje terug te schakelen. Ik zit nu goed en wel in het ritme. Stoppen om het vestje stevig rond mijn middel te binden zou me weer op achterstand zetten. En lopend lukt het niet want ik heb nog een drankje vast te houden. En zo sukkel ik nog kilometers verder. Intussen hebben we er zowaar een supporter bijgekregen, of toch alleszins Marc. We zien Jos L. voor het eerst in Vlijtingen in de bocht naar Rosmeer. Dan duikt hij opnieuw op aan het hoogste punt van Rosmeer en geeft ons een laatste aanmoediging aan het kruispunt in Mopertingen. In Rosmeer maken we een voor mij onverwachte lus over de Daalstraat en de Rosmeerstraat. Om de 21,1 km vol te maken? Hoe dan ook, gelukkig hebben we de Daalstraat in de goede richting. Dit was in de andere richting een sluipmoordenaar in de Intercity. De Mergellopers komen in de Diepestraat op bekend terrein. De klim ligt op een van hun avondlijke winterroutes.
We hebben er nu 12 km opzitten. Tijd om mijn drankvoorraadje aan te spreken. Ik wacht tot we de volgende helling op de Kerkstraat (of is het dezelfde als de Diepstraat?) op de Kerkstraat in Rosmeer achter de rug hebben om aan het sprietje te nippen. Dat lukt zonder me te verslikken. Nu het kartonnetje nog milieuvriendelijk kwijtraken. Maar daar zal ik nog 3 km geduld voor moeten hebben, tot in downtown Eigenbilzen. Aan Café De Lantaarn springt het licht niet op groen als we de N2 willen oversteken. Hallo, organisatie? (Flauw grapje). Het is vrij druk op de Mopertingenstraat in …Mopertingen. Lopers en autoverkeer dat je aandacht opeist. Voor een leuk parcours moet je hier niet zijn. Dan richten we onze blik maar op de jonge blondine met staartje die we zo’n honderdvijftig meter voor ons ontwaren. Maar het zal nog duren tot we de dichtste bebouwing van Eigenbilzen achter ons hebben gelaten voor we de dame hebben bijgehaald. “Goed bezig” moedigt Ludo haar aan bij het passeren. Dat is kernachtig samengevat wat ik misschien wel in een hele alinea zou proberen te beschrijven. We zijn nu aan een lange dalende strook bezig. En dan nog wel in een groene omgeving. Het leuke intermezzo duurt tot even voor km 17. We kennen het parcours – mijn maten van de Bilzen Run van het laatste decennium, ik van de historische Intercity of In the City – en we weten dus dat er nog een irritante klim wacht in Hoelbeek. Eerst onder het spoorwegviaductje door, getagd “Roy Jans” door de grootste idioot/idioten van de omgeving. Dan 500 meter omhoog met een lichte tegenwind en met een stijgingsgraad van hoogstens 2%. Het lijkt peanuts maar de kilometers hebben in een reguliere wedstrijd dan al de jus uit de benen gehaald. Hier heb ik een van de meest memorabele inzinkingen uit mijn carrière gekend. Dit is vandaag gelukkig niet het geval. Ik moet wel een dertigtal meter afstand laten met mijn gezellen maar kan boven weer zonder problemen aansluiten. Overigens voorzie ik nog wel problemen. Francis kan zijn (opgespaarde?) energie niet meer in bedwang houden en begint langzaam maar zeker het tempo op te trekken. Ludo gaat graag op de uitnodiging in. En Marc heeft er ook zin in. Deze jongen hier zal straks het gelag betalen. Ik kan in het spoor blijven tot we voor Munsterbilzen links de Asdreef worden ingestuurd. Dat blijkt een mooie asfaltweg zijn tussen de bomen. Ook boven verschilt het parcours tot we weer in Meershoven uitkomen. Deze parcourswijziging kan ik wel smaken. Helaas luidt ze ook mijn zwanenzang in. Op de laatste klim van de dag ontbindt Francis zijn duivels. Ludo en Marc volgen. Het gaat nu in gestrekte draf naar het stadscentrum aan de Demer. Ik schakel ook enkele tandjes groter. Verdienstelijk maar onvoldoende om het koptrio bij te benen. De aankomst op de Markt tussen de gevulde terrassen plaatst het orgelpunt van een geslaagde sportzondag.
Even later zijn we met zijn vijven binnen. Tijd voor de après-course. Theo spijst de hongerigen en laaft de dorstigen. Daniel onderhoudt de ambiance.