Herstal (CLAP)

zon 12/03/2023 11u * Herstal Jogging du Mayeur (CLAP) * 11,2km * 00:56:06* 11,4 * 53/78 * 1/3 * ♥♥♥

Met een jaar uitstel loop ik dan toch de jogging van La Préalle, in de noordelijke rand van Herstal. Vorig jaar hielden de orkaanwinden …en Marie-Paule me thuis. Het wordt daarmee mijn vierde deelname aan de CLAP-wedstrijd. Tussen 2012 en 2023 liggen minuten verschil aan de streep. Maar daar kan ik me niet meer druk om maken. “We zijn nog bezig” zoals mijn generatiegenoten zouden zeggen. Bij mijn aankomst in de moderne sporthal vallen de gele hesjes op van de talloze seingevers die hier verzamelen hebben geblazen. Ze zullen nog in beeld komen in dit verslag. Ik ontmoet enkele bekenden die gisteren hebben deelgenomen aan de Jogging de Saint-Martin, de eerste manche van de Condrusien. Zij geraken maar niet uitgepraat over de modder in de bossen van Nandrin. Tja, ik hou me de laatste jaren ver van de uitputtingsslagen in de Condroz. Wie ik er verrassend genoeg niet zie is veteraan 4, Nicolas Bynens, nochtans een “régional de l’étape”. Maar hij heeft gekozen voor de CJPL-loop in Deigné en verleent me daarmee een grote gunst. (Zie einde van dit verhaal.)

Tweehonderdvijftig meter na het vertrek – bij een terugdraaiende bocht – kan ik mijn positie in het peloton inschatten: ongeveer vooraan in het laatste derde. Dat komt overeen met mijn plaats aan het eind van de loop. Merkwaardig omdat ook de 6km-lopers samen met ons vertrokken zijn. In de eerste rechte lijn van zo’n 700 meter gaat me nog een groepje voorbij. Maar na de bocht naar de licht oplopende Rue sur les Thiers, nog altijd tussen de huizen, is het al ieder voor zich. Ik haal een kleine blonde dame in (van de korte of lange loop? wie zal het zeggen). Voor me beantwoordt een deelnemer al lopend een oproep op zijn smartphone. ‘C’est un coureur connecté” lacht een plaatselijke bewoner tegen zijn buur. Enkele mensen zijn buitengekomen om het gebeuren gade te slaan. De in een deken gehulde jongeman van daarnet leek dan weer niet bezig met de loop die voor zijn huis (?) voorbijkwam.

De sporthal van La Préalle

Ik ben behoudend van start gegaan maar zie achteraf op mijn Garmin dat ik toch ruim onder de 5’30” blijf. Het goede ritme heb ik alleszins nog niet gevonden. Het wordt er niet beter op in km 4 en 5 die niet toevallig enkele procentjes of procentpuntjes omhoog gaan. Ik neem noodgedwongen ruim de tijd om de “fluo”loper voor me in te halen. Als dat dan toch gebeurd is kan hij wel niet lang in mijn spoor blijven. Daarnet zat er even een nieuwe kronkel in het parcours maar dit deel van de loop heb ik nog vast in het hoofd zitten. Onder meer de doortocht onder het viaduct van de E40 en (het vervolg) van de klim langs de spoorlijn. In de tijd toen de dieren nog spraken heb ik hier wel eens op de boemel gezeten tussen Tongeren en Luik Palais. Er passeert net een veel moderner treinstel op het traject tussen Milmort en La Préalle. Ik heb geen drank aangenomen aan de bevoorradingspost aan km 4,6 ondanks het vriendelijk verzoek van de juffrouw. Met wie ik overigens meeleef omdat ze haar taak moet uitvoeren op een groezelige plek onder een donkere snelwegbrug tussen de graffiti en het zwerfvuil. Het tempo verhogen zit er voorlopig niet in op een vervelend voetpad met losliggende tegels waar er bovendien nog moet geklommen worden.

Km 6 en het eerste deel van km 7 zijn achtereenvolgens vlak en dalend. Leuk om eindelijk in het goede ritme te komen en mijn gemiddelde weer wat op te schroeven. We maken eerst een lange bocht op de 1ère Avenue van het industrieterrein Hauts Sarts. Nu ik op de kaart de naam van de laan zie, herinner ik mij een loop in de genoemde bedrijvenzone. Ik duik in mijn archief en noteer het jaar 2003. We worden er niet jonger op… Les Hauts Sarts roept ook herinneringen op aan mijn beroepsverleden. Wie daar meer over wil weten vraagt dat maar eens bij een biertje. Moet ik mijn Leffe niet in mijn eentje drinken… ( Zoals dat vandaag door omstandigheden het geval is. ) Ik ben dus bezig aan een lange bocht waar geen einde aan schijnt te komen. Of toch, na anderhalve kilometer. Ik ben al enkele keren van “spoor” veranderd, nu eens op het fietspad, dan weer op het voetpad. Het fietspad loopt fijner maar ik verlies te veel meters want in de buitenbocht en spring dan toch maar weer op het voetpad. Ik hou me voorts onledig met het bekijken van de monumentale firmanamen op de bedrijfsgevels: Petit Forestier, Vincent Logistics, Deveux, enzovoorts. (De volledige lijst is beschikbaar bij de redactie.) De route langs de bedrijven komt tot een einde op een rotonde. Een politieagent en twee signaalgevers zorgen voor onze veiligheid. Een dame houdt een gigantische truck in bedwang tot ik voorbij ben. Rechtsop. Een nieuw pad in beton in zigzagvorm. Ik kan hier even achterom kijken: geen achtervolgers in zicht. We komen uit op een fietspad in beton. Een Ravel? Vroeger waarschijnlijk een voetpad, le Vieux Chemin de la Croix. Door de aanleg van het nieuwe pad is ook dit deel van het parcours gewijzigd: nu gaat het rechtdoor richting watertoren, in open veld boven op het plateau. En we zullen het geweten hebben. Wam… plots deelt de wind een klap uit die ons groggy slaat. We staan haast stil. Uit de ervaringen van Servais Halders vorig jaar heb ik geleerd dat de wind hier snoeihard kan uithalen. Er valt niet aan te ontsnappen. En we krijgen meteen een idee van wat ons te wachten staat: een streep rechtdoor naar de top. Ik krom de rug en probeer de balans te vinden tussen snelheid en uithouding. Ik verlies in elk geval geen terrein op mijn voorganger en houd mijn achtervolgers ook op afstand. In de laatste meters van de klim gaat mijn tempo wel nog flink naar beneden. Als ik dan eindelijk de top bereik op de Rue de Milmort en even wil ontspannen geeft de wind er nog een flinke lap op. Dat is gelukkig de laatste stuiptrekking van de grote blaasbalg. Ik heb de winderige kilometer 8 toch nog in een onverhoopte 5’45” weten te bedwingen.

Snel voorbij het kerkhof en dan in een pittig tempo (5′) de woonwijken van La Préalle in. Er volgen vier bochten in dalende lijn op het asfalt. Geloof het of niet, ik geniet van die rondjes in de stad. In kilometer 9 wacht een lange oplopende straat. De loper voor me die ik al achtervolg vanaf de windklim en nu maar enkele meters voorsprong meer heeft brengt me in verwarring door plots een zijstraat in te slaan. En te stoppen… Gelukkig kan een signaalgever me de juiste richting aanwijzen. Voorlopig zie ik geen ander lopend wezen voor me. In dit labyrint van straten zijn de aanwijzingen van de signaleurs essentieel. Half Herstal is dan wel opgetrommeld om ons de weg te wijzen, hier zijn er zoveel afslagmogelijkheden dat je snel het spoor, lees het parcours, kwijt bent. Ze hebben het zichzelf wel erg moeilijk gemaakt, de parcoursbouwers. Zeker als je deze pool van signaleurs moet inzetten voor een pelotonnetje van nauwelijks 72 man. Als dat maar blijft duren… Hoe dan ook, boven op de Rue du Bon Air laat de signaalgever er geen twijfel over bestaan. De arm uitgestrekt naar links (rechts voor mij): “C’est par la ruelle”, het is door dit steegje. 50 meter lang, een meter breed, de rechtergoot bezaaid met blikjes en flesjes. Gelukkig staat de Grand Nettoyage de Printemps voor de deur in Wallonië… Even verder een tweede pad, nu wel pico bello verzorgd, dat ons naar een hekken brengt. We lopen het domein van het sportcomplex in. Achter de sporthal is er geen mens te zien. Op goed geluk verder. Boven op een grasperkje moet ik toch weer de hulp inroepen van een collega die hier aan het uitlopen is. Nog een rondje boven rond de assenpiste , een bocht naar links aan de oranje kegel en ik overschrijd de matten van Pierre, alias O’Top, de tijdsopnemer.

Ik mag terugkijken op een degelijke wedstrijd. Vier plaatsen na me loopt Hugo Raddoux binnen. “Een gelukkig man” zo noemt hij zich zelf. Misschien niet alleen door zijn prestatie van vandaag maar ook door zijn ongewone carrièreswitch, nota bene op pensioengerechtigde leeftijd. Maar dat is weer een ander verhaal. Ik zal eerst dit verhaal afsluiten. Na de douche (dit keer met optimale temperatuur) en wat zoeken vind ik dan toch de weg naar het cafetaria. Net als ik binnenkom hoor ik “vétérans 4” en “Cortlevèn Willy”. Vlug de sporttas op de grond gezet en mijn prijs opgehaald bij wat wel een jury lijkt. Uit handen van de “Mayeur”, de burgemeester die zijn naam gegeven heeft aan de loop (?), of de Echevin des Sports, de Schepen van Sport (?). Hoe dan ook, ik zal plaats moeten maken voor een tweede “Mayeur”-beker in mijn (virtuele) prijzenkast.