Zepperen Bloesemrun

zon 18/04/2022 15.45u * Zepperen Bloesemrun * 11,3 km * 00:58:14 * 11,6 * 90/207 * 6/13 (65+) * ♥♥♥

Het is een succes zonder weerga geworden in het ommeland van Sint-Truiden, de eerste Bloesemrun in het kader van het Helpshop Loopcriterium. Het schitterende lenteweer hebben ze er als cadeau bovenop gekregen maar de vlekkeloze organisatie is de verdienste van de initiatiefnemers Stefan Meekers en Mario Smolders, kennissen van vele jaren in de Luikse lopen, en van de Kiwani’s Sint-Truiden Haspengouw en atletiekclub TACT uit de Trudostede. Hartverwarmend is ook dat de opbrengst van de sportieve namiddag integraal uitgekeerd wordt aan de Oekraïense vluchtelingenkinderen.

Start en aankomst bevinden zich op de schoolsite die nu Hasp-O Zepperen heet en vroeger het Aloysius-instituut van de paters Assumptionisten was. Ik had er al vaak van gehoord, onder meer van twee ex-collega’s die hier hun middelbare studie hebben gedaan, maar nu zie ik de school eigenlijk pas voor het eerst. En die blijkt fraai ingeplant in het groen, tussen de boomgaarden. Mijn inschrijving levert me dus niet alleen mijn deelnamebewijs voor de wedstrijd op maar ook een gelegenheid om een voor mij onbekend stukje Limburg te leren kennen. In het totaal hebben er een kleine 400 looplustigen de weg gevonden naar het kasteel van Zepperen. Of naar het klooster, of naar de school. Want dat is het in de loop van de geschiedenis allemaal geweest.

Ik doe een uitgebreide opwarming in de hoop de laatste resten vermoeidheid van de estafette van vorige vrijdag uit mijn benen te verdrijven en om mij een idee te kunnen vormen van het soort parcours dat we onder de voeten gaan krijgen. Dat laatste lukt, voor het eerste is het bang afwachten.

De 5 km-lopers zijn al vertrokken voor hun ronde als wij door speaker Rik Donders naar de start worden geroepen. Ik vertrek ongeveer midden in het pak van 207 deelnemers en wordt heel snel door tientallen collega’s voorbijgesneld. Geert, James, Lydia, Bart en vele anderen… Mijn benen lijden onder de bruuske inspanning en door de schokken op het grove beton maar leiden me wel naar mijn snelste kilometertijd van de hele loop. Opnieuw is het gevoel in radicale tegenspraak met de cijfers. We lopen onder een viaduct door, dan linksaf op de eerste strook onverhard. De smalle en soms wat hobbelige loopsporen drukken het tempo. In zoverre ik dat al ken, want ik bekijk mijn Garmin niet, ook al roept die me met een licht getril op om dat wel te doen. We krijgen nog even een asfaltstrook in Bernissem (nooit van gehoord) voor we weer een aarden pad worden ingestuurd. Ik taxeer de afstand tot mijn voorgangers in de hoop in de volgende kilometers ook zelf iemand in te halen. We lopen op een soort plateau boven de Melsterbeek. Het is een mooi wandelgebied waarvan ik tot voor vandaag het bestaan niet eens vermoedde. Niet alle deelnemers hebben evenwel oog voor de omgeving, stel ik na de aankomst vast als ik de fraaie omgeving beschrijf aan een collega.

We nemen een haakse bocht naar rechts waar ik even achterom kan kijken. De man in blauw die even in mijn gezelschap was op de eerste onverharde meters heb ik afgeschud (niet dat dat bij mijn tactisch plan hoorde), ik nader op de man in het groen voor me, maar word dan weer bedreigd door een oprukkende dame in het roze en twee jonge mannen in het wit. Onthoud van de vierde kilometer dat ik de man voor me inhaal en voorbij ga maar dat ik op mijn beurt door de dame in het roze word ingelopen en achtergelaten. Even op het asfalt op de Keelstraat. Er staan hier zowaar enkele kijkers. Die ook alleen maar kijken. Een aanmoediging zou nochtans geen kwaad kunnen. In de licht oplopende strook tussen km 4 en km 5,5 – de enige oneffenheid op het parcours – te midden van de boomgaarden vind ik stilaan mijn ritme. Ik verlies niet langer terrein op de dame voor me. Haakse bocht aan km 5,6. Precies in het midden van de loop. Daar gaat het 800 meter licht bergaf. Terwijl het verkeer lnks op de expressweg voorbijraast sluit ik opnieuw aan bij de dame. Dat moet volgens de uitslag Muriel Kaye zijn, 35+, een vechtertje, zoveel is zeker. Ze neemt hier en daar weer enkele meters voorsprong en snijdt vooral de bochten sneller aan dan ik. Zo ook als we weer onder het viaduct van km 1,1 doorlopen. Ik verlies een tiental meter maar ben nu wel alleen om mijn bekertje mee te grabbelen aan de drankentafel. Ik kieper het vocht grotendeels over mijn hoofd maar houd daarmee ook maar twee kleine slokjes over om mijn dorst te laven. Want je voelt de eerste warmte wel. Ik heb overigens al kilometers een droge mond. Maar ik heb nu even geen tijd om rechtsomkeert te maken naar de bevoorradingspost.

Intussen steekt er weer een pijn op die ik dacht bezworen te hebben met inlegzolen: een branderig gevoel in de hiel. Anderhalf jaar weg geweest maar nu weer terug, waarschijnlijk door de hobbelige ondergrond en de keitjes op de grindpaden. Ik ben dus voorbij de drankpost en ga opnieuw op zoek naar Muriel. We hebben intussen even het gezelschap gekregen van een juffrouw in het zwart. Zij heeft net een drinkbus aangenomen van haar ouders (vermoed ik) maar die helpt maar even om ons tempo bij te houden. Te veel energie gebruikt in het eerste kilometers, neem ik aan. Het parcours maakt nu enkele 90 graden-bochten (een specialiteit hier, lijkt het) en we kruisen enkele vrijetijdsfietsers. Die zijn in groten getale op pad maar door het uitgekiend parcours komen we nauwelijks in hun vaarwater. Plots toch een supporter, Roland Vandenborne op de fiets. Achteraf zie ik dat hij de 5 km heeft betwist. Rond de achtste kilometer lopen we aan de rand van een woonwijk, weer even op het asfalt. Enkele kijklustigen en de signaalgevers langs de weg. Haspengouwers die ons wel gadeslaan maar hun handen niet op elkaar krijgen. Ik kan wel een oppeppertje gebruiken want er knijpt plots iets in mijn rechterhamstring. Te weinig gedronken of, wat waarschijnlijker is, de naweeën van een fikse kramp na de loop in Saint-Remy tien dagen geleden. Ik probeer erger te voorkomen door kleinere passen te zetten. Ik moet uit het sukkelstraatje blijven waar Pascal Van Marcke in terecht gekomen is. Door een spierscheur moet hij het hier heel rustig aan doen. Hij bevindt zich ergens achter me. Achteraf zie ik op mijn Garmin dat ik nauwelijks enkele seconden verloren heb in mijn strijd tegen de opkomende kramp. Maar de pijn en de onzekerheid hebben wel het tweede deel van mijn wedstrijd vergald. Ik blijf wel mijn voorsprong behouden op Muriel die heeft moeten afhaken. In dit deel van het parcours zien we eindelijk de bloesems waarvoor we zijn gekomen of alleszins waarmee de organisatoren ons naar hier hebben gelokt.

De laatste kilometers komen eraan. Dit is bekend terrein na mijn, zoals gezegd, uitgebreide verkenning. Garmin vertelt me later dat ik hier een tiental seconden per kilometer moet toegeven. De angst voor averij in de hamstring, de vermoeidheid? Asfalt en grint lossen elkaar af tussen de plantages. De twee lopers in het wit die ik achter me zag na een kleine 2 kilometer hebben me uiteindelijk dan toch bij de kraag. Fotograaf Marc Nelissen bespiedt ons achter een telelens. Nog wat keren en draaien. De laatste rechte lijn wenkt. Van een grote ronde van 11 km, ook al een uitzondering op de Limburgse kalender. Ik verdenk Stefan en Mario ervan bewust te hebben willen afwijken van het traditioneel Limburgs rondjespatroon. Op de (afgesloten) rijweg probeer ik voorzichtig het tempo wat op te drijven. De hamstring houdt het en ik eindig min of meer heelhuids tussen de fans voor de Decathlon-boog. Ik heb net een blik geworpen op mijn horloge. Doelstelling bereikt: eindigen binnen het uur. Muriel eindigt enkele seconden achter me. We feliciteren elkaar met onze prestatie in elkaars gezelschap (of nabijheid).

Na een douche van kokend water is het tijd om het ruime en gezellige terras op te zoeken. Servais zit in zijn eentje te genieten van een frietje van Nathalie’s frietpaleis. Ik lok hem naar de andere kant van het terras waar we met Jean-Pierre de wedstrijd nog eens overlopen. Jean-Pierre heeft de eerste warmte niet goed verteerd en heeft twee wandelpauzes moeten inlassen. Servais is dan weer te snel van stapel gelopen en kwam net enkele percentjes te kort in de eindspurt met Marc Hiemeleers. In de categorie 65+ waar ik ook weer bij de oudsten hoor, moet ik me tevreden stellen met plaats 6. Beide voornoemde heren bezetten plaats 16 en 18 in de totaaluitslag. Hallucinant… Na de uitgebreide podiumceremonie (drie prijzen voor de vele categorieën, een aangename verrassing voor een Limburgse organisatie) is het enkel nog genieten van het zonnetje…