Wonck (CLAP)

zon 14/07/2019 10u30 * Wonck * 9,8 km * 00:46:43 * 12,7 * 32/137 * 1/3 * ♥♥♥♥

Ik had vandaag de start van de geplande wedstrijd ook lopend kunnen bereiken. Wonck (Wang in het dialect) ligt op trainingstempo zo’n uurtje van thuis. Ik heb het een maand geleden nog proefondervindelijk kunnen vaststellen. Vanaf het Haspengouwse plateau ben ik zo in mijn geliefkoosde Jekervallei waar de hellingen en de rustige paden en wegen zowel in de winter als de zomer uitnodigen tot gezonde ontspanning. De dorpjes in de vallei wedijveren met elkaar in het organiseren van joggings. Ik tel op de kalender niet minder dan vier loopwedstrijden in de zes Waalse Jekerdorpen van Tongeren tot Kanne.

Wonck 1

Voor hun derde editie hebben de organisatoren toch meer dan 200 looplustigen (in de twee wedstrijden) weten te verleiden. Vele anonieme “zondagslopers” voor deze jogging familial, Maar ook een aantal bekenden uit Zuid-Limburg en het Luikse. Er is immers zo goed als geen concurrentie in de (verre) omgeving. Zelfs Pascal Van Marcke en Chriske Wouters hebben de weg gevonden naar de Jekervallei. Het podium is meteen al ingevuld… op de eerste plaats na. Die is voor senior Olivier Remacle. Hij ging zo snel dat Pascal en Chris dachten dat hij voorop liep in de 5km.
Het is om halftien nog stil in de Rue Sudrain. Maar één vroege vogel is wel al komen aanvliegen, vanuit Laakdal. Het is Luc Lenaerts. Gezondheidsproblemen hebben de geboren Genkenaar enkele jaren uit competitie gehouden. Nu wacht hij met bang hart af hoe de vernieuwde kennismaking met de heuvellopen zal uitpakken. Ik zal dadelijk in mijn verslag op zijn vraag kunnen antwoorden. Ik heb het parcours bekeken op een filmpje maar ben niet echt wijzer geworden van de schokkerige en bovendien versnelde beelden. In elk geval, het zou me verbazen dat ik nog zou verbaasd worden door onbekende paden. Ik warm nog even op met Jean Tempels. Die heeft toch ook gekozen voor de verplaatsing op vier wielen. Met zijn grappig VW-busje vanuit Glons (Glaaien), hier enkele kilometer meer westwaarts. We staan nog wat te lummelen voor de start. Naast me wacht ook Luc Hilderson, nog niet op niveau, sinds hij met de heup sukkelt. Maar waar is zijn jeugdvriend Claude Herzet? De besnorde versie van het broederpaar Herzet, Guy, staat hier enkele meter voor me. Plots schieten de eersten naar voren en beseffen we dat de wedstrijd op gang is geschoten. Geschoten? Beslist niet, de meesten zijn even verrast als ik. Na een vijftigtal meter spurt Marc Lenaerts langs me door. “Zo ga ik niet kunnen winnen” roept Bakkertje me toe. Die is ook weer in competitie na jarenlang gesukkel met de spieren. En hij doet dat zoals we van hem gewend waren, fanatiek. Zo fanatiek blijkbaar dat hij later in de wedstrijd uitglijdt, wat tijd verliest – toch achttiende met een gemiddelde van 4’20” per km – en na de wedstrijd de organisatie verplicht op zoek te gaan naar een EHBO-verbandkist. Maar ze hebben wel een mooie pleister gevonden. De eerste anderhalve kilometer is vlak. Daarin zitten zo’n 300 meter op de Rue du Pierreux. Niets bijzonders voor de lezer, wel voor mij want dat is nu een korte strook waar ik nooit kom op training. De eerste kilometer in 4’33”. En de tweede in 4’39” maar daar begint het op het einde al lichtjes op te lopen. Met andere woorden, ik heb niet bepaald getreuzeld in die aanvangsfase. Ik voel me overigens lekker. De onwillige rugspier die me al de hele week hindert op training en in mijn dagelijkse bezigheden trekt nog wat tegen maar zal me verder geen parten meer spelen. Op de Rue Large Voie ben ik voorbij Ianthe Bauduin gegaan – ze wordt derde dame op de korte afstand. Ik haal ook Sophie Maurage in, de blonde paardenstaart die ook in de Avenirlopen wel eens in mijn buurt wappert. Ik ben hier op bekend terrein. Dan ken je niet alleen elk plooitje in het reliëf maar ook elke hond die het domein van zijn baasje bewaakt en dat met luid geblaf aan de passerende jogger bekend maakt. Ik wacht dus op het welkomstgeluid aan de rij huizen in de Rue de Hallembaye maar het blijft stil. Heeft het beest geen zin in overwerk of hangt het toch van mij af? We draaien linksaf en krijgen het eerste vals plat te verwerken. Links ligt Wonck, rechts dagen de hellingen ons uit voor een fikse klim. Maar de parcoursbouwers van deze jogging familial houden het gezellig en laten ons straks naar links afdraaien. Deze strook op asfalt ligt me niet echt. Ik probeer toch tempo te maken, te meer omdat ik Nicolas Bynens in het vizier heb gekregen. Dat verwondert me niet echt want Nicolas heeft de laatste weken moeten inbinden vanwege een hamstringblessure. Het vals plat gaat over in een pittige, zij het korte uitloper. Dat is meteen de bocht naar de vallei. In de afdaling ligt wel eens een sympathieke hond in de zon te soezen maar die is er vandaag ook al niet, de zon niet en de hond niet. We steken opnieuw de Grand Route over. Zoals daarnet, na 600 meter. De politie van de zone Basse-Meuse waakt. Tussen de rode huizen van een verkaveling door (waar moeder Herzet woont, als ik de uitleg van Claude goed heb begrepen), dan tussen de weiden naar de Via Jecora. Op keien van allerlei grootte en dikte die ik bij manier van spreken persoonlijk ken maar die mij nu op wedstrijdtempo toch flink op de zenuwen en de voetzolen werken. Ik heb Nicolas ingehaald en ben benieuwd of hij een poging zal doen om mij te volgen. Zijn loophouding verraadt alleszins dat hij het vandaag meer van het karakter dan van de souplesse moet hebben. De Via Jecora dus, de weg van (langs) de Jeker, is een toeristisch fietspad van Tongeren tot Kanne. In Wallonië hoort het bij het Ravel-netwerk. Nicolas moet me laten gaan. Na de finish lacht hij dat de eerste bij de veteranen 3 (hijzelf) de primus bij de veteranen 4 moet laten voorgaan. Vat het maar niet te ernstig op, de tijd dat ik Nicolas nog echt kon kloppen ligt al lang achter ons. (Maar ik heb er nu nog wel plezier van…) De man van de Juprelle Joggingclub was bovendien nog zo vriendelijk mijn prijs van Kin (Challenge L’Avenir) van twee en een halve maand geleden mee te brengen. We slaan gelukkig niet links af achter het piepkleine Jekerbruggetje. De smalle passage langs de Jeker, bovendien ongelijk en doorsneden door heel wat boomwortels, zou me heel wat tijdverlies en tandengeknars hebben opgeleverd. Het is zondag en vakantie, het is dus druk op het fietspad. Wielertoeristen, gelukkig geen grote pelotons. En wandelaars. Die zijn bezig aan een wandeltocht die hier ook ergens in de omgeving is gestart. De “cohabitation” tussen fietsers, joggers en wandelaars verloopt vlekkeloos. Terwijl ik voorbij de wandelaars laveer en de fietsers hetzelfde doen met mij, richt ik mijn blik op het groepje voor me. Daar heb ik een rood shirt en een witte broek opgemerkt. Die omhullen de grote gestalte van Luc Lenaerts. Het zou wel prettig zijn als ik mijn kennis van onder meer enkele Condruzien-wedstrijden zou kunnen inhalen. Voorbij de Moulin de Broukay naar het viaduct waar de eerste huizen van Eben liggen. De weg loopt hier al wat irritant omhoog. En draait dan (tenminste het parcours) scherp achterwaarts naar links. Naar de steilste strook van het parcours. Op training neem ik die bocht nooit in die richting. Ik pep mezelf op om hier niet te veel snelheid te verliezen en de helling tot 9% de baas te worden. Op het onverhard zijn er wel geen fietsers maar de wandelaars reserveren wel de best beloopbare stroken voor zich. Dan maar door de geulen en de knisperende kiezeltjes naar boven. Na 400 meter passeren we het kasteel van Eben-Ezer aan onze linkerkant. Is dat nu een kasteel, een vesting of een toren? Wikipedia vertelt er alles over. Rechts staat een man klaar om een handeling uit te voeren die ik hem al tientallen keren heb voorgedaan. Een foto maken van het bizarre bouwsel. Hij wacht wel tot ik gepasseerd ben, ik pas duidelijk niet in het plaatje dat hij voor ogen heeft. Ik ben wel wat dichter gekomen bij Luc Lenaerts en de dame even achter hem, Elodie Delleur (tweede achter Isabelle Sluysmans), maar de “vluchters” (om het in wielertermen te zeggen) kunnen zich verschuilen achter de bochten en de hagen en blijven zo meestal buiten mijn gezichtsveld. Argeloze deelnemers (zoals Luc) slaken nu misschien wel een “oef” als ze boven komen aan het kasteel in de waan dat de helling achter de rug is. Maar dat pakt even anders uit. Na een kort dalend en vlak intermezzo op grind en brokjes silexstenen (de wikipedia-lezer kan deze beschrijving plaatsen) gaat het opnieuw omhoog. Minder steil (tot 5%) op een lichtbruine ondergrond – daarnet was het “wegdek” asgrijs- maar wel anderhalve kilometer lang, een enkele herstelstrook inbegrepen, tot aan de eenzame hoeve tussen Valmeer en Wonck. Het laatste stukje is weer in asfalt. Ik blijf rond de 5 minuten per kilometer draaien maar de afstand tot mijn “doelgroep” blijft te groot om nog op meer te hopen. Voor we linksaf een veldweg worden opgestuurd kijk ik nog even achterom. Een man alleen is aan het naderen. Achter hem gaapt een grote kloof.

Wonck 2


We zijn nu 7 km ver. Ik had er zelf geen erg in, door de concentratie en het gehijg in de klim heb ik mijn Garmin niet meer horen zoemen. Het klimwerk ligt achter de rug. Nu kan het parcours alleen nog in dalende of vlakke lijn gaan. De veldweg op dus. Door hoog gras waar je geen zicht heb op kuilen of geulen. Dit is voor mij het tweede onbekende strookje. Ik hou bewust in en besef wel dat ik hier eerder tijd zal verliezen dan winnen. Ik maak alvast plaats voor de achtervolger die me voorbijgaat net het gras overgaat in een donkere aarden ondergrond waar ik opnieuw meer vaart kan maken. Een signaalgeefster is druk doende de aanstormende lopers in de goede richting, naar links, te sturen. We hebben net de bocht genomen of we moeten al meteen naar rechts. Hier is geen weg of toch, dwars door de rotsen heen. We lopen de grotten van Wonck in. Ook voor mij onbekend terrein. Ik ben niet zo’n liefhebber van kerstmarkten, ook niet die van Wonck. En laat die nu net in deze grotten gehouden worden. Pascal Van Marcke kent de doortocht wel van zijn deelname vorig jaar. Ik moest me daar flink bukken, aldus Pascal. Ik doe dat ook, al ben ik een halve meter kleiner dan de lange uit Alken. Maar je kan beter geen risico’s nemen. Een wedstrijd win je met het hoofd en de benen. Hoe dan ook, de Garmin registreert een scherp snelheidsverlies als ik door de gelukkig goed verlichte grot kronkel. Het tempo schiet wel weer omhoog in de duik naar de Jeker op de Rue de la Rose. Op training kruip ik hier meestal in de andere richting naar boven. Voor het brugje hoor ik plots mijn naam aan de linkerkant van de weg. Marie-Paule gooit zich op haar fietsje meteen in de achtervolging. We leggen samen de verharde Rue du Grand Surdant af. Ik draai rond in minder dan 4’30” maar moet opnieuw milderen op het smalle onverharde pad naar en langs de Jeker. Marie-Paule slaat af naar de aankomst. Ik haal nog eens uit in de laatste kilometer. Links en rechts klinken aanmoedigingen van de Trenara-girls van Tongeren die de vijf kilometer hebben betwist. En van Gert Moermans en Jean Tempels die aan het uitlopen zijn na hun toptien-loop. Ook het knikje in het begin van de laatste rechte lijn kan me niet remmen. En zo geraak ik toch nog tot op een twintigtal seconden van Luc. En beëindig ik de loop zoals ik hem begonnen ben, met een uitstekend gevoel.

Wonck 3


De totaaluitslag – in het eerste kwart van het peloton – mag gevleid zijn door de deelname van minder getrainde collega’s uit de buurt, het gemiddelde liegt niet. De hartjesquotering levert alleszins geen hoofdbrekens op. De uitslag krijgen we overigens meteen te zien op een scherm. Deze nieuwe service van O’Top Services, het bedrijfje van Pierre Olivier, wordt door alle aanwezigen op prijs gesteld. Als ze in Wonck echter de ambitie hebben hun loop verder uit te bouwen en nog meer deelnemers aan te trekken zullen ze wel voor douchegelegenheid moeten zorgen. De parcoursaanduidingen leken mij duidelijk maar ik ben allicht bevoordeeld door mijn topografische kennis in en boven de vallei. Chris en Pascal hebben wel enkele keren de juiste richting moeten zoeken. We houden het verder bij een sobere après-course, niet zonder nog eerst een tombolaprijsje te hebben meegegrist. En zijn op een wip weer thuis.

(Foto’s Marie-Paule. Foto 1: Start en aankomst aan de Salle L’Union. Foto 2: Bucolisch plaatje van de Jeker. Gelukkig komt de 10 km hier niet door. Alleen de 5km-lopers moeten het smalle en niet ongevaarlijke pad nemen. Ik kom er wel eens tijdens een training. Foto 3: Nog enkele meters.)