Waremme (Challenge hesbignon)

woe 14/08/2019 19u30 * Waremme (Challenge hesbignon) * 9,9 km * 00:46:49 * 12,6 * 134/343 * 1/4 * ♥♥♥♥

Waremme 1

Na drie weken competitiepauze, ingevuld met rust en enkele fikse trainingen, is het tijd om weer op wedstrijdritme over te schakelen. De Hesbignonloop in Waremme, aan de vooravond van 15 augustus, biedt daartoe de geschikte gelegenheid. 10 km door het golvende Haspengouwse landschap op goed beloopbare wegen en paden. Bekend terrein bovendien, ik deed hier ook al mee in 2011 en 2015. Als we de Edmond Leburton-sporthal bereiken, is de lucht nog dreigender dan toen we vertrokken, maar de regen is zo vriendelijk alleen even voor de wedstrijd en wat feller na de wedstrijd uit te pakken.
We vertrekken vanop de markt in hartje Waremme. Met meer dan 300. Hen is even voordien nog op het hart gedrukt om de drankbekertjes aan de bevoorradingsposten niet lukraak weg te keilen. “Waremme, ville écolo” lacht de jonge man achter me. Daar moet niet meteen de groene partij achter gezocht worden. Want zoals L’Echo schrijft: “(Waremme où) Le parti socialiste fait la pluie et le beau temps”. Hoe dan ook, er zijn er toch nog die aan het dromen waren voor de start en die de aanbevelingen en de bekertjes langs zich hebben neergegooid. Voorbij het station en naar een rotonde. Dat is even de route van de decembercorrida maar dan in tegengestelde richting. Ik rep me naar voren in het gezelschap van veteraan 3 Bruno Broos. We laten het onafscheidelijke koppel Bea Strauven en Michel Ruymen achter ons. En ook Maja Van Zand die de laatste tijd (te) veel tegenstand ontmoet van Myriam Jungblut. Bruno zal op de rechte weg voorbij het sportcentrum snel afstand van mij nemen. Met lichtvoetige tred, zo lijkt het alleszins, ondanks een nog niet volledig geheelde hamstringblessure. Door de start in het stadscentrum – “stroomopwaarts” van de finish – passeren we dus in gestrekte draf voor de sporthal waar de fans ons opwachten en een soort erehaag vormen. De aanmoedigingskreten zinderen nog even na als we de dichte bebouwing verlaten en via de doorgaande woonstraten het open veld opzoeken. Ik werp even een blik opzij. Achter de bomen ontwaar ik het Château de Sélys-Longchamps dat vroeger op het parcours lag van een intussen verdwenen Hesbignon-manche. Ik heb daarnet, in de stad nog, even mijn hand opgestoken als dank voor de “Allez Willy” die ik ter rechterzijde meende te horen. Dat blijkt achteraf inbeelding van mij te zijn geweest. Marie-Paule stond daar helemaal niet. Maar goed, ik heb niets illegaals gedaan. Bruno is dus de pijp uit, ik concentreer me nu op Kris Govaerts die al een kilometer voor me loopt. Sneller vertrokken dus dan tijdens de laatste lopen waar we samen aan de start stonden. Proberen aan te haken en, wie weet, te volgen. Dat lukt redelijk. Hier en daar kom ik zelfs even langszij. Even koester ik de hoop dat Kris het vandaag kalmer aan wil doen. Ik neem aan dat ik als eerste van mijn categorie loop. Emile Sacréas heb ik al ingehaald. Een blessure houdt Roland Vandenborne thuis, dat is het eerste wat ik aan de inschrijvingstafel van Jos Biets te horen heb gekregen. Ik heb alvast geen zin om het tempo rond de 4’45” nog hoger op te trekken met Kris in de buurt. Daar is de eerste bevoorrading. Met rode bekertjes, biologisch afbreekbaar, neem ik aan. Een blonde jonge dame heeft zich net naast ons gemeld. En een voorlopig anonieme fotograaf neemt ons plat op zijn buik liggend in het gras op de korrel. Kris neemt een slokje dat hem blijkbaar goed doet want hij verhoogt meteen het tempo. Hij schuift enkele plaatsen vooruit. Ik moet mezelf de sporen geven om het contact niet te verliezen. De kronkelende doortocht tussen verkeerspaaltjes door Petit-Axhe wordt ook extra bemoeilijkt door enkele auto’s op het parcours. Domenico Di Vito windt zich na afloop aan tafel behoorlijk op over het akkefietje. Met drukke gestes oreert hij: “Doe dat in Vlaanderen en het komt in de gazet”. Enfin, hij is meteen weer een en al enthousiasme als hij zijn voornemen aankondigt om wijn te gaan maken. De oenologen onder de lezers weten meteen waar naar uit te kijken in het millésime 2020. Waar een Petit-Axhe is, is er ook een Grand-Axhe. Maar daar komen we niet, tenminste niet in de dorpskom. Want we worden een bosje ingestuurd. Een natuurpark zelfs, dat luistert naar de naam “Parc hexapoda”. 1800 meter over een smal, onverhard pad tussen struiken, rietgewas en bomen. In een laaggelegen, nat gebied in de vallei van de Jeker. Om de lopers maar vooral de bezoekers van het park natte voeten te besparen, zijn er een aantal bruggetjes en een langere vlonder in hout aangelegd. Wat is hier te zien? Wel, de naam van het park zegt het, “hexapoda”, zespotigen. Zoals u (niet) weet een onderstam van de geleedpotigen. Ik heb vanavond niet gespeurd naar de insecten. Daarvoor moet ik mij te fel concentreren op de kronkels en de oneffenheden van het pad, en de tweevoetigen voor me. Ik zit even vast achter Anneleen Malfroid. Voor haar loopt Anne-Sophie Delhougne, de blonde loopster van de bevoorrading. Daarvoor is Kris Govaerts bezig enkele collega’s in te halen. Hier en daar valt een loper voor me terug en win ik ook enkele plaatsjes. Na 6 km komen we weer in de open ruimte. Op de stijgende N637a kan ik, ondanks mijn zware benen vanaf de start van de loop, het tempo nog opdrijven. Nauwelijks heeft Pierre Olivier van O’Top Services, vandaag met een signaleurshesje aan, me naar rechts gestuurd of ik haal François Argento in, gehuld in verscheidene schakeringen van groen. Aan km 6,3 draaien we rechtsaf weer een ruilverkavelingsweg op, een rechte streep van meer dan een kilometer waarvan de eerste 700 meter oplopend. Ik maak hier een vijftal plaatsen goed, wijs en passant een collega nog op een loshangende veter (bedankt, zegt de man, maar hij loopt gewoon verder) en ga op zoek naar een bekende in het fluogeel van de Helpshop van Stefan Meekers. Die bekende is Richard Driesen. Hij houdt er een pittig tempo op na, evenwel niet hoog genoeg om mij achter zich te houden. Als dat al zijn bedoeling was. Het volgende mikpunt is Kris Govaerts. Hij heeft nooit echt veel afstand genomen in het natuurpark en zelf voel ik me in staat om weer in zijn spoor te komen. Het gaat nu dalend door een rechterbocht waar Louis Maréchal zijn objectief op ons richt en waar we op het parcours van de 5,6km-wedstrijd komen. We gaan in sneltreinvaart langs de tragere lopers van de korte wedstrijd – ik geef even een herkenningsteken aan gemeentegenoot Bert Ernest – op het asfalt van de Rue de Longchamps. Dat asfalt doet wel even deugd. Daarnet op het hobbelige pad in het park had ik weer last van mijn rechtervoet.
Even naar rechts, dan aan een grote hoeve weer naar links. We snijden de brede bocht af op het steengruis, zoals daarstraks in de andere richting. We zijn weer op het parcours van de eerste kilometers. De Rue Froidebise – dat is gewoon een ruilverkavelingsweg in het veld – draait meteen weer naar rechts en maakt een knikje omhoog. Net genoeg om Kris echt bij te halen. Die is zich van geen kwaad bewust tot hij me plots in de ogen kijkt als ik de andere kant van de weg kies. Verstomming in de blik en de instant reactie, versnellen. In de afdaling tussen het groen naar de buitenwijken van Waremme moet ik de veteraan 3 laten gaan. Ik zoek naar de best beloopbare strook tussen de gaten en de oneffenheden in het asfalt en kies de lagere zijstrook van de kasseibultjes, alias verkeersremmers. Voorbij Salle Edelweiss en Funerarium François, de tennisvelden, onder het spoorwegviaduct door – links zie ik Marie-Paule – en langs de tennisvelden op het grove beton van de Rue des Prés rechtdoor naar of beter gezegd rechtsaf de sporthal in.
In de laatste anderhalve kilometer loopt Kris vijf plaatsen van mij weg en raapt hij onderweg ook nog Noël Heptia op. Laten we maar aannemen dat de achtervolging op Noël (die ik de hele wedstrijd niet heb gezien) voor Kris de voornaamste motivatie was om het tempo nog eens de hoogte in te jagen. Om mij te vloeren had de Truienaar zich de moeite kunnen besparen. Een versnelling in de laatste 300 meter bijvoorbeeld had ik ook niet kunnen beantwoorden. Het verschil blijft uiteindelijk beperkt tot 20 seconden. En in de totaaluitslag haal ik ruimschoots de eerste helft van het veld. De benen lieten het vanavond afweten, de motivatie gelukkig niet.

(Foto Louis Maréchal: In het natuurpark, verborgen achter Anne-Sophie Delhougne en Raphael Depouhon. Ik vermoed dat de lezer er geen bezwaar tegen heeft dat niet mijn tronie maar het bevallige snoetje van Anne-Sophie groot in beeld komt.)