Aubel (Challenge L’Avenir)

zon 16/02/2020 10.30u * Aubel Jogging des Vergers * 10 km * 00:48:47 * 12,3 * 151/447 * 1/7 * ♥♥♥♥

We zijn met drie lopers uit Heukelom op weg naar de Jogging des Vergers in Aubel. Marie-Paule is er ook bij maar zij heeft in eerste instantie meer interesse in de zondagmarkt van het stadje in het Land van Herve. De lopers zijn Wesley Serrano, senior, Martin Kossig, veteraan 2 en schoonvader van eerstgenoemde, en uw dienaar, veteraan 4. We treden voor het eerst samen aan in een wedstrijd. Het lijkt wel het officieus kampioenschap van Heukelom. Wesley heeft zijn nieuwste auto van stal gehaald en brengt ons ruim op tijd aan de sporthal en het voetbalveld van Aubel. Eén concurrent is er al voor ons. Hij luistert naar de naam Dennis en gaat ’s morgens al flink tekeer. Het is al het tweede jaar op rij dat de omstandigheden niet echt meezitten op een van de mooiste parcoursen van het seizoen. Weer of geen weer, er is traditiegetrouw opnieuw veel volk op de been. Ook de hoogste leeftijdsklassen zijn goed vertegenwoordigd. Zeven veteranen 4, een veteraan 5 en één aînée 4. Dat is een dame die zeventig is of die gezegende leeftijd in de loop van het jaar bereikt. Marlène Herzet, de dame in kwestie, zorgt voor een première in het Luikse circuit. De nieuwe categorie is speciaal voor haar in het leven geroepen.

Aubel 2

We staan met zijn allen klaar op de markt, vlak naast een bestelwagen met aardappelen. Het is nog even wachten op de start. Geen nood, speaker en organisator Benoît Schoonbroodt praat de minuten wel vol. Vertrokken! De loperszee voor me gaat verrassend snel open en ik kan meteen de grote plaat opleggen. Dat is ook wel nodig in de afdaling en om in het spoor te blijven van Martin Kossig. Na 500 meter verlaten we de rijweg en draaien links in voor het eerste derde van het parcours, twee kronkels door woonwijken. We krijgen meteen twee hellingen te verwerken. Met een mild stijgingspercentage weliswaar, maar door de forse start is een terugslag in het tempo niet uitgesloten. Die kan ik voorlopig alleszins vermijden. Martin moet wel een aantal meter prijsgeven.
Na 3 km beginnen we aan het tweede deel van het drieluik: de passage door de “bocage”, het weidelandschap met de boomgaarden die de jogging hun naam hebben gegeven. Het gaat lichtjes naar beneden en ik neem hier even de tijd om weer op mijn effen te komen. Ik word voorbijgelopen door een geblokt type. Is dit niet Grégory Happart? Geen twijfel mogelijk, als ik “Trail du Hérisson” op zijn shirt lees. Ook in kilometer 4 blijf ik hangen rond de 5′. We veranderen nogal eens van richting hier op deze hoogvlakte. De stormwind maakt van elke gelegenheid gebruik om ons tegen te werken. Veel kans om me achter een rug te verschuilen heb ik niet. Ook niet achter een man die met tapschoenen loopt, zo lijkt het. Ik hoor zijn schoenen een tijdje op het asfalt kletsen. Dan verdwijnt het geluid. In de achtergrond, samen met de drager van de schoenen? De meeste, zo niet alle concurrenten in mijn categorie ben ik voorbijgegaan in de eerste kilometer. Bekenden zie ik hier niet, tenzij daar, een twintigtal meter voor me, veteraan 3 Lucien Collard. Nog in voorbereiding op de Condruzien over enkele weken? In elk geval niet op zijn gewone plaats in het peloton. Een verkoudheid is de boosdoener, vertelt hij me achteraf in de kantine. Net als ik op het punt sta de Luikenaar in te halen, krijg ik zelf gezelschap. Plots duikt Wesley Serrano naast me op. “Oei, die is eraan begonnen” denk ik. Enfin, met tweeën is het gezelliger dan alleen. Ik loop weer een snellere zesde kilometer, onder meer dank zij een mooie afdaling… in de stilte. De wereld komt even tot rust achter een bomenrij. Die rust is ons niet gegund want na een brede bocht tussen de weiden – euh, hier zijn alleen maar weiden – ligt een nieuwe klim te wachten, een kleine kilometer lang. Het kost moeite en veel energie maar die heb ik vandaag net voldoende om stand te houden. Wesley betaalt blijkbaar de tol voor zijn inhaaljacht van daarnet en blijft achter. Ik haal de dame in die mij daarnet is voorbijgegaan. De wind haalt weer even snoeihard uit. Dan is het plots weer adembenemend stil. Overigens is het wel droog en minder heftig dan vorig jaar toen we hier de apocalyps beleefden in de wind en de regen. Boven komen we weer voorbij de bevoorrading die ik daarnet heb gemist want te laat gezien. Ik heb al vanaf de start een droge mond en grijp naar een bekertje voor een slok. In de achtste kilometer zit nog een fikse afdaling die alsmaar steiler wordt. Zo eentje waarbij je je eigen benen niet bijhoudt. En kijk wie weer aansluit voor we ons in de diepte storten. Wesley! Hij zorgt er wel voor dat ik me vanochtend niet verveel tijdens mijn loop. Hoe ver was hij eigenlijk achter? Ik moet het antwoord schuldig blijven. Ik heb geen ogen op mijn rug. U kan het hem misschien zelf vragen. Woensdagavond bijvoorbeeld, in de kantine, bij de Mergellopers.
Hoe dan ook, we beginnen aan het laatste hoofdstuk van vandaag. Twee kilometer rechtdoor op de Ravel van de “ligne 38”. Geasfalteerd, zoals ik bij het inlopen heb vastgesteld. Verleden jaar liep ik hier nog door de plassen achter de rug van Béatrice Kevelaer. Die is vandaag een minuutje voor mij. Vandaag ben ik al een hele tijd in het gezelschap van aînée 2, Isabelle Radermecker. Ik ga haar onderweg wel even voorbij maar ze heeft in het laatste (nog onverharde) gedeelte nog een versnelling in huis; En nog veel adem: bij elke aanmoediging dankt ze de supporter met een “merci”. Ik heb de asfaltstreep van 2 km voor mezelf opgesplitst in drie delen: het eerste tot de Crelan, het tweede tot voorbij een viaduct, het derde aan de stroopfabriek van Meurens en “Le vrai sirop de Liège”, uw smaakpapillen wellicht bekend. Mijn koele opdeling van de Ravel doet overigens niets af van de charme van de (oude) spoorwegbedding. Dat eerste gedeelte, tot aan het kantoor van Crelan dus, loopt nog flink op. Dat ondervindt ook Wesley en hij laat me voor de tweede keer in de steek. Het gebrek aan trainingskilometers eist dan toch zijn tol. En de laatste kilometer is er echt helemaal te veel aan voor de jongste van het Heukelomse trio. Maar 2020 kan alleen nog beter worden. Zijn huisje is af (het tuintje nog niet) en dus zal hij het trainingsvolume drastisch kunnen opvoeren om weer het peil van 2018 te bereiken. Tussen de Crelan en het viaduct heb ik het nog even moeilijk. Althans volgens mijn Garmin. Ikzelf heb het gevoel dat ik een constant tempo aanhoud. Maar in de laatste kilometer maak ik de verloren seconden weer goed. Ook dank zij de ruggensteun van de wind.

Aubel 1

We verlaten de Ravel via een steil talud. Ik sta zo goed als stil op het hoogste punt en trek me weer op gang in de smalle afdaling naar het voetbalveld. Ik kan leven met een plaats achter Isabelle maar hou het tempo er wel in om de loper achter me geen ideeën te geven. Ik blijf op de laagste “verdieping” van de grasstrook langs het voetbalveld en vermijd zo de vettige strook hogerop. Wesley had de passage voor de wedstrijd al verkend in ons gezelschap en zo zijn tactisch plannetje al verraden. Wel opletten dat ik mijn hoofd niet stoot tegen de ijzeren staken van de reclameborden en recht blijf in de laatste bocht.
De speaker meldt alleen de aankomst van zijn kennissen en slaat de anderen gewoon over. Misschien een deelnemerslijst bij de hand houden? De drankbevoorrading gebeurt boven op de staantribune. Niet meteen het beste idee. Er is nauwelijks plaats en niet zonder risico om op de hoge treden met een bekertje warme thee tussen de krioelende finishers te laveren. Ik vind mijn twee maten wat later terug buiten het gewoel. We wisselen meteen onze eerste ervaringen uit op weg naar de douches. “Binnen de norm van mijn huidige mogelijkheden” vat Martin zijn loop samen. “De heuvels hebben me gekraakt” vult Wesley aan.
We – eigenlijk mijn twee collega’s – houden het sober na de wedstrijd. Na een uurtje in het rumoer en de zweetlucht zoeken we de frisse lucht op. Een half uur verder wacht Heukelom op ons.

(Foto’s Marie-Paule; Foto 1: Oude locomotief van de vroegere lijn 38, nu Ravel-fietspad en vaak opgenomen in de Avenir-parcoursen. Foto 2: Opwarming met Wesley Serrano, midden, en Martin Kossig, rechts. Een uurtje later is het lachen ons vergaan.)