Trèfle à quatre feuilles Olne

zon 14/01/2018 10u * Trèfle à quatre feuilles Olne * 12,7 km * 01:08:17 * 9,7 * 57/209 * 2/8 * ♥♥

Mijn achterbuur Wesley draait zich nog eens om in zijn bed als we om acht uur naar Olne vertrekken. Hij heeft nog wat tijd voor zijn lactaatloop rond Heukelom. Olne, even ten zuiden van de lijn Luik-Verviers, is niet alleen “un des plus beaux villages de Wallonie”, maar ook het centrum van het traillopen in dit deel van Wallonië. Hier worden jaarlijks verscheidene wedstrijden georganiseerd door een traditierijke en dynamische groep onder het motto “Courir pour le plaisir”. Ik ben hier in het verre verleden al enkele keren actief geweest. Met een degelijk resultaat, mag ik achteraf zeggen. De eerste wedstrijd van het jaar is de “Trèfle à quatre feuilles” (“klavertje vier”). Een romantische naam voor een uitdagende loop over vier verschillende ronden. Nu, het hoeven er niet echt vier te zijn. Want de “trèfle” is een atypisch concept in lopersland.

Olne 1

Je bepaalt namelijk pas tijdens de wedstrijd (of tenminste je hebt de mogelijkheid om dat te doen) hoeveel kilometer je loopt. Je hebt de keuze tussen vier afstanden: afgerond een kwart, halve, driekwart of volledige marathon. De inschrijvingsprijs is gelijk voor alle afstanden. Als je op de kleintjes let, kan je dus je voordeel doen bij de langste loop. Je moet er dan wel 42 kilometer zwaar labeur voor over hebben. Bij de doorkomst aan de sporthal na elke ronde neem je de afslag naar links als je verder wil doen, naar rechts als je het welletjes vindt. Na vier ronden moet je wel stoppen. Heb je nog niet genoeg aan een marathon, moet je geduld oefenen tot november voor Olne-Spa-Olne, …69 kilometer. De start- en aankomstsite, de sporthal van Froidbermont, is ook voor mij nieuw want “van na mijn tijd”. Ik was hier het laatst in 2007 voor de marathon, de vier ronden dus. Het kleine chalet, jaren het epicentrum van “Courir pour le plaisir”, is tegen de vlakte gegaan. We hebben nu een volwaardige sporthal ter beschikking. Nieuwe hal, ook een nieuw parcours? Ik kan me haast niet voorstellen dat ik met de eerste ronde die we dadelijk voor de voeten gaan krijgen (je krijgt meteen de details) een eindtijd van 3u49′ kon neerzetten. Ik ben de laatste jaren deze “plaisir”-lopen wat uit het oog verloren maar stel ter plekke vast dat de belangstelling vanuit Vlaanderen en Nederland nog is toegenomen. Hier en daar herken ik lopers uit het challenge-circuit. De jongens en meisjes van “Run’Essence”, de lopersgroep van Hermalle-sous-Huy, bijvoorbeeld. Marcel Baeckelandt deinst zelfs niet terug voor drie ronden. Op hun aanraden trek ik trouwens mijn trailschoenen aan. Yves Keil is een andere moedige van de drie ronden. Ook voor Johan Jorissen zal het een lange dag worden, 5u13′ voor de volledige afstand. Voor de wedstrijd had de Maastrichtenaar nog geen idee van de tijd die hij zou lopen. Gelukkig had hij zijn familie niet meegebracht. Bij het napluizen van de uitslagenlijsten ontdek ik nog enkele vertrouwde namen.
Na een schuchter opwarmingsrondje in het mooie dorp, wacht ik de start af achter de dichte rijen van de snelle en loophongerige mannen en vrouwen vooraan. Het toeval brengt me naast Eric Martin. Ik informeer even naar zijn plannen. 2 of 3 ronden. 3 ronden? Dan kan ik misschien zijn tempo volgen in de eerste 2 ronden en zo heb ik meteen een tactisch houvast. Oh ja, ik vertrek met de bedoeling twee ronden af te leggen. We nemen onmiddellijk een bocht naar rechts en lopen bergaf door de slaperige straten van Olne. Pascal Julin rijdt voorop in een monsterlijke 4×4 van Adeps, het franstalige BLOSO. Na een goede kilometer laten we het dorp achter ons. De vallei (van de Vaux?) ligt in de zon te glinsteren. Ik herken de slingerende weg van mijn fietstochten. Het gaat nu stevig naar beneden. Ik hou het die eerste twee kilometer bij een matig tempo, ruim boven de 5 minuten. Er zijn trouwens leukere dingen dan met harde trailzolen op het asfalt te kletteren.

Olne 2

Na 1,8 kilometer moeten we de vallei weer uit. Het wordt de eerste van een voor mij onbekend aantal hellingen. En het is meteen de steilste, stel ik achteraf vast. Tot ruim boven de 10%. In de afdaling ben ik moeiteloos in het spoor van Eric gebleven maar in het tweede deel van de klim neemt hij onherroepelijk afstand. Op de smalle asfaltweg richt ik herhaaldelijk de blik naar boven, speurend naar de horizon. Die duikt pas op na 1,1 km klauteren. Mijn benen hebben deze eerste aanslag op de spieren overleefd. Maar hoe zullen ze reageren op de volgende beproevingen? Boven wacht Pascal Julin ons op, in het gezelschap van fotograaf Gédéon Baltazard. We lopen een honderdvijftig meter op een plateau voor we rechtsaf weer mogen dalen. Eric heeft zowat de helft van die afstand voorsprong genomen. Mijn plannetje wordt al meteen weggevaagd door de harde realiteit. Eric die gewoontegetrouw in korte mouwen loopt zal zijn tempo ook in de volgende ronde kunnen blijven aanhouden. De drie ronden maakt hij echter niet vol. We blijven op het asfalt. De lezer van dit blog of de bezoeker van deze regio weet wat deze benaming betekent: flarden verhard tussen putten en gaten. Nu, het gaat bergaf en ik haal even een sub-5′ tempo. Voor het dorp Saint-Hadelin worden we linksaf gestuurd, (u heeft het geraden) bergop. Die tweede helling is gelukkig wat milder dan de eerste maar nog altijd fors genoeg om me weer boven de 6′-kilometertijd te duwen. De regionale omroep, TeleVesdre, is hier aan het filmen. De camera draait terwijl ik voorbij loop. Ik word achteraf weggeknipt, u zal mijn vloeiende loopstijl dus niet live kunnen bewonderen. Maar kijk, wie staat daar op de film? Mijn trouwste fan die de frisse wind op het plateau van Froidbermont trotseert om mij na de finish op te vangen! Hier klikken voor de reportage. Wie haar als eerste ontdekt, heeft recht op een grote Leffe, te consumeren in Heukelom Dorp. Antwoorden via het contactformulier.

Olne 3


Door dorpskernen passeren is uit den boze in dit soort wedstrijden, het zou daar maar eens wat soepeler moeten lopen. Dus worden we voor Forêt linksaf geleid, een gigantische weide in. De asfaltwegen hebben we voorlopig achter de rug. Een platgelopen spoor in het gras loopt rechtdoor de vallei in. Ik geef van jetje ( een klein jetje wel te verstaan), mijn trailschoenen bieden me voldoende houvast. Ik had me de moeite kunnen besparen want na 700 meter zitten we strop aan een draaipoortje. We wringen ons door de versmalling en kijken tegen een nieuwe, lange helling aan. Het is harken, de eerste 7 km hebben mijn benen al danig afgemat. Tussen onbekende lopers is het moeilijk om een idee te hebben van mijn positie. Win ik plaatsen of zit ik in een negatieve trend? Net voor de zevende kilometer schuif ik alvast een plaatsje op. Ten nadele van… de onverwoestbare Mauro Calogero. De 77 voorbij en nog altijd goed voor plaats 69 op 209. Boven in Hansez kijk ik even naar links en zie een indrukwekkende lange sliert lopen door het groene landschap kruipen. De laatsten (?) beginnen nu pas aan de afdaling van km 5 in Forêt. Op het vlakke en het asfalt probeer ik toch weer wat tempo te halen. Maar ook op de volgende lange afdaling over gras en aarden, soms modderige, paden blijft het moeilijk vaart te maken. Het is voor mij in elk geval al een geruststelling dat het parcours redelijk beloopbaar blijft en niet te “technisch” (lees gevaarlijk) is. Nu maar hopen dat ons geen onaangename verrassingen wachten in de laatste kilometers van deze eerste ronde. Aan een bomenrij in het midden van een uitgestrekte weidenpartij is het weer prijs. Een draaipoortje met een nog grotere opstopping dan daarnet. Ik zie lopers links en rechts proberen een gaatje te vinden tussen en onder de prikkeldraad die tussen de bomen loopt. Maar dat lijkt niet echt te lukken. Dus sluit ik maar braafjes aan bij de rij wachtenden voor me. En daar zie ik hem plots, de man naar wie ik voor de start al heb uitgekeken. Paul Celis, zeg maar Polle of Polleke. Van Nijlen in het Antwerpse maar niet weg te slaan uit de trails in het Land van Herve. Hij was hier nog enkele weken geleden voor een halve marathon in de sneeuw. Ik weet dat hij voor niet minder dan de marathon komt. Vorig jaar deed hij dat in 4u20′. Een tempo in zijn spoor zou me al aardig op weg zetten naar een mooie chrono. We ploeteren samen door een zompige weide. Even verder worden we op een verzopen weg getrakteerd. Echt hinderen doet het me niet. Rond km 9 komen we weer even tussen de huizen. Ik probeer me te oriënteren. De straatnaamborden geven Olne aan. Op mijn Garmin-track zie ik later dat we in Nessonvaux zijn, in de vallei van de Vaux, een bijriviertje van de Vesder. We kunnen even ontspannen in de kronkelende achterafstraatjes van het dorp voor we de laatste heuvel (hoop ik) van de eerste ronde moeten overwinnen. We moeten immers terug naar de sporthal op de hoogte van Froidbermont. Daarvoor hebben de parcourstekenaars de bedding van een beekje uitgezocht. Gladde keien en stenen, takken, geultjes, dat is het looppad. De organisatoren hebben de grootste moeilijkheden in deze eerste ronde gelegd. Kwestie van iedereen waar voor zijn trailgeld te geven. Dit is het vervelendste stuk hoor ik van Polle achter mij. Ik wil hem voorbij laten maar Polle neemt zijn tijd.

Olne 4

Er wachten hem nog… 31 kilometer. Ik glij weg op een gladde steen. “Pas op dat je op jouw leeftijd hier niet…” hoor ik achter me “…sneuvelt” vul ik aan. Een luide lach weerklinkt. Mijn gezel heeft nog adem genoeg, zo te horen. De stenen hebben we eindelijk achter de rug. Maar het blijft klimmen: 2,7 kilometer in het totaal met een stijgingsgraad rond de de 5%. Bij een splitsing stuurt Polle me rechtdoor, enkele meters gewonnen. Boven kom ik netjes uit voor de juffrouw in het roze die me daarnet is voorbijgegaan. Aan km 11 lopen we Olne binnen. De hellingsgraad zwakt af op het asfalt. Polle heeft nu een kleine voorsprong genomen. Ik gluur even naar mijn Garmin en zie ik dat ik voor deze eerste ronde meer dan 1u15′ nodig zal hebben. Dat betekent een eindtijd voor de twee ronden rond de 2u30′ … als ik geen inzinking krijg. Daarvoor is mijn voorbereiding onvoldoende, besef ik. Bovendien wordt de wachttijd voor Marie-Paule nog een stuk langer. Na een halve kilometer twijfelen ben ik eruit. Ik neem dadelijk de rechterloopstrook. (Wie mijn inleiding aandachtig heeft gelezen, weet wat ik bedoel.) Ik trek nog een spurtje tot bij Polle en wens hem succes voor het vervolg van de loop. Hij zal de klus klaren in 4u30′, goed voor plaats 2 bij de veteranen 3. Ikzelf eindig op plaats 57, dat is niet zo ver van de top 50 die ik voor ogen had in de twee ronden. Te optimistisch, blijkt nu: een matige dag en een veel zwaarder parcours dan gedacht. Ik word hier overigens nog bij de veteranen 3 gerangschikt. Bij de veteranen 4 zou ik trouwens ook op plaats 2 zijn geëindigd. Na de douche neem ik nog even de tijd voor een pintje en een chipje. Dan trekken we huiswaarts. Bij het verlaten van het cafetaria weersta ik met moeite de geuren van een dampende hotdog. Thuis wacht een stevige steak.

(Foto’s 1 en 4 van Marie-Paule. Foto’s 2 en 3: Internet. Foto 1: De sliert van de 766 deelnemers trekt zich op gang. Foto 2: de eerste weide aan km 5. Foto 3: De beekbedding aan km 10. Foto 4: Nog enkele meters tot de streep. Rechts in het blauw Polleke Celis.)