Buvingen (Challenge hesbignon)

zat 12/05/2018 19.30u * Buvingen (Challenge hesbignon) * 10,7 km * 00:54:28 * 11,8 * 88/157 * 1/4 * ♥♥♥♥

De Luikse Challenge hesbignon is voor de tiende keer te gast in Limburg. En is al aan haar derde start-en aankomstplaats toe. Jos Biets, altijd op zoek naar de meest geschikte locatie voor zijn organisatie, is dit jaar uitgeweken naar het A-terrein van de plaatselijke voetbalclub Gravelo. En zo zijn we dus op deze aangename mei-avond in Buvingen. Dat is een van de vele dorpen van de fusiegemeente Gingelom in de driehoek Sint-Truiden-Landen-Waremme. We mogen dan wel in Limburg zijn, het landschap en het daarbij horende parcours dragen een onmiskenbaar Hesbignonstempel… en de GPS-reisweg naar de wedstrijd loopt over Waalse wegen. Zo komen we dus, dank zij een Luikse challenge, ook eens in de zuidwestelijke punt van onze provincie. Niettemin blijft de taalgrens een moeilijk te nemen barrière voor onze Franstalige landgenoten en loopvrienden. Er zijn minder deelnemers dan in de gemiddelde Hesbignonlopen. Mogelijk speelt naast de concurrentie van andere lopen ook het lange weekend mee. Ik heb de indruk – die ik niet kan staven met cijfers – dat voornamelijk Vlaamse inschrijvingen voor het toch nog respectabele deelnemersveld van ruim over de 200 (in de twee wedstrijden samen) hebben gezorgd. Enkele Tongerse lopers hebben de weg gevonden naar de Hesbignon. Alken en Landen zijn traditiegetrouw massaal aanwezig. De kwantiteit mag dan enigszins tegenvallen, de kwaliteit is er wel. Jo Vrancken, die ik na vele maanden nog eens in levende lijve ontmoet, gaat een plejade aan sterke mannen vooraf en pakt hier zijn zoveelste overwinning van het seizoen.

Buvingen 1


Het uiteraard nieuwe parcours is het geesteskind van Roland Vandenborne en Mario Smolders. Mario laat de kans niet onbenut om zijn dorp Kerkom – op 3 km van de startplaats – in de picture te plaatsen. Opvallend is dat er een drietal kilometer onverhard in de ronde is opgenomen. Hier heeft de ruilverkaveling toch nog enkele stukjes natuur ongemoeid gelaten. Die reepjes natuur moet je dan wel aan elkaar kunnen knopen. Daar hebben Roland en Mario wel voor gezorgd… alsook voor de paternoster aan hellingen die we voor de voeten krijgen. Peter Dufaux verorbert nog een halve banaan even voor de start. Ik heb drie uur geleden een klein kippenboutje opgepeuzeld. Empirisch onderzoek op basis van de uitslag van één wedstrijd, die van vanavond, toont aan dat de methode-Dufaux meer kans op succes biedt dan de methode-Cortleven.
Ik heb de GPX-track van Mario grondig bekeken en de laatste kilometers verkend. Hopelijk helpt die voorkennis me dadelijk als het er echt om gaat. We vertrekken midden in een fruitbedrijf. (Misschien een ideetje voor Wim Meyers?) De waarschuwing van de politie middels de megafoon van Jos dat we geen voorrang hebben op fietsers en tractoren wordt op hoongelach onthaald. “Maar wij lopen sneller dan tractoren ” roept Marc Tutelaire terug. Dat doet hij zelf alleszins niet. De fiets heeft de laatste maanden zijn voorkeur. Ook op de fiets, maar als toeschouwer, is Thierry Vanherck. Hij laat vandaag een mogelijke podiumplaats bij de veteranen 2 schieten voor een triatlon morgen in Geel. Goed, we zijn vertrokken. Dat verloopt niet zonder slag of stoot voor een dame die een richtingbordje met het hoofd aantikt. Dat zorgt gelukkig alleen maar voor hilariteit. Even verder wijst Carlos de Almeida ons op een gevaarlijk betonnen boordje langs het kiezelpad. Zo kunnen we dus zonder kleer- en andere scheuren aan de tocht van een kleine 11 km beginnen. Na 500 meter, al buiten de bewoonde wereld, wacht een eerste helling op ruilverkavelingswegen. Mauro Calogero ben ik dan al voorbijgegaan. Onze collega-veteraan 4 Michel Mancini ziet af van een tweede loop in twee dagen en zal zich dus niet mengen in het onderonsje van de ouderen. Ik loop in de buurt van Michel Ruymen en Bea Strouwen. Die twee horen bij elkaar zoals wortelen en erwten (of yin en yang, als u het meer filosofisch verkiest). Bij het inlopen heb ik hun gevraagd of ze me vanavond weer gaan kloppen, zoals in Couthuin. “Ik zal er eens over nadenken” grapt Michel. Als ik hen voorbij ga, klinkt het ernstiger: “Het is nog lang.” Dat klopt maar ik heb niet de indruk dat ik boven mijn tempo loop. Het gevoel in de benen is alleszins beter dan wat ik vreesde bij het inlopen. Een tiental meter voor me zie ik Kris Govaerts. Als hij al voor me uitloopt in de eerste kilometer, is dat meestal een aanwijzing dat hij me zal voor blijven. Nu, je weet maar nooit. De route doet me denken aan de eerste kilometers in Mielen van de vorige jaren. Als we de Mielenstraat oversteken kunnen we van de eerste kliminspanning herstellen op een afdaling. Thierry Vanherck geeft nog een aanmoediging mee voor we een graspad worden ingestuurd. De krachtige veteraan 2 Thierry Delvaux gaat me voorbij. Enkele kilometers verder draai ik de rollen om, hij zal nog een dikke 2 minuten inleveren. Het graspad wordt smaller en eindigt in een trechter tussen bomen. Het loopt wel lekker, ik moet alleen uitkijken voor een fietser die een trio jonge mannen net voor me begeleidt. De begeleider is gelukkig gewend in een loperspeloton te fietsen en doet zijn best om mij niet te hinderen. Ik word wel belaagd door klein vliegend gedierte. Een vlieg speelt het wel heel brutaal door in mijn keel te duiken. Het kreng eindigt enkele meter verder in de berm. Na drie kilometer en een linkerbocht komen we weer uit op het verhard, namelijk het beton van de landbouwwegen. Zo gaat het anderhalve kilometer licht glooiend verder. De wereld is hier stil. Zo stil dat je telkens even schrikt als er weer een schot weerklinkt van een alarmkanon. Langs een boomgaard is er ook even gebrom van een tractor. De noeste werkers van deze zaterdagavond houden zich verscholen tussen de fruitboompjes. Opgelet: concentratie gevraagd in een linke afdaling. De veldweg is alleen mooi van naam: “In den Paerdendell”. Voor het overige ligt het hier vol stenen en uitgespoelde geulen.

Buvingen 2


We maken nu een lus door Kerkom. En hebben bij het binnen-en buitenlopen van het dorp de gelegenheid om een aantal snelle jongens in actie te zien. Toevallig kruis ik twee bekenden, Michel Wolfs en Guido Boghe, de nummers 2 en 3 bij de veteranen 2. Zij hebben hier een voorsprong van ruim 2 kilometer op mij. Het geeft niet echt moed die twee met een razende vaart te zien voorbijstuiven als je zelf aan een stekelige helling moet beginnen. Gelukkig duren de klimmetjes hier niet lang en op een licht dalend fietspad heb ik snel mijn ritme terug. Ik ga voorbij Ludivine Horion. Voor het overige loop ik nu al kilometers in hetzelfde gezelschap. Of nauwkeuriger uitgedrukt, een vijf tot tien meter achter de drie jonge mannen met de begeleider op de fiets (die van kilometer 2). Er wordt heel wat gebabbeld in het groepje. Bij hen in de buurt zaten nog twee lopers. De eerste hebben we achtergelaten, de tweede ben ik daarnet in een afdaling voorbijgegaan. Maar in een klim heeft de tweede, een kaalhoofdige veteraan 2, weer de orde hersteld. Hij draagt een groen Lampiris-shirt, misschien wel van de 15 km van Luik van vorige week. Ik heb ruim de tijd om de boodschap te lezen die hij op zijn rug meedraagt. Vrij vertaald: “De pijn van de inspanning stelt niets voor in vergelijking met de vreugde bij het overschrijden van de aankomststreep.” Denk er maar eens over na, beste lezer. Ik zet intussen mijn weg verder in Kerkom, met veel draaien en keren, heuveltje op, bergje af. Heel wat mensen zijn uit hun huis gekomen om die rare kwieten in korte broek te bekijken. Eentje moedigt me zelfs aan. Er was ongetwijfeld meer animo enkele minuten geleden, toen hun favoriet, Mario Smolders en andere Speelhofrunners hier voorbij zijn gekomen. Kris Govaerts moet ook in hun buurt hebben gezeten. Naar gewoonte heeft hij zijn kleine voorsprong in het begin van de wedstrijd stelselmatig uitgebouwd. Ik sla de tweede bevoorrading over en ga weer voorbij de man in het groen, Marc Mottin. We verlaten Smolders-country langs een smal en donker pad in wat ooit een “Eykenbos” moet geweest zijn. Het is weer klimmen geblazen. Is dit de helling die Mario pas ontdekt heeft bij het uittekenen van het parcours, zoals hij me voor de wedstrijd vertelde? Ik laat een loper door die met snelle passen nadert. Het is opnieuw de groene man. Plots staan we voor een steile aarden muur van een vijftigtal meter. Ik wil me hier niet opblazen en ga stapvoets naar boven. Ik verlies enkele meter ten opzichte van mijn voorgangers maar hoor uit de achtergrond niemand korter komen. Overigens is het al een tijdje geleden dat me nog iemand is voorbijgegaan. Daar zal het relatief geringe aantal deelnemers wel voor veel tussen zitten. Michel en Bea volgen intussen al veel verderop. Opnieuw een scherpe bocht en een afdaling waarop ik het tempo weer kan optrekken. Niet dat ik hier een wereldschokkende snelheid haal. Maar genoeg om een man in het zwart bij te benen en in één moeite voorbij het trio senioren te gaan. Let op: senioren zijn de jongsten in het peloton. Een van de drie neemt zijn twee kompanen op sleeptouw. Hij moet almaar nadrukkelijker op hen inpraten naarmate de kilometers vorderen en de vermoeidheid toeneemt.
Voorbij kilometer acht. Ik kijk uit naar de derde onverharde strook die er nu moet aankomen. Ik heb daarstraks het mooie graspad verkend maar heb wat moeite om me te oriënteren nu ik uit de andere richting kom. Het lijkt alsof de lopers hier uit alle richtingen komen. Met dank aan het betere plakwerk van Roland en Mario. Hoe dan ook, ik moet alleen het jeugdige trio achter me zien te houden. De groene man zal even verder een veelkleurige loper bij de lurven vatten. Misschien lukt mij dat ook nog. Het mooie pad loopt door een valleitje. Rechts zie ik een waterloopje dat we in onze contreien een “zouw” noemen. Gelukkig heb ik me goed gedocumenteerd voor dit verslag en kan ik de echte naam vermelden. Dit is de Cicindria-beek. Dat klinkt al heel wat poëtischer. De achtervolgers blijven voorlopig op afstand. We moeten nog door Muizen, het dorpje voor Buvingen. Muizen heeft een berg gebaard. Die we over moeten. Merkwaardig genoeg verloopt de klim in de Kaneelstraat vlotter dan bij de opwarming. En ook op de laatste dalende asfaltstrook naar het terrein van Gravelo A komen de drie achter me, ondanks de onophoudelijke en irritante peptalk van hun coach, geen meter korter. De veelkleurige loper voor me met de even kleurrijke naam Philippe De Quinnemaere kan zich met een versnelling op de ultieme grasstrook wel tijdig uit de voeten maken. Marie-Paule wacht in de voorlaatste bocht op mijn triomfantelijke (?!) intrede. Naast haar kijkt onze gemeentegenote Jeannine uit naar haar echtgenoot Peter Beirinckx die van Roland Vandenborne een wildcard heeft gekregen voor deze Hesbignonloop. Over de streep: ik haal net niet de twaalf kilometer gemiddeld, het enige schaduwvlekje op mijn versie van de Jogging van Buvingen.
De prijsuitreiking verloopt vlot onder de regie van Kris Govaerts. Plaats genoeg in de kantine van Gravelo, Jos Biets heeft zich in de vooravond dan toch nodeloos zorgen gemaakt. En er is een overvloedige prijzentafel, zowel voor de laureaten als de tombolawinnaars. Ik kan alleen besluiten met een dikke proficiat voor het aantrekkelijke parcours en de vlekkeloze organisatie. De voorbereiding van een heel jaar – zo lang zijn Jos en zijn medewerkers in de weer voor hun jogging – heeft een schitterende sportavond opgeleverd… die voor de harde kern wel tot in de vroege uurtjes zal doorgaan.

(Foto 1 van Marie-Paule: Bij het buitenlopen van Buvingen, kort na de start. Achter me David Baerts. In het midden Maja Van Zand. Foto 2 van Google: Bij het verlaten van Muizen de laatste asfaltstrook naar het stadion van Gravelo.)