Wégimont (Challenge Cours la Province!)

vri 08/06/2018 19.30u * Wégimont (Challenge Cours la Province!) * 8 km * 00:43:00 * 11 * 211/568 * 1/8 * ♥♥♥♥

Willy Hertogen kent hier de weg, in het Provinciaal Domein van Wégimont, gemeente Soumagne, waar we dadelijk zullen starten in de Wégi-night. Hij is hier al vaker geweest voor wedstrijden en de uitreiking van de seizoensprijzen van de Challenge van de provincie Luik. We zijn vanavond met z’n vieren naar het land van Herve getrokken: twee Willy’s, twee Paula’s en twee C/Kortlevens. We zijn er samen met bijna 1000 deelnemers en talrijke supporters. Het zal wel geen toeval zijn dat precies op deze locatie drie Luikse challenges de handen in elkaar hebben geslagen: de twee die “provincie” in hun naam dragen, de Challenge de la Province de Liège, de Challenge Cours la Province! en als derde de challenge van de regio Verviers, de Challenge L’Avenir.

Wégimont 1


Het parcours ziet er op papier aantrekkelijk uit: een combinatie van park, bos en weg met een golvend reliëf. Tijdens mijn verkenning wil ik mij vooral een beeld vormen van de laatste kilometer. Ik probeer enkele routes en richtingen uit tussen de linten voor de aankomstboog ( de groene met de O’Top-bestelwegen van Pierre Olivier zal wel de juiste zijn), klamp een zestal bekenden en onbekenden aan … en ben na een halfuur nog niets wijzer. De speaker roept de deelnemers naar de witte boog. Ik kan even zijn onophoudelijk gebabbel onderbreken in de hoop nu eindelijk uit mijn twijfels verlost te worden. “U zal het wel zien, u kan maar in één richting lopen, mijnheer.” “Ne vous tracassez pas” (Maak u niet ongerust). Maar dat doe ik nu net wel. Wat de man niet weet, is dat ik vanavond weer het duel zal moeten aangaan met Roger Dosseray. Ik heb Roger daarstraks even gezien maar nog niet gesproken. Het zou niet de eerste keer dat de beslissing pas in de laatste meters valt. Ik wil dus liever niet verrast worden door het parcours. Enfin, de finale is nog altijd een blinde vlek voor me. En achteraf bekeken, is dat misschien maar goed ook.
Ik sta ergens midden in het pak aan de start. Met een minuut applaus wordt er hulde gebracht aan een verdienstelijk persoon van een van de challenges. Ik kan zo goed als niets opmaken uit de niet aflatende woordenstroom die door de luidsprekers galmt. Alleen dat de “encore trente secondes avant le départ” minuten later nog steeds niet verstreken zijn. Met zo’n 750 man is het op de asfaltpaden in het park vooral uitkijken waar je je voeten zet en tijdig reageren op de onverwachte bewegingen van voornamelijk jonge deelnemers. Ik kan dan toch al wat plaatsen winnen en blijf recht ondanks het gezigzag van enkele zondagslopers. Na 500 meter verlaten we het verharde gedeelte in het park. We hebben dan al vier scherpe bochten genomen, de eerste van een lange reeks. Op een veldweg net buiten het domein wordt het nog smaller en nog hobbelig ook. We draaien weer het kasteelpark in dat snel de allures van een bos krijgt. Het blijft zoeken naar ruimte in de stroom lopers op het op en neer golvende pad. We scheren langs een paaltje midden op de weg en rakelings langs een bank. Dit stuk heb ik wel verkend, maar ik blijf op mijn qui vive en ben dus nog niet aan mijn kruistempo toe. Een korte maar steile afdaling brengt ons naar een pad, later een asfaltweggetje dat eindelijk even rechtdoor gaat. Ik kan nu weer wat plaatsen goed maken. We lopen achter de kleedkamers door – het schitterende openlucht zwembad erachter zal ik pas na de wedstrijd opmerken. Daar is Willy Hertogen. Hij heeft dan toch weer een plaatsje voorin het peloton weten te versieren aan de start. De grote Vlijtingenaar loopt met starre rug voor mij uit. Het is alsof onze twee dames het vooraf wisten maar ze wachten ons op net waar ik in het spoor van mijn voornaamgenoot kom. Marie-Paule heeft het ogenblik feilloos in beeld gebracht (foto 2). We maken nu een scherpe bocht naar rechts op een hellende grasstrook om een vijvertje te ronden. Dan trekken we weer het bos in. Ik zoek naar mijn evenwicht op een pad van nauwelijks 50 centimeter en moet even uitwijken naar rechts waar ik in een vettige smurrie terecht kom. Weer enkele plaatsen verloren. Het blijft harken op de bultjes in het bos en draaien van de ene bocht naar de andere. Plots op het beton tussen de caravans. Dit moet de camping zijn. Een campingbewoner die zijn vrije tijd meestal liggend doorbrengt, vermoed ik, daagt ons nog wat uit. “Plus vite, plus vite”. We zigzaggen tussen de caravans door. En blijven lussen tekenen op het gras dat weer parkachtig aandoet.

Wégimont 2


Mijn oriëntatie ben ik intussen al lang kwijt. Door het onophoudelijke tollen heb ik de indruk dat we al kilometers achter de rug hebben. Maar we zijn nog niet eens halfweg merk ik, als we de splitsing tussen de 4 en de 8 km-loop passeren. We komen weer langs de parking, ik herken de veldweg van de eerste ronde. Dit keer lopen we rechtdoor. Niet dat het me echt veel helpt. Het is laveren van links naar rechts om een geschikte loopstrook te vinden en uitzicht te hebben achter de rug van je voorgangers. Het tempo komt niet hoger dan 5’30”. Terwijl ik wel de energie heb om een tandje hoger te schakelen. Dat verbetert er niet op als we de bosrand verlaten na 4,5 km en op open terrein terecht komen. Ik heb daarstraks in het voorbijgaan bij Willy Hertogen geïnformeerd of Roger Dosseray voor hem liep. Nu zie ik hem daar op een vijftigtal meter voor me. Maar ik zit hier gevangen achter een sliert lopers op een smal aarden lint tussen het hoge gras rondom ons. Ik moet noodgedwongen geduld oefenen tot we op een bredere asfaltweg uitkomen die naar de bewoning leidt. De weg loopt hier vrij steil omhoog. Ik moet van de klim gebruik maken om bij Roger te geraken. Eigenlijk loopt de route vanaf het vijvertje, bijna 3 kilometer geleden, al omhoog. Op een kort plateautje tussen de huizen kom ik in het spoor van mijn taaiste concurrent in alle challenges. “Ik had je al verwacht”, met deze woorden word ik verwelkomd. En Roger voegt er meteen aan toe: “Ik heb last van mijn knie”. Alberto Canales had me vorige week al op de hoogte gebracht. Maar met Roger weet je nooit, ik blijf op mijn hoede. Ik houd mijn hoger tempo aan maar de afdaling is pas begonnen of Roger snelt me weer voorbij. “Toch niet zo erg, die blessure” schiet het door mijn hoofd. Op een korte vlakke strook tussen twee bochten kan ik Roger definitief afschudden. Dat het definitief is kan ik pas later vaststellen. Ik vertel het nu al om de lezer een houvast te geven in dit kronkelige verhaal. Dit is mijn sterkste fase vandaag: rond km 6,2 voor wie het precies wil weten. In de laatste meters van de afdaling, vlak voor we een scherpe bocht nemen weer het kasteeldomein in, ga ik voorbij Claudio Nardozi. De veteraan 3 die ik hier voor de eerste keer ontmoet, heeft zich in de voorbije hectometers flink geweerd om uit mijn greep te blijven. En in één moeite passeer ik ook Sandra Delrez, vaker in mijn buurt in deze regio. Even verder zijn we alweer aan de vijver. Ik ga op mijn elan verder en loop nog een jongere loper voorbij. In het bos nemen we nu een andere weg blijkbaar. Ik hoor een parcourswachter ons waarschuwen: “Attention, escalier”. Die komt er pas aan na nog enkele bobbels. We staan zo goed als stil, gelukkig zijn er geen waaghalzen die hier nog voorbij willen. Verder door het park (of het bos) naar de finish die nu niet meer veraf kan zijn. Wat is dat ineens? Een muur! Het lijkt wel alsof we uit een ravijn moeten kruipen. Niet nadenken nu, vooruit, hoor ik mezelf. Rechts zie ik boomwortels. Die kunnen me houvast geven. Ik glij toch even uit en kruip dan maar enkele meters op handen en voeten verder. In de laatste meters kan ik me dan toch weer min of meer oprichten. Claudio pikt me mijn plaatsje wel weer af. “Kom op Willy, nog dertig meter” hoor ik. Dank je wel, Alberto Canales, hier heb ik nog iets aan. Denk aan de omroeper ” maak je maar geen zorgen” in het begin van het verslag.
Ik vergeet deze keer niet mijn nieuwe Garmin in te drukken en zoek mijn weg tussen de zwetende lijven achter de streep. Ik doe me te goed aan (sport?)drankjes met verschillende kleuren en smaken. Ik wissel de eerste ervaringen uit met enkele bekenden. En vertel aan iedereen die het horen wil dat dit soort omlopen helemaal niet naar mijn smaak zijn. Bij de meeste gesprekspartners is een andere toon te horen. Michel Jeukens (veteraan 1 en CJPL-getrouwe) vertelt met een monkellachje dat hij er net wel van genoten heeft. Nicolas Bynens is ook opgetogen… en jaloers op zijn kleinzoontje die bij zijn eerste wedstrijdje (400 meter) al meteen een beker mee naar huis krijgt. “Terwijl ik elke week vecht om op het podium te geraken en er maar niet in slaag” lacht de veteraan 3. De ultieme klim die de parcoursbouwers op onze weg hebben gelegd roept daarentegen alleen negatieve reacties op.

Wégimont 3


Het lezen van de uitslag – zoals gewoonlijk in kleine lettertjes op een donker plekje – levert een aangename verrassing op voor de twee Willy’s: we staan met zijn beiden op het podium bij de veteranen 4. Mijn naamgenoot is enkele maanden ouder dan ik en loopt hier vanavond zijn beste wedstrijd van het seizoen. Jammer dat Servais Halders er vanavond niet bij is! Een nieuwe (of oude) blessure houdt hem in Voeren. Ik maan Marie-Paule alvast aan haar fototoestel in aanslag te houden. Wanneer dan na veel vijven en zessen de prijsuitreiking begint, steekt dan toch een gevoel van ontgoocheling op. De organisatoren kiezen hier, zoals in Montzen, voor het afroepen per plaats. Alle eersten samen, dan de tweeden, enzovoort. En zo moeten we onze prijs apart afhalen en levert de ceremonie vooral veel gedrum en wanorde op. Naast een fles drank geven de organisatoren nog een boodschap mee: “eat small”, eet… krekels. Ik krijg een doosje met insecten mee. “En hoe smaakt dat?”, hoor ik. Ik hou u op de hoogte. Vanavond heb ik nog de honger gestild met een gebraden worst. En plaats op die manier toch weer een zware ecologische voetafdruk…

(Foto’s Marie-Paule. Foto 1: In het Provinciaal Domein van Wégimont. Foto 2: Nog enkele meters en ik heb Willy Hertogen bij de lurven. Foto 3: U herkent de laureaten bij de veteranen 4.)