Ampsin (Challenge hesbignon)

zat 07/07/2018 19.15u * Ampsin (Challenge hesbignon) * 10,5 km * 00:54:58 * 11,5 * 90/195 * 1/4 * ♥♥♥

De naam “Ampsin” roept herinneringen op aan mijn jeugd toen in Ampsin-Neuville schotbalken werden opgehaald voor de scheepvaart op de Maas. Het grote publiek mocht elke middag meegenieten van de mededeling op de radio die bedoeld was voor de binnenschippers. Vandaar… Vanavond vang ik nauwelijks een glimp op van de Maas, laat staan de schotbalken (als dat systeem nog bestaat…), maar ben ik hier voor een nieuwe wedstrijd (tweede editie) van de Hesbignon.

Ampsin 2

Ampsin ligt aan de linkeroever van de Maas en dat is meteen de reden waarom de loop bij de Hesbignon hoort. Tihange hier schuin tegenover aan de andere oever van de Maas maakt deel uit van de Condruzien, zo heeft de geologie het gewild. Voor het reliëf en het parcours maakt het in dit geval niet veel uit, voor eventuele radio-actieve bestraling evenmin, neem ik aan. De weg naar het dorpje leidt door wat ons als een industrieel erfgoed-landschap overkomt. Straks zal duidelijk worden dat we ons niet vergissen. Op het dorpsplein staat de kerk nog in het midden. De feesttent en de aankomstboog op het kerkplein maken duidelijk dat we onze bestemming hebben bereikt.
Met de verkenning van de eerste en laatste kilometers in het gezelschap van Armand Pirotte en de gedetailleerde parcoursbeschrijving van Albert Vandensavel en Eddy Hoylaerts – (toevallig of niet?) allen veteranen 3 – in het achterhoofd, voel ik me voldoende gewapend om mijn eerste deelname in Ampsin. Toch één groot vraagteken dat voor elke wedstrijd opduikt, hoe is het met mijn benen gesteld? Het antwoord zal ik snel krijgen. We maken eerst een lusje door het dorp, passeren al een keer voorbij de streep waar de meeste supporters – onder wie Marie-Paule – ons opwachten en gaan dan zachtjes klimmend naar de eerste landmark van de dag, een helling van 100 meter met veertig trappen, mooi uitgehouwen in steen. Boven wacht de tweede meegereisde fan op me, mijn zus Liesbeth. We kunnen nu even van de eerste inspanningen bekomen op een dalende kilometer in een fraaie beboste omgeving. Het parcours slingert zich hier namelijk door een natuurgebied boven en langs de verlaten steengroeve Dumont-Wautier. Maar we zijn nu weer in de vallei – links ligt het Musée du Feu (over de verwerking van de gedolven kalksteen en dolomiet) – en we mogen ons middels een zachte helling voorbereiden op een stevige kuitenbijter op het asfalt. De aanmoedigingen langs de weg ten spijt moet Frédéric Florkin achterblijven. De volgende kilometer gaat met korte snokken op en af tussen de huizen waar de bewoners zich binnen schuil houden tegen de zon. Tenzij ze het wereldkampioenschap verkiezen boven de live-ervaring van de Hesbignon.

Ampsin 1

Nu, voor mij moeten ze niet buitenkomen, want ik draag een onaangenaam gevoel mee in de benen. In de vlakke aanvangskilometer heb ik nog even de illusie gehad Armand Pirotte te kunnen volgen maar die is intussen al nergens meer te bespeuren. Armand zal wel dubbel gemotiveerd zijn na een artikel in La Meuse naar aanleiding van zijn duizendste loopwedstrijd. Dit respectabele aantal heeft hij opgebouwd in meer dan 40 jaar baanwedstrijden, marathons en joggings met tijden waarvan u (misschien) en ik (alleszins) alleen maar kunnen dromen. Ik ben nog steeds op zoek naar een aanvaardbaar ritme als we na 3,5 km het bos worden ingestuurd voor de voornaamste uitdaging van de dag: anderhalve kilometer steil klimmen op een smal, gegroefd en met stenen en wortels bezaaid bospad. Ik verlies meteen enkele plaatsen aan achtervolgers en probeer vooral mijn benen niet volledig op te blazen. Na de eerste beroerde hectometers verlies ik dan toch al geen plaatsen meer en blijf ik in het spoor van de lopers in mijn buurt. Een in het zwart geklede jongedame, Mélissa Kinnard, is me ook voorbijgegaan. Even wordt de stijging me te machtig en houd ik het bij stappen. Als ik me weer op gang trek, probeer ik ook Mélissa weer tot lopen te overhalen. Of dat ook meteen gelukt is, blijft onduidelijk. Ik zal haar alleen nog na de finish terugzien. In de laatste 700 meter vals plat kan ik redelijk herstellen en durf ik in de achtervolging te gaan op een duo rijpe veteranen 1 of veteranen 2 – ik gok even voor de leeftijd. Ik heb voor het eerst het gevoel dat er weer wat snelheid te halen valt.

Ampsin 3


W zijn nu half wedstrijd aan de rand van het bos boven op een plateau. Op een korte strook vlakke weg waar zich ook enkele huizen bevinden ga ik het duo – bestaande uit een “gele” en een “paarse”- voorbij. Die hebben nog de lucht om te babbelen, misschien dat ik hen wel prikkel als ze zien dat die ouwe knar hen voorbijgaat. We zijn nu begonnen aan de afdaling naar de Maasvallei. Het moeilijkste is achter de rug maar ik heb wel geen idee of hier nog ergens een plotse klim verborgen ligt. Ik duw de twijfel van mij af en schakel op een hogere versnelling over. Het duo heb ik (voorlopig?) achter me gelaten. We verlaten de schaarse bewoning en duiken een graspad in tussen de weiden. Ik haal een in het zwart gehulde loper in met wat zwabberige beenbewegingen. Het graspad, nu mooi in de schaduw van het bos, is goed beloopbaar maar ik kan het niet nalaten enige voorzichtigheid in te bouwen, vooral in de soms scherpe bochten. Gelukkig heb ik wat bewegingsruimte voor en achter me. Die had veteraan 3 Bruno Broos zo’n 4 minuten voor me niet. Na de finish toont hij me zijn shirt dat de sporen van een valpartij draagt. Het gaat lekker vooruit gedurende een dikke kilometer. Maar ik zie ik het van ver aankomen in de zevende kilometer. De asfaltweg buigt naar rechts af en loopt flink omhoog. De paarse die mij daarnet toch weer is voorbijgegaan botst plots op zijn grens en moet stilstaand op adem komen. Daarnet hadden hij en zijn maat – daginschrijvers aan de nummers te zien – nog de tijd om kennissen langs het parcours te groeten. Even later word ik zelf ingehaald door een “gele”. Het is mij echter niet duidelijk of dat de gele man van het duo is. Na 400 meter is de nieuwe klimellende geleden en duiken we weer steil de dieperik in. De plotse overgang wordt niet op prijs gesteld door mijn bovenbenen. Ik ben net weer op mijn positieven voor een vlakker stuk tussen de huizen waar Liesbeth met het Canon Ixus-cameraatje van Marie-Paule langs de weg staat. Amai, denk ik bij mezelf, hoe gaat die op tijd terug zijn voor mijn triomfantelijke aankomst voor de kerk van Ampsin. Een scherpe helling van honderd meter met een stijging van boven de 10% wordt wel geregistreerd door mijn Garmin maar is blijkbaar volledig van de harde schijf onder mijn hersenpan gewist. Merkwaardig. We zijn opnieuw aan het dalen, in de schaduw tussen de bomen. Heerlijk… en ik ga nog goed vooruit ook want ik haal nog een mannetje voor me in. Ik zie een eenzame supporter langs de weg, de moeder van winnaar Geoffray Gillet. Die ook de prestaties van de anonieme loper weet te appreciëren. We zijn nu voorbij km 9. Rechts ligt de trappenpartij van km 1,5. Links draaien we het fietspad van de Rue Hippolyte Dumont op. We rapen nog enkele late loopsters op van de 6 km-loop. Dat geeft je het gevoel dat je wel bijzonder snel onderweg bent. Maar even voor de kerk krijgt de euforie een deuk als ik tweehonderd meter voor me de lopers uit de tegenovergestelde richting naar de aankomst zie opdraaien. We hebben nog een lus te doen, blijkbaar. Hoe lang? Ik heb al geconstateerd dat de kilometeraanduidingen hier correct zijn of zelfs lichtjes onderschat. Ik heb me met volle overgave in de afdaling gestort. Een bijkomende kilometer zou me wel eens zuur kunnen opbreken. Het overkwam Armand Pirotte drie minuten geleden. Hij moest een versnelling op de Rue Hippolyte – u inmiddels bekend – bekopen op het bijkomend rondje dat hij niet had voorzien. Domenico Di Vito snoepte hem de gewonnen meters weer af. Een aantal bekenden – zoals Lucien Collard, Noël Heptia en Philippe Gheury – kon hij wel afhouden. Hoe dan ook, we draaien links in en ik herken de eerste lus van de loop op het korrelige asfalt dat daarstraks mijn voeten al pijnigde. In de eerste bocht ga ik voorbij een loper uit Alken. Die een jongere op sleeptouw neemt. Het is mij nu nog een raadsel wie wie is. Maar ik kan niet bij het duo en de vraag blijven stilstaan. Op karakter probeer ik het tempo vast te houden en zelfs een tijdje mee te gaan in het spoor van veteraan 1 Yves Richard. Daar is fotografe Liesbeth opnieuw! Die kent hier blijkbaar alle tussendoorwegeltjes al of heeft plots vleugels gekregen. Tussen de seingevers en het wachtend verkeer door naar de aankomst. Naar een plaats net in de eerste helft van het peloton. Dat verdient een schouderklopje van Jos Biets. Geen vier hartjes, het laatste was ik al kwijt na mijn tegenvallende eerste derde van de “Ampsinoise”. Michael Guyen eindigt anderhalve minuut voor me. Michael wie? Wel, ik ken de man ook niet persoonlijk maar heb wel zijn blog ontdekt op het net. Een collega-blogger dus. Ik ben benieuwd naar zijn verslag.

Ampsin 4


Het is lang, heel lang wachten op de prijsuitreiking. Organisator David Frison zal zich volgend jaar wel nog een keer bedenken eer hij weer in zee gaat met muzikanten die al voor een pandemonium zorgen tijdens de inschrijvingen en achteraf hun volledig repertorium afwerken voor ze de microfoon weer willen afstaan. Ik heb de ruim de tijd om met Jos Biets een evaluatie te maken van de race: op de lange wachttijd na, niets dan lof. En met Pierre Olivier terug te blikken op de zes jaar in zijn nieuwe leven als tijdsopnemer. Het is dan eindelijk zo ver. De Limburgers gooien opnieuw hoge ogen. Bij de veteranen 2 is het podium zelfs exclusief Limburgs getint: Thierry Vanherck voor Michel Wolfs en Ludo Werckx. Bij de veteranen 4 word ik geflankeerd door Pierre Driessens, voor mij een nieuw gezicht uit Seraing en Willy Simon.

(Foto’s Marie-Paule en Liesbeth. Foto 1: Verkenning met Armand Pirotte boven naast de steengroeve. In de wedstrijd zelf gaat het hier bergaf. Foto 2: De dreigende koeltorens van de kerncentrale van Tihange beheersen de Maasvallei. In kilometer 8 op het opgekalefaterde Waalse asfalt. Foto 3: In de laatste lus voor de finish. Veteraan 1 Yves Richard in het wit blijft me net voor. De dame rechts is een deelneemster van de 6 km. Foto 4: Nagenieten na de inspanning. Samen met mijn twee fans en op het podium. Links van me Willy Simon, derde veteraan 3, rechts Pierre Driessens en organisator David Frison.)