Waremme Estafettechallenge

zon 25/11/2018 10.30u * Waremme Estafettechallenge * met Carlos De Almeida * 01:00:00 * 12,980 * 47/84 * 3/5 (Heren 110+) * ♥♥♥

Enkele loopvrienden knipperen met hun ogen als ze me in looptenue op de Estafettechallenge van Waremme zien opduiken. Ik ben zelf ook wel verbaasd dat ik na jaren nog eens aan de start sta van deze aflossingswedstrijd met twee. Ik ben niet zo gek op deze korte maar felle oefening. De intensiteit van de inspanning ligt mij te hoog, de duur te laag… Als training, zoals sommigen het opvatten, is het me te zwaar en zou ik moeten schrappen in mijn wedstrijdplanning. Liever niet dus. Waarom vandaag dan wel? Een, het wedstrijdaanbod is beperkt. Twee, volgend weekend is sowieso ingenomen door andere bezigheden. Ik heb dus dringend een competitieshot nodig om de volgende veertien dagen te overbruggen… Voor de niet-ingewijden, de bedoeling is dat de twee lopers om beurt één kilometer afleggen gedurende één uur. De totaal afgelegde afstand bepaalt de uitslag.

Waremme 1

De organisatoren hebben een systeem uitgedokterd om de wedstrijd vlekkeloos te laten verlopen en het overzicht te behouden in de wirwar van aankomende en vertrekkende lopers. Het stokje geef je, na de gelopen kilometer, in een afgebakende wisselzone door aan je ploegmaat. Een jeton (met het nummer van je ploeg) lever je in om een nieuwe jeton te ontvangen voor de volgende ronde. Ik leg het hier wel uit maar na de eerste ronde ben ik de procedure zelf vergeten. Gelukkig sta ik in de buurt van Kris Govaerts die me net op tijd op mijn vergetelheid wijst. Dat foutje is dus rechtgezet. De tijdsopname met mijn Garmin loopt wel in het honderd. Ik ken het toestel onvoldoende om elke gelopen kilometer (zonder de rustpauzes) op te nemen. Het zal achteraf nog flink wat rekenwerk vergen om de exacte tijden uit de gegevens te distilleren. Als me dat überhaupt lukt…
Estafette-organisator Roland Vandenborne heeft me gekoppeld aan een andere individuele inschrijver, Carlos De Almeida, Portugees van origine, wonend in Clavier en organisator van de Condruzien-loop in Pailhe. Mijn ploegmaat heeft me al ingeschreven als ik een uur voor de wedstrijd het tentje binnenstap. Even voor de start krijg ik de jeton en spreken we af dat ik de eerste ronde voor mijn rekening zal nemen. Zoek daar geen tactische berekening achter, we zijn hier in de eerste plaats voor de ambiance. Voor wie Carlos kent, hij is er altijd voor de ambiance. De meeste andere deelnemers vormen een vast duo, wat overigens een must is om in aanmerking te komen voor het jaarklassement. De indeling in categorieën verschilt uiteraard van de reguliere lopen. Zoals in het tennis is hier ook een competitie voor gemengde teams. Dimitri Driessen en Anja Uitdebroeks bijvoorbeeld vormen een gemengde ploeg. Voor echtelieden is er wel geen aparte rangschikking… Ik zit in de klasse Heren 110+. Dat “lage” getal wordt verklaard door de nog jeugdige leeftijd van mijn compagnon, ergens in de vijftig…
Roland Vandenborne en Jos Biets zien er gespannen uit als ze het parcours voor de laatste keer inspecteren en informeren enkele keren of ik nog bedenkingen heb. Veiligheid voor alles, is het motto. Ik zal dadelijk nog ruim de gelegenheid hebben om in te gaan op de details van het rondje. Wat ik wel al meteen vaststel, is dat de talrijke lussen rond het sportcentrum en het park aan de rand van Waremme het tempo voortdurend breken. Ik vraag me zelfs af of ik hier wel een gemiddelde van 12 km/uur kan halen.
Het is een gemengd Vlaams-Waals gezelschap dat om half elf klaarstaat voor het vertrek. Van de 9 wedstrijden op de kalender (van januari tot november) worden er 3 in Wallonië gelopen. Het is mij niet bekend of het toeval is dat de locaties zich allemaal in Haspengouw/Hesbaye bevinden. De opbrengst van de organisaties gaat naar een goed doel. Op de aankondiging voor de wedstrijd van vandaag heb ik overigens geen begunstigde teruggevonden. In het eerste rondje is het vooral uitkijken om niet verstrengeld te raken in de benen van een andere loper op de smalle paden en in de vele scherpe bochten. Ik wil ook niet de fout te maken van een vorige deelname vele jaren geleden in Sint-Truiden waar een te snelle aanhef mij de adem afsneed na nauwelijks een halve kilometer. Nu dreig ik echter in een andere val te trappen, namelijk te voorzichtig van start te gaan. Hier levert mijn behoudende tactiek van de 10km-lopen immers niets op. De tijd van ongeveer vijf minuten in de eerste kilometer is toch nog netjes op schema en laat nog wat vooruitgang toe in de volgende ronden. Carlos heeft zijn eerste ronde alleszins sneller afgelegd maar zal in de volgende ronden tijd moeten inleveren. “Op mijn adem getrapt”, aldus de Condruzien, “ik heb geprobeerd Arnaud Renard te volgen.” Wat te hoog gegrepen, Carlos! De vijf minuten pauze zijn net snel genoeg voorbij om niet af te koelen. Na een ronde of drie zijn mijn benen aangepast aan het ritme – eerst voluit, dan weer in stilstand – en haal ik rondetijden om en bij de 4’45”. Dat is voor mij hier het hoogst haalbare. Drie ronden afgelegd, ik ga ervan uit dat ik halverwege ben. Dat klopt ongeveer met de aankondiging van de speaker dat we een half uur ver zijn.

Waremme 3


Ik neem het stokje weer over van Carlos. Ik heb dan al een minuutje of zo op de uitkijk gestaan naar mijn ploegmaat. Marie-Paule staat op wacht aan de andere kant van de aankomststrook en verwittigt mij als zij Carlos ziet opduiken. Mijn gezichtsvermogen op grotere afstand neemt zonder bril schrikbarend af en ik ben dus blij dat Marie-Paule verrekijker speelt. Ik moet me ook concentreren om niet de andere passerende deelnemers na te staren en zo mijn “target” te missen. Ik kijk uit naar een kleinere man met een vrij korte tred, met een zwart shirt en korte broek. De stokwissels verlopen gelukkig zonder haperingen. Ik trek me weer op gang voor ronde vier. “Vier” kun je natuurlijk ook vervangen door twee, drie, vijf en zeven. Loop je een rondje mee? Na 80 meter is er al een eerste scherpe bocht. Ongeveer dezelfde afstand verder, weer van dat. In de eerste 400 meter liggen niet minder dan acht haakse bochten. We krijgen het allemaal voorgeschoteld: een ongelijk wegdek in beton en asfalt, spleten, gaten, gootjes en een zandpad door de speeltuin. En een kort maar steil klimmetje, ingeleid en afgesloten met een scherpe bocht. In die kronkelzone rond de sporthal is het voor mij onhandig manoeuvreren en zelfs wat energie sparen om uit te pakken vanaf het bordje 400 meter. De volgende 600 meter liggen me alleszins een stuk beter. Op de rechte strook langs de rijweg kunnen mijn benen dan onder stoom komen om dan met min of meer volgehouden tempo weer naar de streep te snellen. Twee scherpe bochten, twee afdalinkjes op (nat) gras en twee chicanes (de tweede over de Jeker) kunnen hier wel nog stokken in de wielen steken. Die eerste kronkel is er waarschijnlijk ingelegd om de afstand van 1000 meter vol te maken.
Wat vind ik nu van het parcours, is Jos Biets bezorgd. Euh, een aantal lopers met ervaring in de aflossingswedstrijd van Waremme melden me met enige ontgoocheling dat het parcours langs de vijvers in de vorige jaren mooier was. Ik kan de vergelijking niet maken. De eerste 400 meter vind ik maar niks. Mijn krasse beoordeling moet wel met de nodige nuance gelezen worden. Hier spreekt een oude knar (de oudste van het peloton?) die qua houterigheid zijn gelijke niet heeft. Bovendien is het de vraag of er überhaupt een ander rondje kan gevonden worden in de directe omgeving van de sporthal. Want die sporthal wensen we wel op korte afstand om snel bij de kleedkamers en het cafetaria te zijn.
De tijd verstrijkt, de lopers blijven bochten nemen, remmen, optrekken, stokjes doorgeven. Voor de toeschouwers en de twee fotografen Nadine Claessens en Louis Maréchal is er genoeg te beleven. Zelf moet ik mijn geliefkoosde tijdsbesteding tijdens een competitieloop – mijn tegenstanders taxeren, de omgeving afspeuren – noodgedwongen beperken. Te gevaarlijk op de smalle paadjes met tal van obstakels. Op het rechttoe rechtaan-voetpad langs de rijweg is het opletten om de snellere collega’s niet in de weg te lopen. De terugweg langs de Jeker die hier naar de naam Geer luistert, biedt wel verpozing voor de drukte. Maar de enige open zijde biedt alleen uitzicht op een troosteloze parking, vanochtend dan nog in nevelen gehuld. Niettemin heb ik toch enkele collega’s kunnen volgen. Ten minste met de ogen. De winnaars, de broers Noël zijn me enkele keren met een rotvaart voorbijgesneld. Ik had wel eens willen zien hoe zij de middelpuntvliedende kracht in de talloze bochten overmeesteren. Het tempo van Domenico Di Vito kan ik tot mijn eigen verbazing volgen, ten minste in de twee ronden dat ik hem voor me zie. Lydia Moons duikt ook tweemaal voor mij op. Van de twintig meter achterstand kan ik echter geen sikkepit afknijpen.

Waremme 2


“Laatste ronde” klinkt het uit de megafoon. Die laatste ronde duurt voor de ene natuurlijk al wat langer dan voor de andere. Hoe dan ook, je wordt verondersteld de laatste druppels uit de tank te halen. En de ene doet dat al wat fanatieker dan de andere. Die “ene” is bijvoorbeeld Peter Bellen. De ploegmaat van Martine Sobkowiak rukt haast een paaltje uit de grond bij het ingaan van de zandbak. Ik hou (bij manier van spreken) mijn achteruitkijkspiegel in de gaten om niet vermorzeld te worden door een razende achtervolger. In de chicane word ik haast tegen de afsluiting geplet door de passerende Piet Neven. Geen kwaad opzet natuurlijk, maar de adrenaline van de competitiesporter. Carlos is me tegemoet gelopen en vuurt me onophoudelijk aan in de resterende 300 meter. Ik strand uiteindelijk op een vijftiental meter van de streep. Jammer, als ik me zelf bij aanvang van de zevende ronde een kans gegeven zou hebben om de streep te bereiken, had ik de eerste kronkelende 00 meter met meer overtuiging aangepakt. We halen dus net niet de 13 km. Dat is alvast te weinig om in de eerste helft van de algemene rangschikking post te vatten. De derde plaats op vijf van onze categorie is wel wat geflatteerd. Kris Govaerts en zijn maatje Ludo Werckx geven vandaag de voorkeur aan de veldloop in Genk en ook achter ons zie ik snellere mannen.
Na afloop laat ik de warme wijn aan mijn trouwste fan. Ik houd het bij de traditionele blonde Leffe en een hotdog. Jammer genoeg is de prijsuitreiking en de aansluitende tombola in de tent een kouwelijke bedoening. Ik loop de hoofdprijs mis en haast me naar warmere oorden.

(Foto’s Marie-Paule. Foto 1: Het parcours loopt dit jaar niet langs de vijvers en tussen de ganzen. Foto 2 van Louis Maréchal: het echtpaar Dimitri Driesen en Anja Uitdebroeks. Foto 3: Aflossing met Carlos De Almeida.)