Halve Marathon Route du Vin Remich

zon 30/09/2018 15u * Halve Marathon Route du Vin Remich * 21,1 km * 01:42:38 * 12,3 * 399/1439 * 1/4 * ♥♥♥♥

Komt dat goed uit! De Route du Vin, de halve marathon in de vallei van de Moezel op de Luxemburgs-Duitse grens, valt dit jaar net op mijn zeventigste verjaardag. De wedstrijd is me bekend van een ver verleden toen de Bilzerse Jogging Club nog actief was in het marathoncircuit. In mijn achterhoofd speelde al jaren de gedachte om ook eens naar de Moezel te trekken. Dit jaar wilde ik er eindelijk werk van maken. En toen ik de wedstrijddatum 30 september zag, was ik helemaal verkocht. Dat is eens wat anders dan kaarsjes uitblazen!
Mijn wagentje brengt me ditmaal zonder sputteren ter plekke. Dat is al een eerste geruststelling. We zijn al vroeg in het “Race Office” voor het startnummer… en een fles Crémant de Luxembourg. De eerste prijs heb ik dus al binnen. In afwachting van de start doen we een terrasje en een gepensioneerdenwandelingetje aan de oever van de Moezel. Nog een klein uurtje. Terwijl een aantal collega’s op het gras zitten of liggen, de blik gericht op hun smartphone, doe ik een uitgebreide stretching. Oude spieren hebben al wat meer opwarming nodig. De uitslagenlijsten leren me dat er acht zeventigjarigen aan de start staan. Vier van hen hebben de categorie M75 bereikt. Ter intentie van Marie-Paule haast ik me eraan toe te voegen dat ik geen ambities heb om over vijf jaar nog langs de Moezel te rennen… of te kruipen.
Ik loop in tot enkele minuten voor de start. Onder de ING-boog verdringen zich al een kleine vijftienhonderd deelnemers. Ik kan nog een plaatsje veroveren net achter het lint waar de toppers – de meesten van Afrikaanse origine – trappelen van ongeduld. Dadelijk wordt de 57ste editie van de loop op gang geschoten. Een klassieker dus, deze Route du Vin, op de linkeroever van de Moezel. Deel uitmakend van de Association of International Marathons and Distance Races en officieel opgemeten door deze organisatie. “Five, four, three, two, pang”. Ik word meteen overrompeld door een vijftigtal lopers. Nauwelijks honderd meter na de start gaat de loperszee al open en kan ik vrijelijk mijn weg kiezen.

Remich 1


“Mir hunn e plang” (Wij hebben een plan) heb ik daarstraks op een verkiezingsaffiche gelezen. (Over veertien dagen zijn hier parlementsverkiezingen.) Heb ik een plan? Ja, dat heb ik. Niet te traag starten en dat tempo in de volgende kilometers proberen aan te houden. Het gevoel zal beslissen over het tweede deel van mijn plan. Als de benen meewillen, ga ik voluit in het laatste kwart. De laatste 10 km-lopen hebben me wel vertrouwen geschonken. En de lange trainingen hebben hopelijk de basis gelegd voor een degelijke prestatie. In elk geval acht ik me in staat om zelfs bij een slechte dag onder de 2 uur te eindigen. Na een kilometer zit ik op schema, ruim onder de 5 minuten. Ik zal mijn horloge verder op de hele “heenweg” niet meer bekijken. Die heenweg loopt tot in het dorpje Ehnen, daarna draaien we gewoon om en lopen weer terug naar de vertrekplaats. Verkeerd lopen, zoals een maand geleden in Tilff, is hier uitgesloten. Een tweede geruststelling.
We zijn nu goed en wel op weg. Hoog boven ons cirkelt een helicopter. Het lijkt wel op een rechtstreekse televisie-uitzending. Na een kilometer verstomt het geluid van de draaiende rotoren. Alleen het getrappel van de honderden voeten verbreekt de stilte tussen de wijngaarden aan onze linkerzijde en de vredig stromende rivier aan onze rechterzijde. Intussen gaan tientallen en tientallen lopers me voorbij. Ligt mijn tempo dan zo laag? Ik blijf nochtans een constant ritme aanhouden – net onder de 5 minuten, zoals ik achteraf van mijn Garmin zal aflezen – maar ik neem aan dat snellere lopers die achter me stonden aan het vertrek nu hun rechtmatig plaatsje in het peloton opzoeken. Aan km 3 is er wat meer animo langs de kant. We lopen door Stadbredimus waar fans ons moed toeroepen voor de lange tocht die we nog voor de boeg hebben. De kerktoren in de steigers die ik al van ver heb opgemerkt blijkt aan de andere oever van de Moezel te liggen, in Duitsland dus. We lopen het dorp uit. Recht voor ons glinsteren de wijnranken onder de rotsige wanden in de zon. Een halve kilometer verder bereiken we de tweede ING-boog in een brede meander van de Moezel. Dit moet km 5 zijn. Een indrukwekkende sliert lopers schuift onder de boog door. Die zijn me intussen allemaal al voorbijgelopen. En het houdt niet op, de stroom lopers die vanuit de achtergrond opduikt. Ik begin me nu zorgen te maken hoe ver ik intussen achteruit geslagen ben en probeer te berekenen hoeveel lopers me per “lichting” voorbijgaan. Maar mijn berekeningen maken me niet veel wijzer. Ik ga dan maar door op de ingeslagen weg, letterlijk en figuurlijk, met een gelijkmatig tempo.
De weg maakt opnieuw een brede bocht. Het is hier uitkijken om twee weggeschraapte asfaltrepen te vermijden. Nu, er is plaats genoeg op de brede asfaltweg. In theorie is dat de snelst mogelijke ondergrond voor een stratenloop. Ik heb een ander gevoel, maar daarover straks meer… in het tweede deel van de loop en het verslag. Een auto is hier overigens niet te zien. De looproute is hermetisch afgesloten door de Police Grand-Ducale onder het motto “Zesummen fir Iech”. Fietsers worden ook gebannen van het parcours. De weg is voor ons alleen.
We lopen nu door een schaduwrijke zone. Ik zie plots een loper naast me opduiken met een shirt van “electrogoedkoop.be”. Misschien kan ik een woordje wisselen met hem. Ik word uiteraard omringd door nobele onbekenden… die me op de koop toe nog allemaal voorbijlopen ook. De veertiger (vermoed ik) is afkomstig van de buurt van Aalst, antwoordt hij op mijn vraag, enigszins verwonderd Nederlands te horen. Afgaande op de uitslag identificeer ik hem als ” Emmanuel Adam”. Als ik het verder over Emmanuel heb, weten jullie wie ik bedoel. Het peloton bestaat uit een groot aantal nationaliteiten. De meesten wonen waarschijnlijk in het internationaal getinte Groot-Hertogdom.
De kilometers volgen elkaar op, we naderen stilaan het keerpunt. Ik kijk er alvast naar uit. Hoe sta ik er intussen voor? Ik kan mijn tempo vasthouden en de grote stormvloed die ik over me heb gekregen in het eerste derde van de race is stilaan uitgewoed. Ik meld met trots dat ik rond de vijfde kilometer voor het eerst een collega voorbijga. In het midden van de weg zijn er nu kegeltjes opgesteld. Oranje uiteraard, maar dat is dan toeval in het voorts door ING-oranje gekleurde event. Vanaf hier verwacht men tegenliggers. “Daar zijn ze al” meldt Emmanuel. “Ze”, dat zijn de eerste lopers die al op de terugweg zijn en hier, na een kleine 9 km zo’n 3 km voorsprong hebben. “Ze” zijn allemaal zwart en stomen in een groepje van zo’n tien man terug naar Remich. Ik kijk toe in verwondering. En met medelijden voor de volgende lopers aan de kop van de wedstrijd die moederziel alleen vechten voor hun plaats en tijd. De drie eerste dames lopen ook afgezonderd. Op de eerste blanke atleet moet ik wachten tot rond de vijftiende plaats. We lopen nu het dorp Ehnen binnen. Hier staan de meeste toeschouwers. Ze krijgen hier immers twee lopen voor de prijs van één. We passeren de tweede boog maar het is nog even geduld oefenen voor we aan het keerpunt komen. De U-bocht wordt gevormd door twee dranghekken. Geen tijdsregistratiemat op de grond. Dat had ik wel anders verwacht maar men heeft blijkbaar vertrouwen in de eerlijkheid van de loper. En misschien vindt de organisator dat de recreanten het allemaal niet zo ernstig moeten opvatten. Dat doe ik wel: ook op een heel bescheiden niveau moet je je niet te snel tevredenstellen.
We zijn dus op de terugweg naar Remich. Er is hier wat tegenwind maar dat is misschien niet zo ongunstig onder de soms felle middagzon. We zien nu de langzamere lopers aan de Moezelzijde. Ik probeer mij een idee te vormen van het aantal lopers die wel achter me zijn gebleven. Daar is de groene vlag al, achter de laatste loper. Ik zit ver in de tweede helft van het veld, zoveel lijkt me duidelijk. Ik begin nu wel meer en meer lopers voor me in te halen. Emmanuel heeft al enkele keren een kleine voorsprong genomen maar ik kom telkens op mijn eigen tempo terug en ga hem op mijn beurt weer voorbij. Dat zijn natuurlijk onbetekenende gebeurtenissen in een massaloop maar een mens moet toch ergens een aanknopingspunt hebben. We zijn weer aan een bevoorrading. Opnieuw alleen water, geen sportdrank. Dat valt me toch wat tegen voor een internationale wedstrijd. Ik zie collega’s aan een gelletje slurpen. Daar heb ik zelfs niet aan gedacht. In mijn marathontijd ook nooit gebruikt. Misschien een fout, vandaag zal ik ze ook niet rechtzetten… Wat me nu ook plots opvalt is dat hier geen pacers zijn. Die waren er gisteren zelfs in de Ambiorix Run in Tongeren. Ze kunnen hier nog wat opsteken van de Victors Cup. Maar die hebben dan weer geen rangschikking voor 60- en zeker niet voor 70-plussers. Zo is er altijd wat.
Hoe dan ook, ik sta voor het tweede luik van mijn wedstrijdplan. Voluit gaan in de tweede helft of sparen om geen terugval te krijgen? Ik heb geen reden om in te houden. De eeuwige stijfheid in kuiten en bovenbenen is draaglijk. Adem heb ik nog voldoende in voorraad. Alleen mijn rechtervoet speelt weer op. Het euvel heb ik de laatste maanden geregeld gevoeld op lange trainingen… en heb ik leren verbijten. Het wegdek maakt het er niet gemakkelijker op. Op foto’s ziet het eruit als een vlak biljartlaken maar in werkelijkheid helt de weg licht. Vooral in de lange bochten duikt de pijn op in de enkel en de achtervoet. Wat lijkt op een blaar is meteen na de wedstrijd ook weer verdwenen. Intussen zal ik het nog een zevental kilometer moeten volhouden. Mijn tempo lijdt er niet onder. Meer nog, als we de boog van de 5 en de 15km (dat is dezelfde) naderen, stel ik tot mijn genoegdoening vast dat ik snel terrein goed maak op een aantal concurrenten voor mij. Ik herken enkele lopers die mij in het eerste deel van de loop zijn voorbijgegaan en nu onherroepelijk moeten achterblijven. Mijn horloge heb ik halfweg even vluchtig bekeken: omgerekend zou ik rond de 1u43′ kunnen uitkomen. Met enig verlies in het laatste kwart is een tijd onder de 1u45′ mogelijk. Dat zou beantwoorden aan mijn meest optimistische scenario.

Remich 2


Ik heb het parcours van in het begin nog goed in het hoofd en weet dat ik na de open strook voor Stadtbredimus beschut zal zijn tegen de zon. Die laatste kilometers zullen sowieso al zwaar genoeg zijn. Om de geest af te leiden zoek ik verstrooiing langs de kant van de weg. Het verkiezingsbord van Etienne Schneider, de grote blauwe ballon van CK.lu. Wat zou dat betekenen? Ik weet het intussen… maar ga hier ook niet alles verklappen. Emmanuel is rond km 17 voor de zoveelste keer van mij weggelopen. Dit keer meent hij het echt. Ik zal hem niet meer bijbenen. 30 seconden bedraagt het verschil aan de streep. Jammer dat ik hem na de finish niet meer terugvind in de krioelende menigte. Ik tel de kilometers af. Voor de natuurpracht heb ik nu geen oog meer. Een nieuwe blik op mijn horloge. Een tijd onder de 1u45′ zit er zelfs in. Ik pijnig de benen nog eens en trek me bij elke verzwakking weer op gang. En dopeer me zelf met de gedachte dat het over enkele minuten nog alleen genieten zal zijn aan de Moezel. De zelfkastijding levert de snelste (km 21) en op twee na snelste kilometertijd (km 20) op. Langs de ballon van de Loterie Nationale. Na de startboog rest er nog honderd meter op een pleintje. Ik neem de rechterbocht aan de fontein waar Marie-Paule wacht. En hoor nog net haar aanmoediging als ik de streep overschrijd. Ik neem de medaille en de “Cungratulation (in het Lëtzebuergesch) in ontvangst. En grabbel een flesje sportdrank mee. Het is er dus toch, maar rijkelijk laat… Nog een fotootje voor het album en op weg naar de douche in het hotel.
De eindtijd onder de 1u43′, de snelste van de laatste jaren op de correcte afstand, is buiten verwachting. Mijn Garmin geeft zelfs een kleine honderd meter te veel aan. Maar de grootste voldoening volgt een dag later als ik de uitslagen onder ogen krijg. Bij de eerste 400, dat is ruim in het eerste derde van het veld. Ik heb mijn nieuwe decennium succesrijk ingezet. Als ik nu eindelijk tot de jaren van verstand zou komen, is dit mijn laatste lange afstandsloop geweest. Benieuwd of ik dat kan opbrengen…

(Foto 1 van Serge Waldbillig: Het peloton op weg naar de eerste boog aan kilometer 5. Foto 2 van Marie-Paule: De boodschap is duidelijk.)