Ayeneux (Challenge de la Province de Liège)

zon 26/07/2014 19 u * Ayeneux (Challenge de la Province de Liège) * 9,9 km * 00:46:45 * 12,7 * 62/204 * 4/11 * ♥♥♥♥

Ayeneux, deelgemeente van Soumagne, in de oostelijke rand van Luik, is het toneel van een nieuwe aflevering van het populaire feuilleton “Challenge de la Province de Liège”. Voor wie het dorpje niet kent, ze houden daar van feest vieren. De kermis duurt er vijf dagen. Het Luikse Zussen misschien? Veel jongeren, uitsluitend jongeren, aan de tafel voor de inschrijvingen, aan de micro voor en na de loop. De “Jeunesse Ayeneutoise” heeft hier het heft in de handen. Of zij zelf het parcours hebben uitgestippeld, weet ik niet. Het profiel met “zaagtanden” (4 hellingen in stijgende en dalende lijn) ziet er vervaarlijk uit maar blijkt in de praktijk best mee te vallen. De steile afdalingen zijn eerder kort, de stijgingen zijn langer uitgesmeerd en nog verteerbaar.
Ik verken de laatste kilometer in het gezelschap van Servais Halders en dat blijkt geen overbodige luxe te zijn. Een smal pad tussen een haag en de prikkeldraad en nog een kuitenbijter als finale. Servais is na zeven weken sukkelen met de hamstring opnieuw klaar voor de competitie en vraagt zich met een bang hartje af of de gevoelige spieren dit keer zullen standhouden. En ja, hij doet het weer. Ingepakt als een mummie, snelt hij opnieuw naar de eerste plaats bij de 60-plussers. Alain Waerts, opnieuw in het land en opnieuw tweede, weet stilaan niet meer welke heilige te aanroepen om eindelijk eens te winnen. Met Servais, Alain en Richard Mathot aan de start weet ik dat er al een klein mirakel moet gebeuren om nog een kans te maken voor het podium. Claude Herzet, nog een podiumkandidaat, verkiest vanmiddag een rustig fietstochtje boven het wedstrijdgewoel. Het toeval wil dat ik hem tegenkom terwijl ik op weg ben naar Ayeneux.

Ayeneux


De startboog staat opgesteld voor de botsautootjes en tussen de friet- en smoutebollen (Nederlands: oliebollen)kramen. Na 200 meter worden we de dieperik ingejaagd. Ik ben vertrokken in het gezelschap van Johan Jorissen uit Maastricht. Deze loop is voor hem een tussendoortje voor de Ardense trail- en berglopen. Na enkele honderden meters neemt hij afscheid van me. Ik zie hem na de wedstrijd terug in het gezelschap van vrouw en dochtertjes en een schuimende Jupiler. Een linkse bocht na 1 km en we beginnen aan de eerste klim. Mijn tempo ligt wat hoger dan dat van mijn buren en ik kan wat plaatsen opschuiven. Nummer 16 gaat me voorbij. Het is een jongeman die ik meer dan eens in mijn omgeving heb opgemerkt. Zijn nummer is vastgespeld aan een te ruim heupriempje en hangt te bungelen ter hoogte van zijn linkerknie. Het is Dorian Tromme – hij eindigt enkele seconden voor mij – die dank zij de voormelde ongewone bevestiging van zijn rug(?)nummer niet meer anoniem in het peloton loopt en misschien ooit trendsetter wordt in het bonte joggerswereldje. Rond de vierde kilometer komen we op een met keien bezaaid pad terecht. Het is hier zaak goed uit de doppen te kijken. Het pad loopt nu in dalende lijn. Maar echt snelheid kun je niet maken, zeker niet tussen een sliert collega’s. De moeilijke afdaling heeft krachten gekost. Ik heb een dipje als we rond de vijfde kilometer weer moeten klimmen. Maar boven herstel ik snel en ik kan ook de volgende lange klim – op het asfalt nu – rond kilometer 7 – een mooi tempo aanhouden en hier en daar nog een concurrent oprapen. Zelfs in de soms steile afdalingen word ik niet voorbijgestoken door jonge kamikazes. We worden tijdens de wedstrijd overvloedig van water voorzien bij de twee bevoorradingsposten. Na drie slokken moeten we het plastic Spa-flesje weggooien. Zonde, achteraf bekeken, want onder de douches moeten we vechten voor een druppel water uit de ene doucheknop die het doet. We zijn nu aan de achtste kilometer en mogen weer ontspannen in een afdaling. Ik heb het gevoel dat ik me hier aan het amuseren ben in Ayeneux. Het zonnetje dat voor sommigen wellicht wat te fel schijnt, streelt mijn oude knoken. Een vrouwelijke signaleur houdt intussen onze looplijn nauwlettend in het oog en stuurt een deelnemer achter de oranje kegeltjes die aan de buitenkant van de rijweg staan opgesteld. We naderen de laatste kilometer. Na de verkenning van een klein uurtje geleden mag die geen verrassingen meer inhouden. Ik ben intussen in het spoor gekomen van Richard Mathot. Zijn schokschouderende stijl verraadt dat hij door zijn beste krachten heen zit. Als ik op zo’n 500 meter van de streep plots naast hem opduik reageert hij als door een horzel gestoken. Hij schiet naar voren. Voor mij zit een versnelling in de klim er niet meer in. Met deze ultieme krachtsinspanning redt Richard zijn derde plaats en wint hij … een taart. Honderdvijftig meter voor de finish ga ik nog voorbij Michel Jeukens maar die herhaalt zijn trucje van vorige wedstrijden en gooit zich in de laatste meters nog voor me over de streep.
Mijn drie tafelgenoten na de wedstrijd, Stijn, Servais en Benny, ontlopen elkaar niet ver in de uitslag, zo’n 4 minuten voor mij. Voor de vriendinnen en/of echtgenotes die dit verhaal zouden lezen, wij waren dit keer wel echt een toonbeeld van soberheid.

Naar boven