Julémont (Challenge L’Avenir)

zon 23/03/2014 11 u * Julémont (Challenge L’Avenir) * 9,4 km * 00:45:22 * 12,4 * 150/473 * 5/22 * ♥♥♥♥

Ik sta voor het eerst dit jaar aan de start van een wedstrijd van de Challenge L’Avenir. Dat zijn niet minder dan 52 meestal kortere wedstrijden rond Verviers en in het land van Herve. Het parcours behoort meestal tot het beste wat de joggingorganisatoren in de aanbieding hebben. De prijzentafel is wel wat bescheidener dan wat we in de andere criteria gewend zijn. Julémont staat al drie jaar aangekruist in mijn agenda maar de voorbije jaren dwong het noodlot me telkens tot huisarrest. Ik kijk uit naar de loop in de regio die me door mijn tienvoudige deelname aan de Quatre Cîmes (Battice) en mijn fietstochten na aan het sporthart ligt.

Er waait een schrale wind op het plateau van Herve en ik warm op met muts en handschoenen. Die zijn uitgetrokken als we dicht opeengepakt de start afwachten. Iedereen doet dat op zijn eigen manier. Luttele seconden voor het vertrek probeert een jonge freule nog een vriendin in het peloton met haar GSM te lokaliseren. Dat lukt ook nog en ze gaat verderop post vatten. Ik neem me voor niet te fel van stapel te lopen. Er liggen immers in minder dan 10 km drie hellingen, annex afdalingen op ons te wachten. We worden in de eerste kilometer meteen naar het laagste punt van het parcours gestuurd. Ik groet in het voorbijlopen Mauro Calogero die hier op zoek is naar een nieuwe eerste plaats bij de veteranen 4. Mauro valt op door een gewaagde kleurencombinatie van zijn outfit. Hij draagt een soort lange variant van de stretchkous die ook de knie bedekt. Eenmaal er wat ruimte gekomen is tussen de gelederen gaat het lekker vooruit in de afdaling, ideaal om de stramme benen onder spanning te brengen. Net als ik me verlost acht van onverhoedse manoeuvres van te enthousiaste collega’s word ik opgeschrikt door een loper die op weg is met zijn hond en alle moeite van de wereld heeft om het beest in toom te houden. De bruine labrador zwenkt van links naar rechts terwijl zijn baasje verbeten aan de lijn snokt en zijn viervoetige gezel de regels van het lopen in een meute van tweevoeters probeert bij te brengen. We zijn intussen het eerste kilometerpunt gepasseerd. Langs het parcours slaat een kwispelstaartende toeschouwer de voorbijrennende processie gade. Ik bereid me voor op het ogenblik dat hij zijn rasgenoot opmerkt en vertraag even om niet als derde hond omvergekegeld te worden. De huishond schiet het weggetje over en gaat achter de lopende hond aan. De lopers vlak achter me blijven nog net overeind. Gelukkig heeft hond nummer twee geen slechte inborst en laat hij na een flinke blaf hond nummer één van zijn zondagse ren genieten. Als we na enkele steile bochten op een onverhard pad weer opnieuw op het asfalt komen heeft de zesvoeter gelukkig enkele meters voorsprong genomen en kan ik me verder concentreren op mijn wedstrijd. We krijgen nu twee relatief vlakke kilometers voor de voeten, gevolgd door een passage in een beekbedding. Ik heb intussen een mooi ritme beet. In een afdaling sluit ik aan bij een groepje waar het even goed toeven is achter een blonde nimf met een welgevormde derrière. Maar de plicht roept en ik zet mijn opmars in de wind verder. De doortocht op de versleten asfaltwegen tussen de weiden roept herinneringen op aan de 33 km van Battice en ik meen op verscheidene plaatsen delen van het legendarische parcours te herkennen. We draaien links op. Aan fel geblaf bij een landhuis leid ik af dat de jogger-labrador-combinatie een vijftiental seconden voorsprong heeft. Maar een kilometer verder ga ik het door de inspanning schuimbekkende dier en zijn begeleider voorbij en dit keer verdwijnen ze definitief uit mijn gezichtsveld en dit verslag. Aan kilometer 5 zien we in de verte de snellere deelnemers voor ons uit lopen. Dat blijkt even later de tweede helling van de dag te zijn. Op deze kuitenbijter staat bovendien tegenwind. Het is zwoegen maar dat doe ik kennelijk sneller dan de andere lopers in mijn buurt. Ik ga onder meer voorbij een dame in een lichtgroen PMU-shirt (PMU: paardenwedrennen), een grijsaard (Raymond Jungbluth?) en een freel jongetje. Een communicantje, denk ik, terwijl ik hem voorbijloop. Elf jaar is hij, verneem ik van zijn vader na de aankomst. Hij heet Sofian Ouadnouni. “Communicantje” is dus wellicht niet de juiste beschrijving… Nu volgt het laatste vlakke stuk. Het jongetje is mij op het plateau weer met lichtvoetige tred voorbijgesneld. Een fijnbesnorde deelnemer is mij eveneens voorbijgegaan. Moet ik meegaan of niet? Ik heb nog wat brandstof in de tank maar besluit toch maar reserves te houden. Yves Van Tomme – een kennis van de Condruzien van intussen twee jaar geleden – heeft me gewaarschuwd voor de laatste klim. Het jongetje houdt plots in en laat me voorgaan als we een smal pad induiken tussen de bomen vol stenen, geulen en putten. Snorremans daalt behendiger en neemt afstand. Dan begint de klim. En dat die steil is merk ik meteen als ik alle lopers die ik voor me kan ontwaren – zo’n viertal – stapvoets naar boven zie krasselen. Ik blijf lopen en moet alleen een tiental seconden op stapmodus overschakelen als ik door een vrouwelijke collega word opgehouden. Na vierhonderd meter is de zwaarste beproeving achter de rug. We nemen een bocht naar rechts. Na een korte verpozing op het vlakke gaat het nu op asfalt nog bijna een kilometer verder omhoog tot aan de kerk van Julémont. De laatste loodjes wegen tegen de verwachting in niet zo zwaar als gevreesd. Aan de finish, waar Jean-Louis Voss staat uit te hijgen, heb ik het gevoel dat er een scherpere tijd in zat maar deze keer stond het genieten voorop. Twee partjes sinaasappel en een snede peperkoek later ben ik al op weg naar huis.

De track met licht afwijkende gegevens …
[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/RK_gpx _2014-03-23_1102.gpx”]