Embourg E-jogging (CJPL)

zon 21/02/2021 11u * Embourg E-jogging (CJPL) * 10,2 km * 00:55:34 * 11 * 60/91 * 2/3 * ♥♥♥

Ik krijg de ritssluitingen van mijn sporttas niet meer open, te lang niet meer gebruikt. Die anekdote herinnert mij er op deze zondagochtend aan dat ik al bijna een jaar mijn spullen niet meer heb ingepakt voor een loopwedstrijd. Vandaag is het dan onverwachts weer zo ver. Na een mailtje van Servais Halders om eens een e-jogging te proberen. In Embourg waar de eerste manche van het CJPL-seizoen op het programma stond. En nog staat, maar dan in de vorm van een virtuele loop, individueel en met zelf gescande tijdsopnames. Geen samengetroepte massa aan de start, geen signaalgevers op het parcours, geen aankomstboog, geen speaker, geen douches … en vooral geen kantine. Je zou voor minder twijfelen. Ik heb ook vragen over het te lopen parcours. Ik bewaar niet echt goede herinneringen aan een passage in het bos van Embourg, een aantal jaren geleden. Maar als ik zie dat het voorgestelde parcours voornamelijk door woonwijken loopt, besluit ik het erop te wagen. Na een tussenstop in Moelingen, waar ik Servais oppik, een door de GPS geleide doortocht door Luik, een supersteile en smalle weg naar het plateau boven de Maasvallei, vinden we verder zonder problemen de Rue des Coquelicots en de Ferme de Mehagne, daterend uit de tijd dat hier nog landbouw werd bedreven. Hier vinden de feestelijkheden plaats. Ook al hangt er ongewild een begrafenisstemming. Tussen de enkele aanwezigen zie ik Michel Jeukens en Jean-Yves Culot. Dan toch twee gezichten die me herinneren aan betere tijden.
Nadat Servais zijn mummie-uitrusting heeft aangetrokken, gaan we op pad voor een verkenning. Op mijn vraag een verkenning van de laatste kilometers om een idee te hebben van de ondergrond in het bos. Dat loopt overigens met een sisser af. Ik vind het bos niet en dat van die laatste kilometers klopt ook niet. We vertrekken dan maar zonder verdere voorbereiding. Rond 11 uur. En daarmee zitten we ongeveer in het precorona-stramien. Ik vertrek een minuutje voor Servais. Dan zien we elkaar toch even tijdens de wedstrijd… We volgen overigens een verschillende startprocedure. Daarover meer op het einde van dit verhaal.
Hoe zullen de benen en de longen reageren op deze eerste wedstrijd na de gedwongen pauze van 2020? Ik ben wel actief gebleven tijdens de voorbije maanden en heb geregeld het lichaam op de proef gesteld met een zwaardere belasting. Maar de voorbije week heb ik maar wat aangemodderd. Te veel pijntjes links en rechts en vooral een onhandelbare rug. Hopelijk hebben mijn hersteltrainingen effectief tot een herstel geleid. De eerste 500 meter zijn licht dalend. Je hebt zo vanzelf een prettiger ritme te pakken maar ook daarna op de lange stijgende strook naar km 3 loopt het beter dan ik vooraf gevreesd had. Servais is me al lang voorbij. Ik hoorde zijn zware tred al snel achter me. Een halve kilometer verder is hij ook voorbij de man in het zwarte trainingspak die enkele seconden voor mij gestart is. Servais stoomt verder met een gemiddelde van 4’30”. Hij zal op het einde van mijn verslag nog even opduiken. De supporters van Servais kunnen de volgende alinea’s dus gewoon overslaan. Ik heb intussen al ruim kennis kunnen maken met het parcours. Dat kronkelt van links naar rechts, de ene straat uit, het andere steegje in, voortdurend op en af. Die hellingen zijn net kort genoeg om de vaart erin te houden. Tenminste in dit eerste deel van de loop. Ik kan me handhaven op zo’n 80 meter van mijn voorganger. Dat komt me goed uit want zo heb ik een leidsman in het voorstadslabyrint waar we in ronddraaien. Die moet het toch wel warm hebben, bedenk ik, op deze zonnige “lente”dag met een graad of veertien. Ik loop in T-shirt in wat als perfect loopweer kan worden omschreven. Aan de vierde kilometer krijgen we dan het eerste onverharde maar goed beloopbare pad langs de bebouwing. Daarna gaat het weer stevig omhoog op een smal pad. Daarnet zag ik een oudere vrouw met haar zoon (?) een wandelingetje maken in de zon. Het is hier nog zo stil op deze zondagvoormiddag dat ik mij de weinige mensen op mijn weg nog herinner. Er is zo goed als geen verkeer en dat maakt het nemen van de bochten en het oversteken van de wegen net iets leuker. De richting wordt aangegeven met dikke zwarte pijlen (zwart voor de 10 km-loop) op een wit plaatje dat meestal aan een verlichtingspaal of verkeersbord is bevestigd. En ze zijn er nog allemaal. Of toch niet. Ik had het daarnet al gehoord van twee lopers die zich afvroegen of ze niet een lus van het parcours gemist hadden want de afstand op hun track lag gevoelig onder de officiële afstand. Er was een pijl afgerukt. Dat moet hier zijn, op het einde van een steegje aan km 5,4. En nu? Ik kijk naar rechts een zie daar een pijl naar beneden. Ik volg die dan maar, ook al omdat de weg hier daalt. Driehonderd meter verder kom ik aan een rotonde die ik herken van bij het inlopen. Maar ik ben hier nog niet aan km 6 en dit is ten hoogste 2 km van de finish. Zit ik verkeerd? De man in het zwart voor me is intussen uit mijn gezichtsveld verdwenen. Toch maar verder. De kilometers beginnen stilaan te wegen en ik troost me met de gedachte dat ik er dan met 8 km vanaf ben. Niet in de uitslag, dan is het zo maar. Nog 300 meter verder ben ik al op weg naar de finish – op de Avenue François Bovesse waar ik daarstraks heb ingelopen – als ik in mijn rechterooghoek nog net een zwarte pijl opmerk. We moeten rechtsaf en zo kom ik dan misschien toch aan voldoende kilometers en ben ik toch op de juiste weg. Heel in de verte ontwaar ik dan nog even het silhouet van mijn voorganger en ben ik (voorlopig) weer gerustgesteld. We krijgen nog eens een langere strook voorgeschoteld met onder meer een haarspeldbocht. De dalende zevende kilometer levert me mijn snelste kilometertijd op. Nog een tweehonderd meter tussen de huizen en dan begint het weer te klimmen. Nu op het onverhard in of aan de rand van het bos. Daar is het bos waar ik daarstraks tevergeefs naar gezocht heb! De zwaarste kilometers komen eraan. Dat hebben we kunnen afleiden uit de tijden in het voorlopige klassement. Ik moet hier al even stapvoets verder en kom slechts met de grootste moeite weer op gang in een parkje. Nu gaat het echt het bos in. Rotspunten, boomwortels, ze liggen er. Maar ik loop hier alleen en heb de tijd en de ruimte om de valkuilen te ontwijken. We worden langs een smal hellend paadje gestuurd. Achter een bocht doemt plots een aarden muur op. Hier is geen ontwijken meer aan. Zelfs Servais moet hier zijn loopritme onderbreken. Boven zijn we snel weer tussen de huizen en kunnen we op zoek naar de finish.
Dat blijkt geen sinecure. Ik lees op mijn Garmin af dat ik al dicht tegen de 9 km zit. De officiële afstand zit tegen de 10 km aan. Uit mijn onderzoek op de Garmin-track van enkele deelnemers leid ik af dat ik rechtdoor had moeten lopen op de Rue des Cerisiers. Merkwaardig genoeg heeft Servais dezelfde fout gemaakt. Maar hij bereikte wel de finish langs de juiste weg. Ik neem in de buurt van de aankomst een afslag om niet nog meer overbodige meters te lopen. De fut en de snelheid is er nu toch al uit. Benieuwd of ik in de uitslag zal worden opgenomen. Ook omdat ik heb gekozen voor het doorgeven van mijn uitslag aan de hand van mijn Strava-track. Dat was de tweede mogelijkheid die het reglement voorzag. Het gros van de deelnemers, neem ik aan, heeft start en finish geregistreerd met de smartphone. Dan lijkt mijn systeem wel wat handiger. In elk geval Servais verliest aan de streep nog een minuut, foute toets ingedrukt…
En zo heb ik het in dit verslag meer dan me lief was over organisatorische randverschijnselen gehad. Toch blijft de globale indruk, ook van mijn conditie, gematigd positief. En dat zou dus kunnen betekenen dat ik de volgende maanden nog vaker in e-lopen zal van start gaan.
Oef, ik ben officieel opgenomen in de uitslag… En Servais kan ook tevreden, hij klopt me voor het eerst bij de veteranen 4.