Riemst Winterjogging

zon 07/02/2021 10u * Riemst Winterjogging * 10,1 km * 00:53:45 * 11,3 *

De gemeente Riemst zorgt voor een aangename verrassing in deze barre coronatijden. Een jogging. En dat, voor zover ik weet, voor het eerst in de geschiedenis. Heeft het te maken met de pandemie? Wil men de (sportieve) mens een hart onder de riem steken? Ongetwijfeld. En de geste wordt in dank aanvaard door de talrijke wandelaars en joggers die de oproep hebben beantwoord. Ondanks het miezerige weer zie ik hier alleen tevreden gezichten. Voor het overige verloopt alles volgens de geldende covid-normen. We vertrekken individueel of in kleine groepjes. Ik ben als eerste aanwezig van de zondagse Mergellopersgroep van Kanne met wie ik heb afgesproken om 10 uur. Vandaar dat mijn naam genoteerd wordt voor de contacttracing. Overigens blijft mijn contact met de Mergelloprs beperkt tot enkele minuten voor en na de loop, niet geheel onafhankelijk van mijn wil. Op het ogenblik dat Marie-Paule mij in de buurt van het Sportcentrum Hirtheren in Herderen aflevert, is er al volop beweging. Ik bots al meteen op een bekende, Peter Beirinckx, die alleen op pad gaat. Enkele meters verder word ik haast van de sokken gelopen door een trio, aangevoerd door een schepen. Die gaan er geen gezondheidswandeling van maken. Er zijn er nog anderen die vandaag eens voluit willen gaan. Ze hebben zich lang genoeg moeten inhouden. Zoals Andy Meyers die om 10 uur al staat te hijgen als een postpaard en Christophe Stevens die nog aan het nadampen is.
Ik heb even opgewarmd om al niet vanaf het begin door de Mergellopers achtergelaten te worden. De start uit gefingeerde startblokken helpt me meteen aan een tempo dat een stuk hoger ligt dan wat ik op training uit mijn oude kuiten kan knijpen. Dat leidt niet alleen tot jolijt van de Mergellopers maar ook tot een kleine voorsprong op genoemde Mergellopers. Ik jaag meteen op enkele tragere loopsters die ik snel inhaal. Die eerste strook op de ruilverkaveling gaat in dalende lijn en helpt me om mijn begintempo aan te houden. Maar de eerste van vele hellingen (zo blijkt later) ligt al te wachten. Ik probeer het tempo vast te houden en met de hulp van het licht dalende deel voorbij de Heiligenstraat haal ik 5’15”. Op de vlakke Vogelzangstraat kan ik daar nog enkele seconden onder. Niet ik dat een duidelijk idee heb van mijn tempo. Garmin zal me straks wel inlichten. Mijn maag heeft het ontbijt overigens nog niet verteerd en maant me aan tot enige reserve. Ik heb geen wedstrijdambities en heb dus niet mijn competitieroutine gevolgd, dat wil zeggen 4 uur op voorhand eten. Voor alle duidelijkheid, het is ook geen wedstrijd. Ik ben dus op de Vogelzangstraat. Deze scherpe draai naar rechts leidt naar Softfruit Meyers. Daar moeten we ook niet zijn. Maar ik vraag me wel af waar Wim uithangt. Zijn broer Andy wist het niet. Strava wel. Wim ligt nu in zijn zetel (dit bericht is niet naar waarheidsgehalte gecheckt) na een training om vijf uur vanmorgen, dus vannacht. Het valt mij op hoe netjes de ruilverkavelingswegen erbij liggen. Theo Huls heeft hoge en waterdichte trailschoenen aangetrokken, beducht als hij was voor de nattigheid in het veld. Niet nodig, zo blijkt. Is het parcours speciaal schoongemaakt voor de loop? De bepijling is alleszins state of the art. In de achtergrond hoor ik het luide gelach van de Mergellopers. Die hebben adem op overschot. Ik ga ervan uit dat ze die energie straks in snelheid omzetten en me zullen bijbenen. Dan kan ik nadien bij hen aansluiten of althans een poging doen tot. Voorlopig ben ik vooral in de weer om een ander groepje van de Mergellopers met Marijke Meyers, Tine Timmermans, Ilse Simons en Jo Ruyters bij te halen. Tine Timmermans is de dochter van Josette Pirlot die in de eerste jaren van Groetum veelvuldig mijn verhalen kleurde. Ik informeer even naar haar gezondheidstoestand (die is OK) en zet mijn weg verder. Stel u overigens niet te veel voor van die inhaaljacht op mijn collega’s Mergellopers. Dat mag u wel over het tempo van Kevin Beusen die daarnet kwam voorbijgestoomd. We zijn intussen voorbij de groene kabine gelopen, een landmark in deze open vlakte… voor wie er oog voor heeft. Tussen km 3,5 en 4,5 is het genieten van de afdaling in het winterse landschap. Rechts de kale wijnranken, links in de verte de donkergroene vlek van het Grootbos. Er valt nu geen neerslag meer uit de lucht. Voor de start waren ze er in de troposfeer nog niet uit of ze het zouden laten sneeuwen of regenen. Ze kozen dan maar voor een tussenoplossing, een sneeuwachtige regen of een regenachtige sneeuw. Ik heb nu zo’n 120 meter voorsprong op de Mergellopers. Te ver voor Daniël om nog een aanmoedigingskreet te slaken. Zo is hij wel, Daniël. Altijd eerst aan de anderen denken. Vanuit het dal van Membruggen worden we naar links gestuurd, een volgend knobbeltje op. Maar 300 meter verder worden we weer beloond met een afdaling met uitzicht op het Grootbos en rechts het wijnkasteel. Ik heb twee loopsters in de smiezen gekregen die ik voor het dal wil bijbenen. Kwestie van de motivatie levendig te houden. Gelukkig werken mijn benen goed mee vandaag. Na een korte hobbelige afdaling naar het kasteel volgen we even de vlakke Kasteelstraat in Genoelselderen. Een jonge juffrouw van ADD en wat later een oudere man lopen me voorbij. Die oudere man zal overigens wel een stuk jonger zijn dan ik. Ik zal hier wel weer de oudste gek zijn in het gezelschap. We worden langs een zijstraat door Genoelselderen gestuurd. Het begint hier meteen te klimmen maar vooral te bekoren. Ik bedoel het parcours. Een echte ontdekking, die asfaltweggetjes tussen het groen (of het bruin, maar dat is de schuld van het seizoen). Op die twee kilometer moet ik uiteraard enkele seconden prijsgeven maar het blijft redelijk ronddraaien. Boven komen we uit in de buurt van de rotondes aan de snelweg. In de bocht naar links kijk ik nog even achterom op zoek naar een groepje van … (ik kan het precieze aantal niet zeggen om de lopers in kwestie een coronaboete te besparen.) Het groepje is nog altijd niet te zien. Kijk, het is allemaal een stuk minder geworden met de ouderdom: de snelheid, de souplesse, het reactievermogen, de potentie. Maar het karakter is nog onaangetast. Ik bedoel het slechte karakter. Dat van mij dus. Als ze, de Mergellopers, me nu nog willen inhalen, zullen ze moeite moeten doen. Ik probeer mijn tempo vast te houden. En dat is hier een stuk moeilijker met de wind op kop. Er blijven nog 3 kilometer af te leggen. Dat zal dus 3 km vechten worden. De achtste kilometer wordt zelfs de snelste, met dank aan het licht dalend profiel. Een wandelaar bekijkt me met een zure grijns als ik voorbijloop. Het is geen pretje hier te wandelen. Isabelle is heel wat vriendelijker. Zij knikt naar me als ze me met een forse trad voorbijgaat, op enkele meters gevolgd door een jonge snaak. Oh ja, ik heb het over Isabelle Sluysmans, een vroegere regionale topper die bijzonder actief blijft in de Limburgse en Luikse lopen. Ze zal ook blij zijn nu ze even de platgetreden paden in Voeren kan verlaten. Ik verbaas mezelf met mijn kilometertijd in km 9. Wat Lodewijk XIV al wist, moet ik hier ook ervaren: Herderen ligt op een heuvel. De de la Brassinestraat (sorry voor de twee “de’s”), eerst de aanloop, dan de weg tussen de vervallen en gerestaureerde hoeven, hakt er flink op in. Het is weer aan het sneeuwregenen gegaan, meen ik me te herinneren. Ik sleur me tot op het kruispuntje met de Tolstraat en de Daalstraat. Daarna is het genieten tot aan de finish op de hoogte van de Sint-Jansstraat. Moet dat niet de Sint-Janstraat zijn, zonder de “s” achter Sint-Jan? Soit, het heeft geen belang. Ook terzijde, maar misschien nuttig voor een volgende editie, deze parcourssuggestie. Voor de hoeve Vrindts links de Haaghofstraat inslaan en dan een van de weinige resterende aarden paden nemen naar de aankomst. Te meer, omdat die goed beloopbaar is. Hoe dan ook, ik ben niet de enige die de “officials” feliciteert met het mooie parcours. Zou deze eerste (winter)jogging de prelude kunnen zijn van een competitiewedstrijd in de coronavrije toekomst? Herderen met zijn reliëf en zijn smalle en kronkelige paadjes lijkt sowieso op de kaart gelegd als locatie van een corrida. En voorts, grijpen mijn clubgenoten meteen naar de koffiekoeken.
De epiloog, mijn uitlooptripje terug naar Heukelom, is getekend door rugpijn. Ik sukkel dan toch tot thuis. En verbaas me verder over het feit dat er op het fietspad van de Tongersesteenweg meer water staat dan op de ruilverkavelingswegen. En daarmee heb ik na lange maanden nog eens een verslag geschreven. Hoognodig om deze vaardigheid in de vingers te houden.