Soumagne E-Jogging Bis (CJPL)

vri 02/07/2021 10u * Soumagne E-Jogging (CJPL) * 10,3 km * 00:56:47 * 11 * 10/18 * 1/1 * ♥♥♥

En zo ben ik vijf dagen na het debacle van vorige zondag weer in Soumagne. Daar moet je goed gek voor zijn, hoor ik sommigen al denken. Dat klopt. Et alors? Ik heb hier nog iets recht te zetten. En daar heb ik wel een flinke verplaatsing voor over. Om mijn bisnummer samen te vatten: ik heb nu de juiste afstand afgelegd zonder wegvergissingen, met een redelijk gevoel, dat de ellendige ervaring van vorige keer grotendeels wegwist. In de uitslag sta ik intussen weer tussen de mensen. Weliswaar als laatste van de grote jongens. Een minuut achter Nicolas Bynens. Op mijn waarde geklasseerd dus. Overigens prijken er nog maar acht namen op het scorebord. Dat is heel weinig. Mogelijk komen er nog enkele namen bij maar ook in de E-Jogging van de Nacht van Hoei is het armoe troef. Blijkbaar zoeken de meeste lopers hun soortgenoten op in de groepslopen die stilaan weer op gang komen. Maar daar is het aantal inschrijvingen noodgedwongen ook beperkt. De gouden tijd is nog niet echt terug.
Een verkenning is ditmaal niet nodig. Tenminste toch niet op het deel van het parcours dat ik vooraf binnen een redelijke tijdsspanne kan afleggen. In een sympathieke reactie op het verslag van de eerste versie ziet Wim Meyers mijn snelle start als een mogelijke reden voor mijn inzinking in het tweede deel. Maar ik volg ook dit keer mijn gevoel. Uit de vergelijking van de tijden blijkt dat ik de eerste 3 kilometer in haast dezelfde tijd afleg. Overigens had ik ook vorige zondag niet de indruk dat ik mezelf had vergaloppeerd in de aanvangsfase.
Even voorbij de kerk komt er een einde aan de lange afdaling door het dorpje Melen. Ik heb zelfs even kunnen genieten van het uitzicht op de koeien in de grote weide in de diepte en de huizen aan de horizon op de hoogte. Het is prettig loopweer, zonnig maar door een briesje niet echt warm. Dat win ik alvast ten opzichte van mijn eerste poging. De eerste forse klim heb ik al achter de rug. Ik verteer de overgang van afdaling naar klim beter dan zondag en kan zelfs de groet beantwoorden van de mevrouw die enkele ongewenste sprietjes uittrekt op de oprit van haar villa. Aan km 4,5 laat ik het asfalt achter me en zoek het bos op waar het bijzonder donker is. Over het beekje. Dat is blijkbaar nog niet het laagste punt want het gaat nog verder de dieperik in. Ik hou me met moeite staande op de glibberige keien van een pad. Niet alleen de ondergrond eist mijn aandacht op maar ook de bomen waarop de richtingspijlen zijn aangebracht. Ik moet hier in de buurt zijn waar het vorige keer mis liep. Dat moet de pijl rechts zijn. Nu kan ik wel met zekerheid zeggen dat de bewegwijzering erg slordig is. Mijn eerste reactie is opnieuw: rechtdoor lopen. Maar het moet hier linksaf zijn. Na vijftig meter hangt er weer een pijl. Maar die zie je pas als je vooraf de juiste richting uitslaat. Het pad begint hier te klimmen. Ik ben snel uit het bos en kom uit op een grote weide. Een streep platgetrapt hoog gras geeft de richting aan. En de pijlen die ik in de verte zie. Sinds ik op het onverhard loop is het tempo fors gedaald. Moeilijk beloopbare paden, hoog gras, draaipoortjes, het zoeken naar de bewegwijzering, dit is geen speedrun. Daar komt nu ook een fors stijgingspercentage bij. Op de overigens aangename Rue du Curé kan ik de wandelpauze tot een 100 meter beperken. Dit moet het weggetje zijn waar de pastoor vroeger kwam brevieren. Ik heb hier echter geen tijd voor geestelijke bezinning. Het is duwen om de laatste knik naar de Eglise Saint-André in Cerexhe te overwinnen. Eén last valt alvast van mijn schouders. Vanaf hier kan ik niet meer verkeerd lopen. Dank zij mijn “verkenning” van zondag. Want er zitten nog enkele verwarrende aanduidingen in de bewegwijzering. En ik was het al haast vergeten. Aan km 2, waar we moeten terugdraaien langs de Ravel, is de pijl die ik bij mijn afgebroken eerste poging niet had opgemerkt, nu zelfs helemaal verdwenen. Maar laat me nu maar bij de laatste 4 km blijven.
Bij de afdaling die nu volgt keren mijn gedachten nog even terug naar zondag toen ik het einde van mijn welgevulde carrière zag opdoemen. De twijfels zijn zeker nog niet verdwenen maar ik heb nu tenminste de zekerheid dat ik de finish ga halen in een aanvaardbare tijd. De omgeving is groen en rustig. En de ondergrond is gedurende een kilometer abominabel. Een vettige strook, en vooral kriskras neergegooide stenen en keien. Ruilverkaveling met zijn betonnen wegen voor de landbouw zijn hier niet. Dus hebben de landbouwers met eigen middelen voor stabiliteit gezorgd voor hun zware machines. Natuurliefhebbers, waaronder de joggers, betalen de tol. Ik verbaas me er zelf over dat er in mijn eerste verslag geen spoor te vinden is van die moeilijke passages. Waarschijnlijk omdat mijn inzinking de andere indrukken heeft weggevaagd.
Ik ben bezig aan de laatste klim van 700 meter. Ik zoek geen hoog tempo en probeer gewoon in mijn ritme te blijven. Een groet van een juffrouw met grote hond langs de lawaaierige autosnelweg rechts en zo kom ik aan het viaduct over de E40. Ik werp een blik op mijn Garmin. Nog een kwartier voor een dikke 2 kilometer om onder het uur te blijven. Het is “in de sacoche”. Ik had zelfs rekening gehouden met een tijd even boven het uur. Vanaf hier is het vlak op goed beloopbare paden en wegen. Maar de strapatsen van de snelle afdaling in het begin en de hellingen van het tweede deel zitten in de benen. Ik heb dit keer wel nog de energie om een tempo rond de 5’15” vast te houden. De meters verdwijnen onder mijn voeten. Net snel genoeg om een gemiddelde van 11 km/uur in de boeken te schrijven. Tenminste in mijn boek. De officiële tijd ligt wat hoger door de scanprocedure. Maar dat is niets nieuws. Slotsom van mijn tweede bezoek aan Soumagne: ik red nog net de drie hartjes.
En zo kreeg u een tweede verslag voor de prijs van één…