Jogging Nocturne Roclenge

vri 02/09/2022 21u * Jogging Nocturne Roclenge (CLAP) * 8,1 km * 00:41:38 * 11,7 * 30/60 * 1/1 * ♥♥♥♥

De kleinschalige jogging van Roclenge valt precies op de juiste datum om een door omstandigheden competitieloos weekend te overbruggen. Dat de loop plaats vindt in een grensgemeente van Riemst en bovendien aan de rand van mijn trainingsgebied, is mooi meegenomen. Een probleempje – of probleem – het is een avond-, zeg maar nachtwedstrijd. Normaal gesproken, geen spek voor mijn bek. Maar de loop volstrekt zich volledig op verharde wegen en heb ik kunnen verkennen. Vorig jaar als filmer, deze week ook als loper. Helaas niet volledig, zoals ik voor de start te weten kom. Dan maar hopen dat het goed afloopt. In elk geval is dit de eerste “nocturne” in mijn lange carrière. Afgezien van de corrida’s maar die gaan over rondjes van hoogstens 2,5 km in een goed verlichte stad. De primeur is dus voor Rukkelingen, zoals het dorp heette in de Limburgse tijd (tot 1963) en zoals het ook nog in de volksmond wordt genoemd.

Waarom ze hier in Roclenge voor een avondloop opteren is me niet duidelijk. Als “bijproduct” van de kermis? Maar die is nog niet open. Of misschien om het verkeer te ontlopen? Dat lukt wel. In elk geval, ze zijn aan hun vierde editie toe. Organisator is Stéphanie Meylemans, dochter van de baas van de MJ-sportwinkels in het Luikse. Er zijn dit jaar wat minder deelnemers dan vorig jaar toen de sportactiviteiten weer op gang kwamen na de corona-periode. Zijn er wel : de Trenara-boys en girls van Millen en Tongeren, Bert Ernest van Herderen en mijn achterbuur en Mergelloper Martin Kossig. Daarnet heb ik na twee jaar corona-onderbreking Patrick en Fabienne Renard opnieuw ontmoet. Vanavond nog eens van de partij maar dan wel als supporter van jongste zoon Clément. Nog maar een “espoir” maar wel derde in de totaaluitslag.

Babbelen voor de start

De temperatuur is nog aangenaam als we ons in beweging zetten aan de chrono-wagen van O’Top Services. We maken eerst een lusje van 1300 meter in Boirs, meer in westelijke richting of als u wil, stroomopwaarts in de Jekervallei. De wegen zijn biljartvlak op een glooiing na wanneer we even van de Jeker weglopen. Het pad langs de Jeker, 400 meter lang, is overdag leuk maar ’s nachts verraderlijk vanwege het bultige asfalt. Zoals Martin Kossig enkele keren mag ondervinden. Hij loopt vanaf de start in mijn spoor en aast duidelijk op revanche na zijn mindere tweede helft in de Tour van Spaen. We komen opnieuw op de Rue d’Once, terug richting Roclenge, waar we nu rechts afbuigen naar de Rue des Bannes. We moeten even over een bultje bij het oversteken van de Rue Jean Derriks. Maar daar is het al gebeurd. Na iets minder dan drie kilometer en nadat we samen nog een deelnemer hebben ingehaald acht Martin zijn ogenblik gekomen. Hij verhoogt het tempo dat tot nog toe rond de 5′ per km schommelde en laat me achter. Hij veroordeelt mij – en zichzelf – tot een eenzame tocht in de duisternis. Voorbij de Ecole Saint-Joseph, hartje Roclenge, en de bevoorrading aan km 3,5. Het beton op de Rue du Grand Brou kan me niet bekoren. Niettemin ben ik best opgetogen over mijn tempo en het daarbij horende gevoel. Een fotograaf vecht met zijn toestel om me op de sensor te vangen. Een bocht naar links en dan naar rechts. Dit is de “bifurcation”, de splitsing, voor de 10 km. De 10 km? Wat is dat toch maar? Is het nu, in deze tijden van sporthorloges, zo moeilijk om de juiste afstand aan te geven? In de officiële CLAP- communicatie heeft men het over 10 km. Op het “bifurcation”-bord voor me staat 9 km aangegeven. En de uiteindelijke afstand is 8 km en nog wat meters. Laat ik de afstand maar vergeten en me concentreren op de route. Het is intussen zo goed als donker en de afslag naar een betonnen (Ravel?)pad is moeilijk in te schatten. Bovendien word je verblind door het felle tegenlicht van een voertuig(?) van de seingever. Het eerste deel van het pad heb ik daarnet nog verkend. We komen hier langs een vijvertje. Ik lees op de kaart dat het een oude Jekerarm is. De vijverkant is afgezet met dranghekken. Geen overbodige luxe, zoals de toortsen die wat licht werpen op de kronkelende weg. In elk geval prijs ik me gelukkig dat ik mijn sportbril heb opgezet en een borstlampje draag.

Een schim in de duisternis

Ik heb geen idee waar ik me bevind. Rechts van de Aldi, dat weet ik, maar wat levert me die kennis op… Garmin en Google Maps leren me later dat we uitkomen op de rijweg van Bassenge (Bitsingen) naar Houtain-Saint-Simeon. En dat is maar enkele meters van een trainingsroute die ik wel eens neem. Ik heb even moeite om de richtingaanwijzigingen van de twee dames signaleuses te interpreteren maar kom dan toch weer op een kleinere weg terecht. In feite volgen we nu min of meer de Jeker gedurende een kilometer. Niet dat ik daar tijdens de loop een idee van heb. Die vijfde kilometer duurt voor mijn gevoel overigens een stuk langer. We lopen nog altijd in een groene omgeving. Hier staan enkele mensen in hun tuin. Hun aanmoedigingen geven mij in elk geval de zekerheid dat ik nog altijd de juiste weg volg. Het rode stipje – het knipperende ruglampje van Martin – wordt almaar kleiner. Als hij het tenminste nog is. Hij zal aan de finish al minstens vier concurrenten hebben ingehaald. Met een voorsprong van 1’18” is de mindere prestatie van Spouwen uitgewist. Met een gemiddelde onder de 5’/km. Die van Heukelom Dorp is stiekem jaloers op die van de Heukelommerweg. Aan km 5 krijgen we een eerste zachte helling van 500 meter voorgeschoteld. Maar ik blijf een mooi ritme aanhouden. Als de signaalgevers nu nog wat actiever zouden zijn aan de richtingveranderingen… Ben ik hier niet op de Rue Vinave? Op het einde, aan de kerk van Bitsingen, herken ik mijn trainingsroute. Daar word ik rechts opgestuurd. Verdorie, dat betekent de lange klim langs de grot en straks de bocht naar rechts voor nog een stuk omhoog tussen de velden. Mij bekend van mijn marathontrainingen van weleer. Gelukkig blijven de benen goed ronddraaien. Voor de bocht waar de kapel in het licht baadt en de signaalgevers er gemakshalve vanuit gaan dat we zelf wel onze weg zullen vinden, haal ik een MJ-juffrouw in.

Met Martin Kossig aan de drankentafel

Voor het eerst in 4 km ben ik weer in de buurt van een lopend wezen. Ik verbaas me over de (relatieve) snelheid waarmee ik haar passeer. Eens te rade gaan bij Garmin: ik heb de klim van 1,3 km afgelegd met een gemiddelde net onder de 11km/uur. Mag ik mezelf een schouderklopje geven? Er nadert een auto. Gelukkig maar de tweede van de avond. Verblind door de koplampen wijk ik uit naar de andere kant van de weg. De benen beginnen dan toch vermoeidheidsverschijnselen te vertonen als ik de top nader. Een scherpe bocht naar rechts. Daar wacht de afdaling naar de streep. Op de Rue Droit Thier is het full throttle naar de Jekervallei. Nog even opletten voor enkele bobbels in het asfalt. Dan de rijweg over. Ik ben er niet helemaal gerust in. Dit is een drukke weg. Maar de politie waakt. Ik blijf me erover verbazen hoe de Waalse organisatoren erin slagen de medewerking van gemeente en politie te krijgen voor een “doordeweekse” stratenloop. Nog enkele snelle schreden in de straten rond de Place Piron voor ik plaats 30 – precies in het midden van het deelnemersveld – mag opeisen.

Geen douches, (voorlopig?) weinig animo in de tent en al helemaal niet op de kermis. Dan maar meteen naar huis. Nagenieten is voor de volgende dagen…