Ans (CJPL)

zon 17/03/2019 11u * Ans (Challenge de la Province de Liège) * 10,2 km * 00:54:48 * 11,2 * 137/188 * 3/5 * ♥

Toen ik me vorige dinsdag op gang trok voor mijn traditioneel herstelloopje bleek de zware tocht van Sprimont nog niet, of beter helemaal niet, uit mijn knoken te zijn verdwenen. De eerste kilometers op beton in Sprimont op de harde trailschoenen hebben een verwoestend effect gehad op mijn rugspieren, tenminste dat is mijn verklaring voor de pijn in de lage rug. Donderdag is het zo mogelijk nog erger. Ik sla de vrijdagtraining over om zaterdag nog even een testloopje te doen om uit te maken of ik überhaupt wel van start zou gaan in Ans. Het is een dubbeltje op zijn kant, maar ik heb geen zin in een zondagtraining en beslis dan toch maar naar Ans te trekken. Ik zal er alvast mijn maatjes van de Challenge van de provincie Luik (CJPL) treffen. Om vijf uur in de ochtend schiet mijn rechterkuit dan nog in een kramp. Om het met een understatement te zeggen: een grootse prestatie zal er vandaag niet inzitten.

Ans 1


De GPS leidt ons feilloos naar het veld van een niet nader geïdentificeerde voetbalclub. Dat is een andere startplaats dan vorig jaar. De installaties zijn dringend aan een opknapbeurt toe. Langs het veld zijn er nog sporen van een assepiste te zien. “Ik heb hier vroeger nog crossen gelopen” vertelt René Eggen me. Zelf zal hij vandaag niet meedoen, ziek. Maar toch vanuit Retinne naar hier gekomen …met een zak aardappelen, prei en andere groenten. Neen, de man is geen amateur-tuinier maar hij is zo vriendelijk om Servais Halders alsnog zijn prijs van Banneux te bezorgen. Die heeft daar trouwens een nog sterkere prestatie geleverd dan we van hem al gewend zijn. “Ik loop daar nooit meer” is daarentegen de reactie van René. Volledig mee eens, voor wat mij betreft. Maar laten we bij Ans blijven. Er staan hier vandaag drie generaties van de familie Hertogen aan de start. Vader-grootvader Willy, zoon-oom Ronny en kleinkind-neefje Robbe. Willy en Robbe kapen de hoofdprijs weg in hun respectieve leeftijdsklasse. Ook enkele Tongenaren hebben de weg gevonden naar de Luikse voorstad. Ze zijn na de wedstrijd weer even snel weg als ze gelopen hebben tijdens de wedstrijd. Zij horen bij de toplopers vandaag. De enige blijver Stijn Vanderbeuken zal overladen met de prijzen van zijn club- en/of stadsgenoten naar Tongeren terugkeren. Deze laatste zin moet evenwel niet letterlijk worden opgevat. (De verklaring volgt op het einde van het verslag.)
De piepers hebben net hun 2 km-wedstrijd gelopen. Nathan Piscart, het zoontje van Françoise, die ik hier voor het eerst in competitie zie, is vijfde geëindigd. Maar te oordelen naar de hevige aanmoedigingen van de moeder, mogen we in de toekomst nog beter verwachten. Ik heb intussen een uitgebreide maar voorzichtige opwarming achter de rug. Ik zoek Bernard Marot op, ergens midden in het wachtende peloton. Hij staat er in het gezelschap van zijn v3-collega’s, de twee Rogers, Archambeau en Mennicken. Als het allemaal een beetje meevalt zou de sympathieke inwoner van Chênée wel eens de ideale gangmaker kunnen zijn. Zonder dat ik een duidelijk startsignaal heb gehoord, zie ik de rijen voor me in beweging komen. We beginnen eraan. Ik ben het spoor van Bernard meteen kwijt. Ik zie alleen nog even zijn korte beentjes rondwentelen voor hij door de massa wordt opgeslokt. Eerst een halve baanronde op een nieuw asfaltpad langs wat eens een atletiekbaan was. We verlaten het voetbalveld langs een smal poortje waar we al meteen kunnen (en moeten) uitblazen van de eerste 250 meter. In de volgende kronkelende hectometers door een woonwijk legt mijn pijnlijke rug meteen zijn wet op. Ik kan en durf geen wedstrijdtempo aan. De helft van de deelnemers die achter me stonden aan het vertrek zullen me in de volgende twee kilometer voorbijlopen. Luciano Battistini is wel rustig van start gegaan maar hij laat me ook meteen achter. Ik kan de feiten alleen passief ondergaan. En hou me bezig met lichte aanpassingen aan mijn kledij. Handschoenen uit en aan, mutsje strak over de oren of iets hoger opgetrokken (wat lichtjes lachwekkend overkomt, zegt Marie-Paule). De zon kan flink uit de hoek komen als de wind meezit maar na een bocht voelt het door de gure tegenwind weer kouder aan. Na een strook Ravel krijgen we 200 meter onverhard onder de voeten. De wortels en putten in het pad drukken mijn tempo nog meer. “Tu te promènes?” (ben je aan het wandelen) vraagt Chrsitian Vandevenne terwijl hij voorbijschuift met een clubgenoot. “Jij doet het ook langzaam aan” roep ik hem nog na. “Gisteren pas teruggekomen van het skiën” is zijn verklaring. Ik herken het parcours van vorig jaar maar nu bereiken we het Parc philosophique en verder de kerk van Alleur vanuit een andere richting. We draaien en keren door Alleur en dwarsen aan km 4 een parkje dat leidt naar de Route Militaire. Eric Stassen van Valmeer is er dit jaar niet bij, hij kan zich ditmaal niet van weg vergissen aan wat toen de splitsing was van de korte en lange wedstrijd. Maar nu overkomt het een andere kennis, later in de wedstrijd. De ongelukkige is veteraan 4, Pierre Hulsmans van Zonhoven die de verplaatsingen naar de challenge van Luik met de trein maakt en daarna met de vouwfiets pedaleert naar de plaats van vertrek. Dan kom je van zover, let niet op en volg je drie andere droomkoppen. We draaien linksaf na een licht oplopende fietspad langs een rijweg in Alleur. Dit is al het derde parkje of groene vlek in dit voorstedelijk gebied. De organisatie maakt dus haar claim waar van loop “à travers parcs”, parken in het meervoud. Ik verlies intussen geen plaatsen meer, kan een tempo van 11 km per uur vasthouden maar bij een poging om te versnellen roept mijn rug mij meteen tot de orde. Intussen ben ik me het hoofd aan het breken in welke wedstrijd ik zoals vandaag langs het sportcentrum François Heine ben gepasseerd. Ik gok op de halve marathon van Alleur en vind later de bevestiging in mijn Garmin-archief.
Aan de bevoorrading, precies aan het fictieve kilometerbord van de 5 km, komen we in open veld. Van de voorspelde windkracht van 5 Beaufort heb ik nog niet veel gemerkt in de voorbije kilometers. In de oplopende strook richting Lantin manifesteert de wind zich uitdrukkelijker door het gekletter van het loshangende nummer van een loper in mijn buurt. Ik haal nu de ene loper na de andere in, alhoewel dat op de lange rechte wegen vanaf de bocht in Lantin (km 5,3), wel enige tijd vergt. De deelnemers lopen erg verspreid en ik moet me beperken tot een vast tempo dat op het vlakke rond de 5’20” schommelt. Trainingstempo, dus. Ik tel de kilometers af op de lange, tergend oplopende Rue Al’Trappe langs een bedrijvenzone tussen Lantin en Rocourt. De kleurrijke logo’s van de bedrijven zorgen voor enige verstrooiing van de geest. Rechts ligt de industriële bakkerij van Point Chaud. Hebben jullie ooit gehoord van “gaz chromatography”? Dat wordt hier geproduceerd. Het is maar dat jullie ook nog wat bijleren van mijn verslagen. We lopen nu weer een woongebied binnen. Het blijft nog een heel stuk rechtdoor gaan. Op alle kruispunten staan signaalgevers geposteerd. Het parcours in semi-stedelijk gebied vereist tientallen signaleurs. Chapeau voor de organisatoren (de VZW Coeur Ansois) die een legertje aan vrijwilligers hebben gemobiliseerd voor deze jogging. Jammer dat heel wat deelnemers uiteindelijk vooral de lullige fout op het einde zullen onthouden. (Zie opnieuw eind van het verslag). We zijn intussen aan km 7,5, aan de rand van Rocourt. We worden daar meteen naar rechts gestuurd voor een nieuwe rechte streep van bijna 2 km. Op dit Ravel-fietspad heb ik vier jaar geleden een “chasse-patate” ondernomen op Mario Smolders in zijn beste dagen. Toen wilden de benen niet mee. Nu speelt de onderrug me parten. Versnellen lukt niet, het tempo vasthouden wel. Dat tempo is hoger dan dat van de lopers in mijn buurt en ik kan dus mijn positie in het laatste kwart van het peloton lichtjes verbeteren. De passage onder de autoweg is me bekend van de Decathlon-loop van Alleur. Zo is dit parcours een combinatie van stukken van andere wedstrijden hier in de buurt. Mijn vrienden hebben het na de wedstrijd over de wind die in deze laatste Ravelstrook tegenwerkte. Dat is me niet opgevallen. Ik heb eerder het gevoel dat ik afgeremd word door de lichte maar constante stijging van de route. Hoe dan ook, ik ben niet echt aan het genieten. Er mag stilaan een einde komen aan mijn zondagse “trainingsloop”. In de laatste anderhalve kilometer komen we weer op het parcours van het begin. Ik mag dan wel niet de lichamelijk fitheid hebben van mijn goede dagen, in het zicht van de aankomst krijgt de competitiedrang toch weer een opstoot. Ik haal nog enkele lopers voor me in, onder meer Julie Beulers. En net voor het kleine poortje waar we daarstraks stilstonden, grijp ik Raphael Jurkowski bij de lurven. Alleen Fatih Eseb is sneller op het asfaltbaantje naar de finish. Maar de veteraan 1 moet dan ook de slogan van zijn club waarmaken. Dat is “Ans en forme”. Zelf was ik dat vandaag niet. Ik heb de schade nog kunnen beperken en hoop alleen dat ik mezelf niet meer schade heb berokkend door toch te starten. Ik heb het risico toch genomen en bestraf me achteraf dan maar met het aftrekken van een hartje in mijn quotering. Bernard Marot, en de veteranen 4 Willy Hertogen en Joseph Boursie, zijn min of meer in elkaars gezelschap anderhalve minuut geleden over de streep gekomen.

Ans 2


“Op de tast” naar de kleedruimtes. Geen bordjes, ook niet “Femmes”, “Hommes”. Dat laatste loopt maar net goed. Een dame die vol overtuiging de deur van ons lokaal opent, sluit deze met nog meer overtuiging, vergezeld van een gilletje. De douches kunnen wel een grondige schoonmaakbeurt gebruiken. “Les Flamands sont plus propres” zegt een Franstalige kennis me later. We hebben wel warm water, wat in de andere lokalen ook wel even anders is. De keuze voor de nieuwe locatie is me een raadsel. Vorig jaar hadden we wel state of the art-kleedruimtes in de Hall des Sports Henri Germis. Het nieuwe parcours biedt ook geen meerwaarde. Mogelijk spelen veiligheidsverplichtingen of andere logistieke redenen een rol. In afwachting van de prijsuitreiking staan we met zijn allen opeengepropt in een te kleine kantine. De Val-Dieu smaakt – de prijzen voor het bier en de broodjes liggen overigens ook boven het challenge-gemiddelde – en we kunnen weer lekker wat ouwehoeren over onze glansprestaties in een ver verleden. Een van de gesprekspartners is Joseph Boursie van Kelmis, zoals zovele Ost-Belgier, perfect drietalig. We worden naar buiten geroepen voor de prijsuitreiking. De hele gesprekstafel van daarnet valt in de prijzen. Stijn Vanderbeuken ook, jullie hebben al in de inleiding gelezen hoe hij dat heeft klaargespeeld. Dat die anderen van Tongeren maar blij zijn dat Stijn wel gebleven is. Overigens heeft hij hier ook een degelijke prestatie neergezet, hoewel hij er zelf niet helemaal tevreden over is. Enfin, de prijsuitreiking dus. Die echter een gênante wending neemt door een fout van de organisatie. Ze zijn (of iemand is) vergeten de prijzen af te halen bij de Decathlon. Alleen de restaurantbonnen kunnen onmiddellijk worden uitgereikt. Servais Halders kan zich wel meteen gastronomisch laten verwennen. De noodoplossing: de winnaars moeten hun naam en telefoonnummer opgeven en zullen later verwittigd worden om (zelf?) hun prijzen af te halen in de sportwinkel. Jammer, het is als een wrat op de neus van een mooi meisje… Je kan er niet langs kijken. Maar goed, ik wil me niet druk maken over deze vergetelheid en bovendien weet ik hoeveel moeite het kost om een organisatie als deze op te zetten. Per slot van rekening krijgen we voor enkele luttele euro’s een voormiddag sportieve ontspanning en gezelligheid aangeboden. Mijn hart blijft kloppen voor “le coeur ansois”…

(Foto’s Marie-Paule. Foto 1: Start met Jo Vrancken op de eerste rij, groene schoenen en w