Brustem (Challenge hesbignon)

zon 15/06/2019 19u30 * Brustem (Challenge hesbignon) * 10,9 km * 00:51:59 * 12,5 * 87/262 * 2/3 * ♥♥♥♥

We trekken ditmaal westwaarts voor een hagelnieuwe jogging. In de auto ligt de nieuwe vouwfiets van Marie-Paule. Het glooiende landschap in de fruitstreek biedt Marie-Paule de kans het fietsje uit te testen dat ik heb overgehouden (dat zij heeft overgehouden) aan mijn gelukkige beslissing om in Borlez van start te gaan en te blijven voor de tombola. De oostelijke poort tot Sint-Truiden gaat open voor de Hesbignonlopers en een grote schare vrijetijdsjoggers uit de omgeving. Hier in Brustem willen ze de “klein kermis” een sportief tintje geven met een loopwedstrijd. Dat lees ik in een inleidend stukje in Het Belang van Limburg. De initiatiefnemers verzorgen hun communicatie. Maar meer nog dan de tekst maakt de bijhorende foto indruk: Jos Biets die als een veldheer voor een groep wandelaars over de Haspengouwse velden schrijdt.

De connectie met Jos, zelf van Brustem afkomstig, is voor de nieuwe organisatoren de beste introductie in de Challenge hesbignon. Want zoals Buvingen wordt ook Brustem gelopen in het kader van deze Waalse Challenge. Qua parcours hoort de nieuwe wedstrijd perfect thuis in dit criterium. Zoals ook in Buvingen en daarvoor Mielen-boven-Aalst hebben de Zuid-Limburgers wel enkele leuke plaatselijke accenten geplaatst. Die later in het verslag nog in detail aan bod zullen komen. Door de link met het dorpsfeest ligt de datum vast. Het toeval wil dat die samenvalt met de Aterstaose Jogging in Tongeren, hier nauwelijks 20 km vandaan. Noodgedwongen zullen de Victors Cup-deelnemers hun zweet laten in de buurt van de Sint-Lutgardiskerk en niet van de Sint-Eucheriuskapel. Dus bijvoorbeeld geen Jean-Pierre Immerix in Brustem, om maar één trouwe Cuploper te noemen. Anneke Royen zal er ook niet zijn, stel ik onderweg vast, als ik haar in Bommershoven op training zie. De familie Meyers-Raymaekers heeft zich in tweeën gesplitst. Linsey en (schoon)broer Andi treden aan in Tongeren, Wim gaat van start in Brustem. En bevestigt er zijn toptien-plaats van Borlez, veertien dagen gelden. De Vasapolli’s en de Cabo Reguera’s van deze wereld, zijn rechtstreeks concurrenten, zullen nu wel weten welk vlees ze in de kuip hebben. (Alhoewel die beeldspraak beter zou passen bij broer Andi). En dan zijn er nog die beide wedstrijden lopen, het echtpaar Patrick Nijs-Nora Schoefs bijvoorbeeld. De 5 km, zowel in Tongeren als in Brustem. Het tijdsschema van de twee wedstrijden laat dat net toe. Maar ook anderen komen niet met frisse benen aan de start. Marc Tutelaire en Ludo Wuyts hebben nog de Landense estafette in de kuiten zitten. En ze zijn niet de enigen. Maar iedereen bereidt zich voor of niet voor, zoals hij verkiest.
Bij een nieuwe organisatie ben je altijd wat kritischer. De aanduiding met pijlen (vanuit richting Tongeren alleszins) is zonneklaar. Het zoeken van parkeerruimte wordt aan de creativiteit van de deelnemers overgelaten. Patrick Renard is even de weg kwijt geraakt in het labyrint van de deels afgesloten Brustemse straten. Wij hebben een plaatsje gevonden aan het voetbalveld. De nabijheid van de kleedkamers is toch al mooi meegenomen. Het is ook even zoeken naar de startplaats tussen de kermisattracties. Het zal hier wel zijn waar al het volk samentroept. Vertrekken we samen met de 5km-lopers? Het antwoord krijgen we luttele minuten voor de start. Eens de wedstrijd op gang geschoten is de organisatie overigens vlekkeloos. De laatste kilometers kronkelen door het dorpscentrum. Na mijn verkenning heb ik de geruststelling dat de bochten me straks niet meer zullen verrassen. En ben ik onder de indruk van de dorpsverfraaiing. De renovatie van het dorpsplein zou trouwens pas onlangs voltooid zijn. Ook van Waalse stemmen hoor ik hoe netjes het hier overal uitziet.

Brustem 2


Ik probeer midden in de massa voor het vertrek een idee te krijgen waar mijn voornaamste uitdager Roland Vandenborne zich bevindt. Geen grijze haardos te zien, althans niet degene die ik zoek. Hij is er nochtans, dat wordt me bevestigd door Kris Govaerts, ook een van die stakhanovisten die gisteren in Landen aan het werk waren. In de eerste honderden meters zoek ik mijn weg tussen de vele deelnemers met hoge nummers (de eenmalige deelnemers). Ik heb meteen een stevig tempo te pakken, ook al om Roland snel in beeld te krijgen. Na 1 kilometer verlaten we de dorpsstraten en komen we in de wijde natuur, dat betekent hier weiden, velden en vele laagstamplantages. We trekken hier twee rechthoeken, een van 2,4 km en een van 3,7 km op ruilverkavelingswegen.
Na 3,5 km passeren we de eerste bevoorradingspost. “Dieje dreeeinkt né” zegt de dame als ik haar voorbijloop zonder de hand uit te steken naar het bekertje dat ze me aanreikt. Sorry mevrouw, ik heb het te druk, ik zit achter Roland aan. Die meen ik daarnet te hebben opgemerkt. De loopstijl van de man met zijn kleine pasjes leek in elk geval op die van Roland. Of hij het echt was, weet ik nog niet. In elk geval, die loper heeft meer voorsprong genomen en is nu helemaal niet meer te zien. En om mijn verhaal over Roland helemaal af te maken, ik zal geen glimp (meer) van hem opvangen tot na de finish. Waar hij meteen weer in de weer moet voor de organisatie. Ik blijf dus tempo maken maar dat gaat niet zonder (veel) moeite. De benen doen pijn, het karakter moet overnemen op de lange rechte stukken. We hebben daarnet even de graskant moeten nemen om een waterplas te vermijden die door de regenval van de voorbije dagen de afmetingen van een olympisch zwembad heeft aangenomen. Hoe dan ook, ik haal wel wat lopers in. Een van hen is Jonathan Bellaire, een veteraan 1, die ik vorig jaar ontdekt heb op Strava. Toen remonteerde hij me in de laatste rechte lijn van de atletiekbaan in Hannuit. Nu kan hij mijn tempo niet volgen. Bijna aan km 4. Daar duikt een helling op. Ik ben erop voorbereid na een grondige studie van de trainingstrack van Mario Smolders. De top lijkt recht voor ons te liggen. Om er te geraken moeten we een helling tot bijna 5% overwinnen. Ik win terrein op de lopers voor me. David Baerts krijg ik te pakken op de steilste strook. Boven draaien we naar rechts. Oef, dat hebben we achter de rug. Euh… het blijft hier klimmen. Nog zo’n 250 meter.
Dan is het echt de afdaling. Het hogere ritme geeft mijn benen precies wat tonus. De Garmin noteert 4’35” voor kilometer 6. Even een akkefietje met een loper in het oranje (van het team van winnaar Patrick Philippe?) die me weer inhaalt nadat ik hem ben voorbijgegaan. Misschien zonder het zelf te beseffen snijdt hij me plots de weg af. Ik zoek dan maar de rechterkant van de weg op en kan dan toch definitief afstand nemen. Het is aangenaam lopen in Het Hemelrijk (dat is de naam van de weg in kilometer 6). Bomen aan de linkerkant bieden wat schaduw. Het mag dan al acht uur zijn, er hangt nog veel warmte boven de betonnen paden in het Brustemse veld. Ik herken de volgende bocht naar rechts, we zijn hier vlakbij het voetbalveld. Kilometer 7 loopt in het begin weer licht omhoog. Ik kan een mooi tempo blijven ontwikkelen en haal dan toch de dame in die van in het begin van de afdaling aan km 5,2 zo’n vijftien meter voor me uitdraaft. Ik ken de jongedame al lang, van de CLPA-loop in Héron in 2015, toen nog met Gerard Thiessens. Zij is een pupil van Patrick Philippe, luistert naar de naam Ajla Topalbegovic en eindigt de laatste jaren ver voor me. Aan de bevoorrading boven neem ik nu wel een slokje. Ik heb het gevoel dat ik net mijn beste kilometer achter de rug heb.
We zijn nu weer in het dorp. De vermoeidheid kruipt in de benen (niet te verwarren met de pijn die mij de hele loop heeft vergezeld) en dat voel je dubbel op het vals plat in een woonstraat. Het beton is grotendeels voorbij. Asfalt, klinkers en gras vangen onze stappen op tijdens de doortocht in het dorp. Hier staan ook weer mensen langs de weg. Ze hebben hun huizen verlaten om ons aan te moedigen… correctie, om naar ons te staren. Wil Jos Biets of een van de mij onbekende organisatoren de Brustemnaren eens in de oren fluisteren dat sommige (de meeste) lopers wel eens graag een aanmoediging krijgen? Net voor de achtste kilometer worden we rechts een graspad op gestuurd langs en in een perenaanplanting. (Het kunnen ook appelen geweest zijn.) Het is wel aanpassen, kilometerslang harde ondergrond en dan plots zacht en hobbelig gras. Een betonvreter als Wim Meyers heeft ook even moeite om een stabiele tred te behouden. Nu, de parcoursbouwers in dit deel van Limburg houden wel van de afwisseling beton-gras en leggen deze variatie graag in hun omlopen. Ook in de volgende twee kilometer zullen we niet doodgaan van verveling door een voorspelbare route. Opnieuw even op een woonstraat, dan richting voetbalveld. We ronden het terrein van Brustem VV (eigenlijk KVV Zepperen-Brustem) eerst op grind, dan weer op gras. We zijn nu vlakbij de finish maar er wacht nog een rondje door het centrum van Brustem. Goed gevonden wel, die kronkels na de strakke lijnen van de eerste wedstrijdhelft. Het vervolg van de loop voelt aan als een bezoek aan Brustem. Dat zal ook wel de bedoeling zijn… Aan de botsautootjes linksaf (het is daar kermis als je het zou vergeten zijn), Dan over een fraai wandelpad in klinkertjes dat zich rond de gerestaureerde Eucheriuskapel slingert. Van het romaans zaalkerkje uit de twaalfde eeuw brengt de smalle Kapelhof ons naar de dorpsstraat. We steken over aan km 9,3. Toeschouwers genoeg daar, applaus afwezig (maar misschien hangt het van mij af). De lussen in de smalle straatjes bevallen me wel maar de klim tussen de kerk links en de burcht rechts daarachter herinnert me eraan dat ik er al 9 kilometers in een strak tempo heb opzitten. Marie-Paule heeft zich hier geposteerd en vuurt me nog even aan voor de laatste kilometer. Dit verhaal is al te lang maar ik wil de onwetende lezer (die ik ook zelf ook was tot ik dit verslag begon) niet onthouden dat de burcht, “de donjon”, in 1170 door de graaf van Loon is opgericht als versterkte voorpost tegen de stad Sint-Truiden. De verdere geschiedenis van het bouwwerk is ook lezenswaardig, meer dan het verhaal van de 87ste in de Burchtloop van 2019. Maar beste lezer, toch bedankt voor uw doorzettingsvermogen. Nog even geduld, het einde is in zicht.

Brustem 3


Door een weide waar men een passage door het hoge gras heeft vrijgemaakt voor de lopers. Prima werk van de organisatie. Dan een nieuwe passage door het groen maar ditmaal op betonplaten. Het pad is naar mijn bescheiden oordeel wel aan renovatie toe. Het valt op na de doortocht daarnet. Naar rechts, opnieuw op het gras. Verwonderlijk hoeveel groen hier nog te vinden is in het dorpscentrum. Hoe dan ook, versnellen kan ik niet meer maar ik zie dat ik een ruime voorsprong heb op de volgende loper. Dat is nog altijd Ajla, als ik me niet vergis. We komen nu weer uit aan het einde van de “groene lus”. Links ligt het oude gemeentehuis dat ik ook bij de verkenning heb opgemerkt. Achter de volgende hoek ligt de weg naar de finish. Intussen zie ik de loper voor me voortdurend achterom kijken en druk gesticuleren. Na enige tijd heb ik door dat de man in het grijs Valère Sauwens is, een voormalige topper in het circuit. De Truienaar wil mij blijkbaar aanporren om hem in te halen. Ik doe dat noodgedwongen in slow motion maar de laatste rechte lijn op Brustem-dorp (dat is de naam van de straat) leggen we samen af. Kijk, wie we daar hebben. Rechts herken ik twee kennissen van een van mijn vorige levens. Andrea en Richard volgen de esbattementen vanop hun stoep. Ik zal hen achteraf met Marie-Paule nog gaan groeten. Nog enkele meters naar de Jogging Plus-boog. Valère duwt me nu zelfs naar voren. Als de jury dat maar niet gezien heeft, of ik word gedeclasseerd. Jos Biets brengt me op de hoogte van mijn categorie-uitslag. Uiteindelijk beperk ik de achterstand op Roland tot minder dan een minuut. Enkele meter achter de streep staat luxe-verzorger Wim Meyers klaar met een drankbekertje. Die heeft, zoals in Borlez, ook weer tien minuten op mijn aankomst moeten wachten. Ik eindig ook precies op dezelfde plaats als in Borlez. Mijn kilometergemiddelde ligt een fractie lager. Dat klopt dan weer perfect met mijn gevoel dat het hier een tikkeltje minder was dan in de vorige Hesbignonloop. Enfin, de kennismaking met Brustem als nieuwe locatie is een meevaller geworden.
Een vlotte prijsuitreiking, deskundig geleid door een tweetalige speakerin, een gezonde (en zware) prijs voor de podiumlaureaten – twee kistjes fruit, appelen en peren – goede livemuziek en een aangename ambiance kleuren de avond. Het weer hebben ze in Brustem mee, maar dat hebben ze voor hun eerste loopevent zeker verdiend. En dankzij Roland Vandenborne heeft Peter Berinckx vanavond ook wat langer uitgaanspermissie voor hij weer in de Tramstraat in Riemst wordt verwacht.

(Foto 1: Marie-Paule breidt haar actieradius uit. Foto 2 van Nadine Claessens: In een groepje in het begin van de wedstrijd. In het wit achteraan Jean-Marc Thonon, Hesbignon-official. In het geel, helemaal achteraan: Richard Driesen. De glimlach wijkt nooit van zijn gezicht. Foto 3 van Louis Maréchal: Wim Meyers, nog fris in de finale.)