Sint-Truiden Stadspark Estafette

zat 18/01/2020 15u * Sint-Truiden Parkloop Estafette * met Jean-Pierre Immerix * 01:00:00 * 6 – (samen) 12,650 * 12,5 * 76/120 * 10/14 (Heren 110+) * ♥♥

Een aflossingswedstrijd als eerste competitie-optreden in 2020. Een beetje toeval, omdat de wedstrijden dun gezaaid zijn in januari, maar ook een bewuste keuze om dit jaar de estafettelopen te betwisten die nog niet op mijn palmares staan. En de gelegenheid om de Speelhofrunners te bedanken voor hun initiatief. Je kan niet genoeg onderstrepen hoe veel wij recreanten-lopers te danken hebben aan vrijwilligers die tijd, energie en soms ook centen steken in het organiseren van een loopwedstrijd. Het (mogelijk) verdwijnen van een aantal Limburgse lopen is een pijnlijke illustratie van mijn stelling.

Mijn ploegmaat vandaag is niemand minder dan Jean-Pierre Immerix, de lezer en honderden andere Limburgse loopfanaten voldoende bekend. Voor hem is het zelfs de eerste aflossingswedstrijd in zijn meer dan dertigjarige carrière. Na veertienhonderd wedstrijden kan Jean-Pierre eindelijk een fiche van een estafette in zijn wasplaats ophangen. Want de Veldwezeltenaar bewaart zijn herinneringen nog steeds op papier, op een muur naast zijn wasmachine. De loop vindt plaats in het stadspark van Sint-Truiden dat speciaal lijkt neergelegd als locatie voor een kilometerparcours. De smalle groene zone heeft de vorm van een L met gelijke benen. De vorm van de letter bepaalt de vorm van de “ronde”. Alleen na honderd meter maken we een lus over een bol houten brugje. Dat levert een kort klimmetje en drie bijkomende bochten op en – mag ik aannemen – dan heeft men meteen de ontbrekende meters om aan 1 kilometer te geraken. De Speelhofrunners (genoemd naar het park “Het Speelhof” dat hier ook in de buurt ligt maar dat men om organisatorische redenen verlaten heeft), de Speelhofrunners dus, zijn straffe mannen en vrouwen. Ze moeten zelfs de limiet van het aantal deelnemers (100 ploegen van twee man) opheffen om de talrijke looplustigen niet te ontgoochelen. Maar met 120 ploegen is de maximumcapaciteit echt wel bereikt. De reden van hun succes? Weinig concurrentie in deze maand, de eerste van het jaar als het enthousiasme nog groot is? Hoe dan ook, ze blijven bescheiden over hun eigen verdiensten.
Jean-Pierre heeft zich het systeem van de “jeton” nog eens goed laten uitleggen voor hij, gewapend met de aflossingsstok, plaats neemt in het dichte peloton op de smalle startstrook. Of mijn keuze hem als A-loper uit te spelen gelukkig is, zal moeten blijken. In elk geval maak ik me geen illusies over onze sterkte. We horen bij de zwakke broertjes van onze categorie. Onze gezamenlijke leeftijd overtreft trouwens ruimschoots de 110 jaar, de categorie waarbij we zijn ingedeeld. Burgemeester Veerle Heeren en schepen Johan Mas bedienen samen de “starttoeter” die de wedstrijd op gang brengt.
Ik wacht op mijn ploegmaat …en op Jos Polders. Ik had hem niet opgemerkt op de deelnemerslijst maar hij is hier wel, met zijn maatje Danny Zwerts. Het Alkense duo zouden we misschien nog aankunnen… maken we onszelf wijs. Daar is Jos. Waar blijft Jean-Pierre? Daar zie ik eindelijk het fluogele shirt van mijn ploegmaat. Dat is al een flinke kloof. Het vertrek bij de tweede ronde levert door het grote aantal deelnemers wel wat gewring op, ik bots frontaal op een collega. Toch maar met goede moed begonnen aan de achtervolging op Danny.

Een kleine dame uit Hoeselt vliegt me al voor de eerste bocht voorbij. Nathalie Van Oosterwijck wurmt zich onder mijn arm door in de bocht na het brugje. Het felle dametje uit Hoeselt is snel door haar eerste adem heen. Ze waait terug in de eerste lange rechte lijn. Bij manier van spreken, want wind is er niet. Koud is het wel: na zes ronden heb ik nog altijd koude handen. Het gladde stokje schuift tussen mijn handschoenen. Onbetekenende details natuurlijk, de looptemperatuur is ideaal. Ik heb het vermoeden dat ik lichtjes nader op mijn tegenstander van de dag maar om hem in te halen lijkt het nu al te laat. De tweede confrontatie tussen Jos en Jean-Pierre levert nog een groter verschil op. “Ik hou wel van die versnellingen” verklaart Jos achteraf zijn sterke tijden. Mijn opdracht wordt stilaan hopeloos. Te meer omdat Danny nauwelijks iets van zijn voorsprong prijsgeeft. Anneke Royen die in de vorige ronde nog als haas (op afstand) kon fungeren heeft ook… het hazenpad gekozen. Stel ik vast in de “lage zone” langs de vijvertjes. Anneke haalt samen met Christa Vossen net niet de 13 kilometer. Mijn tijden rond de 4’35” in die eerste kilometers zijn al bij al nog niet zo slecht. Maar wat een onaangenaam gevoel in de benen! De achterstand groeit en mijn motivatie verzwakt. Wat een verschil met de grinta van de (snellere)lopers. Ik monster de gelaatsuitdrukking van de lopers die net het stokje hebben doorgegeven. Het gelaat van Wim Meyers vertoont een blauw-groene zweem, zijn ogen staren in het oneindige. Het gezicht van Bruno Broos lijkt even grijs als zijn haardos.
Vanaf de derde ronde probeer ik een precair evenwicht te vinden tussen pijn en tempo. Ik zie ze langs me stuiven: Dimitri Driesen met zijn bonkige tred, Pascal Van Marcke met hoog opgeheven knieën, Christoph Roosen die het zand uit het pad schuurt. Weer een ronde voorbij.

Na het inleveren van de oude en het oppikken van de nieuwe jeton loop ik ook nog even langs het drankententje. Ik vind nog een bekertje naast de vele eigen bidons die de lopers hier hebben klaargezet. Achteraf verneem ik dat de organisatie het gebruik van wegwerpbekertjes ontraadt. We hebben vooraf via mail en website een uitgebreide briefing gekregen. Ik moet tot mijn schade en schande erkennen dat ik die informatie niet heb gelezen. Onder het motto: “wat kunnen ze mij nog leren?” heb ik al die nuttige informatie overgeslagen. Mijn ecologische voetafdruk is vanmiddag groter dan mijn sportieve prestatie. Nu heb ik alvast een goed voornemen voor dit jaar. Een man richt zijn smartphone-cameraatje op me. Milieu-politie? Een supporter, althans van Jean-Pierre. Bertie K. uit Veldwezelt is speciaal (of bijna toch) naar Sint-Truiden afgezakt om zijn dorpsgenoot aan te moedigen.
Nog één ronde voor mij. Jean-Pierre zal dadelijk het uur volmaken. Ik kruip voor de laatste keer het taluudje op. Norbert Collas gaat me voorbij. Ik heb geen zin om aan te klampen. Daar is de dame in het zwart die ik nog al eens ben gepasseerd, even verder zwoegt Pierre Olivier zich naar boven. Ik hou even in om niet door Patrick Nijs tegen een zitbank geplakt te worden. Voor de laatste keer op terugweg naar de streep. Ik word voorbijgehold door enkele lopers die – te oordelen naar hun amechtig gehijg – hun laatste krachten aanspreken. En door Kris Govaerts. Oei, gedubbeld door het duo Maja-Kris. Jean-Pierre haalt nog 650 meter in de resterende minuten. Dankzij de bijkomende inschrijvingen ontlopen we de voorlaatste plaats die voor de start voor ons leek weggelegd.
Tijdens de eindeloze en (in het drukke en smalle cafetaria) chaotische prijsuitreiking wordt fotografe Nadine Claessens ook naar het podium geroepen. Een leuke attentie! De goodiebag hebben we al gekregen, de braadworst is al verorberd als we nog met tombolageschenken worden overladen. Aan de organisatie ligt het niet als ik met een onvoldaan gevoel terug naar huis vertrek…

(Foto 1: Artistieke impressie van het stadspark door Jan Vanderkerken. Foto 2 van Nadine Claessens: Twee jongeren in de wisselzone. Een oudere man wacht zijn beurt af. Foto 3: Mij