Visé La Zatopek

zon 26/01/2020 10u30 * Visé La Zatopek en famille * 10 km * 00:49:12 * 12 * 142/406 * 1/6 * ♥♥♥♥

Voor dit weekend heb ik de keuze tussen Sprimont en Visé, zeg maar tussen een natte en een droge loop. Ik ga voor de laatste. Op enkele kilometers van huis en aan de rand van mijn huidig trainingsgebied. Chauffeur Jean-Pierre Immerix heeft heel wat moeite om een parkeerplaatsje te vinden. De traillopers zijn ons immers al voor. En ze zijn met meer dan 300, waarbij ook vier Riemsterse Mergellopers. Ik vul twee inschrijvingsformulieren in. Eentje voor mij en… eentje voor Calogero Mauro. “Bril niet bij me” zegt Calo. (?) Nu blijkt dat ik zijn voornaam altijd voor zijn familienaam heb genomen. Nu, die familienaam, Mauro dus, is ook een voornaam. Hoe dan ook, Calo (afkorting van Calogero) heeft hier een concurrent in de koningsklasse, de veteranen 5, bij de 80-plussers dus. Louis Schmetz, zijn wat oudere categoriegenoot, heeft ook weer een nieuw seizoen aangesneden. Maar Calo heeft zijn leeftijdsvoordeel maximaal uitgebuit en eindigt met 13 minuten voorsprong op Louis.

Visé 1

We staan met bijna 600 klaar voor de joggings van 6 en 10 km. Het is druk in Visé. De lopers popelen van ongeduld om de winterslaap van zich af te schudden. Ook een aantal Limburgers hebben de taalgrens overgestoken om de grote leegheid in onze eigen provincie te ontvluchten. De Limburgse organisatoren en/of de lopers moeten koukleumen zijn: negentig procent van de wedstrijden zijn gepland in de zomermaanden. Ik krijg al meteen een opdracht voor de start. Van Voerenaar Kris Pipeleers, een van de beteren in het peloton die een gemiddelde net onder 4’/km haalt. Zoon Brent neemt deel aan zijn eerste jogging en vader Kris wil vermijden dat de jongeling te fel van stapel loopt in zijn 6km-loop. “Blijf achter Willy tot aan de splitsing”, dat is de raad die Brent meekrijgt. Maar het tactisch plan valt na enkele hectometers al in duigen. Ik ben blijkbaar te snel gestart (de eerste kilometer in 4’40”) en Brent moet achterblijven. Overigens zal Pipeleers junior het op eigen kracht ook meer dan behoorlijk doen. Nog dit voor ik u meeneem op mijn tocht op het Maasplateau : Jean-Pierre heeft zichzelf in een knoop gedraaid: ingeschreven voor de 10km-wedstrijd eindigt hij in de uitslag van de 6km-loop. Hoe speelt hij het maar klaar?
Het duurt wel een tijdje eer we in dichte drommen over de startlijn zijn geschuifeld. Dan een halve rond op de piste. Tenminste dat is de bedoeling maar de meeste lopers snijden de eerste bocht al meteen af en kiezen een kortere weg door het gras. Op het einde van de loop volgt niemand het traject op de piste (nu in tegengestelde richting) en trekken we gewoon een diagonaal over het rugbyveld om de streep te bereiken. Tip voor de parcoursbouwers: vergeet de piste en span linten dwars over het rugbyterrein. We maken eerst een ruime boog rond de sporthal. Tussen de huizen achter het complex en via wat bochtenwerk weer naar de startlijn. We lopen nog dicht achter elkaar en het is hier goed uitkijken voor stoepranden en stenen die fungeren als bakens voor de parking maar voor lopers flink in de weg liggen. Na een tweede passage over de piste (of ernaast) vatten we de grote ronde aan.
Na mijn felle eerste kilometer moet ik even herstellen in kilometer 2. Ik haal verbazend snel Claude Herzet in bij het begin van de derde kilometer. Niet echt gemotiveerd, lijkt het. Zijn broer Guy ben ik op de piste al voorbijgelopen. De Allée des Pâquerettes (het is nog wat vroeg voor madeliefjes in januari) omzoomt een woonwijk. En loopt licht bergaf waardoor ik meteen weer een mooie tijd neerzet. Ik zie Jan Hensgens, de Nederlands-Limburger, voorbijschuiven. De bochtenrijke vierde kilometer kost me weer een aantal seconden. Vanaf km 5 golft het parcours dan over smallere onverharde paden hoog boven de Maasvallei. Bij mijn vorige deelname drie jaar geleden werden we meteen de dieperik ingejaagd en speelde de eerste helft zich af op de vlakke Ravelwegen langs de Maas . De felle klim, na drie kwart wedstrijd, om weer de sporthal op het plateau te bereiken, zit er niet meer in. Hierboven zijn de hellingen korter en minder steil. Een goed idee van de parcoursbouwers om de lopers die vroeg op het seizoen nog in inloopmodus zijn niet meteen tot felle inspanningen te dwingen. Te meer omdat het, zoals de naam zegt, over een familie-event gaat. We draaien en keren tussen het groen, euh ik bedoel het bruin in dit seizoen. Tussen de laagstamaanplantingen, op een steil keienpad tussen de bomen. Rechts van ons kunnen we hier en daar een glimp opvangen van de vallei. Gelukkig hangt er vandaag geen mist maar echt genieten van het uitzicht kan ik niet. Daarvoor moet ik me te fel concentreren op de ondergrond. We naderen Richelle. Jan Hensgens moet zoals verwacht weer inbinden.

Visé 3

Zelfs sneller dan ik verwacht had, aan de bevoorrading in de vijfde kilometer. Dit is mijn eerste kennismaking met Richelle. Ik ben hier zelfs nooit met de fiets geweest, vermoed ik. In het fraaie middengedeelte van het parcours – van kilometer 4 tot en met kilometer 7 – blijf ik boven de 5′ per km hangen. De passage door Richelle lijkt wel een langgerekte klim, weliswaar met beperkte stijgingspercentages. Intussen is er een zwartharige dame in zwarte outfit langs me opgedoken. Is dit Monica Volpe? Ik kan nog net de neiging weerstaan om het haar te vragen. In de uitslag vind ik haar later terug als Martine Carabin. We lossen elkaar af in de laatste klim. Niet dat daar een of andere tactiek achter schuilt, we hebben gewoon hetzelfde tempo.
Aan de bocht na 6,6 km, op het hoogste punt van het parcours, steekt Martine een tandje bij. Een grote tand zelfs, maar ik ben niet zinnens me zomaar te laten lossen. Aan een eenzame boerderij rechts moeten we voor het eerst over een modderige strook. En dan nog op een betonweg. Of misschien net daarom. Verder zijn de veldpaden droog en goed beloopbaar. Hoe dan ook, de snelheid zit er nu goed in. Een kilometer onder de 4’30”. Kijk, hier doe je het voor. In km 9 kan alleen een klim van een driehonderdtal meter het tempo drukken. Ik heb even de indruk dat Martine nu heeft moeten lossen. Maar even later is ze er terug.

Visé 2

Een scherpe bocht naar links. Precies op dat punt schiet een jongedame – ik kan haar niet met zekerheid traceren in de uitslag – – ons vanuit de achtergrond voorbij. Zij heeft duidelijk haar snelheid opgespaard voor de finale. Te hoog voor mij, hoewel ik zelf de remmen heb losgegooid in het (verre) zicht op de finish. Ik tuur vooruit, om de afstand tot het begin van de bebouwing en de laatste hectometers van de loop in te schatten. Is dat Nicolas Bynens niet? Het is in elk geval zijn loopstijl. Maar ik ben te ver achter en zal niet meer op tijd tot bij de man uit Juprelle geraken. Achteraf zie ik dat hij in de uitslag net achter me staat. Dat herinnert me eraan dat de starttijd voor iedere individuele deelnemer apart begint te lopen bij het overschrijden van de tijdsopnamedrempels. Vandaar ook dat Martine Carabin zes plaatsen voor me is gerangschikt. Het systeem, dat me al eens parten speelde op de Tungri Run, maakt het er niet makkelijker op om de juiste posities in te schatten. Nog een kilometer. Ik haal nog enkele lopers in terwijl ik laveer tussen de putten en plassen op het laatste deel onverhard. Martine eindigt net achter me. Na de finish geven we elkaar een complimentje voor de gelopen wedstrijd. Veteraan 3 Christian Vandevenne is voor me over de streep, stel ik vast. Ik hoop dat hij er geen gewoonte van maakt…
Mijn snelle laatste gedeelte levert me een gemiddelde van 12 per uur op. En een plaats net buiten het eerste derde van het pak. Bij de prijsuitreiking krijg ik een stripverhaal mee over de grote momenten in de geschiedenis van de loopsport. Onder meer over de legendarische Emil Zatopek, de naamgever van deze jogging (en van het magazine voor lopers en runners). En… de kleine momenten? Euh, die vindt u hier…

(Foto’s Renaud Croix. Foto 1: Kris Pipeleers links in het zwart met nummer 2638. Brent Pipeleers rechts, in het rood met nummer 3069. Foto 2: Na de inleidende lus rond het sportcomplex zijn we op weg voor de lange ronde. Foto 3: Nicolas Bynens, in het groen, is furieus van start gega