Genk Louis Persoons Memorial

zon 28/01/2018 11u * Louis Persoons Memorial Genk * 11,67 km * 00:55:17 * 12,6 * 23/82 * ==/== * ♥♥♥♥

LPM 1
LPM 3

Dat waren nog tijden. Een heuveltraining van 30 km op dinsdag en de zondag daarop een van je beste tijden lopen in een marathon die je als training bedoeld en gelopen had. We zijn nu 15 jaar later. De oude dag heeft zich definitief meester gemaakt van mijn knoken en spieren maar deze zoete herinnering duikt natuurlijk weer op, nu ik nog eens de richting insla van het domein Kattevennen in Genk. Bij ons vertrek uit Heukelom is Mergelloopster Marina al bezig aan haar ochtendloopje in het gezelschap van echtgenoot Erik op de fiets.
Vandaag houd ik het bij een brave 11 km. Opnieuw in het gezelschap van Jean-Pierre Immerix voordat onze wegen vanaf volgende week tijdelijk scheiden. De organisatoren zien het belang in van een goede opwarming en leiden ons naar een parkeerplaats op een kilometer van de startplaats. Het is even zoeken in de grote drukte aan het BLOSO-centrum. Pijlen naar de inschrijving, de bewaarplaats voor de sporttassen en de douches zouden geen overbodige luxe geweest zijn. Maar er zijn medewerkers in overvloed die hun opdracht snel en met goede luim uitvoeren. De Louis Persoons Memorial (genoemd naar een vroeg overleden lange afstandsloper) trekt heel wat deelnemers aan uit regio’s waar ik zelden vertoef. Weinig bekenden dus in de massa van bijna 500 lopers (voor vier afstanden). Wie ik hier na enkele jaren wel opnieuw ontmoet is Philip Poilvache, de getalenteerde marathonloper uit Martenslinde. Hij rijgt de laatste weken de kilometers aan elkaar als voorbereiding op de Zes Uur van Stein. Hij start hier uiteraard in de marathon. Als “training”. Dat belet hem niet om als zesde te eindigen, een zucht boven de 3 uur. Opgewarmd was hij alleszins, hij had er al 17 kilometer opzitten in de buurt van Bilzen. Als dat trouwens maar goed afloopt met die ultra-ambities… Mergelloper Francis Loyens komt ook kilometers zoeken in de bijna-halve marathon. Ze zijn zelfs zwaarder dan vooraf gedacht. maar met een tijd onder de 1″40′ kan je thuiskomen, in Valmeer.
Ik sta klaar voor de start van de 11,5 kilometer. Ik ben opgeschoven naar de eerste groep … en dat is ook nodig want de veel grotere tweede groep is die van de 20 km. Die staan dus ook al klaar, op een half metertje van de eerste groep. Op die manier maak je het jezelf als organisator wel moeilijk. Dat de start voor de kortere afstand vijf minuten voor de start van de 20 km wordt gegeven, is trouwens het enige wat ik uit de megafoonaanwijzingen van de starter heb kunnen opmaken. Voor me hebben twee (Amerikaanse?) dames en een Roemeen nog net op tijd de ware toedracht achterhaald en verhuizen naar groep 2.
We zijn ermee weg. Ik begin aan de loop met de overtuiging dat gezien het geringe aantal deelnemers – ruim onder de 100 – een plaats in de eerste helft wel een utopie zijn. Mijn eerste opdracht op korte termijn is Jean-Pierre Immerix in te halen. Die heeft zich meer naar voor weten te werken bij de start… of stond gewoon vroeger klaar. Ik ben al enkele babbelende juffrouwtjes voorbijgegaan als we na 150 meter voorbij de finishlijn komen. Het is hier opletten voor de ongelijke klinkers in het bebouwde deel van het bosgebied. We draaien rechtsaf een asfaltweg op langs een verlaten ski-oefenpiste. Deze weg herken ik nog van de marathon in 2003. Ik had er al een echo van opgevangen voor de start maar nu stel ik ook de visu vast dat er onverhard in het parcours zit. Het is al meteen klimmen op een bospad, zo’n 6OO meter, op het einde vooral vals plat.
Ik heb Jean-Pierre bij de lurven in de eerste klimmende meters en laat hem onmiddellijk achter. In de competitie tellen geen emoties… ook al is het vandaag de verjaardag van mijn streekgenoot. Voor we weer op het asfalt komen ben ik ook nog een jonge dame voorbijgegaan. Ik heb hier in Genk meteen een goed ritme te pakken. Ik ben met overtuiging aan de wedstrijd begonnen maar vaak roepen de adem of de spieren me snel tot de orde. Vandaag zet ik mijn inspanning door en ga op zoek naar de loper voor me. Op de licht dalende weg kan ik aansluiten bij mijn veel jongere collega. In de volgende kilometer kan ik het tempo volgen en zelfs even aangeven. We naderen weer de finish, dit moet het einde zijn van de eerste kleine ronde. Ik ben al opgelucht dat ik niet opnieuw alleen verder moet, zoals vorige week in Posterholt. Jean-Pierre zal minder geluk hebben. Ik hoor langs de weg dat ik bij de eerste 25 zit. In deze positie zou ik mijn doelstelling ruim overtreffen. Andere lopers inhalen is dan weer te hoog gegrepen.
Voorbij de finish worden we rechtdoor gestuurd. Hier ligt een flinke knik in het parcours. Ik kan een redelijk tempo vasthouden maar hoor wel een duo sterk naderen. Boven sluit de man in het rood (jammer genoeg kan ik geen namen plakken op de shirts) aan, zijn fluo-collega heeft zich blijkbaar opgeblazen en wordt achteruitgeslagen. Het duo van daarnet wordt een trio. Er is trouwens sneller volk op komst. Vanaf km 4 beginnen de eerste halve marathon-lopers ons in te halen. Achtereenvolgens stomen David Drion, Hannes Mertens en Pascal Van Marcke ons voorbij. Ik houd het bij de jongens die ik ken. We kronkelen door Gelieren. De man in het zwart lijkt het sterkste. Ongeveer halverwege, als we weer het bos intrekken ( in de zone tussen Genk en Wiemismeer) heeft hij een kleine voorsprong genomen. Op een lichte klim kan ik weer naar hem toe sluipen. Door zijn en mijn versnelling moet de man in het rood wel afhaken. We zijn weer met zijn tweeën. Op wat de moeilijkste strook blijkt te zijn aan km 7 – een brandgang met hobbelige zoden en wat modder – neemt mijn gezel weer enkele meters voorsprong. Die kan ik aan km 7 opnieuw dichten. We zijn net de laatste marathonloper voorbijgegaan. Die is in slow-motion bezig aan wat nog een lange tocht zal worden. Het parcours is ingrijpend veranderd, zoveel is duidelijk. Ik herinner me alleen asfalt van mijn vorige deelname. Na de finish hoor ik dat voor het eerst (zoveel) onverhard in het parcours zit. Verscheidene commentaren op Strava hebben het over een “vettige” ronde. Zalig zijn zij die geen Luikse wedstrijden lopen… Hoe dan ook, het is een gevarieerde omloop, afwisselend asfalt en onverhard. Het soort wedstrijden waar ik van hou, zij het dat het gemiddelde wel telkens een klap krijgt op de moeilijker beloopbare stroken. Ik blijf nog even in het gezelschap van mijn onbekende collega. Er gaat ons opnieuw een klad halve marathon-lopers voorbij. Die zijn minimaal vijf minuten achter ons vertrokken en moeten straks aan het sportcentrum nog een grote ronde afwerken. Als je het zo bekijkt stelt mijn tempo niet veel voor. Ik herken de boomlange en messcherpe Ronny Thijs. In het totaal word ik door 34 lopers “gedubbeld”. Ik kijk angstvallig naar wie me inhaalt. Gelukkig blijf ik uit de greep van enkele bekenden, Daniel Drion bijvoorbeeld. Zo blijft me ook de vermelding bespaard in zijn verslag… De man in het zwart – u kent hem intussen – heeft weer een kleine voorsprong genomen maar is nog steeds in zicht. Km 8,5, daar is de koepel van het planetarium. Een groep halve marathonners haalt ons in. Mijn mikpunt heeft het juiste ingeving… en de benen om aan te haken en laat me definitief in de steek. Ontploffen doe ik niet maar aan snelheid inboeten, zeker wel. Mijn gezwollen beeldspraak is trouwens geïnspireerd door de affiche met de titel “De oerknal en wat daarna kwam” op de gevel van het planetarium.
We zijn weer in de onmiddellijke buurt van het sportcentrum. Ik krijg hier zowaar aanmoedigingen van twee dames. Waarvoor dank. Er blijven nog enkele kilometers te gaan. Ik ben benieuwd wat de parcoursbouwers nog voor ons in petto te hebben. Hetzelfde rondje als daarnet bij het begin. Gebrek aan inspiratie… of aan seingevers? De lichte klim aan km 10 kost me een vijftiental seconden. Meteen de enige kilometer waarin ik niet onder de vijf minuten blijf. Ik kijk uit naar de aankomst. Mijn stevige start en het strakke tempo onderweg hebben veel energie gekost. Ik kan nog een plaatsje inwinnen ten koste van een deelnemer die helemaal stilgevallen lijkt. Een official op de fiets rijdt me voorbij. Ik informeer even wie hij begeleidt. Het is de eerste dame in de halve marathon. En zo haalt Michaela Kondasova me als laatste in. Ik kan ermee leven en Michaela heeft iets om mee uit te pakken in Dilsen. Een onverwacht hoge plaats in de rangschikking en een mooie tijd bekronen mijn tweede LPM-deelname. Ik feliciteer mijn bebaarde gezel van daarnet.. maar vergeet zijn naam te vragen. Mijn informatiebron aan de finish, Marie-Paule, vertelt me later hoe ontgoocheld de winnaar van onze loop was bij zijn aankomst. Geen applaus, geen aanwijzingen van officials, hij moest zelfs vragen of hij nu echt over de streep was. Jammer. En zo gaat de drieëntwintigste gelukkiger naar huis dan de eerste. Ik moet het kopje erbij houden in de kleedkamer zodat me niet hetzelfde malheur overkomt als in Posterholt, mijn loopschoenen vergeten. We kaarten nog even na in de ruime zaal van het sportcentrum. Tomatensoep met balletjes stilt de eerste honger…

(Foto’s Marie-Paule. Foto 1: sculptuur in het natuurdomein Kattevennen. Foto 2: Een medaille, … in Genk houden zo nog aan die traditie vast.)