Borlez (Challenge hesbignon)

zat 28/07/2018 19.00u * Borlez (Challenge hesbignon) * 10,75 km * 00:53:22 * 12 * 79/173 * 1/7 * ♥♥♥

Eén dag soelaas heeft de zonnegod ons deze week gegund, op zaterdag, net als de Hesbignonloop in Borlez wordt gehouden. De extreme hitte van de vorige dagen zou competitielopen hebben uitgesloten. Tenminste voor mij. Want de meer dan 350 deelnemers aan de Condruzienwedstrijd in Villers-le-Temple bewijzen dat er altijd lopers zijn die de moed (of de onbezonnenheid) hebben om 30 graden of meer te trotseren. De beslissing om naar de deelgemeente van Faimes in de buurt van Waremme te trekken, neem ik uiteindelijk pas ’s middags.

Borlez 1

Tien graden koeler dan daags voordien en een weldoende wind, ook mijn achterbuur Martin Kossig ziet een deelname wel zitten. Voor hem is de wedstrijd een welgekomen gelegenheid om nog eens voluit te gaan in de vakantieperiode van de Victors Cup. Martin is de schoonvader van Wesley Serrano, mijn trainingsmaat van de zomerse woensdagavonden en al twee keren mee op verplaatsing naar Wallonië. Wesley moet zijn trainingen voorlopig beperken tot rustige loopjes van 5 kilometer vanwege pijnlijke kuiten. Ik ben vanavond op weg met een man met een glorierijk marathonverleden. In 1997 stonden we samen aan de start van de marathon van Antwerpen. Met een tijd ruim onder de 3 uur hoorde hij in die periode bij de beste lopers van de streek. Ondanks een lange periode van inactiviteit, opgeëist door beroeps- en familiale besognes, bleef zijn sponsorcontract met Carrefour doorlopen. De laatste maanden bond hij dan opnieuw de loopschoenen aan.
De Hesbignon-karavaan is al voor de tweede maal dit seizoen te gast in Borlez. Na de Jogging de l’Etoile (naar de naam van de voetbalclub), is er vanavond de Jogging des Grigneuses, naar de naam van een plaatselijk bier. Hoe zo’n boerengat – niet laatdunkend bedoeld – twee loopevenementen in eén jaar kan organiseren? Wel, de jogging maakt deel uit van het dorpsfeest, zoals vaak in het Luikse, er zijn enkele gulle sponsoren en de Djoyeus Borlatis ( de vrolijke mannen en vrouwen van Borlez, het feestcomité) hebben er veel zin in.
We verzamelen in de buurt van de feesttent en de kerk waar de speaker even het parcours overloopt dat als vlak en snel wordt omschreven. En voor wie de Franse introductie niet veel wijzer maakt, is er ook de Nederlandstalige presentatie van Koenraad Nijssen, mijn ex-collega die hier woont. De Franstaligen hebben hier echter geen oren naar en uiteindelijk overstijgt het geroezemoes de nochtans krachtige stem van de historicus-journalist-vakbondsman, Koenraad dus. Hopelijk moeten we niet meer te lang ter plaatse trappelen voor de start of het effect van mijn voorbereiding, opnieuw in het gezelschap van Armand Pirotte, gaat weer verloren. “Trois, deux, partez”, we zijn weg.

Borlez 2


Tot aan het kapelletje onderaan de Cortil Jonet na 800 meter is het in het peloton – waarbij ook de deelnemers aan de korte wedstrijd, samen goed voor zo’n 250 man – een constant geschuif van snellere lopers die van achteren opkomen en tragere lopers die hun betere startpositie snel moeten inleveren. Dat geeft je dan wel de kans een aantal bekenden te zien die je voor de start niet hebt opgemerkt. Veteranen 3 Mark Geyskens en Bruno Broos bijvoorbeeld. Ik vertrek in het spoor van Stefan Meekers die me meteen achterlaat. Ik zie hem de hele wedstrijd niet meer. Maar na afloop blijkt dat dat ik hem al snel na de start weer heb ingehaald. Ik kan ook niet alles en iedereen in de gaten houden. Wie ik wel heb zien voorbijschuiven, is Noël Heptia. In de afdaling van de Cortil Jonet neemt hij al afstand. Ik keek er natuurlijk naar uit om alleszins een deel van de loop in het gezelschap van mijn dorpsgenoot Martin af te werken. Dat is gezelliger en op basis van zijn tijden in de Victors Cup ook niet onmogelijk. Dag Jan! Na tien meter is hij al ribbedebie. Zo’n snelle start heb ik niet in me. En hij verdwijnt zelfs meteen uit mijn gezichtsveld. We draaien nu achter het kapelletje aan de Cortil Jonet door, ook al vermoed ik dat het officiële parcours voor het kapelletje loopt. Nu denkt de lezer misschien, die Cortleven doet alsof hij hier alle wegen kent. Wel, ik ben hier inderdaad al vaker geweest, als loper, als fietser, zelfs als gast. We krijgen de eerste lange rechte lijn voor de voeten. Armand had me net voor de start nog meegegeven dat het parcours voornamelijk “rectiligne” was. Dat is dus een van die lange rechte stroken. Armand zal overigens maar een halve minuut voor me eindigen. Het is misschien nog wat vroeg om het te zeggen maar qua tijd en positie zal ik op een degelijke loop mogen terugblikken. Maar we zijn er nog lang niet. Nauwelijks een kilometer ver. Hier gaat mijn goede kennis Eric Martin me voorbij. Ik zie een groep met Noël Heptia en Sandrine Balon langzaam van me weglopen. Vervelend want ik zit nu in mijn eentje in de tegenwind. Die zorgt wel voor verkoeling. En dat is in deze barre, hete tijden mooi meegenomen. Even verder gaat de ruilverkavelingsweg in beton over op een hobbelig aarden pad. Dat is ook niet mijn geliefkoosde ondergrond maar ik maak wel wat plaatsen goed. Scherpe bocht naar rechts aan km 2,6. Oef, weer asfalt. Maar wel 3% omhoog. Ik had mijn benen nog een tijdje willen sparen maar ik weet dat zo’n klimmetje me beter ligt dan de meeste van de collega’s in mijn buurt en dus schroef ik het tempo op. Enkele lopers achter me hebben hetzelfde idee, ik verlies een plaats of twee, drie maar haal anderen dan weer in. De balans boven is in elk geval positief. Ik ga in een aangenaam dalend stukje op mijn elan verder, ten koste van …Gorik Nijssen. Deze piepjonge “starter” (dat is de officiële naam van de deelnemers aan de korte wedstrijd) is de zoon van de Nederlandstalige “Public Address” Koenraad. Ik moedig hem in het voorbijlopen nog even aan. Of dat geholpen heeft, zal ik later misschien nog eens van zijn vader vernemen. De starters lopen rechtdoor, de 10 km-lopers nemen een bocht naar links, een kort knikje omhoog en dan zachtjes dalend – alleen te zien op Garmin – lang rechtdoor. Ik hou een tempo aan rond de 5′ per kilometer. Mijn benen willen voorlopig niet sneller en de wind werkt ook wat tegen. Intussen word ik wel ingehaald door een groepje van drie. De eerste en meest “vooruitstrevende” is Eddy Hoylaerts, de immer vriendelijke veteraan 3. In zijn gezelschap is er een jonge dame in het roze (ik gok op Allison Hans) en een loper in het blauw. De twee verliezen in de bevoorrading weer de kleine voorsprong die ze net hebben verworven. Ik neem een slokje… dat ik snel weer uitspuw. Het lauwe water bevalt me niet. De rest kieper ik uit over mijn kale knikker die de verfrissing in dank aanvaardt. Eddy heeft geen bekertje aangenomen en stoomt door.
We hebben nu enkele bochten achter de rug in een dorpje. Dat moet dan Les Waleffes zijn. De signaalgevers kennen overigens een rustige avond. Veel verkeer is er niet in dit deel van Waals Haspengouw. We zijn nu halfweg. Op een van de lange rechte wegen, nog steeds in het dorp, gaat een loper in het rood me voorbij. Ik herken plots Koen Vangrieken. “Wat doet die hier, tussen de anonieme leden van het peloton?” gaat het door mijn hoofd. Ik heb geen energie over om het hem te vragen maar vermoed dat hij woensdagavond voluit is gegaan in de estafettechallenge van Limont. Koen is de algemene winnaar van de challenge 2016. Hij haspelt de Jogging des Grigneuses af met een voor hem matige snelheid… die Eddy Hoylaerts net lijkt te passen. Ik zie dat de veteraan 3 zich in het spoor van de Truiense senior heeft genesteld of althans een poging doet in die zin. Dan is mijn kans om de man uit Saint-Georges alsnog in te halen helemaal verkeken. Een ogenblik bekruipt me de verleiding om Koen toe te roepen het tempo te milderen. Competitiedrang doet gekke dingen met een mens. We lopen nu met de wind mee blijkbaar en de hitte is weer voelbaar. Gelukkig zorgt een laagstamaanplanting op een recht stuk (of wat u gedacht?) voor wat schaduw. Even verder zijn we in een bosje helemaal beschut tegen de zon. Eddy heeft de voeling met Koen Vangrieken verloren en loopt nu slechts een vijftal meter voor me. Hij lijkt wel wat meer in zijn sas op het bospad. Ik ben nog meer in het nadeel aan de rand van het bos op een ongemakkelijke veldweg die ik herken van de Etoile-loop, ook in Borlez dus. Een lichte graad van opluchting maakt zich van mij meester als we na 900 meter weer op het verhard komen. Even beton tot aan een bocht en dan asfalt. Ik ben intussen nog altijd in de weer aan te sluiten bij Eddy. Het is de eerste keer in al die jaren dat we echt een duel uitvechten. Ik weet overigens niet of Eddy weet wie hem volgt. En ik heb ook geen idee waar Koen Vangrieken is gebleven. Waarschijnlijk heeft hij na een vijftal kilometer de vermoeidheid van de estafette uit de benen gelopen en is hij nu bezig de ene na de andere amateur (dat zijn wij) op te rollen. Op het asfalt dus, op de mooie dreef die naar het kasteel leidt. We beginnen aan het laatste deel (het laatste derde) van de wedstrijd. De eerste 7 kilometer hebben de pijn en het eeuwig aanwezige stramme gevoel in mijn benen nog aangewakkerd. Maar de geest kan de pijn verdringen of alleszins gedeeltelijk verdoven. Even voor we het kasteelpark inlopen kom ik dan eindelijk langszij bij Eddy. Hij heeft me dan toch herkend. Bij de Etoile-jogging lopen we voor het kasteel door. De organisatoren van vandaag hebben misschien (betere) connecties met de privé-eigenaars. Het is aangenaam lopen op de grindpaden in het park en tussen de eeuwenoude bomen. Ik heb de leiding genomen en behoud die ook in de dalende weg langs het hoevegedeelte van het Château. Rechtsaf nu.

Borlez 3

Ik zie het parcours nu zo voor me. In de Rue Saint-Pierre is het weer klimmen, enkele procenten, het zwaarste wat hier voorhanden is. Maar ik zie dat ik snel nader op de laatste lopers van het groepje dat na de eerste kilometer van me wegliep. Intussen al zo’n 45 regels geleden. Voor de hoeve rechts ga ik voorbij Sandrine Balon. Nog een slok in de tweede bevoorrading – het water is hier frisser – en dan de lange veldweg op naar het kapelletje op de hoek van de Cortil Jonet en de Rue Georges Berotte. Ik verander enkele keren van loopstrook om de stenen te vermijden op deze “chemin empierré”. (Het Nederlands heeft hier geen woord voor.) Ik ben nu in het spoor gekomen van een langbenige jonge dame (een “espoir) die naar de naam Elise Mievis luistert. En hier een boogscheut verder woont, aldus mijn plaatselijke informatiebron. Zij zweeft over de keien, terwijl ik krampachtig naar de goede cadans zoek. Ik ben haar even voorbijgegaan maar alleen al voor haar gracieuze stijl laat ik haar opnieuw voorgaan. Achter me blijft Eddy Hoylaerts aanklampen. Ik houd het tempo strak en wil alvast nog enkele lopers voor me inhalen. Het duo Bernard Dubois en Françoise Debaty lijkt voor het grijpen maar deze taaie wedstrijdlopers geven zich niet gewonnen. Op de 900 meter lange veldweg tussen de weiden en de plantages herken ik nog meer potentiële prooien. Noël Heptia, bijvoorbeeld, ik heb hem al van in Les Waleffes in het vizier. En kijk wie we daar hebben, Martin Kossig! Voor het eerst sinds de eerste meters binnen bereik… als ik nog een tandje groter kan schakelen. Dan toch gestart met het tempo van de 5k-loop in de Victors Cup en een prijs betaald in het tweede deel? We krijgen aanmoedigingen aan de kruising met de Rue Berotte. Ik herken alvast eén stem maar het tegenlicht verhindert om de fans aan mijn rechterzijde te zien. De stijgende Cortil Jonet biedt het geschikte profiel om nog korter te komen. En een ultieme jump op de dalende Rue Vandervelde brengt me, haast op hetzelfde ogenblik, naast en voorbij Noël en Martin. Ik blijf in het gezelschap van mijn “copain” Noël en kan zowaar nog genieten van de (laaghangende) zon. Het is nog even licht bergaf, rechtdoor naar een boerenerf. De boog staat opgesteld onder de toegangspoort van een hoeve. Links kunnen de kalfjes nog net een glimp opvangen van onze aankomst.

Borlez 4


Ik wandel door de koestal naar de tentjes voor een frisse slok en enkele sappige sinaasappelpartjes. De “pendelbus” (zie verder) naar de douches is net vertrokken en samen met Martin neem ik de wandeling van zo’n vijfhonderd meter dan maar te baat om de spieren te ontspannen. In de kleedkamers van de Etoile de Faimes heerst er een saunaklimaat. Na een kwartiertje biedt de open lucht verkoeling. Martin heeft dan al op Strava de wedstrijdgegevens van een aantal collega’s geanalyseerd en stelt vast dat hij niet de enige is die tijd heeft moeten inleveren in het tweede deel. Ik hoor dan bij de uitzonderingen (?) die het tempo wel hebben kunnen vasthouden. Dat lag dan wel lager in de eerste helft. Maar je kan niet alles hebben… De “pendelbus” staat klaar om ons terug naar het centrum van het dorp en de feestelijkheden te brengen. Het voertuig lijkt nog het meest op een huifkar en is dat misschien ook. En wordt voortgetrokken door een tractor. Bestuurder en begeleiders zijn de Djoyeux Borlatis. Die zorgen dus niet alleen voor vertier maar ook voor een vlotte organisatie. We hotsen en botsen op de houten banken maar de passagiers, zoals Martin, hebben er wel lol in.
Aan de feesttent haalt Noël, opgegroeid in het naburige Viemme, herinneringen op aan zijn jeugd. Aan de danszaal achter bij Irma, aan de voetbalclub gesticht door de vader van organisator Jean-Marc Delchambre. Cortleven, Cuipers en Driessens worden naar voren geroepen voor het podium van de veteranen 4. Drie Limburgse namen. Een “volledige” Limburger. Een uitgeweken Limburger, ook een Willy, van Herderen en wonend in Juprelle. En een Luikenaar, Pierre uit Seraing. Ik zie Willy Cuipers hier voor het eerst dit seizoen. Een spierscheur gooide roet in het eten van de winnaar van de challenge bij de veteranen 4 in 2017. Overigens stonden hier vanavond in onze categorie meer kandidaten aan de start dan er plaatsen zijn op het podium. Pech voor Jacques Detaille. Als ik dan nog vertel dat de ambiance in en rond de tent verzorgd werd door de streetband “Les Marteaux” dan zijn jullie weer helemaal bij. Houd het koel en tot binnenkort voor een volgende loop en verslag!

(Foto’s Marie-Paule. Foto 1: Achter de finishlijn. Foto 2: Eindspurt van Armand Pirotte. Foto 3: De laatste meters met Noël Heptia. Achter ons Eddy Hoylaerts. Foto 4: Op weg naar de douches met Martin Kossig.)