Jupille (Challenge de la Province de Liège)

zon 19/10/2014 11u15 u * Jupille (Challenge de la Province de Liège) * 10,1 km * 00:49:22 * 12,3 * 63/291 * 3/20 * ♥♥♥♥

Hoe kunnen we als lopers een betere hulde brengen aan Karel de Grote in diens herdenkingsjaar dan deel te nemen aan de Jogging Charlemagne in Jupille. Hoezo, Karel de Grote in Jupille? Wel ja, de huidige Luikse voorstad wordt genoemd als een mogelijke geboorteplaats van de grote Karolingische keizer. Zeker is dat allerminst. Wat wel zeker is, is dat de omgeving van het Institut Notre-Dame op deze zonnige zondagochtend gonst van de activiteit. De B-loop over 3,7 km telt zomaar eventjes 568 deelnemers. De meesten wel Chinese vrijwilligers, namelijk de leerlingen van de organiserende scholen. De aanwezige Limburgers zijn er wel uit vrije wil en wel met de bedoeling er het beste van te maken, ieder op zijn niveau.

Jupille 1


“Volledig nieuw parcours” luidt de officiële communicatie van de organisatie. Is dat makkelijker dan vorig jaar? Dat weet eigenlijk niemand van mijn gesprekspartners voor de wedstrijd. Zoals Claude Herzet het kernachtig uitdrukt : ” Als je in een gat vertrekt, moet je wel gaan klimmen om daarna opnieuw het gat in te duiken.” Het enige wat we weten is dat we de beboste hellingen boven de Maas zullen opzoeken en de bewoners van de hoger gelegen woonwijken hun zondagrust gunnen. In het gedrum na de start heb ik Gerard Thiessens uit het oog verloren. Ik heb voorlopig geen idee of hij een snellere start genomen heeft of zich achter mij schuil houdt. Een rij voor me zijn Alain Waerts en Richard Mathot – de veteranen 3 die in afwezigheid van Servais Halders het mooie weer maken in de Challenge van Luik – wel snel uit de startblokken geschoten. Ik zit midden in het pak en probeer in de buurt te blijven van Claude Herzet en “Aïnée 1” (dat is veteraan 1 bij de dames) Dominique Frederich. In mijn ijver om Claude en Dominique niet uit het oog te verliezen merk ik onze trouwe fan Guido Vrancken niet op langs de weg. Na een relatief vlak rondje in de de benedenstad loopt de weg na 2 kilometer al steil omhoog door een bosstrook. Daar haal ik mijn twee mikpunten in. Daarna gaat het op een kronkelend bospad weer naar beneden. Ik neem geen risico en Dominique gaat me weer voorbij. Niet voor lang echter. Na 2,5 km kunnen we even ontspannen op de weg. Ik herken de stem van Eric Martin achter me. Zijn maatje Philippe Gheury is me even daarvoor voorbij gegaan, niet zonder even te groeten. Eric volgt me ook de volgende kilometer op een vlak bospad maar hij moet afhaken wanneer ik enkele lopers voorbij ga. De veteraan 2 uit Wandre zit sinds enkele maanden in een dip. In de vorige jaren was het verschil enkele minuten in mijn nadeel.

Jupille 2

Aan km 3,84 (mijn Garmin heeft het punt feilloos geregistreerd) – beland ik in de meest lachwekkende situatie van mijn rijk gevulde joggerscarrière. Lachwekkend voor wie vanuit zijn luie zetel het filmpje van de feiten zou kunnen bekijken. Niet voor mij. We worden een smaller bospad opgestuurd waar een signaleur “iets” signaleert. “Attention, c’est raide” zegt de man. Zelfs als ik vroeger niet goed had opgelet in de les Frans zou ik begrepen hebben dat hij bedoelde dat we moesten opletten. Plots sta ik voor een steil taluudje van enkele meters. Beneden kronkelt een beekje. Daar moeten we over via een smalle betonnen plaat die er ook al glad uitziet. De man voor me gaat onstuimig naar beneden, schuift op zijn zij het hellinkje af maar kan nog net voor het beekje vaste voet op de grond krijgen. Ik grijp me rechts vast aan een boom en kan (durf) niet meer verder. Een ogenblik denk ik aan terugdraaien om een omweg te nemen maar ik geraak nu niet meer terug boven. De jonge Gregory Maniglia neemt de helling spelenderwijs en laat mij verder aan de boom bungelen. Ik moet voortmaken, ik kan moeilijk hier de rest van mijn dagen doorbrengen en neem dan toch maar het besluit om me naar beneden te laten vallen. Mijn rechterbeen houdt het gelukkig en ik geraak ook nog heelhuids over het “bruggetje”. Ik ben zo opgelucht dat ik in de volgende meters het tempo opdrijf om mijn minder angstige collega’s voor me weer bij te benen. (Achteraf vertelt Gerard me dat toen hij mijn gesukkel zag een “omleiding” heeft genomen. Merkwaardig genoeg heeft hij mij toen uit het oog verloren en is niet meer in mijn buurt geraakt.) Na dit slapstick-intermezzo kom ik vrij snel weer in mijn ritme. We zijn nu al kilometers aan het klimmen, weliswaar aan een mild percentage, maar de weg – of beter het pad – blijft maar stijgen. Het duurt tot aan km 5 eer we weer een vlak stuk voor de voeten krijgen. Een stevige afdaling even verder wordt echter onmiddellijk gevolgd door een nijdige klim. Een straatbord leert me dat we ons in het gehucht La Motte bevinden. Dat hoort bij de gemeente Beyne-Heusay waar het challengecircus enkele maanden geleden te gast was. Het plateau doet met zijn bossen en weiden erg landelijk aan. Alleen de talrijke hoogspanningsmasten verraden de nabijheid van een grote stad. Ik heb de lange klim goed verteerd en houd een egaal tempo aan. Dat is niet de tactiek van Michel Jeukens die me met een tussenversnelling telkens voorbij stormt in de afdalingen. Niet ver voor me herken ik de wapperende loopstijl van Richard Mathot. Ik hoor hem zich zelf oppeppen. Dat belet niet dat ik vooral in de beklimmingen snel terrein goed maak.

Jupille 3

Bij de volgende beklimming in het bos ga ik de Luikenaar voorbij. Na 7 km bereiken we eindelijk het hoogste punt van het parcours. Ik heb nu ook Philippe Gheury bijgehaald. Voor het eerst in meer dan twee jaar. Met zijn drieën duiken we een “windtunnel” in aan km 7. Ik laveer in het gezelschap van mijn twee gezellen tussen de grote plassen op de landweg. Intussen vraag ik me af hoe de parcoursbouwers de terugweg naar Jupille hebben uitgetekend. Er resten slechts een tweetal kilometer voor we weer de benedenstad zullen bereiken. Dat moet een razende duik naar de stad worden. In het bos is het al prijs. Het smalle bospad – eigenlijk een voor tussen twee schuin aflopende wanden – wordt alsmaar gevaarlijker en een aantal collega’s die ik in het stijgend gedeelte heb ingehaald steken me hier zonder scrupules voorbij. “Dan toch nog liever het parcours van vorig jaar”, sakker ik inwendig. Richard Mathot ontbindt nu zijn duivels en Philippe Gheury loopt ook opnieuw van me weg.
Benny Claes die ik een kilometer geleden heb ingehaald – dat begint een slechte gewoonte te worden van Benny – botst ei zo na op me als ik uitschuif in een glibberige bocht. In het totaal kost de afdaling tussen km 7 en km 9,5 me een zevental plaatsen. Ik ga zelf maar één loper voorbij, Guiseppe Di Vincenzo die in de voorste regionen van het klassement bij de veteranen 2 prijkt. Maar dat blijkt een tactisch manoeuvre te zijn om zijn clubgenoot Philippe Broeckx naar voren te loodsen. In de afdaling denderen de twee roodhemden van Seraing Athlétisme me voorbij. Ik haal wel 17 per uur in het steilste stuk maar moet ook hier nog plaatsen inleveren aan jongere elementen. De snelheidsexplosie in de steile afdaling naar Jupille heeft de laatste restjes energie uit mijn benen geslurpt en ik moet de laatste kilometer op karakter volmaken. Daarin zit ook nog een klimmetje in de pittoreske rue Piedboeuf. Na Karel de Grote krijgt ook de stichter van de Jupiler-brouwerij zijn eerbetoon in de jogging van Jupille. Nog één man komt me uit de achtergrond voorbij. Het dreunend slagwerk van een groep percussionisten geeft nog even een energiestoot voor de laatste lus in het park van het Institut Notre-Dame. Alain Waerts is dan al 2 minuten binnen en herstelt de pikorde na de Don Bosco-jogging.

De mueslikoeken van Jo Vrancken en de Waalse bieren krijgen unanieme bijval aan de Limburgse tafel. Als prijs ontvang ik een “hors série” van Telepro over 60 jaar rockgeschiedenis. Dat heb ik wel verdiend na mijn nummer “Rock around the tree” …

(Foto’s Pierre Hennico. Foto 1: Jo Vrancken in de laatste meters. Geen foto van Jo in de afdaling wegens te snel, 23 per uur. Foto 2: In de eerste kilometers voor Eric Martin en Gerard Thiessens. Ah, daar is Gerard! Foto3: Google Streetview: Rue Piedboeuf.)