Genieten in de Dolomieten

Neen, ik ben niet met vakantie in de Dolomieten. Jef van de Weerdt wel. Maar die kan alleen van een vakantie genieten als hij zich eens goed kan afpeigeren in een marathon. Dat komt goed uit want vrouwtje Herma wil alleen met Jef mee naar een marathon als daar ook een vakantie aan vastzit. Vandaar de keuze voor Brixen ( Bressanone in het Italiaans ) in de Dolomieten. Dat het een loodzwaar karwei zou worden – de finish lag op een Alpentop – mocht de pret niet drukken. Lees hier zijn bloedstollend verslag …

Brixen

“Buongiorno” zei Huberta de ontbijtmedewerkster. Het is zaterdag 30 juni, kwart voor zes en ze heeft speciaal voor mij een heerlijk ontbijt gemaakt. Jammer voor haar, maar van de zenuwen krijg ik geen hap door mijn keel. Wat muesli met yoghurt, dat is het. Ik stop nog snel een appel in mijn tas en ben op weg naar Brixen. Normaal een half uur rijden, nu met een Italiaanse vrachtauto op mijn bumper ( ze rijden daar als gekken ) een stuk sneller.
Het is al druk op het plein bij de dom waar de start van de Dolomieten-marathon is. Ik kijk omhoog en zie de Plose. Dat is de Alpenreus van 2556 hoogte waar de finish ligt. “Sjefke, Sjefke waar begin je aan?” zei laatst een loopvriend tegen mij, en inderdaad, waar begin ik nu weer aan. Hiroto Katsumata is de Japanner die ik gisteren bij de inschrijving heb leren kennen, 65 jaar en amper 50 kg schat ik … Op de lagere school had ik altijd een onvoldoende voor Japans… en hij voor Engels, dat schoot dus lekker op! Dat we beiden gingen voor de limiet van 8 uur was na een tijdje wel duidelijk, al had ik bij hem wel wat twijfels… Echter na zijn warming-up ( we hadden plots 20 m ruimte om ons heen ) waren die bij hem verdwenen…. en bij mij toegenomen! Die man was van elastiek. We wensten elkaar good luck en om 7.30 uur mochten we vertrekken, samen met nog 350 loopgekken. Het was al 20 graden in de oude smalle straatjes van Brixen waar we de eerste 4 km doorheen liepen ( het zou tussen de 34 en 38 graden worden) en ondanks dat die vlak waren, liep het bij mij voor geen meter. De rust – 5 dagen niet gelopen – had mij geen goed gedaan. 5km (30:11) de beklimming was begonnen! En ik heb het gelijk al moeilijk. Hiroto lacht nog even vriendelijk naar mij en hij verdwijnt langzaam uit mijn zicht … Ik ga mijn eigen tempo lopen en het gaat al wat beter. veel lopers gaan al wandelen en ik ga er steeds meer voorbij. We lopen nog veel in een bos, dus de warmte valt nog mee. Na 11km (1:24:55) zijn we al op 1100m hoogte. Ik krijg wat last van mijn maag en zoek bij de bevoorrading naar wat te eten maar er is alleen wat te drinken. Ik voel dat ik vanmorgen te weinig gegeten heb en stil mijn honger met mijn eigen (nieuwe) gelletjes. We zijn uit het bos en de zon doet zijn werk … Het wordt nu behoorlijk warm, zeg maar heet! Als zoon van een bakker ben ik dat wel gewend, hard werken in de warmte. Omdat we nu regelmatig wat asfalt krijgen kan ik ook wat genieten van de prachtige omgeving en ik heb het goede ritme te pakken … alleen met mijn maag gaat het niet zo goed. 2:56:34 is mijn tijd bij km 21 … nog 5 uur voor de andere 21km, dat wordt een “makkie”. Als ik bij km 24 bij de bevoorrading de gezichten van de vrijwilligers eens goed bekijk zeggen die genoeg zo van “Ja Sjefke,nu gaat het pas beginnen”. En inderdaad een dikke 3km steil omhoog met de zon ongenadig in je nek. Gelukkig heb ik mijn pet en met de klep in mijn nek bescherm ik mij tegen de zon. Het lopen wordt nu wandelen met kleine stukjes rennen. In een alpenwei met grote keien moet ik zelfs een paar tellen rust nemen, zo steil! We zitten al op 1984m hoogte en naderen het 30km-punt en met mijn maag gaat het steeds slechter. Wat is dat toch, vraag ik mij af: de nieuwe gelletjes, de iets sterkere maggi-oplossing (ik heb nieuwe kleinere flesjes)? Wat water, meer kan ik niet verdragen … maar goed, we moeten verder. De limiet bij het 33,5 km punt is 6:30 uur. Wie er later komt wordt uit de wedstrijd genomen. 5:26:44 is mijn doorkomst … Nog 8,6 km over steeds smallere schapenpaden (geen geit gezien) bezaaid met stenen en boomwortels en soms langs niet ongevaarlijke afgronden. De lopers die in het begin al gingen wandelen ( vooral de Italianen uit de streek ) gaan me één voor één voorbij. Ze “vliegen” over de stenen. Gelukkig kan ik vanaf km 37 tot 39 over een mooi pad weer een stukje ontspannen rennen. We zijn nu op 2085 m hoogte met nog 400 hoogtemeters in de laatste 3,2 km. We zijn er dus nog niet. Door mijn maagklachten heb ik weinig tot niets gedronken of gegeten en ik ben nu al 6 uur en 33 min onderweg. Mijn benen willen niet meer … zo iets van “ouwe gek daar boven als jij verder wilt is dat prima … maar wij doen niet meer mee!” Ik vraag het drie keer aan de bergwachten “Moet ik daar omhoog?” …”si si si”, een super steile rots partij ligt voor ons! Met de moed der wanhoop begin ik er aan. Echter er is geen beginnen aan, om de paar stappen moet ik een paar tellen rust nemen. Ik houd me vast aan een struik of rots om niet weer terug te glijden en de ene kramp na de andere. Het uitzicht moet hier geweldig zijn … uitzichtLOOS is mijn vooruitzicht! … Hoe, weet ik niet … na 40 min ben ik boven. “Oh mijn God” roept een loopster voor mij … “ben ik in de hemel ?” … Nee, maar in plaats van de finish te zien … alweer een geitenpad ( hier liepen wel geiten ) met nog een steile rotspartij en ik heb nog maar 40 min. Dat ga ik nooit meer halen! Wordt mijn 52e marathon dan mijn Waterloo! Mijn oren zitten dicht, mijn maag van streek … ik voel mij ellendig! Maar goed, ik was gewaarschuwd en stronteigenwijs als ik ben … er zit niks anders op, ik MOET door! Ik probeer nog wat te rennen en langs een gevaarlijke afgrond struikel ik over een steen en val … de goede kant op … Met kramp in beide benen kan ik niet meer opstaan. Een bergwacht trekt mij overeind en vraagt of het nog gaat. Krampa, krampa is geen Italiaans maar zij begrijpt mij gelukkig … en ik mag verder lopen. Hoe ik de tweede rotspartij boven ben gekomen ga ik u besparen. Het is als een lege tube tandpasta: als je goed perst, haal je er iedere keer weer iets uit! Finito, finito roept de bergwacht als ik verdwaasd op het hoogste punt ben ( 2486m hoogte ). Ik schrik …ben ik uit de wedstrijd? Nee … daar 1km verder kan ik de finish zien … Ik kijk op mijn klokje …14 min heb ik nog over … Een belofte van een marathonloper is niet veel waard … maar ik beloof mijn benen dit nooit meer te doen, en ze geloven het ook nog! … en ik ren weer voorzichtig, nu even goed uitkijken en niet weer vallen! Het bord … 42 km. Nog 9 min , ik ga het halen en ga gelijk wandelen, op de laatste 20m na voor de finishfoto 7:53:29. Finito! Geen blijdschap, geen brok in mijn keel, geen tranen, geen kippenvel, geen emotie, helemaal niks! … Geestelijk totaal leeg. Ze hangen een medaille om mijn nek, het t-shirt schatten ze twee maten kleiner dan bij de inschrijving … 315e van 340 starters, 328 lopers haalden de finish. 17e van de 18 in mijn klasse (m60), … niet echt geweldig.
Een glas alcoholvrij witbier doet mij goed … even bijkomen … en nu weer beneden zien te komen. Via een busje, kabelbaan, lijnbus waar ik Hiroto tref (5:59:50. 1e m65) ben ik weer in Brixen, we wisselen elkaars emails uit,en NOG EENS op de foto met mijn Japanse vriend. Als “memory” zegt zijn vrouw “Truus”… ( ik weet haar naam niet.) Terug in het hotel kan ik eindelijk mijn maag ledigen. Ik ga niet zeggen dat het een pikzwart goedje was, want dat is onsmakelijk, en na een stevig avondmaal ben ik weer redelijk opgeknapt.
Zo, en nu kan de vakantie ( tien dagen ) in de Dolomieten beginnen … en voor overmorgen heb ik al een mooi trainingstochtje in gedachten. Om in de Dolomieten een marathon te lopen met 2340 hoogtemeters en 35 graden, moet je een beetje “dol” zijn, en geen “mietje” …