Bruyères (Challenge La Meuse)

vri 05/04/2024 19u30 * Bruyères Jogging de l’Ecole * 8,5 km * 00:51:00 * 10 * 205/259 * 5/8 * ♥♥♥

Het voordeel van een flexibele planning, zoals ik die verkies, is dat je op korte termijn nog een wedstrijd kan inpassen of overslaan. Dit weekend is er plots zo eentje bijgekomen. De geplande training heb ik woensdag kunnen afwerken, niets weerhoudt me om de benen en de geest nog eens op scherp te zetten in een competitieloop. We zijn snel in Herve (Bruyères ligt op een boogscheut) en het parcours is me bekend. Ik was hier in het verleden al twee maal (2012 en 2018) maar vooral de verkenning van en de Semi van Herve zelf, die hier passeert, liggen nog vers in het geheugen. Toch word ik in het middendeel van de loop nog verrast door het parcours. Ik stel na afloop vast dat de afstand precies overeenkomt met die van jaren geleden. Dit moet een van de weinige lopen zijn waarvan het tracé niet is gewijzigd. Dat betekent ook dat ik mijn gelopen tijden perfect kan vergelijken. Het resultaat is confronterend…

Animatie aan de finish.

We vertrekken met zo’n 250 noordwaarts in de richting Herve. De 5km-lopers, een kleine honderd, worden vijf minuten later de andere kant opgestuurd. We kunnen ons meteen goed laten gaan want de eerste 800 meter lopen flink bergafwaarts. Het levert mij, behalve mijn tweede snelste kilometertijd, vooral plaatsverlies op. Ze gaan mij links en rechts voorbij. Ik laat het maar gebeuren, ik gebruik de afdaling in de eerste plaats om de benen te roderen. Dat lijkt me het verstandigste, zeker na mijn duurtraining langs het Albertkanaal tussen Kanne en Visé. De eerste 6 km tegen Beaufort 4 waren een echte uitputtingsslag. Ik zie Luc Hilderson, collega veteraan 4, wat voorsprong nemen. We draaien links de Rue du Château op. Een kilometer klimmen naar de hoogte van Herve, in de omgekeerde richting van de eerste afdaling in de halve marathon van vorig jaar oktober. Ik win enkele plaatsen in tussen de rijen lopers die naar boven zwoegen. Een naam valt me op, die van Antonio Ianniello, Niet te verwonderen, hij staat in dikke witte letters op zijn zwart shirt. Later zie ik dat hij ook bij het gild van de 70-plussers hoort. Maar goed dat ik hem snel ben voorbijgegaan. Er zijn overigens enkele verse veteranen 4 bijgekomen dit jaar. Ook Jean-Marie Capier, die met 3 minuten voorsprong, tweede wordt in onze categorie, achter de ongenaakbare Jean Dessouroux. Tussen haakjes, de winnaar Vincent Castermans heb ik hier ook gezien… maar dat was bij het inlopen. De beklimming valt beter mee dan gevreesd – mijn benen schijnen goed hersteld van mijn gevecht tegen de wind vorige woensdag – en ik ben weer wat dichter gekomen bij Luc. Zo dicht dat ik vlak na hem de top rond. Hij gaat er echter meteen weer van door en zodra de afdaling steiler wordt, verdwijnt hij snel achter de ruggen van de lopers voor me. Hij zal anderhalve minuut voor me de finish overschrijden. Ik blijf ook op die derde kilometer, met soms steile, dalende stroken, op reserve lopen. Dat betekent zo’n 5 minuten kilometertijd.

Plots worden we linksaf gestuurd, een weide in. Ik heb alleen nog een vage herinnering aan die passage. Ik moet me even aanpassen aan de nieuwe ondergrond, in de bocht daarnet nog vettig, en verlies weer enkele plaatsen aan lopers die ik op het harde heb ingehaald. Op de 200 meter lange grasstrook – een platgetreden spoor door de weide – zit ik even gevangen achter een langbenige juffrouw. Na een kort verbindingsstuk op Maison du Bois (dat is de naam van de straat) gaat het verder op het onverhard. Rechts ligt het restaurant “Aux Etangs de la vielle Ferme” dat ik al heb opgemerkt toen we met de auto op weg waren naar Bruyères. Mooie naam, dacht ik nog. Niet alleen mooi, stel ik dadelijk vast, maar ook een correcte beschrijving van de omgeving. Want die vijvers en de natte ondergrond zullen we dadelijk aan den lijve (meer bepaald de voeten) ondervinden. Op de modderigste strook gaat Raymond Jungbluth me voorbij. Hij is langzaam gestart. Het heeft geen zin meer snelheid te zoeken, aldus Raymond, “il faut assumer son âge” (je moet je leeftijd aanvaarden). Hij zoekt het nu in lange trails, daar moet je dan wel zin in en energie voor hebben… Ik ben de langbenige juffrouw nu weer voorbij, ook een veteraan 3 die al een tijdje in mijn buurt meedraait. Thierry Fettweis die al eeuwen meedoet aan deze challenge, en ook vlak bij mij loopt, moet het uiteindelijk ook opgeven en blijft achter. Maar enkele plaatsen overigens. In de vorige jaren was hij altijd in het gezelschap van een hondje … dat na de wedstrijd altijd in de kleedruimte rondtrippelde. Gek genoeg zie ik vandaag ook een hondje, maar dan bij een andere loper in de buurt, blijkbaar een kennis van Thierry. Ik heb het niet helemaal door tijdens de wedstrijd maar Garmin zegt me dat er tussen km 3 en km 4,7 voornamelijk klimwerk op het menu stond. Dat het soms flink steil is, weet ik maar al te goed. Tot twee keer toe moet ik op (snel)wandelen overgaan. Maar ook dat doet pijn. Voeg daar een streep modder en steengruis bij en je komt uit, euh ik kom uit, op ruim meer dan 7′ voor km 4 en tegen de 7′ aan voor km 5.

Ik probeer een idee te krijgen hoe ver we intussen zijn. Het is al aan het schemeren en ik kan de afstand niet aflezen op mijn Garmin. Daar is een bord: 6km. Dat valt even tegen. Nog een kleine 3 km te gaan. Dat belet niet dat ik, zoals in de voorgaande lopen na een km of vijf, beter in mijn ritme kom… of intussen de pijn in de benen (die er altijd is) beter kan verdragen. Op de Bois de Herve, asfalt dus, zit er nog een steile puist verscholen tussen het groen en de weiden. Ik heb nu wel de energie om lopend in gang te blijven. Als je dan hier en daar nog een collega voorbijgaat geeft dat een extra boost. Er zit onverhoeds ook nog een passage op een smal paadje tussen twee rijen bomen in. Ik houd me bewust wat in: niet zozeer de ondergrond als de invallende duisternis maant me aan tot voorzichtigheid. In elk geval is er geen achtervolger dicht in de buurt te horen en vind ik mijn kadans snel weer terug op de asfaltweggetjes in het groene gebied dat vroeger wellicht een bos geweest is, het Bois de Herve. Na wat kronkels komen we uit op de Vinave, de weg die weer terug leidt naar Bruyères. Het is hier lekker lopen. Niet alleen omdat ik me in mijn sas voel maar ook door het licht dalend profiel.

Opwarming tussen de weiden en op het beruchte Waalse asfalt. (Foto’s Marie-Paule)

Km7,4: de laatste loodjes. We steken de Rue de la Grotte over, de weg van Bruyères naar Manaihant. Dit is bekend terrein, zeker omdat ik daarnet nog even verkend heb. Nog een aanmoediging van een groepje toeschouwers. Hier zijn ze niet te beroerd om onbekende lopers een mentaal duwtje in de rug te geven. Ik moet ook nog even terugdenken aan de inschrijving, twee uur geleden. De mevrouw aan de tafel begroet me met een glimlach. Wat een verschil met sommige Limburgse wedstrijden waar je je aan de inschrijvingstafel in het wassenbeeldenmuseum van Madame Tussaud waant. Ik zet voor alle zekerheid mijn sportbril op om mijn enkels niet te verstuiken in de afdaling op de hobbelige flarden asfalt en de geulen in de weg. Ik haal een groepje jongeren in. Zij betalen de tol van de slopende kilometers in de brede lus rond Bruyères. Het laatste klimmetje kost me nog enkele seconden en twee plaatsen. Maar ik kan voldoende snelheid houden om de laatste hectometers naar de speelplaats – en de finish – vlot te nemen. En zo besluit ik een intense inspanning van een klein uurtje in een mooi landschappelijk decor.

Het is toch niet meer precies zoals vroeger, moet ik vaststellen na de wedstrijd. Geen douches meer. Die waren er vorig jaar wel nog, hoor ik van andere lopers. Niet alles verandert ten goede… Dan maar meteen naar huis.