Manaihant (Challenge L’Avenir)

vri 17/05/2019 19u30 * Manaihant (Challenge L’Avenir) * 8,6 km * 00:41:21 * 12,5 * 149/329 * 1/7 * ♥♥♥♥

Ze komen wel origineel uit de hoek, de organisatoren van de Jogging de Manaihant. Een van hun sponsoren, een servicefirma, biedt de vrouwelijke deelneemsters een uur gratis strijk aan. “Wie wil er nu niet liever een uur lopen dan een uur strijken?” luidt de plagerige vraag op de informatiefolder. Een heel ruwe schatting (ik vind geen uitslag van de korte loop) levert meer dan 100 dames op die met dit truukje hun huishoudelijke plichten “ontlopen”. In dit cijfer zitten ook wel jonge juffrouwen die nog geen huishouden hebben en verzorgd worden in Hotel Mama. Bovendien zullen de meeste dames ook wel aan de start hebben gestaan zonder die publiciteitsstunt. En nog eens bovendien kun je je de vraag stellen of die dames het zichzelf niet extra moeilijk maken met een volgehouden inspanning over een (klein) uur op een pittig parcours. Wat belet mannen overigens de strijk te doen en hun vrouwen een uur vrije tijd te gunnen om bijvoorbeeld te gaan joggen? Met andere woorden: mijn conclusie uit de optelsom die ik daarnet heb gemaakt is… flauwekul. Maar dat zijn jullie intussen gewend op dit blog.

Manaihant 1


In elk geval, het aanbod geldt niet voor mij. Ik ben hier dus voor een andere reden. Voor andere redenen, in het meervoud. Ik heb deze loop nog niet betwist en wil dit hiaat op mijn palmares opvullen. En omdat ik reken op een parcours op mijn maat gesneden. De beslissing om naar Manaihant, in de groene rand van Herve, af te zakken, heb ik eigenlijk vorig jaar al genomen tijdens een andere wedstrijd, hier vlak bij, in Bruyères. Dat was een van die korte, leuke, zij het uitdagende, rondjes door de groene bocage van Herve. Nu maar hopen dat het parcours de verwachtingen inlost en dat de benen meewillen. De opwarming geeft me wel goede hoop. Ik heb hier alleszins meer concurrentie dan in de vorige Avenir-wedstrijden. “Ils sont tous là” zegt Jean-Louis Voss tegen een van mijn categoriegenoten. Hij bedoelt de veteranen 4, waar hij volgend jaar overigens zelf deel van zal uitmaken.
De kern van Manaihant, het centrum bij manier van spreken, is niet meer dan een kruispunt met een kerk en daar schuin tegenover een zaal met een onduidelijke bestemming. De bebouwing strekt zich voornamelijk uit langs de verkeerswegen richting Herve en Verviers. Ik heb de laatste rechte lijn op een rijweg en een smallere weg naar een valleitje verkend. En ben voorbereid, alleszins al mentaal, op de laatste 2,5 km die hoofdzakelijk stijgend verlopen. 328 van de 329 vertrekkers staan klaar voor de lange wedstrijd. De 329ste staat ook klaar maar heeft de startprocedure niet goed gevolgd. Onoplettendheid, slecht gehoor, het Frans niet begrepen? Laten we het houden bij overconcentratie en een onduidelijk luidsprekergeluid. Die 329ste ben ik. Ik vertrek met de 5km-loop… en zie mijn vergissing in na 10 meter als de rest van de meute niet volgt. Ik keer op mijn stappen terug en neem met een ongemakkelijke lach op mijn gezicht weer plaats bij een groepje veteranen 3 en 4. Vijf minuten later is het dan wel de goede start, ook voor mij.
Na 100 meter zijn we al voorbij het kruispunt – de “dorpskern” dus – en enkele lendenrukken verder lopen we al tussen het groen. Het duurt niet lang of ik vind Roger Dosseray terug in de wriemelende meute voor me. Ik heb hem aan het vertrek op de tweede of derde rij zien staan, onmiddellijk achter de toppers. Na een afwezigheid van twee maanden – die mijn categoriegenoot jaarlijks doorbrengt in zijn Zuid-Frans buitenverblijf – is Roger weer in Avenir-land en (klaar? of alleszins) gemotiveerd om mij het vuur aan de schenen te leggen. We krijgen meteen een klim van zo’n 500 meter met een stijging rond de 3,5%. Ik ben spontaan, zonder het meteen zelf te beseffen, fel vertrokken en moet boven al flink naar adem happen. Maar het gehijg hierboven komt heus niet van mij alleen. De eerste kilometer in 5′, dat is haast een sprint voor mij. Die brengt me wel bij Roger die toevallig in het gezelschap is van een andere kennis, Sandra Delrez. Ik wurm me voorbij in de vrije ruimte tussen hun beiden. En blijf ferm doorgaan. In de tweede kilometer, voor een gedeelte dalend, haal ik zelfs 4’22”. Roger verliest al snel terrein. Zijn achterstand kan ik afmeten aan het dalend geluidsvolume van zijn gekreun. En het blijft maar naar beneden gaan. Op smalle asfaltwegen tussen de hagenrijen met daarachter de uitgestrekte weiden. Daarnet liepen we nog even tussen de huizen en was er een akkefietje tussen een autobestuurder (zelfs een bestuurster, als ik het goed heb gezien) en een signaalgever. Kilometer 3 en 4 in een tempo waar ik alleen maar van kan dromen. Dat doe ik nochtans niet en zo moet ik stilaan tot het besluit komen dat ik een betere dag beleef. Natuurlijk, dadelijk komt er een klim maar ik heb niet het gevoel dat ik daar ga stilvallen. En mijn gunstig voorgevoel komt uit. Ik heb snel mijn ademhaling onder controle, eens de bruuske overgang van de snelle afdaling naar de steile klim verteerd. 500 meter met een piek tot 11%. Halverwege is de afstand tot de top op het wegdek gekalkt. Echt helpen doet het niet maar de “courage” in rode letters doet wel even deugd. Dit zou de belangrijkste moeilijkheid van de avond zijn. Dat heb ik wel opgevangen van de speaker voor de start. Nog honderd meter. Rechts ligt een hoeve. De boer staat voor zijn erf en bekijkt zwijgend de passerende stoet uitslovers. Boven. Ik hoor twee jongemannen naderen. Ze hakkelen enkele woorden tegen elkaar – de amechtige ademhaling maakt spreken moeilijk – en verdwijnen daarna weer achter me. Boven dus, en daar liggen tweehonderdvijftig “atypische” meter, want vlak…

Manaihant 4


We draaien naar rechts, langs de autoweg aan de linkerkant. Ik zie hier bekertjes op de weg liggen en heb de bevoorrading blijkbaar gemist. Nu, dorst heb ik niet. Het is ideaal loopweer en het gedruppel van voor de start is zelfs opgehouden. Ik kan hier weer lekker tempo maken op een nieuwe afdaling… en voel me nog lekkerder dan daarnet want de pijn boven de enkel en onderaan het rechterscheenbeen – die mij altijd hindert in een lange afdaling – is blijkbaar op een miraculeuze wijze verdwenen. Ik werp een blik op mijn Garmin en reken uit dat er nog een klim moet zitten tussen “En Wez” (waar de boer stond) en de mij bekende lange laatste klim. In een korte wedstrijd van 8 kilometer ben je snel in de helft maar in deze regio hebben ze een bijkomend klimmetje maar voor het oprapen. Ik ben er dus best op voorbereid. Maar eerst nog genieten van het parcours. Voortdurend op asfalt, in het midden van de natuur. Wat kan ik me nog meer wensen? Ik ben weer verzoend met de Challenge L’Avenir. Na de hel van Kin een halve maand geleden is dit de hemel. We zijn weer in een valleitje. We lopen over een bruggetje. Ik zoek naar de naam van het stroompje maar zie geen bordje. Ik zie de lopers 200 meter voor me op de volgende klim. Na een rechts-linkse combinatie tussen enkele boerenerven beginnen we aan het karwei. Kijk, daar kom ik nog eens een bekende tegen. Het is Vincent Crasson die in de tweede helft van de Avenir-lopen (in de andere challenges kom ik hem niet tegen) meestal terugvalt. Hij bekijkt me weer met die trieste blik waarop de vermoeidheid is af te lezen. Zelfs als ik medelijden met hem had, zou ik hem niet kunnen helpen. Op de Trou du Chat (tiens, die naam ken ik van de Bruyères-jogging) blijf ik ruim onder de 6 minuten-grens (kilometertijd). Dat is dus binnen mijn geïmproviseerd schema. Ik heb de voorbije kilometers in een groepje gelopen met een grote man in wieleroutfit, een andere in fluo-shirt en enkele dames. Sommigen van hen zullen later achter me eindigen maar intussen geven ze wel met overtuiging het tempo aan, meestal in de afdalingen. Aînée 3 Anne Delwaide mag op heel wat aanmoedigingen rekenen langs de weg, “super Anne”. Ze stuift me twee keer voorbij bergaf maar de voorsprong moet ze telkens inleveren op de beklimmingen.
Aan km 6,8 gaat het weer naar beneden. Op een veldweg met hier en daar wat stenen. Dit is het eerste stukje onverhard van vanavond. Na tweehonderd meter zijn de stenen zelfs verdwenen en is het pad perfect beloopbaar. Daar is het beekje waar de laatste klim begint. Het beekje heet… Manaihant. Ze maken zich wel niet moe aan het vinden van namen in Manaihant.
Begin van het slotbedrijf: 2,5 km naar de finish op het plateau. Dat betekent een lange klim in twee delen, onderbroken door een afdaling van 600 meter. De eerste hectometers zijn telkens de steilste. Ik houd mijn positie vast in de eerste klim op de Voie de la Chocolaterie. Zo genoemd naar de aldaar gevestigde chocoladefabriek van Demaret. Een referentie in de sector, lees ik achteraf. Maar voor ik aan lekkernijen toe ben, heb ik nog een harde noot te kraken. De lange rechte lijn naar de boog in de verte op de top. Ik schroef het tempo weer op in de afdaling tussendoor, net niet genoeg om een snellere loper achter me te houden. De laatste 500 meter doen nog even pijn. Twee jonge mannen snellen me nog voorbij vanuit de achtergrond maar zelf kan ik ook nog een senior een plaatsje afsnoepen. Met een gemiddelde van 12,5 km/uur en enkele snelle kilometers zou ik wel een praline van Demaret verdiend hebben. Maar de chocolatier is blijkbaar geen sponsor. “Bien couru, Monsieur” knikt Anne Delwaide naar me aan de drankentafel. De lovende beoordeling van mijn eigen wedstrijd is dus geen zelfverheerlijking. Ook een “concurrente” steekt een pluim op mijn hoed. Met mijn snelle tijd verras ik zelfs mijn persoonlijke persfotograaf die te laat aan de finish verschijnt.

Manaihant 3


Ik blijf niet te lang in de aankomstzone rondhangen. En spoed me naar de douches waar ik vaststel dat ze in Manaihant niet op een euro gekeken hebben. Het dorpje zelf mag dan een boerengat zijn, de douche-installatie die hier ter beschikking staat, is topniveau. Het is een rijdende douche- en kleedruimte (foto 3), speciaal gehuurd voor deze gelegenheid. Ik vraag me wel af hoe en of de organisatie de kosten kan recupereren. Ik heb het geluk dat ik na enkele minuten wachten al binnen geraak. Dan is er ook wel enig gewring nodig om een plekje te veroveren. Een tiental minuten later staat er al een flinke file te wachten aan de trappen naar de oplegger. Dat is de prijs die de lopers betalen voor het geboden comfort. Bij de prijsuitreiking is het ook dringen op het podium. Alle eerste plaatsen (in de leeftijdsklassen) moeten samen plaats nemen op een houten plateau. Waar ik gewoontegetrouw met veel moeite op geraak. Daarna moet ik er weer zien van af te komen, met een geschenkpack van Val Dieu in de handen. De nacht heeft nog niet helemaal bezit genomen van Manaihant als we de terugreis aanvatten. Op een wip ben je hier op de autoweg Verviers-Luik. Daarna leiden brede – en op dit uur merkwaardig rustige – wegen naar Heukelom. Het lijkt wel of die speciaal zijn aangelegd om mij snel naar de Avenir-locaties te brengen…

(Foto’s Marie-Paule. Foto 1: Start. Foto 2 van Fabien Teller: Achter Anne Delwaide in een van de afdalingen. Foto 3: De mobiele douche-wagen.)