Panoramalauf Altenahr

zat 31/08/2019 09u30 * Panoramalauf Altenahr * 17 km * 01:51:41 * 9,1 * 58/141 * 1/2 * ♥♥♥

“We zijn er al”, is mijn reactie als we bij het binnenrijden van Altenahr meteen het bordje “Laufveranstaltung” zien. De eerste hindernis van de dag is genomen. We zijn goed en wel ter plekke in het wijnstadje aan de Ahr, zo’n 100 honderd kilometer ten zuidoosten van Aken. En dat is een opluchting nadat mijn nukkige Duitse automobiel ons een jaar geleden kort na het vertrek in de steek liet in Maastricht. Nu nog heelhuids het einde halen van de loop. Maar dat verhaal is voor dadelijk. We zijn bij de eersten aan de Martinshütte waar we van start gaan. Ik herken de blauwe Volvo-oldtimer van de Tunnellauf in de buurt van Prüm twee jaar geleden. Toch één bekende, zij het een in plaatstaal.

Altenahr 1


De Martinshütte bevindt tussen de weiden en de bossen, in wat Marie-Paule wat oneerbiedig als een “woestenij” beschrijft. De Burg Are glinstert boven ons in de morgenzon, het dorp ligt nog gedeeltelijk in de schaduw beneden ons. Er klinkt gedempte muziek, hier is “Lärmschutzkontrolle”. De sfeer onder de deelnemers is al even ingetogen. Ik verken de begin- en de eindkilometer. En blijf voorlopig in het ongewisse over de fameuze “vorm van de dag”. Onder meer daarvan zal afhangen hoe ik deze tweede natuurloop binnen acht dagen zal verteren. Niet dat ik deze uitdaging echt gezocht heb. Maar ik reken niet meer in tienjarenplannen waarin ik de wedstrijden netjes in de tijd kan spreiden. Mijn rechterknie, licht geraakt bij mijn val van vorige zondag, is opnieuw klaar voor het zwaardere competitiewerk. In mijn gezicht zijn nog nauwelijks sporen te zien van de onzachte aanraking met de Ardense grond en zo kan ik straks zonder gêne het podium bestijgen. De kans dat ik daar geraak is redelijk groot in een leeftijdsklasse (die beslaat in Duitsland slechts vijf jaren) met twee deelnemers. In de veronderstelling natuurlijk dat er überhaupt een podium is voor alle categorieën. Dat is er niet, stel ik na afloop vast. En dus blijf ik, visueel alleszins, in de anonimiteit.
We hebben ons met zo’n 300 verzameld voor het start-spandoek met de grote S met punt, het logo van de hoofdsponsor Sparkasse. Ik kan niet veel opmaken uit de luidsprekerbriefing en weet alleen dat ik moet opletten bij de splitsing van de 16km en de 33- en 52km-lopen. We maken eerst een galarondje rond de startplaats en duiken meteen de vallei in langs een buitenwijk. Enkele 33 en 52km-lopers en loopsters – ik herken ze aan de rode en zwarte bollen op het startnummer – stormen me voorbij. Wat een zelfvertrouwen en/of conditie! De doortocht door de vallei duurt welgeteld zeventig stappen. We hebben dan 1,4 km achter de rug. We worden meteen het dal weer uitgejaagd. Onmiddellijk steil omhoog in het hellingbos. We zwoegen zij aan zij naar boven. Dit is de eerste van drie hellingen die op het parcours liggen uitgespreid. Qua steiltegraad vergelijkbaar met de St. Pierre. Ik klim in een mooi ritme en neem de goede afslag (de blauwe pijl voor de “korte” loop). Het laatste deel van de klim loopt tussen de wijngaarden met een geweldig uitzicht op de zonovergoten Ahrvallei onder ons. Ik geniet van het uitzicht, zo lang het nog kan. De afdaling van meer dan 2 km slingert zich ook tussen de wijnstokken maar hier hou ik de blik liever op de ondergrond gericht. Keitjes, losliggend grind en scherpe bochten vereisen al mijn concentratie. Daar is de eerste fotograaf al. De professionals van Eventfotografie.de zijn met man en macht uitgerukt. Even door de vallei (150 stappen of daaromtrent), dan een brugje over naar de eerste bevoorrading. Ik neem een flinke slok. Je kan je maar beter wapenen tegen de hitte. We beleven vandaag, volgens weerkundigen, de laatste tropische dag van het jaar. Maar zoals vorige zondag behoeden de bomen ons van het zonnegeweld. En het is nog vroeg op de dag. Het parcours volgt nu een tijdje de Ahr. Het aarden pad ligt mooi in de schaduw. Ik loop afgescheiden en heb zo een onbelemmerd zicht op de ondergrond – ja, ik weet het, dat wordt stilaan een obsessie. Wat gebeurt hier? Ik zie plots drie lopers uit een andere richting, van rechts over de rivier, opduiken. Geen aanduidingen, waar moet ik naartoe? Het antwoord, het gebaar, van de laatste loper van het groepje, maakt me niet wijzer. Moet ik hier een lus maken? Ik wind me al behoorlijk op over de seconden die wegtikken. Na een tiental seconden wijst een opkomende man me dan toch de juiste richting aan. Gewoon rechtdoor. Achteraf zal blijken dat die tien seconden peanuts zijn in vergelijking met de minuten die de gedwongen stapstroken verderop me zullen kosten. Ik haal even het hoogste tempo – op het vlakke – van de hele loop. Net hier waar fotograaf nummer twee ons in het vizier neemt. Ik heb zo het gevoel dat ik vrij vooraan in het peloton loop. Dat gevoel wordt bevestigd door de volgorde van de foto’s van de Eventfotografen. Positie 22 van 141. Ben ik op weg naar een topprestatie of loop ik te fel van stapel op een onbekend parcours? Mijn enige informatiebron is een hoogtegrafiekje op de website van de organisatie,de Selbstläufer van Altenahr. Wat een rare naam, “zelflopers”! Van zelffietsers kan men tegenwoordige wel spreken. In elk geval, tot nu toe loopt het gesmeerd. Wie van mooie verhaaltjes houdt, leest dit deel van mijn verslag het best nog eens. Want het vervolg is alleen kommer en kwel.

Altenahr 2


Dit is het vervolg. Km 6,5. We moeten het wandelpad langs de rivier verlaten en worden linksaf gestuurd. Helling nummer twee komt eraan. Als die vergelijkbaar is met de eerste mag ik het vervolg van de loop met vertrouwen tegemoet zien. Maar de 500 meter die we nu voor de voeten krijgen, geven dat vertrouwen meteen een dreun. We worden van de reguliere wandelpaden afgeleid op zoek naar hoogtemeters op een slingerend geitenpad. Ik moet twee, drie keer de bochtjes ronden op handen en voeten. Te heftig voor mijn oude spieren. Een eerste golf lopers gaat me voorbij. Daarna wordt het bospad weer breder en haal ik toch weer een gemiddelde van 10 per uur. Daar is de tweede bevoorrading. We draaien af naar rechts, in dalende lijn. Is dit het einde van de tweede helling? Moeilijk te geloven, we zijn pas aan km 7,5. Even verder is het opnieuw klimmen geblazen. De klim lijkt eindeloos. In elk geval, er klopt geen jota van het hoogteprofiel dat ik onder ogen heb gehad. Op de steilste stroken, tussen de 8 en de 10% , ga ik stapvoets omhoog om mijn benen te sparen voor de klimpartij die later nog moet volgen. Ik ga ervan uit dat het laatste derde van het parcours het zwaarst is. Die veronderstelling zal wel kloppen. Na een klein uur bereik ik dan toch de top. Hopelijk kan ik weer wat tempo maken in de lange afdaling die ons wacht.
De eerste hectometers op het dak van het parcours vanaf km 9 bieden het panorama waaraan de loop zijn naam dankt. Maar ik laat de uitkijkposten rechts liggen, maak geen fotootje van het ongetwijfeld mooie uitzicht en wil vooral vooruit. Maar hier steekt de ondergrond (en de organisatie die deze ronde heeft uitgetekend) een stokje voor. Smal, kronkelend, gevaarlijk met putjes, kuiltjes en boomwortels, dat is de “Strecke” op 350 meter hoogte. Ik heb geen zin in een bezoek aan de spoedafdeling van het dichtstbijgelegen ziekenhuis en zoek mij eerst de veiligste weg uit en zet dan enkele pasjes om me dan weer aan een boomstam vast te klampen. Onnodig te zeggen dat ik een klungelige indruk maak op de lopers achter me. Die laat ik trouwens zo snel mogelijk voorbij en maak dat ook met armbewegingen duidelijk. Na een driehonderd meter is de ergste ellende voorbij maar ook op de volgende kilometer is het pad te smal en te bochtig om tempo te maken. Ik laat opnieuw een klad lopers passeren. Ik blijf in het spoor van een man voor me, een vijftiger, die zich ook met moeite kan staande houden. “Niets voor mij, daarnet” meld ik Frank, zo heet de M55-loper, als we eindelijk weer op beloopbare weg komen in het dorpje Altenburg. De krampachtige houding in de afdaling – het remmen op de bovenbenen kost nog meer energie dan een steile klim – heeft alle kracht uit mijn benen gezogen. Dit zal ik onvermijdelijk bekopen op de derde helling. De heerlijke afdaling naar het dorp en de passage over de Ahr biedt nog een korte mogelijkheid tot herstel. Het is nog even vlak op het fietspad langs de rivier. Ik neem de tijd om de dorst te lessen en het hoofd af te koelen in de derde bevoorradingspost. Ik monster ook even de collega’s in de buurt van de drankentafel. Het parcours heeft iedereen murw geslagen. Ook al ging me daarnet een jonge juffrouw voorbij met een beate glimlach op het gelaat. Het dorpsasfalt gaat over in een onverharde weg met gaten, de overgang naar de laatste taaie brok van de dag.
Hoe overleven op de langste klim van de dag – 2,6 kilometer – als er geen jus meer in de benen zit? Doseren, elke druppel energie zo doelmatig mogelijk aanwenden. Op de steile stukken schakel ik meteen op stappen over. Zodra het stijgingspercentage wat milder is, zet ik de benen weer in beweging. Ik loop sinds Altenburg in het gezelschap van een 60-plusser, Walter Goese. Die wandelt niet maar blijft constant een trippelpasje aanhouden. De tien meter voorsprong die hij neemt bij elke stapfase van mij, heb ik meteen weer ingehaald als ik zelf weer op looppas overschakel. Maar de looptred volhouden, lukt me niet. Na anderhalve kilometer moet ook Walter zich gewonnen geven en stappauzes inlassen. Hier en daar raap ik toch nog een lotgenoot op. “Es ist vorbei, und es geht fort” filosofeert mijn gezel als we na de zoveelste bocht een nieuwe helling zien opduiken. Dan toch boven. Draaien en keren tussen de bomen.

Altenahr 3

Nog 1 km, meldt Walter na een blik op zijn horloge. Die kilometer blijft wel heel lang duren. Daar is de asfaltweg die ik daarstraks verkend heb. De brandende zon vergezelt ons als we het bruggetje over de B257 oversteken. Marie-Paule staat hier met haar Sony’tje in aanslag. Ik neem de bocht rond de parking zo ruim mogelijk om ook mijn gezel Walter een plaatsje op het plaatje te gunnen. En mis bijna de juiste afslag. Marie-Paule en de parcourswachter houden me op het goede pad. Nog een lusje rond de Martinshütte. Ik heb de moed niet meer om het laatste bultje lopend te overwinnen en sjok dan maar stapvoets naar boven. Ik verlies nog een plaats. In het totaal heb ik vanaf km 6,5 meer dan 20 plaatsen ingeleverd. De aangekondigde afstand van 16 km blijkt een hele kilometer onderschat. Bizar… Dat betekent wel dat ik het tijdsverlies ten opzichte van mijn vooropgestelde tijd van 1u40′ (op 16 kilometer) heb kunnen beperken tot minder dan vijf minuten. Zo red ik dan toch mijn derde hartje… vind ik. Walter Goese eindigt een plaats voor me, als eerste bij de M65. Mijn aankomst wordt aangekondigd met naam, plaats en land, en leeftijd. De speaker informeert naar mijn ervaring. Ik brabbel wat over de moeilijke afdaling. Mijn gestuntel in het Duits komt gelukkig niet ter ore van de omstaanders. De zes laureaten (de drie eersten bij de mannen en de vrouwen) moeten samen plaats nemen op het podium en heffen het glas wijn op hun succes. Er worden nog flessen uitgedeeld, heeft Marie-Paule vastgesteld. Maar het is niet duidelijk wie een geschenk krijgt en wie niet… Zij probeert ook een fles voor mij (dat wil zeggen, voor haar) te versieren. De speaker consulteert zijn startlijst en geeft de fles aan Johannes Herrmann, 78ste in 2 uur. 78 jaar jong. Ja, daar kan ik niet tegenop. Als we de aankomstplaats verlaten neemt een dame de bocht aan de parking. Zij is onderweg in de lange wedstrijd over 52 kilometer. Brrr… Voor zij aan haar derde ronde begint, zit ik achter een Bit 0.5 en een zigeunerschnitzel.

(Eigen foto 1: Altenahr, de vallei …en de heuvels. Foto 2 van Eventfotografie.de: De afdaling tussen de wijngaarden. Foto 3 van Marie-Paule: de laatste loodjes.)