Wasseiges (Challenge hesbignon)

zon 15/09/2019 10u15 * Wasseiges (Challenge hesbignon) * 11,5 km * 00:58:32 * 11,7 * 70/156 * 1/6 * ♥♥♥

De naam Wasseige zal de voetballiefhebbers wel vertrouwd in de oren klinken, maar het dorp Wasseiges… Wel, dat ligt ten zuiden van Hannuit en vormt zelfs nog een zelfstandige gemeente. Nauwelijks 2500 inwoners… en de burgemeester speelt hier ceremoniemeester na de loop. Ik heb deze Hesbignonloop al eens betwist in 2015. Lang genoeg geleden om nog eens naar deze landelijke streek af te zakken. Ik vertrouw op mijn GPS die me vanaf Waremme langs de meest onmogelijke weggetjes naar de startplaats brengt. Toch een voordeel: ik heb zo een kort gedeelte van de route verkend, zij het in de auto. Er heerst al een gezellige drukte als we op het zonovergoten voetbalveld van de FC Entité Wasseiges aankomen. Maar de grote massa is er niet, stellen we later vast als we klaar staan voor de start. Misschien hebben andere looplustigen gekozen voor een van de drie afstanden van de “Semi Vert” in Amay, hier een half uurtje vandaan.


De eerste kilometer naar het dorpscentrum op asfalt is voornamelijk dalend en levert me meteen mijn beste kilometertijd op, voor het eerst en het laatst onder de 5 minuten. De snelste kilometer is ook de makkelijkste. Zo makkelijk dat ik mijn plan opberg om in het begin van de loop Maja Van Zand te volgen. Dat komt me na afloop op een reprimande van Maja te staan. Ik haal de enige concurrenten in mijn categorie snel in en besluit dan maar Marc Ruymen en Bea Strouwen te volgen. Daar zijn de twee bruggetjes die de speakers (Frans- en Nederlandstalig) hebben aangekondigd. Opletten hier, zoals in de volgende tweehonderd meter langs het riviertje, de Méhaigne, onder een dicht bladerdek. Vanaf km 1,6 is het zicht weer open maar het blijft oplette voor oneffenheden, zeker achter de rug van mijn voorgangers. Ik zoek, soms in een scheve houding, naar een vrij uitzicht. De volgende 2 kilometer lopen min of meer rechtdoor over een veldweg naar Ambresin. Het tempo rond de 5′ per km past perfect bij mijn plan om vandaag niet mijn limieten op te zoeken. Plots duikt er een mountainbike langs ons op. Een begeleider, een toevallige passant? Even later wordt me duidelijk dat de fietser de eerste lopers van de 6 km-wedstrijd voorafgaat. Die zijn 10 minuten na ons vertrokken en moeten zich in hun rush voorwaarts een weg banen links, rechts, tussen de langzame 11km-lopers. Dan hoor je plots “à droite” en gaan de ingehaalde lopers ook “à droite”. Oeps, opstopping. Ik vermoed dat we door zo’n tien snelle 6km-lopers worden voorbijgestoken. Die hebben tot ongeveer km 4 de tijd om dat te doen. Daarna volgen ze hun eigen parcours. En hier loopt het verkeerd voor de enige jonge dame die ons is voorbij gesneld, Jet Driessen. Ik heb vorige week nog haar lof gezongen in mijn verslag van de Alkense estafette. Nu is ze weer oerend snel onderweg maar ze mist de afslag voor de korte loop. We zijn er net voorbijgekomen. De 6km-lopers moeten hier links afslaan. Ik merk wel op dat de seingever er nogal lusteloos bijstaat. Jet stoomt hier rechtdoor en laat ons meteen een stuk achter. Michel heeft de fout even later wel in de smiezen. Mijn twee gezellen turen vooruit om te zien of het wel degelijk hun Alkense clubgenote is. Als ze haar dan met zekerheid kunnen identificeren is ze al zo ver weg dat zelfs de krachtige stem van Michel haar niet meer bereikt. Boven op de volgende klim ziet Jet haar vergissing dan toch in. “Niemand heeft me iets gezegd”, roept ze ons toe terwijl ze met de moed der wanhoop de verloren meters probeert goed te maken. Maar dat zijn intussen twee kilometer. De ontgoocheling in het Driesen-kamp is groot na afloop. Haar dichtstbijzijnde concurrente die ongetwijfeld moet gezien hebben dat ze de verkeerde richting uitliep, heeft haar niet verwittigd, luidt het. We komen weer op verharde ondergrond, Ambresin is niet ver meer. Benieuwd of Marie-Paule de weg gevonden heeft. Daar is ze, links van de weg. Michel Ruymen kijkt verwonderd op als ze onze doorkomst aan de bocht van km 4 voor de eeuwigheid vastlegt.
Bij het binnenlopen van Ambresin hebben we al een eerste heuveltje te verwerken gekregen. Het zal niet het laatste zijn. Eigenlijk zijn de volgende 7 kilometer een opeenvolging van bultjes en bulten op het Haspengouwse plateau. In de zesde kilometer – we lopen Ambresin uit – zitten wel weer meer dalende meters maar de kilometertijd wil niet meer onder de vijf minuten duiken. Toch houden Michel en Bea best een pittig tempo aan. Michel houdt Bea op de hoogte van de kilometertijden, soms gevolgd door een “goed” van een van beide echtelieden. Die systematische aanpak is niet zonder reden: Bea is in de running voor een podiumplaats bij de aînées 2.

Wasseiges 1

Rond halfweg krijgen we onze eerste bevoorrading. En ook de laatste, voor de finish. Er had er wel een meer mogen zijn, vind ik, zoals trouwens ook mijn gesprekspartners na afloop. Nu, het is nog vroeg en de zon zal pas echt branden als we al gedoucht zijn. De weg loopt weer omhoog als we de verspreide bebouwing verlaten en ons op weg begeven voor het tweede deel van de wedstrijd dat zich zo goed als volledig in de open Haspengouwse akkers zal voltrekken. “Daar loopt Noël” zegt Michel. Die alleszins betere ogen heeft dan uw dienaar. Ik zal de lange Seraingloper pas echt in het vizier krijgen als we aan km 6,8 een scherpe bocht naar links nemen op weg naar een van de hoogste punten van het parcours. Wil Michel mij opjutten om de achtervolging op Noël in te zetten? Maar ik blijf waar ik ben. Dit tempo is hoog genoeg voor vandaag. Meer nog, hier en daar moet ik zelfs even bijpikkelen om in het spoor van het Alkense duo te blijven. Er zijn zo van die flarden parcours die in je geheugen blijven hangen. Deze strook bijvoorbeeld. Ik bereid me voor op een terugval maar blijf hier merkwaardig goed in mijn ritme. Boven, na de linkerbocht, krijgen we een matige wind tegen. Ik maak van het panoramische uitzicht gebruik om een blik te werpen op het achteropkomend verkeer. Ik blijf achterdochtig als ik Kris Govaerts voor de start hoor zeggen dat hij het kalm aan gaat doen. Vandaag is het echt zo. De betonweg blijft intussen oplopen en we moeten met zijn drieën vechten om niet stil te vallen. We hebben 5’20” nodig voor de achtste kilometer. We komen nu op wegen die ik herken van onze GPS-route met de auto. Ik heb nu wel een beter idee van wat me te wachten staat maar daarom ga je nog niet sneller lopen. Aan een bocht heb ik even mijn achterstand op Noël gemeten: 50 seconden. Ik zal er toch iets van afgeknabbeld hebben aan de finish. Aan km 8 verlaten we weer het beton van de ruilverkavelingsweg en krijgen opnieuw een veldweg voor de voeten. Dit parcours blijkt heel wat onverharde wegen – meestal veldwegen – te bevatten. Ik schat de verhouding 40% onverhard – 60% beton en/of asfalt. Dat zorgt voor bijkomende hinder voor wie de glooiingen al goed zou verteren. Een van die hellinkjes in de achtste kilometer blijkt een harde noot om te kraken. Maar ik bijt me toch opnieuw vast in het spoor van Michel die – zo lijkt het – de kilometers fluitend afmaalt. Bea moet meer moeite doen, dat leid ik alleszins af uit haar zware ademhaling.
Km 9: we zijn opnieuw in Ambresin, het voorgeborchte van Wasseiges. Hoe het precies gekomen is, weet ik niet, maar ik heb een kleine voorsprong genomen op Michel en Bea. Met nog twee kilometer (misschien iets meer, altijd afwachten wat de exacte afstand is) voor de boeg, trek ik mijn inspanning dan maar door. Dat moment heeft Sandrine Ballon blijkbaar ook gekozen om het tempo wat op te krikken. Ze gaat me voorbij tussen de zeldzame huizen die we vandaag zien. In multicolor outfit: witte pet, blonde paardenstaart, blauw shirt en roze broekje. “Ik bereid me voor op de marathon van Amsterdam”, meldt ze me in het voorbijgaan. Weer even een strook asfalt. Ik zie een groepje voor me in de schaduw van een bomenrij. Ik speel even met de gedachte om aan te sluiten maar daarvoor is mijn tempo, ruim boven de 5 minuten/km, niet hoog genoeg. Ook de kleine WACO-loopster Coline Motte zal haar voorsprong behouden al gaf ze daarnet de indruk te verzwakken. We zijn bijna aan kilometerpaal 10. Dicht bij het voetbalveld, dat overigens helemaal aan de rand van het dorp ligt. De parcoursbouwers hebben nog een pittige afsluiter voorzien, de Drève des Lorrains. Dat is alles wat je van zo’n naam niet zou verwachten: een (vandaag) stoffige landbouwweg, met karrensporen en stenen, en venijnig oplopend. Wel rechtdoor. Althans het eerste deel. Op het eind, na een soort chicane en een bocht naar rechts, loopt de route verder op hobbelig gras. Met andere woorden, veel plezier is hier niet te beleven. Ik wring me naar boven. Een enkele toeschouwster staat hier. Ze tuurt over me heen, de verte in. Thierry Vanherck (13,5 km/uur gemiddeld) geeft me wel nog een aanmoediging mee voor de laatste 500 meter. Nog een rondje rond het A- en B-terrein op het gras dat dit keer wel aangenamer voelt. De voorbije kilometers op stenen en ongelijke ondergrond hebben mijn rechtervoet niet echt goed gedaan. Ik heb het rondje vooraf “ingestudeerd” en neem dus op tijd de bocht naar rechts voor ik me in de netten van een oefendoel zou vastlopen. Langs de – in de goede richting – schuingetrokken hoekschoppaaltjes, door een aantal bochtjes. Nog een fotootje van Marie-Paule voor ik de caravan van Claudy Dechanet bereik. Dat is de finish-foto-wagen van de Hesbignon. Michel en Bea hebben hun tempo ook kunnen handhaven en lopen binnen op nauwelijks 10 seconden. Bea pakt de derde plaats in haar leeftijdsklasse. De Alkense arts eindigt overigens twee minuten achter haar collega-arts Marc Buttiens, van dezelfde gemeenten en club, hier in de hoedanigheid van veteraan 3.

Wasseiges 2


Een halfuurtje later. We kaarten na onder een weldoend zonnetje – met een pint voor je is de zon een goede vriend – tot we naar binnen worden geroepen voor de prijsuitreiking. Ik word op het podium nog eens geflankeerd door Michel Mancini. Ze hebben nog één verrassing in petto in Wasseiges. Een van de prijzen is… een geit. Die zelf wel niet aanwezig is. En gewonnen heb ik ook niet…
Op de terugweg volg ik de vertrouwde richtingaanwijzers vanuit het centrum van Wasseiges. Zo bereiken we, deze keer op wegen van het moderne tijdperk, snel Hannuit. We zijn nog net op tijd voor een lekkere hap bij de Griek, op het parcours van de decemberklassieker van Hannuit, de Corrida. De organisatie van Raymond Desmarets in wiens gezelschap ik daarstraks toevallig heb ingelopen. Collega-lopers van daarnet zijn intussen aangeschoven aan andere feesttafels.

(Foto’s Marie-Paule. Foto 1: Bij het buitenlopen van Wasseiges, in het begin van de wedstrijd. Te herkennen zijn onder meer: Mauro Calogero in het rood vooraan, Francis Brants, met witte pet, vlak voor me en Sandrine Ballon, in blauw shirt en roze broekje, achter me. Foto 2: Michel Ruymen, die als eerste de bocht neemt, kijkt naar de fotografe. Achter hem zijn onafscheidelijke Bea Strouwen. Foto 3: De laatste meters rond de voetbalvelden van FC Entité Wasseiges.)