Fernelmont (Challenge hesbignon)

zon 2/03/2014 10.15 u * Fernelmont (Challenge hesbignon) * 11,3 km * 00:52:00 * 13 * 109/381 * 4/24 * ♥♥♥♥

Het is een stevige trip naar Noville-les-Bois – deelgemeente van Fernelmont – tussen Andenne en Namen. Marie-Paule wil van de gelegenheid gebruik maken om het kasteel van Fernelmont te bekijken . Helaas is het domein afgesloten, en er is deze keer is geen uitzondering gemaakt voor de loop. We zijn ruim op tijd en ik kan dus in alle rust de praktische voorbereidingen afwerken. Maar dat blijkt geen garantie voor een foutloos parcours. (Zie verder.) Vooral de loopvrienden uit Sint-Truiden en Alken zijn in grote getale aanwezig. Jo Vrancken is ondanks een pijnlijke voet ook van de partij maar beperkt zich tot een doorgedreven training. Dat betekent voor hem een gemiddelde van 16 per uur … Zijn collega Benny Claes moet met een verzwikte enkel verstek laten gaan. Ook Jo Schoonbroodt is met zijn maatje Robert Willems ver het Walenland ingetrokken om een nieuwe overwinning bij de veteranen 3 aan zijn palmares toe te voegen maar moet zich deze keer met de tweede stek tevreden stellen.
Ik merk dat de startgrid vrij smal is als ik me op enkele minuten voor de start naar voren wil wurmen. Noodgedwongen moet ik van vrij ver achterin de meute van start. In mijn buurt staat ook Jules Kempeneers. Het is mijn vijfde competitieweekend op rij en ik wil er alleszins niet vanaf de eerste kilometers invliegen. In de eerste hectometers wacht ik geduldig af tot er een opening valt om op te schuiven. Jules is wat assertiever en heeft na een kilometer, als we het dorpje uitlopen, al een vijftien meter voorsprong. Ik gun hem zijn vlottere start en probeer vooral een aangenaam ritme te vinden. Dat is niet zo makkelijk als we na een kleine 2 kilometer een modderige veldweg worden ingestuurd. Door het steengruis op het pad hebben we wel de nodige grip. Mario Smolders is ook op pad met Stefan Meekers die hier zijn eerste competitiekilometers aflegt na een gedwongen pauze door een liesbreukoperatie, … ook hij. De weg aan de bosrand wordt alsmaar drassiger tot we na een kleine 3 kilometer rechts afbuigen op een ruilverkavelingsweg. Ik schuif verder op in het deelnemersveld en probeer Maja Van Zand tevergeefs op sleeptouw te nemen. Jules Kempeneers loopt nog steeds met kleine voorsprong voor me. In het open veld doet de wind zijn best om ons het leven zuur te maken. Ik plaats een tussenversnelling om in het spoor van een mini-groepje voor me te geraken. Dat gaat verrassend vlot en belooft voor het tweede deel van de wedstrijd.
Er zitten twee knikken in het vlakke parcours, namelijk de bruggen over de autoweg. Bij de eerste klim ga ik voorbij Raphael Van Den Broeck die na een achillespeesoperatie nog ver van zijn competitiepeil is verwijderd. Aan kilometer 5 lopen we het plaatsje Hingeon binnen waar de buren waken – “Ici les voisins veillent”. Voor de Hesbignonlopers laten ze alleszins hun slaap niet. Ze zien ook niet dat ik op kousenvoeten nader op Jules Kempeneers. Ik ben wel benieuwd of Armand Pirotte ook in zijn buurt loopt maar die is voorlopig niet te bespeuren. De route kronkelt nu tussen de weiden. Plots opschudding. Een loper voor me knalt met zijn hoofd tegen een nochtans duidelijk zichtbare overhangende boomtak. Hij is even groggy maar zou de wedstrijd toch hebben voortgezet. We komen weer in het open veld. Ik ben nu bij Juul. Zoals in Geer is de wind de Landenaar te sterk af. “Geen kracht” puft Juul en hij verliest onmiddellijk voeling. Daar – op de eindeloos lijkende weg tussen de akkers – zie ik het witte shirt van Armand Pirotte. De “Run Essence”-loper heeft moeite om zijn tempo vast te houden. Ik kan de benen mooi blijven ronddraaien en zie me Armand wel in de volgende 2 kilometer inrekenen. Aan het einde van de lange windtunnel kunnen we nog niet uitblazen maar wacht de tweede klim over de snelwegbrug. Boven is de aansluiting een feit. Bij de nabespreking in de kantine verklapt Armand me dat hij iemand hoorde naderen. Als hij zich omdraait en mij ziet is zijn reactie “ah non, pas lui” (hij toch weer niet!). Armand schroeft het tempo onmiddellijk op maar bindt na enkele hectometers in. Ik volg gemakkelijk en voel dat ik nog overschot heb. Als ik zelf de leiding overneem probeer ik een pittig tempo te draaien zonder in overdrive te gaan. Ik verwacht dat Juul van de dalende terugweg naar Noville zal gebruik maken om opnieuw aan te sluiten. En zo geschiedt. We lopen nu in een klein groepje waar ook twee jongeren hun karretje hebben aangehaakt. Eén van hen – een oelewapper van wie ik de anonimiteit zal bewaren – slaagt erin om op een tweehonderd meter drie keer zijn nummer te verliezen. De derde keer veroorzaakt hij ei zo na een valpartij in zijn ijver om het kleinood vast te grabbelen. Ik weet niet hoe lang het licht gewijzigde parcours precies is en wacht tot de laatste kilometer om mijn slag te slaan. Na een laatste vruchteloze poging van Armand om zijn gezellen (mijzelf incluis) af te schudden zoek ik de geschikte gelegenheid om uit te halen. We zijn nu in de laatste kilometer. Ik herken de weg waar ik heb opgewarmd. We nemen nu een licht stijgende bocht naar rechts. “Dat is het, dat is het” zou Rik De Saedeleer zeggen en ik plaats mijn versnelling. Ik zie in een flits dat Juul de aanval beantwoordt. Maar hij blijft hangen op een tiental meter, ik hoor alleen nog een akelige rochel achter me. Jo Vrancken en Laurence Dressen die net aan het uitlopen zijn kunnen dit achterhoedegevechtje in de buurt van de honderdste plaats wel smaken en moedigen ons aan. In de laatste rechte lijn blijf ik snoeihard doorgaan, je weet maar nooit …
Voorbij de streep steek ik een sinaasappelschijfje tussen de kiezen en draai nog even rond op de parking voor ik uitloop. Ik bots op Valère Sauwens. “Willy, ich höb gewonnen! Kin dje het gelieven?” stamelt de Truienaar. Neen ik kan het niet geloven. Blijkt dat Valère die zich voorbereidt op de zes uur van Stein de laatste weken het dubbel aantal oefenkilometers heeft gedraaid van zijn reguliere trainingsvolume. De man die zo al weinig kilometers nodig heeft om een hoge vormcurve te bereiken, had het gevoel te vliegen en deed dat blijkbaar ook want hij gaf Jo Schoonbroodt en Roger Igo het nakijken. Zo euforisch als Valère Sauwens is, zo teneergeslagen is zijn stadsgenoot Kris Govaerts. De advokaat sukkelt met pijn in de bil en heeft de wedstrijd op een sukkeldrafje moeten afwerken.
Epiloog. Dit verhaal is namelijk nog niet ten einde. Er is immers nog een tweede uilskuiken. Zijn identiteit wil ik wel prijsgeven. Hij heeft nummer 1029. Oei, dat is mijn nummer! Na een verkwikkende douche in het gloednieuwe Centre sportif meldt Marcel Baeckelandt me dat mijn naam niet in de uitslagenlijst voorkomt. Men heeft me aan de finish “niet gezien”. Mijn twee concurrenten van een halfuurtje geleden hebben het registratieteam al gemeld dat ik op de vierde plaats ben geëindigd in mijn leeftijdscategorie. Pierre Dubois – lid van het organisatiecomité – heeft al stappen ondernomen om de computerlijst aan te passen. Hij vraagt me of ik de chip wel goed heb bevestigd aan mijn schoen. “Euh, de chip, … die ben ik vergeten. Ik heb alleen mijn nummer uit de enveloppe gehaald en er verder heb ik er niet in gekeken …” En dan nog enkele smoesjes in de trant van ” De challenges hanteren allemaal een verschillend systeem” om mijn flater goed te praten. De uitslag is intussen aangepast. Met dank aan mijn loopvrienden, en de officials Francis Brants en Claudy Dechanet.

Kijk voor foto’s van onder meer uw dienaar en Jo Vrancken naar L’avenir.net. Vanwege copyright kan ik de foto’s van Jean-Louis Masson niet opnemen in dit verslag. Marie-Paule schoot ook enkele bewegende beelden van de doorkomst aan de tweede kilometer.