Lincent (Challenge hesbignon)

zon 18/09/2022 10.15u * Lincent Jogging des Ecoles * 12,9 km * 01:09:37 * 11,1 * 80/119 * 4/4 * ♥♥♥

Vandaag is het te doen in Lincent in de noordoostelijke punt van Waals-Brabant op een boogscheut van Landen. Ik heb voor alle zekerheid maar een wat langere loop ingelast in mijn trainingsschema want deze Hesbignon-najaarsmanche is de langste van het seizoen. In de auto onderweg worden we getrakteerd op een fikse regenbui maar tijdens de wedstrijd zelf blijft het droog. Gelukkig maar want een groot deel van het parcours loopt over smalle aarden paden. Een uur voor het traditioneel vroege vertrekuur is het wel nog erg fris. Ik trek dan ook snel een bijkomende trui aan en grijp naar mijn mutsje voor mijn opwarming. De muts houd ik ook op in de wedstrijd, de trui laat ik dan toch maar achter voor het vertrek. Deze vestimentaire keuze blijkt ook de juiste te zijn. En ik vergeet niet een prestatiebevorderend middel mee te nemen… mijn sportbril. Zonder dit accessoire was ik nog meer afgeremd in de lange donkere passages.

Heerlijke foto van de jongste “espoirs” of beloften.

Met 119 vertrekkers in de hoofdloop zijn we met precies evenveel als bij mijn vorige Hesbignon-optreden in Waret L’Evêque. De eerste kilometer biedt al meteen voor elk wat wils: een afdaling, een klim, beton, kasseien. We zijn op weg voor wat op de Garmin-track een parcours in de vorm van een rechthoek lijkt. (Met alleen in de rechterbovenzijde wat spaghetti-achtige kronkels. ) Maar, zoals ik ondanks een eerdere deelname zal ontdekken, zit er merkwaardig veel variatie in de ogenschijnlijk rechte stukken. Ik vertrek behoudend, temeer omdat de eerste klim op een keien-veldweg in een nog opeengepakt peloton, me tot voorzichtigheid dwingt. Na1,3 km komen we uit op een plateau in open veld. Daar kan ik een eerste stand van zaken opmaken. Kris Govaerts en Noël Heptia hebben een kleine voorsprong op me en zullen die naar verwachting verder uitbouwen. Ik blijf waar ik ben. Of toch niet helemaal, want na enige tijd word ik voorbijgegaan door Jules Kempeneers. Vier jaar is hij afwezig gebleven van de looparena’s. Nu is hij er weer. Als voorbereiding op een veteraan 4-carrière vanaf volgend jaar? De eerste klim is nu wel achter de rug maar daar in de verte wacht de tweede helling al, meteen het hoogste punt van de ronde. De snelsten zijn daar al bijna boven. Tussen de silhouetten die ik in in het tegenlicht ontwaar, zitten ongetwijfeld ook Jo Vrancken (4de algemeen en eerste v1) en Beny Stulens (6de algemeen en eerste v2). Na 2,5 km zetten we de afdaling in naar Petit-Hallet. De betonstroken hebben plaats gemaakt voor een hobbelige weg in gruis met een merkwaardig intermezzo van golvend asfalt dat met een riek bewerkt lijkt. Hoe dan ook, ik bereik de eerste huizen van het dorp zonder averij. Daar draaien we rechtsaf. We zijn nu in de vallei van de Gete of de Ruisseau de Henri-Fontaine, om helemaal correct te zijn. Ik heb net mijn snelste kilometertijd van de loop gehaald op de bredere paden tussen de weiden. Maar echt doorlopen langs het riviertje kan ik niet, gehinderd als ik word door …een volle blaas. Ondanks drie plasbeurten voor de start is er opnieuw alarm. De oudste zijn van het peloton brengt ook zijn ongemakken mee. Maar een sanitaire stop sluit ik voorlopig uit.

Een van de vele steegjes op het parcours. Jean-Luc Letellier in actie.

De steile klim rond de vijfde kilometer aan het Bois du Motocross is uit het parcours gehaald vanwege te glad door de regen van de laatste dagen. We worden nu rechtdoor gestuurd langs een smal pad langs de rivier. Van Orp-le-Petit gaat het over Orp-Jauche naar Orp-le-Grand. Nog altijd in de vallei. Als het maar Orp is. Wat zou dat betekenen, Orp? Wel, ik zal het u zeggen: Orp is de verwaalste vorm van Adorp. Dat zegt al wat meer. En nog meer nuttige (?) informatie voor wie het wil weten. We nemen in Orp-le-Petit de bocht rond het Château Rose. In mijn vorige verslag (van 2019) had ik het roze kasteel uit het oog verloren. Vandaar mijn bijzondere aandacht vandaag. En wat staat er voor dat kasteel? Een schandpaal. Dat is een gerechtspaal waar in de goede (?!) oude tijd een gestrafte werd vastgebonden en te kijk gesteld. Ik moet wel bekennen dat de paal me tijdens de loop niet is opgevallen. Wel heb ik met bewondering gekeken naar de oude wegwijzers die nog in deze contreien te vinden zijn. Zoals aan km 5,7. Let er de volgende keer maar eens op… De rijwegen doen voornamelijk dienst als verbindingsstukken tussen de aarden weggetjes. Het is overal eng (voor mij in de twee betekenissen van het woord), soms glad en nu en dan beaderd met boomwortels. Een verkeerde beweging en je glijdt uit. Zoals Kris Govaerts mocht ondervinden. Dat belet hem niet de eerste plaats van Noël Heptia af te snoepen.

Wat een rechte weg lijkt bij een oppervlakkige blik op de GPS-track is een aaneenschakeling van flauwe en scherpe bochten, hier en daar een brugje en tussendoor een scherpe afdaling. Bij de steilste afzink (km 6?) schakelen de slimste lopers over op een “veldversnelling”. Ronny Vanhay hoort daarbij, evenals uw verslaggever uiteraard. Dat belet Ronny overigens niet om een gemiddelde van 4’30” te halen. Ik ben nu al een tijdje in het gezelschap van Laurent Audans, organisator van de wedstrijd in Waret L’Evêque. Hij heeft een lange tijd net achter me gelopen op de kronkelige paden tussen de bomen langs de Gete. Ik vraag hem of hij wil passeren maar hij schijnt het goed te vinden achter mijn rug. En moet (of wil?) zich dus aanpassen aan mijn tempo. Dat plots stokt aan een linkerbocht als we met gebogen rug door een bijzonder laag tunneltje moeten lopen. De ondergrond is bovendien ook nog hobbelig. Blij dat ik er door ben. Aan km 8 kan ik weer even ontspannen – ik heb mij intussen aangepast aan het volle blaasgevoel – en het tempo wat opdrijven op de Rue Emile Looze in Maret. Dan nog enkele meter over het grondgebied van Pellaines op de onvoorstelbaar banale Rue de la Bacquelaine. Daar verandert de welluidende naam helaas niets aan. Parcoursbouwer Renaud Rasquinet (in het rood op de foto met de kinderen) vindt dat het welletjes is geweest langs de Gete en stuurt ons de vallei uit. Een opluchting? Zeker niet want daarvoor moeten we de Montée des Pendées overwinnen. Vijfhonderd meter keien en steengruis met een stijgingsgraad rond de 4%. Ik verlies geen plaatsen en haal boven zelfs nog enkele lopers in, onder meer een niet nader geïdentificeerde Seraing Runner. Een tijdje op veldwegen in beton en dan even naar beneden waar we een lus maken in de buurt van Lincent maar wel al tussen de huizen. Daar gaat het leven zijn gewone gang. Mensen babbelen langs de weg. En laten de hond uit. Hoor ik daar geknor? Een buurtbewoner is op stap met zijn (hangbuik?)zwijn. Het beestje heeft zelfs een dekentje over zijn rug. Maar terug naar de orde van de dag. Wie haalt me daar in? Manuel De Haro Sanchez, collega-veteraan 4, duikt onverwachts op uit de achtergrond. Ik had hem in gedachten ver voor me gezien. In elk geval, Manuel wil me meteen achteruitslaan. Hij vecht zich in werkmansstijl naar voren. (Leid hier nu wel niet uit af dat mijn loopstijl vloeiender is). Maar na een kilometer kom ik zonder het zelf te beseffen weer in zijn spoor. Manuel vertrouwt het echter niet, kijkt achterom en versnelt meteen weer als hij mij opmerkt. Dat truukje herhaalt hij nog twee keer en zo eindigt hij nauwelijks twee plaatsen en dertig meter voor me. Op de streep hoor ik van Jos Biets dat we in strijd waren voor de derde plek op het podium. Jammer maar Manuel was beter.

We naderen intussen de aankomst op de Avenue des Sorbiers. Maar er zijn nog hier nog wel wat paadjes en steegjes waar we de loopgekken kunnen doorjagen, denken ze in Lincent. En zo trekken we nog wat lussen in smalle steegjes, op kasseien en tussen muren en afsluitingen voor we aan de laatste klim op kasseien naar de finish mogen beginnen. Door het gekletter op de harde hetzij ongelijke ondergrond duikt de pijn in mijn rechtervoet weer op. Maar het betere gevoel na de klim aan kilometer 9 is sowieso verdwenen. Ik sleep toch nog een gemiddelde van 11km/uur uit de brand op wat als een traag parcours mag bestempeld worden. Wel 18 plaatsen lager dan in Waret in een vergelijkbaar deelnemersveld.

We genieten van een verkwikkende douche in de moderne installaties van de sporthal vlak tegenover de lagere school (die van de Jogging des Ecoles). Onder het zeil op de speelplaats is het net warm genoeg voor de debriefing en het nuttigen van een hersteldrank. We zien de podiumlaureaten de revue passeren. In het huishouden Govaerts – Van Zand moet er geen afgunst meer zijn. Zowel Kris als Maja zijn primus in hun categorie. Nog de tombola en dan is het weer tijd voor het afscheid en een tot weerziens.

(Foto’s: Louis Maréchal)