Halve Marathon van Herve

zat 28/10/2023 14u * Semi-Marathon de Herve Mémorial Stéphane Dmyterko * 21,1 km * 02:09:56* 9,7 * 184/197 * 4/6 * ♥♥

En plots loop ik een halve marathon out of the blue. Hoe ben ik op dat idee gekomen, ik die mijn halve marathon-verhaal twee jaar geleden leek te hebben afgesloten met dezelfde Semi de Herve? Soms voel ik een onbedwingbare drang om een wedstrijd te lopen, te snuiven van de competitiesfeer, tegen anderen of tegen mezelf. Zo ook, dit weekend. Alleen is er geen 10 km-loop voorhanden en lonkt de Demi van Herve naar me op de kalender. Een mooie wedstrijd bovendien, in mijn favoriete speeltuin, het Land van Herve. Probleempje: het is een lange afstandsloop van het zwaardere type. Ik kom zelden meer aan 12 km per training, laat staan 21km, meestal dan nog onderbroken met wandelpauzes. Uiteindelijk beslis ik vorige week om een testloopje te doen op het parcours zelf om na te gaan of ik de wedstrijd überhaupt kan uitlopen met een gemiddelde van …7′ per km. Om zoveel mogelijk recuperatietijd te hebben tussen de testloop en de wedstrijd, trek ik op maandag naar Bruyères, deelgemeente van Herve, om van daaruit zo’n twee derde van de ronde af te leggen. Het weekend zelf is uitgesloten omdat ik op zaterdag al de estafette van Alken op het programma heb staan. Uiteindelijk valt de test qua gemiddelde redelijk mee. En moet ik zaterdag, vandaag dus, alleen hopen op een goede dag. Tussen haakjes, de navigatie met Komoot, leidt me feilloos op de talloze kronkelende paden van het platteland ten zuiden van Herve. De beslissing is dus genomen. Met de bedenking erbij dat het leuk zou zijn op mijn vijfenzeventigste nog een halve marathon op mijn palmares te kunnen bijschrijven. Ik denk ook terug aan de halve marathon van Remich op mijn zeventigste verjaardag.

Op weg naar Herve dus, in het gezelschap van Mergelloper Ludo Ramakers die de 21 km als opstapje gebruikt voor zijn eerste deelname aan de 4 Cimes van Battice. In het bijna tweehonderdkoppige peloton zijn er zes 70-plussers die de uitdaging aangaan. Waarvan vier bekenden, die straks nog bij naam zullen worden vermeld. Om u een idee te geven van het parcoursprofiel en om mezelf voor te bereiden op wat me wachten staat deze gegevens: 8,5 km klimmen en 7,5 km afdaling. Ertussen door zitten nog enkele min of meer vlakke kilometers, voornamelijk op het plateau in het begin van het tweede deel. De langste klim van vier kilometer volgt niet zo lang na de start, weliswaar onderbroken door enkele dalende stroken. De steilste hellingen zitten in het laatste derde van de loop: een korte, nijdige piek van 500 meter en de 2km lange klim terug naar Herve. De loop is uitsluitend uitgetekend op verharde, wegen, zij het soms in verhakkelde staat.

Op de Trou du Chat, na 2 km, met Raymond, Jean-Marie en Jean-Michel, in die volgorde. (Foto: onbekende fotograaf)

We beginnen bergafwaarts, van de heuvel waarop Herve is gebouwd naar de vallei van de Hac, een bescheiden riviertje tussen steile heuvelruggen. Ik begin heel voorzichtig, haal hier mijn hoogste gemiddeldes, maar loop al meteen in de achterste geledingen. Bij een bocht na 1,6 km, in het dal, kijk ik even achterom en zie de bezemwegen zo’n 150 meter achter me. Ik loop in het spoor van een goede bekende, veteraan 4, Raymond Jungbluth en begin samen met hem aan de Trou du Chat, de eerste helling van de middag. In zijn gezelschap loopt veteraan 3, Jean-Marie Capier. Onmiddellijk achter ons volgt een man die ik meen te herkennen van de Condrusien, Jean-Michel Gérimont. Hij is niet van de streek want hij vraagt waar we ons bevinden. Ik geef hem de juiste locatie als was ik hier een local. Nu, na mijn verkenning en mijn vorige deelname, onder meer in 2021 (ook met Ludo) ken ik het parcours wel op mijn duimpje en weet ik tot in detail wat er nog volgt. Na de doortocht in Bruyères, beginnen we samen aan de klim op de Vinâve, richting Manaihant. De benen voelen al wat zwaarder aan. We wisselen enkele woorden. Raymond die zowel Jean-Marie als mij kent, verzorgt de communicatie. Behalve in het centrum van Bruyères lopen we op kleine paden tussen het groen. De hond aan de boerderij rond km 4,5 die ik herken van mijn verkenning, slentert hier nog altijd rond. Zijn buik en poten zijn nog altijd even vuil van de smurrie op de weg. Vanaf km 4,6 volgt er een ongezellige passage langs de rijweg naar de kerk van Manaihant. We halen een dame in die de eerste kilometers moeilijk verteerd heeft. De klim naar Manaihant loopt verder na een scherpe bocht naar links maar nu tussen de hagen in de fraaie Herfse natuur. Van het Bois Chaffoux gaat het naar het Bois de Rechain, tenminste zo heten de wegen. In elk geval, we genieten nu van een lange afdaling tussen de weiden. We hebben elkaar intussen geïnformeerd over onze leeftijd. Raymond houdt het gesprek gaande. Ik placeer ook enkele zinnetjes en kijk intussen uit naar een geschikte plaats voor een sanitaire stop. Die vind ik voor we de Avenue des Platanes opdraaien. Overigens zal het bij dat ene plasje blijven. Ik had vooraf erger gevreesd. We lopen nu tussen de huizen naar het centrum van Grand-Rechain. Het is hier uitkijken naar het snelste loopspoor op het voetpad, naast en tussen de geparkeerde auto’s. Door mijn plaspauze heb ik een honderdtal meter achterstand en moet ik het tempo opdrijven om me weer bij het gezelschap van Raymond en Co te voegen. Ik heb geprobeerd dat met zo weinig mogelijk bijkomend energieverlies te doen. Ik heb wel de pech dat meteen een nieuwe langere klim begint. Ik moet toch weer enkele meters prijsgeven op mijn gezellen. Waar de klim van de Agolina (dat is de naam) wat afvlakt, kan ik toch weer aansluiten, intussen genietend van het uitzicht op de omringende heuvels. Boven krijgen we zowaar enkele honderden meters vlak voor de voeten. We worden aangemoedigd door twee fans. Ik herken veteraan 4 Jean Dessouroux, die met een verstuiking langs de kant staat. Wat zie ik nu? Jean Dessouroux die lacht. Nooit meegemaakt. Overigens is er niet te veel animo van supporterszijde. Het weer is ook niet uitnodigend. Goed loopweer met nu en daar wat wind en geregeld een buitje. Alles bij elkaar heb ik de juiste kledij aangetrokken met de gebruikelijke drie lagen en muts.

Aan Boulangerie Lejeune in Xhendelesse zijn we precies in het midden van de loop. Deze locatie zal de lezer niet veel zeggen maar voor mij is het een herkenningspunt geworden… We hebben dan een lange afdaling achter de rug. Het tempo wordt bepaald door Jean-Marie Capier, mijn “régulateur de vitesse” zegt Raymond Jungbluth. De snelheid gaat mede door de afdaling lichtjes de hoogte in. Ik durf niet te volgen en laat mijn drie gezellen weglopen. Jean-Michel heeft het ook wat moeilijker maar klampt aan. Ook op de lange klim van Falhez en la Péri naar het meest westelijke punt van het parcours. De jeugdbewegingen zijn actief vanmiddag. Ik loop een groepje scouts voorbij. Ook in de andere dorpen zijn ze op pad. We draaien rechtsaf op een lange grotendeelse vlakke weg, langs een rare watertoren (genaamd “La Bouteille”) en door een woonstraat die op het einde opgebroken is voor wegeniswerken. Die hinder overleef ik ook, hoewel de vermoeidheid zich langzaam van mijn lichaam meester begint te maken. Kon ik hier maar een dutje doen… Intussen moet Jean-Michel het duo Raymond- Jean-Marie laten gaan. Ik zal hem inhalen op de oplopende Rue du Bief waar ik op de drankentafel kies voor een roze vloeistof die me gelukkig goed bevalt. Overigens zal ik nauwelijks gedronken hebben als ik de aankomst bereik. Maar daar ben ik nog lang niet. Nog een lange streep op de Rue des Marroniers. We zijn 16 km ver als we links het Bois de Herve indraaien. In de verte heb ik gezien dat Raymond nog de meeste reserves heeft en zelfs even op Jean-Marie moet wachten. We beginnen aan wat ik het derde deel van de loop durf noemen. Het mooiste… en het zwaarste.

En Wez, km 18, het begin van de beklimming.

Ik blijf constant mijn eigen ritme aanhouden en haal merkwaardig genoeg Raymond en Jean-Marie weer in op de smalle paden tussen de hagen in wat ooit een bos moet geweest zijn. Na een eerste afdaling golven de paden op en neer tot we aan km 17 een steile pukkel te verwerken krijgen. Met zijn drieën naast elkaar, hijsen we ons zwijgzaam naar boven. Aan het Maison du Bois de Herve draaien we links op. De bizons met de speciale vacht – zwart, lichtbruin-roze, zwart in een vertikaal patroon die ik hier maandag heb gezien, zijn blijkbaar terug naar de stal. Neen, ook al ben ik zwaar vermoeid, ik lijd niet aan hallucinaties… De rijweg naar Manaihant over en verder dalend door En Wez, naar het valleitje van de Hac. De omgeving is bucolisch. Maar wat ons te wachten staat is hels: de klim naar de hoogte van Herve met pieken tot 10%. Een blik op mijn Garmin heeft me echter gerustgesteld. Mijn richttijd rond de 2u15′ is binnen bereik. Ik kan me enkele minuten tijdsverlies veroorloven op de steilste strook. Stapvoets dan maar, ook al kost dat zelfs veel moeite. Hier en daar probeer ik over enkele tientallen meters weer op looppas over te gaan. Ik zal 4 minuten nodig hebben op de moeilijkste 400 meter. Jean-Marie moet ook enkele keren wandelen. Raymond dribbelt wel tot boven. Hij zal in de laatste kilometers nog 2 minuten voorsprong bij elkaar lopen. Eens voorbij de boerderij rechts (met muziek in de stallen, zoals bij vorige beklimmingen in andere lopen) trek ik me weer op gang op het vlakke. Over de autoweg en dan nog licht stijgend verder in de richting stadion. De omweg achter de tribune en langs de piste is irritant maar mag me niet meer tegenhouden. Met een bescheiden versnelling in de laatste bocht kan ik nog net onder de 2u10′ blijven. Doel bereikt, zeker. maar de achterstand van 9 minuten op nummer 2 in mijn categorie, Luc Hilderson, plaatst deze tijd in een breder perspectief. Twee hartjes lijkt me een correcte beoordeling.

Ik heb de klus dan toch geklaard… op karakter en ervaring. Altijd net buiten de rode zone gebleven, ook al is mijn lijf door en door vermoeid. Ludo heeft voor me gezorgd en mijn tas meegebracht naar de kleedkamer. Daar hoef ik me al geen zorgen over te maken. Na een verkwikkende douche vul ik het vochttekort aan met een biertje of twee. In het gezelschap van winnaar v4 Nicolas Bynens (“in het rood van de eerste tot de laatste kilometer”), veteraan 3 Paolo Bruccoleri en mijn clubgenoot Ludo Ramakers. De Kannenaar doet even goed als twee jaar geleden met een gemiddelde van bijna 12km per uur en een plaats in het midden van het grote peloton en van zijn leeftijdsklasse. (Een dag na deze prestatie loopt hij echter een spierscheurtje (?) op in zijn kuit, tijdens een wandeling met zijn hond nota bene. De voorbereiding op zijn eerste 4 Cimes komt plots op de helling te staan. Hopelijk krijg ik beter nieuws in de volgende dagen.) En om te eindigen: dank aan de vele, meestal jonge, signaalgevers op de lange route tussen Herve en Herve.