Deigné (Challenge Province de Liège)

zat 25/06/2017 11.15u * Deigné (Challenge Province de Liège) * 8,4 km * 00:42:53 * 11,7 * 28/61 * 3/6 * ♥♥♥

Het bestaat dus, een loopwedstrijd in Luik met weinig deelnemers. Vanochtend in Deigné. Waar dat is, vertel ik dadelijk. “Nooit een wedstrijd gelopen met zo weinig volk aan de start” zegt Servais Halders. Ik wel, in Valmeer bijvoorbeeld, voor de Champignonloop werd opgenomen in de Victors Cup. Voor Servais maakt het niet veel uit, een handjevol deelnemers of een massa, hij wint toch. Voor mij des te meer: als er maar zes veteranen 3 opdagen, is de kans al groter dat je een prijsje wegkaapt. Ik heb, achteraf gezien, dus een goede tactische keuze gemaakt toen ik dit weekend koos voor deze relatief nieuwe manche van de Challenge van de Provincie Luik. Niet dat ik een podiumplaats voor ogen had toen ik mijn agenda vastlegde. Maar het onbekende parcours en de aanwezigheid van enkele loopvrienden lokten me naar de Ardennen. 

Deigné 1


De start en aankomst liggen aan de molen en de visvijver van het piepkleine en fraai gelegen gehucht Rouge-Thier. Dat hoort bij Aywaille. Een deel van het bewoonde deel van het parcours loopt door Adzeux, een gehucht van Sprimont. Vraag me niet op welk grondgebied de boswegen liggen die we gedurende 6 km voor de voeten krijgen. In Rouge-Thier bevindt zich ook een camping. Wat een idyllisch oord had kunnen zijn is helaas grotendeels verloederd. Te mijden, stelt Marie-Paule vast na een korte wandeling. Gelukkig ontdekt ze in de andere richting een pareltje van de Ardennen, het dorpje Deigné. Ik verken uitgebreid de eerste en laatste kilometers van de ronde. Jo Vrancken, Kris Pipeleers en Servais Halders beperken zich tot wat lusjes in de buurt van de vijver. Ik bereid me voor als een prof, zij als amateurs. In de wedstrijd zijn de rollen omgekeerd.
We verlaten Rouge-Thier in de richting Deigné maar worden na een lekker lopende eerste kilometer links op gestuurd. In het groen keren we terug ter hoogte van het vertrek. Veteraan 2 Georges D’hoey is me op het vlakke voorbijgegaan, veteraan 3 Richard Mathot loopt even verder voor me uit. De eerste lopers verdwijnen snel uit mijn zicht, achter hun is het peloton al flink uitgerekt. Dat is altijd het geval maar hier vraag ik me wat bangelijk af of ik al niet in de achterste regionen ben beland. Vanaf km 2, bij een achterwaartse bocht naar rechts, ligt mijn positie al zo goed als vast. Achteraf blijkt dat ik toch nog de eerste helft van het deelnemersveld haal. We beginnen nu aan een lus van 6 km in het bos. Het hoogteprofiel op Openrunner en de informatie van Servais en organisator Pascal Julin laten er geen twijfel over bestaan: er ligt hier een stevige kuitenbijter te wachten. Mijn bioritme is wat van slag na een aantal korte nachten en dus schakel ik over op slow-running. Benen en adem sparen, snelwandelen op de steilste stukken. Georges blijft in loopmodus, toch kan ik hem makkelijk volgen. Richard verliest gewoontegetrouw snel tempo op de helling. Bij de tweede steile puist ga ik hem voorbij. “Dit lukt echt niet meer” hoor ik hem hijgen. Kilometer 3 in 6’50”. Georges neemt wat afstand in de laatste klimmende meters. De bosweg is nu vlak maar bezaaid met kuilen, plassen en boomwortels. Dat zijn niet mijn geliefkoosde paden maar ik val hier niet uit de toon. Achter ons gaapt een leegte. Richard glipt na enkele honderden meters weer voorbij maar ik kan zelf een jongeman achter me laten. Voor me zie ik een hele tijd drie bekenden: Richard, Georges en veteraan 2 Jean-Luc Letellier. Ik waag me aan een pronostiek voor het tweede deel van de loop dat grotendeels vlak en dalend is. Ik verwacht dat ik Jean-Luc nog kan inhalen, schat mijn kansen om Georges te kloppen op fifty-fifty maar verwacht dat het tweede deel in het voordeel is van Richard. Lees verder of mijn kansberekening klopt. We zien de bevoorradingspost van ver liggen op het einde van een open en met steengruis bedekt pad dat weer flink klimt. Ik haal Richard weer in en neem zelfs snel afstand van mijn lange categoriegenoot. Die laatste klimmende strook bevalt me uitstekend.
We zijn nu vier kilometer ver. Ik kijk uit naar het tweede deel van de wedstrijd. Zei Pascal Julin niet bij het vertrek dat vanaf de bevoorrading het alleen nog vlak en dalend zou zijn? En ik heb er nog wel zin. Ik heb mijn benen gespaard op de klim. Servais is daar fanatieker naar boven gegaan. Onze subjectieve klimpercentages liggen wel flink uit elkaar. Onze eindtijden ook. Er wachten 1,7 km rechtdoor in het bos. Vlak, op een smal pad. In het eerste deel valt de ondergrond nog mee, weinig putten en wortels. Helaas wordt het pad, of het spoor eigenlijk, alsmaar moeilijker beloopbaar. Na een tijdje hoor ik voetstappen naderen. Richard is weer op komst. Hij heeft er nog vrij lang over gedaan. Als hij me bijhaalt maak ik onmiddellijk plaats om hem door te laten. Achter zijn rug kan ik mijn eigen spoor kiezen, niet opgejaagd door een snellere achtervolger. Achter ons is geen loper meer te bespeuren. Voor me spelen Jean-Luc en Georges enkele keren haasje-over. Uiteindelijk houdt Jean-Luc de bovenhand. Zij lopen alle twee van mij weg in een groepje met nog drie andere lopers. Mijn pronostiek blijkt dus te optimistisch te zijn geweest.

Deigné 2


Na 5,7 km maakt een hoek van 90 graden een einde aan de rechte lijn door het bos. Lopen is ook een beetje meetkunde. We draaien nu een breder pad op in gruis en hier en daar een flard asfalt. Zo heb ik het graag. Maar ik zal nu wel mijn turbo moeten inschakelen om nog een plaatsje te winnen. Mijn model is echter hopeloos verouderd en dus blijf ik hangen op een vijfentwintigtal meter van mijn Luikse opponent. Ik sla de laatste bevoorrading over. Pascal heeft gezorgd voor een bijkomende ravitailleringspost, waarschijnlijk uit voorzorg na de hittegolf van de voorbije dagen. Maar vandaag is het uitstekend loopweer. Ik laveer van links naar rechts om de keien te ontwijken die hier en daar op de weg liggen. Eindelijk kan ik nog eens genieten van een tempo onder de 4’30”. Richard is er toch niet heel gerust in. Ik zie hem enkele keren achteruit gluren. We komen nu tussen de weiden. Dit is bekend terrein… sinds mijn verkenning een uurtje geleden. Ik geraak zowaar onder de 4′. Een lachertje voor de jongens en meisjes in de voorste gelederen, een opsteker voor een oude krasselaar als ik. Ik zie de signaleur voor me met het ronde bordje strak naar links gericht. Ik scheur door de scherpe bocht. Wellicht maak ik geen indruk op de enkele fans die hier wachten op hun idool, mij geeft deze afdaling wel een kick. Ik schakel nog een versnelling hoger op de rijweg waar er overigens nauwelijks autoverkeer is. Jammer dat de weg fel naar rechts afhelt en het moeilijk maakt een soepele tred (als ik die al zou hebben) aan te houden. Ik maak wel enkele meters goed op Richard maar die heeft nog genoeg in de tank om zijn geslonken voorsprong te behouden. Nog enkele bochten aan de rand van de camping en we overschrijden de finish onder het goedkeurend oog van Jean-Claude Odeurs. Ik geniet nog even na van de leuke afdaling met Richard en Georges .
Op het terrasje naast de vijver is de sfeer uitstekend aan de Limburgse tafel. We vallen alle vier in de prijzen. Bij ons zit ook Serge Massin, de voorrijder op de fiets. Als security-man heeft hij heel wat F1-vedetten van nabij gekend. Nu zoekt hij graag het gezelschap op van de sterren van de loopwedstrijden…

(Foto’s Marie-Paule. Foto 1: Met de latere winnaar Jo Vrancken bij de inschrijving. Foto 2: Met een photoshop-truukje op een halve seconde van Servais. In werkelijkheid op 6 minuten.)