Vijverrun Bolderberg Zolder

zon 19/03/2017 13.45u * Vijverrun Bolderberg Zolder * 11,6 km * 00:55:54 * 12,5 * 76/278 * ==/== * ♥♥♥♥

“Schitterend parcours, mooie omgeving”. De loftuitingen van mijn vrienden-lopers hebben mij overtuigd dit weekend de steven te richten naar het noord-westen van onze provincie. In de bossen en tussen de vijvers van Bolderberg – een gehucht van Zolder – is er een voornamelijk vlakke natuurloop uitgetekend. “Maar niet echt gemakkelijk” voegen diezelfde vrienden er toch nog aan toe. Ik vind nog een oud verslag terug van Daniel Drion en ben blij verrast dat er in Openrunner een GPS-track van de omloop is opgenomen. Die twee bronnen leren me dat de enige noemenswaardige helling op het einde van de 11,5 km ligt. Niets is beter dan een verkenning ter plaatse: het parcours is blijkbaar gewijzigd en een paar honderd meter langer geworden. De laatste details van mijn voorbereiding worden ingevuld door Johan Bolinius die hier een steenworp vandaan woont en deze paden op zijn duimpje kent. Ik werk mijn verkenning af met Peter Kusters van Maasmechelen die ik toevallig ontmoet terwijl hij op zoek is naar een geschikt plekje om zijn sportdrankje te deponeren.

Vijverrun 1


Veel deelnemers voor de niet minder dan 5 afstanden die op het programma staan. Mijn maatjes Francis Loyens en Ludo Ramakers, zijn al onderweg voor de 33 km. Beide Mergellopers moeten geprezen worden voor hun moed en zelfopoffering. Voor wie met 33 km nog niet aan zijn trekken komt, is er ook nog een 50 km. Ook heel wat Alken AC-lopers en Speelhofrunners tekenen vandaag present. Mario Smolders heeft voor Berloz in de Challenge hesbignon geopteerd. Zijn verslag vinden jullie in de rechterbovenhoek van “Groetum”.
Ik heb enkele honderden meters nodig om de eerste onaangename prikkels uit mijn benen te verdrijven. Het getreuzel van tien minuten aan de startlijn lijkt de weldaden van de lange opwarming weer teniet te hebben gedaan. Aan hotel Soetewey verlaten we de bewoonde wereld. Ik heb nog even tijd om zonder veel uitwijkmanoeuvres wat plaatsen op te schuiven, zo lang het asfalt duurt. Het bospad loopt al dadelijk enkele procenten omhoog. Ik zie Johan Bolinius voor me uit. We hebben elkaar geen medelijden beloofd voor de start en dus heb ik al meteen een eerste mikpunt. Op het hoogste punt van dit eerste hellinkje haal ik mijn zilvergrijze collega in. Net aan de splitsing voor de laatste lus waar machtig hoorngeschal weerklinkt. In de volgende 2 km in het lager gelegen deel van het bos zitten al enkele modderige plekken. Het is nog steeds erg druk en niet gemakkelijk een goed spoor te zien achter de ruggen van de lopers voor me. Ik voel niet dadelijk de aandrang om voor Johan post te vatten. Hij houdt er een pittig tempo op na maar moet na een drietal kilometer zelf wat gas terugnemen. Ik ga dan op zoek naar Stefan Meekers wiens felle shirt afsteekt tegen de grijze omgeving. Om de dertig meter te overbruggen heb ik een anderhalve kilometer nodig. Stefan heeft de laatste weken de goede tintelingen in de benen en is daarom fiks van stapel gelopen. Maar dat is hier zonder de moeilijke ondergrond gerekend. Op een recht en beter beloopbaar pad ben ik bij hem en bij Martine Sobkowiak die hem al die tijd als zijn schaduw volgde. Op mijn vraag preciseert Stefan dat de dame achter hem Martine heet en zijn echtgenote Marianne. Opletten dus dat ik de namen niet door elkaar haspel. Na 4,5 km draaien we een fietspad op. Voor ons ligt het indrukwekkende domein van het Kasteel Vogelsanck. In Wallonië zouden we nu waarschijnlijk recht door het park zijn gelopen. Hier volgen we een rechte streep langs de Vogelsancklaan. Ik onderhoud een tempo in zone 2 – zone 1 zou dan mijn snelste tempo zijn – om mijn benen even te laten herstellen van het onverhard. Martine heeft zich intussen in mijn spoor genesteld. Rechts gaat een jongere loper me met grote schreden voorbij. We zullen nog enkele keren haasje over spelen. Ik haal ook een tengere dame in met mouwstukken zoals Japanse marathonloopsters die soms dragen. Zijzelf is ook van Oosterse origine, vandaar misschien…
Na 800 meter is de pret uit. We duiken weer het bos in… en zijn vertrokken voor 4 kilometer modder, putten, sporen en hobbels. Dit parcours begint Condruzien-trekken te vertonen. En Johan Bolinius die de modder de voorbije dagen vond meevallen! Tot zijn verdediging moet ik melden dat we ons hier in het privébos van baron de Villenfagne de Vogelsanck bevinden dat afgesloten is voor de trainingstochtjes van Johan. Nog een geluk dat de wind ons hier met rust laat. De vermoeidheid stapelt zich intussen op in mijn benen. Wat moet dat een verschrikking zijn voor de 33 km-lopers! Bij de eerste grote plas waar ik door een verkeerde inschatting zelf haast stilsta, moet Martine enkele meters laten. Ik kan mijn positie min of meer handhaven en loop al die tijd achter een groepje waarin een slanke dame in het roze en een stevige man in een blauw singlet de meest opvallende figuren zijn. In een bocht aan een kort stukje asfaltweg zie ik dat Martine niet ver achter me volgt. Twee blauwe lopers zijn wel in aantocht en zullen me in de volgende kilometers voorbij snellen. Intussen heb ik zelf de loper van het fietspad weer ingehaald. Rond de achtste kilometer op een open plek in het bos is de modder wel weg maar het hobbelige pad blijft de benen op de proef stellen. Flash-back naar vorige zondag in de buurt van Bierset waar ik hetzelfde soort ongemakkelijke ondergrond te verwerken kreeg. Eén verschil: hier zijn we niet in het rijk van de vliegtuigen maar van de snelle auto’s. Het circuit van Terlaemen ligt net achter de bomen. De laatste kilometers was het bosloopgevoel sowieso verdrongen, eerst door de drukte van de autoweg rechts en daarna door de brullende motoren van de racebolides.
Voorbij kilometerbord 9. We mogen ons opmaken voor de klim van de dag: in het totaal 700 meter met een piek tot 8%. Eindelijk een bospad zoals ik me dat voorstel, met goudkleurig zand. Gedaan met de bruine en zwarte smurrie die we de laatste kilometers hebben doorploegd. Nu nog de stijgingspercentages overwinnen. Mijn tempo valt terug tot boven de 5′ per kilometer. Niet dat ik daarmee achteruitboer. Integendeel mijn heuveltrainingen (of heuvelloopjes om een minder pretentieus woord te gebruiken) op Caestert leveren een mooi dividend op. Ik haal het groepje voor me eindelijk in. De dame in het roze – Dana Druyts, eerst. Daarna de man in het blauw, Leo Stessens. Achter me weerklinken de jachthoorns van de hoornblazers van Wiesmismeer. Boven aan de kluis neemt Leo weer de leiding over. Enkele bochten voor we nog een klein zandheuveltje (een “nol” voor de kruiswoordliefhebbers onder jullie) moeten overwinnen. In een van de bochten ligt in de verte het witte Kasteel van Terlaemen achter een vijver te pronken. Toch maar niet te lang van het uitzicht genieten en de boomwortels trachten te ontwijken. Het mulle zand schuift weg onder de voeten. Een afdaling op een harder zandpad. Ik ga Leo weer voorbij. Die lijkt verrast door de verandering van het parcours. Nog een laatste bultje aan km 11.

Vijverrun 2


Daar is het asfalt naar de finish. Alles los nu voor de eindspurt. Ik ga voorbij een man in het zwart. We ronden samen de laatste scherpe bocht aan Hotel Soetewey. “Kom op papa” hoor ik een jonge knaap de man in het zwart aanmoedigen. Vader en zoon rennen nu samen achter me aan. Een versnelling tot rond de 15km/uur levert me een kleine voorsprong op. “Goed bezig papa” hoor ik een tweede jongeman roepen. De oudere broer, zo te zien. Nog meer morele steun! Mijn supporters blijven oorverdovend stil. Twee lopers duiken plots uit de achtergrond op. Daar is ook de man van het fietspad weer. Tegen zoveel jeugdige kracht ben ik machteloos. Maar Ludo Kennes – de vader met de twee zonen/twee fans – kan ik wel achter me houden. Ook een felle windstoot in de laatste honderd meters kan me niet meer uit het lood slaan. Ik heb net mijn AA-drink aangenomen – een minuutje na mijn aankomst – als ik Martine Sobkowiak in een felle spurt verwikkeld zie met een andere dame Griet Luyckx. Griet wint met een neuslengte voorsprong. “Zo moeilijk heb ik het parcours nog niet geweten” is de teneur van de commentaren achter de streep. Ik breng het er hier goed vanaf met een plaats ruim in het eerste derde van het veld. Terwijl ik al op weg ben naar de douches zie ik Jean-Pierre Immerix finishen. De ontgoocheling druipt van zijn gezicht. 8 minuten langzamer dan vorig jaar. De trainingsachterstand van de laatste weken wreekt zich. Het is vandaag zijn dagje niet, in de sporthal dondert hij bijna van een steile trap.
De zaal waar een gezellige drukte heerst biedt soelaas. Mijn Mergellopers-collega’s Francis Loyens en Ludo Ramakers nippen als echte professionals aan een indrukwekkende bidon recuperatie-drank. De twee oudsten aan de tafel – Jean-Pierre en ik – zweren bij een traditionele dorstlesser, in dit geval een Westmalle. Nadien volgen Francis en Ludo wel ons voorbeeld. Prijzen per leeftijdsklasse zijn er niet – boven 35 ben je al master! – maar er is wel een geschenkpakketje voor iedereen. Jean-Pierre onderhoudt het gezelschap met anekdotes van thuis en elders. Na de prijsuitreiking door de baron, begeleid met de klanken van de hoornblazers, trekken we weer zuidwaarts en genieten thuis nog van een copieus Chinees maal (eigen versie).

(Foto’s Marie-Paule. Foto 1: De kluis op een hoogte waar de bospaden droog zijn. Foto 2: Napraten met Martine Sobkowiak, in Alken AC-shirt links vooraan, Stefan Meekers in het geel. Rechts in het blauw David Baerts, echtgenoot van Martine. In het oranje, uiterst rechts, Peter Bellen, trainer van Alken AC. Kent iemand de andere dame van Alken? Edit: Geïdentificeerd: Kristel Olaerts. Met dank aan Danny Zwerts.)