Magnée (Jogging de la Pomme)

zat 03/10/2015 12u * Magnée (Jogging de la Pomme) * 8,75 km * 00:49:52 * 10,5 * 17/65 * –/– * ♥♥♥

Twee dagen na de loop is er nog altijd geen uitslag te vinden op het net. Op een mail aan de organisatie krijg ik als antwoord dat ze zelf op zoek zijn naar het klassement. Kafka…
Edit: 10 oktober, de uitslag is er eindelijk.

Ik kies vandaag voor een nieuwe loop aan de rand van de Luikse agglomeratie. Dat is het zuidelijkste en meest heuvelachtige deel van het land van Herve. Het is in de buurt van ondermeer Beyne-Heusay waar we twee jaar geleden een uiterst heuvelachtig parcours voorgeschoteld kregen. Als ze in Magnée willen, kunnen ze het ons dus erg moeilijk maken. Maar het parcours dat ik op Openrunner heb opgespoord blijkt op asfaltwegen in het dorp uitgetekend te zijn. Mijn bedoeling is immers er een intensieve training van te maken. Ik laat de Ambiorix Run in Tongeren links liggen in de wetenschap dat ik daar toch weer zal proberen een of meer bekenden voor me in te halen. Maar mijn plan valt al voor de wedstrijd in duigen als ik enkele kilometers op het parcours verken en merk dat men de steile hellingen aan de rand van het dorp heeft uitgezocht.

Magnée 1


In Magnée is het Fête du Fruit en zoals vaak bij onze Zuiderburen hoort bij een feest een stratenloop. Het is nog vroeg op de dag – de loop start om 12 uur – als ik in het centrum van het dorpje aankom. De inschrijvingen gebeuren in een tent aan de kerk (waar in het portaal biervaten opgestapeld liggen…) en van de Cercle Sainte-Appoline. De stalletjes met streekproducten worden nog opgebouwd. De leden van de Confrérie des Coyêus di Mangnêye dragen trots hun medaille. De Coyeus vormen een genootschap dat ijvert voor het fruit (appelen en peren) in deze streek en afgeleide producten als wijn, sap, siroop, gelei en bier. Liefhebbers kunnen ook een aantal oude tractoren bewonderen die aan de kerk staan opgesteld.
Er zijn dit weekend nog verscheidene wedstrijden in het Luikse. Benieuwd of ik hier kennissen ga tegenkomen van de traditionele challenges. Ah, toch twee bekende gezichten: Françoise Piscart en Richard Mathot! Alles bij elkaar zijn er toch een kleine 100 deelnemers opgedaagd voor een afstand die mijn Garmin zal berekenen als 8,75 km. (Edit 10 oktober: Er zijn uiteindelijk maar 65 vertrekkers.)
We zijn er klaar voor. Het nummer is een geplastificeerd kaartje met een streepjescode. Comfortabeler om te dragen dan de “galet” van de Hesbignon. Nu maar hopen dat het scannen zonder problemen verloopt. Voor de start krijgen we nog enkele woorden uitleg van een jongeman. Die krijgt na zijn eerste zin al meteen een ironisch lachsalvo teruggestuurd als hij het parcours omschrijft als “een beetje heuvelachtig”. Hij verbetert onmiddellijk tot “zeer heuvelachtig”. Hij stuurt ons op pad met de woorden “Eclatez-vous” (Leef u uit). Na enkele kilometers zal ik ondervinden dat hier geen sprake is van uitleven maar eerder van overleven.
Ik vertrek vrij vooraan in de groep met een voor mijn doen snel tempo maar zie Françoise en Richard toch al vlug enkele tientallen meters voorsprong nemen. Na 500 meter loopt de weg steil naar beneden (tot 17%). Dan een scherpe bocht naar links en bijna even steil (een piek van 12%) weer omhoog tot aan km 1,8. De toon is meteen gezet. Tijd om de benen in te lopen op wedstrijdtempo is er niet. In de eerste en derde kilometer haal ik 4’22” en 4’31”. Dan is het feest over. Ik loop in het gezelschap van een Herve-atleet en een man in het zwart die ik gedurende de volgende kilometers ook voortdurend in mijn buurt zal ontwaren. De vierde kilometer gaat weer steil omlaag maar nu op hobbelige grind- en bospaden. Ik daal als een houten Klaas en verlies enkele plaatsen aan leniger lieden. Richard moet Françoise laten gaan. Na 3,8 km, als de benen al heel wat te verduren hebben gekregen, beginnen we aan een nieuwe beklimming, nog steeds in het bos. Met stroken van 15% en meer is voor Richard de pret eraf, hij gaat stapvoets verder. We passeren langs een tennisveld dat hier midden in het groen ligt. Op een open weide heb ik uitzicht op mijn voorgangers. Ik zie dat Françoise al een ruime voorsprong genomen heeft. Als ik achterom kijk is Richard niet meer te bekennen. We lopen opnieuw in de richting van de finish – ik zie de kerk op de hoogte liggen …en realiseer me dat de klim nog niet ten einde is. Een signaleur geeft onze positie mee. 21ste. Dat is op het ogenblik dat ik deze regels tik mijn enige houvast om mijn plaats te bepalen. Ik heb echter geen idee hoeveel lopers nog achter me komen. We zijn nu al meer dan een kilometer aan het klimmen. Na een laatste strook in wandeltempo – en dat geldt voor alle lotgenoten in mijn buurt – bereiken we de kerk op het hoogste punt van het parcours.
We zijn nu voorbij halfweg, er wacht nog een tweede lus. Aan de bevoorradingszone kan ik mijn bebloede vinger schoon vegen. In een van de nauwe afdalingen heeft een doorn mij met enkele schrammen bedacht. We kunnen hier zowaar even de benen ontspannen. Na een afdaling in het dorp op het asfalt zijn we klaar voor de laatste drie kilometer met evenveel bulten, niet meer zo lang als in de eerste lus maar nog altijd met percentages die flirten met de 10%. Na een afdaling door een weide komen we uit in een laag gelegen natuurgebied. Bij de opwarming heb ik links de kerk van Ayeneux opgemerkt. Nu is er geen tijd om de natuur te bewonderen. De paden zijn smal, kronkelig en bezaaid met takken en andere hindernissen. Gelukkig heb ik vooraf bekend en weet ik wat we voor de voeten krijgen. Het tempo is er wel uit in dit labyrint. De man achter me wurmt zich voorbij. Hij is gekleed in een zwart shirt met de sponsornaam Colas. Zo te zien een wegenbouwbedrijf met als slogan “Les routes sur lesquelles vous courez”. Dat zijn alleszins niet deze paden waar hij zich wel met veel verve in beweegt. Een nieuwe klim in het bos brengt ons naar een asfaltweg in het dorp … die blijft klimmen. Ik ga de zwarte man weer voorbij. Op het steilste stuk zit ik haast met mijn neus tegen de grond en merk zelfs de grote leeuw niet op die hier in al zijn kitscherigheid op een muur staat te pronken. Dat het beest er staat weet ik van de opwarming. Een nieuwe afdaling op het asfalt loopt uit op een veldweg. Die is afgesloten met een hek. We moeten ons tussen een paal en een haag wringen om verder te kunnen. Met de parcourskennis die ik voor de wedstrijd op mijn interne harde schijf heb opgeslagen durf ik hier stevig door te gaan. De passage midden in een maïsveld heeft ook geen geheimen voor me. Overigens is er hier plaats genoeg en is het even vlak.
Op de weg wacht ons de laatste klim naar de finish: 600 meter met stukken tot 10%. Ik zie uit mijn ooghoeken dat er een witte belager op komst is. Zijn gehijg hoor ik duidelijk maar echt in mijn spoor geraakt hij niet. De Herve-man in het blauw is buiten bereik. Met een laatste versnelling op de weinige vlakke meters in het zicht van de finish kan ik mijn plaats veilig stellen (maar de hoeveelste plaats is dat?). Ons nummer wordt gescand met een smartphone. Als dat maar goed afloopt. (Twee dagen later wacht ik nog op het resultaat). De Herve-man ligt met krampen tegen een hek, de “wegenbouwer” in het zwart trekt ook een bedenkelijke grimas. Ik check mijn gemiddelde: 10,5 per uur. Dat is evenveel of even weinig als in de zware bosloop van Trois-Ponts die nochtans dubbel zo lang was. De parcoursbouwers hebben voor hun eersteling niet op een hoogtemetertje gekeken. Benieuwd of ze dit experiment volgend jaar zullen herhalen.
Fruit is er in overvloed in Magnée. Kleedkamers en douches zoek je hier tevergeefs. Dan maar snel naar huis. Ben ik nog op tijd voor de Ambiorix Run, als toeschouwer wel te verstaan. Ik neem een (half) glas appelbier – frisse smaak! – en praat nog even na met Françoise en Richard. Françoise vond zichzelf vandaag eindelijk weer op niveau. En dan moest ze zich nog sparen voor de Condruzien-wedstrijd morgen in Ombret! Ik pols even naar de vooruitzichten van Richard in de Challenge van de Provincie. “Nog één weekje op kop”, trekt Richard een pruillip, “un phénomène, ce Halders”. En zo eindigt de middag in Magnée. Tot de volgende …