Bütgenbach (Challenge Delhalle)

zat 02/05/2015 15u * Bütgenbach (Challenge Delhalle) * 20,4 km * 01:42:28 * 11,9 * 160/461 * 16/46 * ♥♥♥♥

Vandaag krijg ik eindelijk de kans om een blinde vlek op mijn palmares weg te wissen. Ik sta voor het eerst aan de start van de klassieke “Rund um den See” van Bütgenbach, een halve marathon die al voor de vijfendertigste keer wordt georganiseerd. Kris Govaerts en Willy Hertogen staan wel al enkele keren vermeld in de annalen van deze “Traditionslauf”. Chauffeur Gerard Thiessens brengt Marie-Paule en mij veilig naar de Oostkantons. We ontmoeten er een aantal bekenden van het Luikse circuit en enkele Maastrichtse loopfanaten. Voor het eerst dit jaar tref ik er Roger Dosseray die zich dit jaar afzijdig houdt van de Luikse Challenge.

Bütgenbach 1


Mijn ambities voor deze wedstrijd zijn beperkt. Ik kan de moeilijkheidsgraad (en de precieze afstand) van het parcours niet inschatten en gok voorzichtig op een tijd rond de 1u50′. Het is fris in Hoog-België en voor de start trek ik nog snel een warmer shirt aan. Hier gelukkig geen toespraken en plichtplegingen voor het vertrek, we worden snel uit het startvak verlost. Ik heb me voorgenomen de eerste kilometers rustig aan te pakken en pas vanaf km 8 voluit te gaan… als ik daar dan tenminste nog de kracht toe heb.
Vanuit het Sportcentrum Worriken worden we meteen een helling opgestuurd naar de dorpskern van Bütgenbach waar mijn fanclub – zijnde Marie-Paule – ons opwacht. Ik heb vrij vooraan post gevat in het peloton, naast Gerard. Maar als we in het dorp zijn is mijn trainingsmaat al uit mijn gezichtsveld verdwenen. In de tweede kilometer wordt ons nog even een afdaling gegund. De benen voelen goed aan. De tibialis posterior, dat is de achterste scheenbeenspier, in de linkerkuit is goed opgewarmd en houdt zich gedeisd. Een tiental meter voor me herken ik de unieke loopstijl van Paul (zeg maar Polleke) Celis die ik al een tiental jaren niet meer gezien heb maar nog altijd even gek is van het zwaardere werk in de Ardennen en aangrenzende gebieden. Met een korte versnelling zou ik hem kunnen bijbenen maar het lijkt me verstandiger de benen te sparen voor het klimwerk dat nog zal volgen. Na 3 km gaat de weg steil omhoog in het bos. Mijn voornemen om Polleke te groeten kan ik meteen opbergen want de kleine Lierenaar is nog altijd in goede doen en loopt langzaam maar zeker van me weg. We hebben het meer nu verlaten en maken kilometers in het bos. Jean-Pierre Immerix – een andere ervaringsdeskundige – heeft me gewaarschuwd voor de boomwortels op sommige gedeelten van het parcours. De krullenbol uit Veldwezelt slaat de nagel op de kop. Dit wordt de loop van de boomwortels. Zou ik ver mis zijn als ik denk dat we er een duizendtal hebben moeten ontwijken? In elk geval mag je hier je concentratie geen ogenblik laten verslappen en moet je voortdurend van het ene been op het andere dansen om rechtop te blijven. Het is dan ook met enige opluchting dat we rond km 6 even de benen kunnen ontspannen op een Ravel-fietspad. Intussen heb ik op een open stuk – na wat zoekwerk – Gerard dan toch in de gaten gekregen. Zijn voorsprong bedraagt liefst 200 meter. Een topdag, een test in functie van een nog langere uitdaging die hij plant, of gewoon zonder nadenken voluit? Het verder verloop van de wedstrijd zal een antwoord bieden. Rond de negende kilometer maken we weer een lus rond een “uitstulping” van het meer. Het blijft flink golven. Ik haal hier enkele dames in maar word zelf ook geregeld gepasseerd door mannen die oprukken vanuit de achtergrond. Aan km 11 lopen we over een brugje over een “poliep” van het meer. Ik heb een blik geworpen op mijn Garmin en tot mijn genoegdoening vastgesteld dat ik ruim op schema zit om onder de 1u50′ te blijven. Maar Gerard inhalen zal er wel niet meer inzitten. Daarvoor is hij te ver vooruit. Aan de dertiende kilometer gaan we weer hoogte zoeken boven het meer. Ik kan een mooi tempo aanhouden en raap nog enkele concurrenten op. We lopen nu op smalle asfaltwegen tussen de weiden. Ondanks de vermoeidheid die zich laat voelen kan ik genieten van de omgeving.

Bütgenbach 2


Vanaf de vijftiende kilometer volgen we de oevers van het meer. Ik nader plots snel op Gerard die aan het stilvallen is. “De piep is leeg” is het droge commentaar als ik naast hem opduik. “Te snel vertrokken” is dus het antwoord op de vraag die mij al enkele kilometers bezig houdt. “Ik had nochtans niet de indruk dat ik te snel weg was” vertelt Gerard na afloop. Hij zal in de eindfase nog twee minuten verliezen. Het decor blijft fraai, vooral de passage over een houten “landbruggetje” langs een riviertje. De Warche misschien, het stroompje dat het stuwmeer voedt? Het pad langs het meer is wel smal, bochtig, bezaaid met keitjes en een foltering voor mijn rechtervoet. Ik ben op 3,5 kilometer van de finish als ik in de verte de speaker aan de finish hoor die de aankomst van de eerste dame aankondigt. De weg over de stuwdam aan km 18,5 is het laatste herkenbare merkpunt. Daarna is het weer slalommen in het bos aan de rand van het meer. Maar wat is dat toch voor een gefluit en gepiep achter mijn rug? Ik draai me om. Ik zie een jong meisje getooid met een koptelefoon met grote oorschelpen dat lacht als ze me ziet achterom kijken. Achter haar loopt de bron van het irritante geluid: een grote jongeman die zijn ademhaling met uitdrukkelijke mondspierbewegingen reguleert. Ik krijg het zo op mijn heupen dat ik hem met enkele armzwaaien tot bedaren probeer te brengen. Het lukt nog ook. Even later loopt hij me voorbij, oef. Op het laatste klimmetje net voor km 20 merk ik plots Roger Dosseray op. Die heeft nog niets van zijn grinta verloren en probeert hardnekkig in mijn spoor te blijven. In de afdaling onder een klein viaduct laat ik hem terugkomen in de hoop samen met hem de aankomststreep te overschrijden. Maar Roger heeft het zo niet begrepen en perst er nog een spurtje uit. Ik ben best tevreden met mijn tijd en loop ontspannen naar de streep. Het meisje met de koptelefoon laat ik ook voorgaan.
Ik kom aan een gemiddelde van 12 per uur (ik lieg een klein beetje…) op een “halve marathon” die volgens mijn Garmin-gegevens een halve kilometer korter is dan de officiële afstand. De loop heeft me zeker energie gekost maar ik ben hier wel enkele minuten sneller dan in de halve van Alleur die vlak was en volledig over asfalt of beton liep. De benen draaiden vandaag heel wat beter dan enkele maanden geleden. Het niveau ligt hier trouwens enkele graden hoger dan in de regionale circuits waar ik meestal actief ben. De wedstrijd zit in de Challenge Delhalle, een criterium van langere natuurlopen in heel Wallonië. Specialisten en liefhebbers van de “courses nature” uit Vlaanderen, Wallonië, Nederland en het naburige Duitsland komen zich hier uitleven. Geen wonder dat ik me moet tevreden stellen met een zestiende plaats bij de veteranen 3. Raphael Van Den Broeck onderstreept zijn ijzersterke conditie met met een vierde plaats in mijn leeftijdsklasse. In de top van de algemene rangschikking prijken ook enkele bekenden. Maastrichtenaar Roger Rousseau legt beslag op een bijzonder fraaie zevende plaats. De broertjes Hannes en Michaël Mertens uit Sint-Truiden staan op plaats 12 en 13 in wat voor de eerste slechts een voorbereiding is op de marathon van Leiden. Guido Philippaerts van Alken is de beste bij de 70-plussers in de korte wedstrijd.https://www.youtube.com/embed/LBhtXXxgYc0

(Foto 1: Het stuwmeer van Bütgenbach. Foto 2 Marie-Paule: Napraten met Roger Dosseray en Gerard Thiessens. Filmpje Marie-Paule: Finish van enkele tenoren.)