Herstal (Challenge de la Province de Liège)

zon 26/04/2015 11u15 u * Herstal (Challenge de la Province de Liège) * 11,5 km * 00:54:20 * 12,7 * 55/173 * 5/22 * ♥♥♥♥

Herstal mag dan een grauwe industriestad zijn, er is hier wel een lange traditie van loopwedstrijden. Zelf heb in het begin van het jaar al aan de Jogging du Maïeur deelgenomen. Toen schreef ik in mijn verslag dat de parcoursbouwers ons een relatief gemakkelijk rondje hadden uitgetekend. Maar nu zijn we enkele maanden verder, goed gerodeerd – dat mag men tenminste veronderstellen – en dus hebben ze vandaag niet op een hoogtemetertje gekeken.
Het kleine peloton moet lang geduld oefenen voor de weg in het centrum van de stad wordt vrijgemaakt. Jo Vrancken houdt al trippelend de spieren warm op de eerste rij, omringd door zijn Pretoriaanse wachten, Stijn Vanderbeuken en Benny Claes. Na mijn uithaal over de afwezigen van verleden zaterdag zijn Guido en Rita ijlings uit vakantie teruggekeerd om deze keer de blijde intrede van zoonlief niet te missen. Na een kwartier volgt dan toch het verlossend fluitsignaal. In de eerste kilometer krijgen we al meteen een kasseistrook en een opgebroken weg onder de voeten. We lopen over de speelplaats van het Collège Saint-Lambert. (Ik denk aan de 26 jaar die ik rondgelopen heb op de speelplaats van een ander Collège Saint-Lambert, in Bilzen.) We maken ook een korte lus langs de Maas waardoor we twee keer een brede doorgangsweg moeten kruisen. Geen probleem, de politie regelt het verkeer en signaleurs zijn er hier blijkbaar ook bij de vleet.

Herstal 1

Langs de Maas passeren we een scheepswerfje, waar plezierboten op herstelling en onderhoud wachten. Benieuwd waar mijn schip vandaag gaat stranden…
Na anderhalve kilometer – ik heb dan mijn snelste kilometer van de loop al achter de rug met 4’15” – verlaten we de op sommige plaatsen compleet “versleten” benedenstad. Ik groet veteraan 3 Bernard Marot in het voorbijgaan en begin met goede moed aan de klim uit de vallei. Een jonge man in mijn buurt die voortdurend aan zijn mobieltje of een ander draagbaar gadget aan het prutsen is gaat me drie keer voorbij binnen enkele honderden meters tot de steilere stukken hem doen inbinden.
Hoe hoger de weg klimt, hoe mooier de bebouwing wordt… en hoe steiler de klim. Een kleine honderd meter voor me zie ik Claude Herzet schijnbaar zonder moeite de helling opklauteren. In de laatste honderden meters moeten we percentages rond de 10 % overwinnen. Drie jonge mannen van Herstal Jogging gaan me op het einde van de klim met groot machtsvertoon voorbij. Op een pad tussen de Japanse kerselaars in bloei – wat een verschil met de uitgeleefde wijk van daarnet – kunnen we even herstellen. We zijn drie kilometer ver en komen we nu op de kruising van de “acht” die het parcours vormt. In de bovenstad worden we plots naar rechts gestuurd, ten minste nadat ik aan de verstrooide juffrouw met handbewegingen gevraagd heb welke richting we uit moeten. Plots komen we op een paadje van nauwelijks een meter breed terecht. De enge passage hindert me niet echt want ik loop toch alleen. Wel heeft de felle klim al flink op mijn krachtenarsenaal ingehakt en we zijn nog niet eens halfweg… Heb ik al gezegd dat dit een van de meeste gevarieerde parcoursen is waarop ik ooit op pad was? Stel je voor dat we na 4 km plots in een geel schilderij terecht komen: een groen Ravel-fietspad te midden van een koolzaadveld. In de volgende vijf kilometer blijven we draaien en keren in de wijken hoog boven de Maasvallei. Even plots lopen we op een veldweg die zo uit de Haspengouwse grond zou kunnen geknipt zijn. De geur van de meststoffen op het prille graangewas is al even vertrouwd. Ik haal hier een poulain van Michel Mancini van Seraing Athlétisme in, veteraan 1, Jean-François Martin. In een “gats” hoor ik plots een fel gehijg. Er is nochtans geen loper achter me. Ah, het is een hond die onzichtbaar achter een dennenhaag even met me meedraaft. Met één felle blaf neemt hij afscheid. De rottweiler, even verder, is luidruchtiger.
Ook nadat we aan km 6 km het hoogste punt bereikt hebben, blijft mijn motortje voortdurend in de hoge toeren draaien en de carrosserie heeft ook al enkele deuken (lees: mijn benen doen al flink pijn)… Dank zij de stijgende stroken ben ik tot op een twintigtal meter van mijn mikpunt Claude Herzet geraakt. In de afdalingen loopt hij dan weer wat verder weg. Ik neem de scherpe bocht waar – dat hoor ik na de finish – Paul Esters rechtdoor wil gaan en uitgerekend door concurrent Richard Mathot weer naar het goede pad wordt geroepen. Hoe Paul zijn bewaarengel Richard bedankt, lees je in de epiloog van dit verhaal. Een van de drie jonge “Herstal Jogging”-jongens heeft zijn krachten overschat en kan ik, in de dalende kilometers nota bene, achter me laten. De twee anderen moeten er bij een nieuwe klim ook aan geloven. Voorlopig dan toch. Aan km 9,5 is het dan eindelijk zover en heb ik Claude te pakken. Vlak daarvoor aan de bevoorrading heb ik zijn voorbeeld gevolgd en tegen mijn gewoonte in een bekertje met water aangenomen. Maar ik wil ook geen vaart minderen en … verslik me. Met het nodige gehoest en gerochel kom ik naast mijn gemeentegenoot. We nemen beiden een steile afdaling met de nodige voorzichtigheid. In het daaropvolgend kort klimmetje kan ik hem nog even pijn doen maar even snel herpakt hij zich in de afdaling en laat me nu definitief achter. Zelf kan ik wel nog een oudere loper voorbijgaan, met koude handen want nog met handschoenen aan. Nicolas Bynens is het, ook een veteraan 3. In de bochtige afdaling naar km 10 let de signaleuse nu wel goed op en nemen we de voorgeschreven weg. Bij mijn opwarming daarstraks was de mevrouw niet goed bij de les in de korte loop en liet een aantal deelnemers zelf de weg – rechtdoor – kiezen. Benieuwd hoe ze dat gaan oplossen.
We zijn nu weer op het hoogteniveau van de start. De parcourstekenaars hebben wel nog een extraatje in petto. We worden een nauw volks straatje ingestuurd. Het volk zelf is binnengebleven door het ongezellige weer, alleen een (brave) hond komt een kijkje nemen. Het straatje wordt een steegje, het steegje wordt een smal onverlicht tunneltje (onder een spoorweglijn). Toevallig en gelukkig maar heb ik dit stukje verkend. In het tunneltje van een dertigtal meter heb je de indruk dat je voeten in de duisternis zwemmen. Het pad loopt nog tweehonderd meter verder tussen twee hoge aarden taluds vooraleer we weer in de bewoonde wereld komen. De laatste hindernis ligt achter me. Van de laatste vlakke passage maken de twee sterkere jongens van de “Herstal Joggingclub” – Monte Devorgyan en Omar Azoucyk – gebruik om mij met een felle en lange eindspurt voorbij te razen. Na de aankomst ligt een van hen languit op de speelplaats om te bekomen. Een bezorgde dame buigt zich over hem. Ik mompel “Dat komt ervan als je mij wil kloppen” maar het brave mens hoort het niet. Senior Geoffray Tourbach stoomt me ook nog voorbij aan Taverne-Karaoke “Le Jordan”. Ik ben nu even buiten adem, de karaoke zal voor de volgende keer zijn. Na 54 minuten piept de aankomstscanner voor nummer 278. Dat is mijn nummer, onthou het, dan hoef ik dat niet telkens te herhalen. Het verdict in mijn leeftijdsklasse: Paul Esters vloert Richard Mathot in de spurt. In topsport is geen plaats voor sentiment… Anderhalve minuut later eindigen we met drieën binnen een zakdoek, dat betekent hier twintig seconden: Claude Herzet, Guy Bona (mij alleen van naam bekend) en uw dienaar.
De wedstrijd zit erop. Alle moeilijkheden achter de rug, denk je dan. Blijkt dat een drankje bestellen in de zaal nog moeilijker is dan de lange beklimming. De toogbeheerders, leerkrachten van het Collège, hebben een ingewikkeld systeem met drankbonnetjes uitgedacht waardoor het bestellen langer duurt dan het drinken van de bestelde pint. Na de bespreking van de afgelopen wedstrijd ( Benny en Willy Hertogen “tevreden”, Stijn “stik kapot”, Paul “we zullen maar niet klagen”, Jo “Ik krijg ocharme een sporttasje”) smeden we alweer plannen voor de volgende loop. A la prochaine !

(Foto: Het podium, van links naar rechts: Patrick Philippe, derde, Olivier Pierron, winnaar, en Jo Vrancken, tweede.)