Banneux (Challenge de la Province de Liège)

zon 01/03/2015 11u15 u * Banneux (Challenge de la Province de Liège) * 10,8 km * 00:54:50 * 11,9 * 73/231 * 4/17 * ♥♥♥

Op deze winderige ochtend is er al heel wat beweging in Banneux. Nu eens niet op de bedevaartsite maar aan de rand van het dorp aan het bescheiden voetbalveld dat trots de naam “stade” (stadion) draagt. In de Rue des douze Hommes zijn we vanochtend met meer dan 12. 231 mannen en vrouwen troepen er samen voor de eerste editie van de Banneux-jogging in het CJPL-criterium. Op de eerste rij ook een absolute topper Pierre-Antoine Balhan uit Spa. In januari leverde hij de beste wereldjaarprestatie 800 meter indoor, vandaag slaat hij de eerste achtervolger twee minuten terug. Na de eerste lus rond het voetbalveld draaft hij al voor het peloton uit. Ik zelf ben wat minder snel uit de startblokken geschoten maar probeer toch al in de eerste honderden meters wat plaatsen goed te maken. Voor ik mijn ademhaling enigszins onder controle heb zijn we al aan de eerste strook onverhard. Tijdens de opwarming met Jo Vrancken heb ik nuttige informatie verzameld over het parcours. Jo is een abonnee op de top 5 en daarom een goede bekende van organisator en prijsuitreiker Pascal Julin. De parcoursbouwer vertelt ons met een sardonische lach dat hij een mooie route heeft uitgestippeld – een golvende handbeweging maakt duidelijk dat het flink op en af zal gaan – en verklapt ook dat aan km 4,5 een uiterst gemene helling op ons wacht. Na 700 meter is het voorspel al voorbij en worden we een modderig en met stenen bezaaid pad ingejaagd dat bovendien flink daalt. Opletten dus, maar ook hier ben ik op voorbereid dankzij de informatie van Benny Claes. Staat dezelfde Benny Claes daar toch even verder niet langs de weg terwijl hij voorovergebogen de enkel betast! Servais Halders die enkele meters achter Benny loopt ziet het gebeuren: op een losliggende steen getrapt en de voet verzwikt. Benny out, wij verder. De competitie kent geen genade. Op de Rue de Fraipont krijgen we nog een kilometertje respijt maar na 2,5 km is de pret definitief voorbij. Alleen in de zevende kilometer zal ik nog boven het kilometergemiddelde van 13 per uur uitkomen. De volgende 600 meter gaan in stijgende lijn weliswaar op een goed beloopbare weg, later pad. We worden gadegeslagen door vier ezels die wel van enige interesse blijk geven. Dat zijn ook de enige toeschouwers die we zullen zien voor we weer in de buurt van het voetbalveld komen. Van mijn concurrenten is alleen Richard Mathot binnen oogbereik. Of dat ook binnen beenbereik is valt af te wachten. Aan kilometer 3 kan ik de afstand berekenen: 35″ achterstand. Er staat vandaag heel wat klimwerk op het menu, het is niet uitgesloten dat ik de kloof op de hellingen kan dichten. Hoop doet leven.

Benny Claes


Maar voorlopig heb ik alle concentratie nodig voor de scherpe afdaling die nu volgt: een kilometer op een rotsig pad en in de lagere regionen tussen afwateringsgeulen en in modderpartijen. Zoals in de vorige afdaling gaan mij opnieuw een aantal collega’s voorbij. Ze zijn niet alleen jonger van benen maar ook van geest en hebben lak aan risicoberekening. Op het vlakke aan de bosrand haal ik het groepje met twee jonge dames weer in en neem enkele meters voorsprong. We zijn bijna aan de vijfde kilometer, rechts ligt het monster op ons te wachten. Ik verwittig mijn gebaarde jonge compagnon dat er een muur aankomt. Hij schrikt wel even maar gaat toch met een fikse tred naar boven en neemt afstand. De eerste van de twee jonge dames – Bénédicte Bruhl – begint ook met frisse moed aan de steile klim ( 300 meter met een stijgingsgraad van 15% of meer). Ik ben onmiddellijk naar de kleinste versnelling overgeschakeld, 7 km per uur of minder. Gedurende enkele honderden meters zwoegen we in stilte naast elkaar naar boven. Intussen zijn enkele lopers voor ons op wandelpas overgeschakeld. Ze nemen het midden van het smalle pad in en maken het de achteropkomende snellere (of minder trage) deelnemers nog moeilijker. Na 800 meter krijgen we even een adempauze op een “overloop”. Door mijn voorzichtige aanpak in het begin ben ik boven nog niet aan het einde van mijn krachten en heb ik op de laatste bult nog een lichte versnelling in de benen. Voor Bénédicte wegen die laatste loodjes te zwaar. Eindelijk boven. Hier worden we beloond met een prachtig uitzicht over de Ardense heuvels. Ik loop nu alleen en neem ook even de tijd om de omgeving in mij op te nemen. Even verder haal ik merkwaardig genoeg een man in die me op de helling is voorbij gegaan. Hij is verrast geworden door de steile klim die hem blijkbaar de adem heeft afgesneden. Terwijl ik hem achterlaat meld ik hem dat de laatste kilometers ook in stijgende lijn gaan. Mijn altruïsme kent nochtans ook grenzen want tegelijkertijd hoop ik dat hij me niet opnieuw inhaalt. Ik heb nu een ruim zicht op het uit elkaar geslagen deelnemersveld voor me. Allemaal enkelingen. In de verte wacht alweer een nieuwe helling, op een grotere weg deze keer. De benen worden alsmaar zwaarder maar als er een nieuw licht dalende strook aankomt trek ik me nog eens met veel moeite op gang. Het loont want ik loop in op twee lieden voor me. Ik doe een nieuwe tijdsmeting op Richard. Het verschil blijft rond de 35 seconden schommelen. Het is tekenend voor het gevoel vandaag: niet schitterend maar ook niet slecht. In de achtste kilometer krijgen we een veldweg voor de voeten waar modder en brede sporen de hoop op een tempoverhoging de kop indrukken. De benen voelen nu loodzwaar aan maar de twee lopers voor me hebben het nog moeilijker. Op een oplopende strook op het asfalt reken ik “de zwarte” in, op een ellendig klimmetje tussen grote keien in het bos haal ik “de witte” in. Terwijl ik mijn weg moeizaam voortzet hoor ik gehijg achter me maar voel nog net niet de hete adem van de achtervolgers in de nek. Het zal moeilijk worden om mijn plaatsje vast te houden. We lopen nu weer richting voetbalveld, vals plat omhoog. Via de licht dalende rijweg – van de “douze hommes” – nemen we rechts de laatste lussen bosweg rond het voetbalveld. Ik spreek de laatste restjes energie aan om mijn achtervolgers op afstand te houden. Die zitten blijkbaar ook op hun tandvlees. Meer nog, in de laatste meters voor we het voetbalveld opdraaien haal ik zelf nog twee lopers in. Maar tegen de eindspurt van de jongste van de twee – leeftijdsverschil zo’n 40 jaar – kan ik niets inbrengen. En zo hou ik aan de laatste kilometers misschien wel stukgelopen benen maar toch een goed gevoel over. Plots dringt het ook tot me door dat de grote boeman voor de wedstrijd – de wind – mij niet of nauwelijks heeft gehinderd. Subjectief gevoel of objectief gegeven? Ik moet het antwoord schuldig blijven.
Tijd voor een verfrissing. Ik grijp naar een Red Bull én een flesje water. Het is het een of het ander, word ik op de vingers getikt door een strenge mevrouw. Ik kies dan maar voor de rode stier. Michel Jeukens trekt een sip gezicht. Hij is een veertigtal seconden voor me geëindigd en niet echt tevreden over zijn prestatie en het parcours. Hellingen liggen me niet zo en in de modder kan je niet versnellen, jammert hij. Ook van andere lopers vang ik dezelfde echo’s op. Het is duidelijk dat dit soort trailomlopen niet in de smaak vallen van de gemiddelde CJPL-deelnemer. Wie van het zwaardere veldwerk houdt vindt ruim zijn gading in de Condrusien. Waarom dan in de Challenge van de provincie die een traditie heeft van goed beloopbare – zij het golvende – wegen uitwijken naar veld en bos?
In de kantine wordt de balans opgemaakt van 10 km zwaar labeur. Jean-Pierre Immerix pakt een mooie vijfde plaats in de voor hem nieuwe v3-klasse ondanks een parcours dat een beproeving moet geweest zijn voor zijn getormenteerde knie. Servais Halders – opnieuw zonder tegenstand winnaar bij de 60-plussers – heeft diep in zijn krachtenarsenaal geput en zit te rillen aan de tafel. Hij prijkt samen met Stijn Vanderbeuken in de top 30 van het peloton. Jo Vrancken en Paul Esters deden wat van hen verwacht werd, prijzen pakken. Alleen Benny Claes zit er wat beteuterd bij. Ligamenten geraakt, hopelijk blijft het bij een korte herstelperiode. Intussen houdt een spierverrekking Willy Hertogen enkele weken uit competitie.

(Eigen archieffoto: Benny Claes in betere tijden.)