Hannuit (Challenge Cours la Province!)

zon 25/01/2015 10u45 * Hannuit (Challenge Cours la Province!) * 10,9 km * 00:50:31 * 12,9 * 44/150 * 1/7 * ♥♥♥♥

“Gaan of thuis blijven” dat is de vraag die de “Luikse” joggers zich zondagochtend stellen. Na de sneeuwval van gisteren en de nachtelijke vrieskou zou het weleens flink glad kunnen worden op de wegen en paden rond Hannuit. Want in dit (Waals-)Haspengouws stadje wordt de derde manche van de Challenge Cours la Province! georganiseerd. Dat is geen toeval want vanaf dit jaar is deze loop opgenomen in een van de klassiekers van het Belgische veldlopen die vandaag op het programma staat. 150 fanaten hebben de vraag van de dag bevestigend beantwoord en staan klaar onder de grote Lotto-boog van de Cross Cup voor twee ronden van vijf kilometer. Ik ben een van hen, ondanks de bedenkingen van het thuisfront.

Hannuit 1


Tijdens de opwarming zoek ik een veldweg op om de staat van de ondergrond te testen. Hier valt alleszins niet te lopen en ik bereid me voor op een oefendrafje. Toch maar afwachten hoe het parcours er zal uitzien. We doen eerst het rondje op het Cross Cup-parcours tussen de reclamedoeken en de televisiecamera’s … die nog niet draaien. Geen Bakkertje of Domenico in beeld dus, u zal het relaas van de jogging moeten lezen in de diverse blogs die het web teisteren. Hoe dan ook, om kwart voor elf in de ochtend is de piste nog bevroren en een snelle start is niet aan de orde. Na 130 meter staan we helemaal stil voor een spekgladde afdaling. Na 750 meter verlaten we het Cross Cup-domein en worden we de weg opgestuurd. Die blijkt perfect beloopbaar en na de ultra-trage start (eerste kilometer in 5’21”) haast ik me naar voren. Ik passeer onder meer Michel Bielen die al enkele weken in trainingsmodus lijkt te zijn en wellicht zijn krachten spaart voor een andere challenge. Voor mij ontwaar ik de gele shirts van twee Speelhofrunners (aan de stijl te oordelen Mario Smolders en Marc Lenaerts in die volgorde). Die hebben na 1400 meter al een voorsprong van meer dan 100 meter. We draaien nu links een Ravel op. (Dat is de Franstalige benaming voor een recreatief fietspad.) Gestrooid of geruimd is hier niet en de vertrappelde sneeuw van gisteren is nu ijzel geworden. Nu zal blijken of ik hier mijn wedstrijdtempo kan halen of mij noodgedwongen moet beperken tot dribbelen. Maar na een tiental meter voel ik me zeker genoeg om het tempo op te trekken en een snellere weg te zoeken tussen de voorgangers. Net ik ter hoogte van Stefan Meekers ben geraakt, komt er een loper in rood shirt in de tegenovergestelde aanlopen. “Dag Willy” hoor ik. Zelf heb ik de ogen op het wegdek gericht maar Stefan heeft Raphael Van Den Broeck herkend. Die keert op zijn stappen terug. Vanuit mijn oogpunt meteen het feit van de wedstrijd. (Na de wedstrijd vertelt Raphael me in de “juiste” kleedkamer – zie verder – dat hij geen risico’s wilde nemen en er dan maar een intervaltraining van maakte op de beloopbare gedeeltes en op de moeilijke stukken terugliep naar zijn maatje Guido Philippaerts.) Het “forfait” van Raphael scheelt voor mij een flinke slok op de borrel. Vorige zondag kreeg ik nog vijf minuten aan de broek in Herstal. Een andere veteranen 3-topper Roger Igo is hier ook maar die schijnt voorlopig geen competitieve aspiraties te hebben. In de tweede ronde zie ik hem trouwens bij een van de lussen van de “acht” die we maken met een enorme achterstand voorbij trippelen. Goed, Raphael einde verhaal voor vandaag. Bakkertje is intussen onder stoom gekomen en is de pijp uit. Ik ben nu op weg naar Mario Smolders. Dat is alvast de bedoeling want de Kerkomnaar wordt elke week een paar procentjes beter. Na 800 meter zijn we (voorlopig) van het ijs verlost en komen we weer op de rijweg. Het parcours bestaat hier in het open veld uit lange rechte stukken en haakse bochten. Even voor de derde kilometer draaien we rechts een ruilverkavelingsweg van een goede kilometer in. Een “Haspengouwse” helling van enkele procenten met een uitloper in vals plat, ideaal om mijn weerstandsvermogen uit te spelen. Met een gemiddelde van 13,3 voel ik de derde kilometer aan als mijn beste fase. In de vierde kilometer kom ik tot bij Mario. Fotograaf Louis Maréchal had blijkbaar een voorgevoel want hij heeft zich precies hier geposteerd om ons samen te vereeuwigen. Tijd om uit te blazen heb ik niet want ik wil het spoor van Philippe Bertholet die net voor ons loopt niet kwijt raken. Het lijkt wel of hij me heeft zien naderen en het tempo opdrijft. We zullen elkaar in de volgende twee kilometer van geen vin lossen. Als ik achter hem loop kijkt Philippe voortdurend schichtig achterom om te zien of ik nog volg. Om hem van zijn paranoia te verlossen ga ik dan maar langs hem lopen. Een prater is hij niet, Philippe, en ik heb nog nooit een babbeltje met hem kunnen slaan. Herkent hij me van de vorige wedstrijden, heeft hij op de een of andere manier weet van zijn veelvuldig optreden in dit blog? Na 4,5 kilometer komen we weer op de Ravel terecht en is het weer 500 meter balanceren op het ijs. De laatste hectometers van de ronde lopen door woonwijken. Ik herken rechts de overdekte markthal waar de Grand Prix Léon Jacob, een loop tijdens het jaareinde, zijn beslag krijgt.

Hannuit 2


Einde van de eerste ronde. Ik slaak een zucht van opluchting – figuurlijk – als we onmiddellijk de Rue de l’Europe worden afgestuurd en dus de ijsbaan – ook figuurlijk – rond het atletiekstadion mogen overslaan. Na 6,3 kilometer zijn we weer aan de Ravel – waar het ijs Raphael Van Den Broeck tot een vroegtijdige terugtocht dwong. Deze tweede passage is er teveel aan voor mijn gezel van de voorbije twee kilometer. Philippe moet al snel een gat laten vallen en zal de achterstand ook op de weg niet meer kunnen goedmaken. Ik vind hier opnieuw een locomotief die een perfect tempo aanhoudt in de eerste honderden meters van de ijsstrook. Zelf zoek ik bij voorkeur de rand van de weg op waar nog sneeuw ligt en ik een betere greep op de ondergrond heb. Ik zal voorzichtig zijn, heb ik thuis beloofd … De “groene” locomotief verliest echter snelheid en ik ga voorbij op de weg. Ik passeer een duo. Ik herken Richard Driesen die in het vorige verslag via een foto met Francis Loyens incognito in het verhaal is geslopen. Nu staat hij dus ook officieel in het wedstrijdverhaal. In de negende kilometer probeert de wind nog even zonder succes mijn gemiddelde rond de 13 per uur te dwarsbomen. Mario is intussen bezig aan een sterke tweede ronde en heeft op zijn beurt Philippe en Richard ingehaald. Hij eindigt twee plaatsen achter me. In de slotfase ga ik nog op zoek naar Tony Deneuker maar zijn imposante poolmuts en hijzelf zijn niet meer te bekennen in de wijde omgeving. In de achtergrond doemt er niet onmiddellijk gevaar op en ik kan me veroorloven in de laatste 1500 meter een tandje terug te schakelen. Aan de streep krijgen we een flesje AA-drink, een appel en … na een heel lange tijd nog eens een medaille. Dat is al geleden van mijn marathontijd. Bij de cooling down – ik bedoel eigenlijk het uithijgen na de loop – maak ik nog kennis met een “new kid in town”, de jonge Pieter Dullers uit Herk. Hij eindigde op plaats 22.

Hannuit 3


En dan … En dan loopt alles mis. Eerst kom ik in de kleedruimte voor dames terecht waar ik samen met een andere Limburger die anoniem wenst te blijven door een kwade dame word uitgekieperd. Voor jullie je wildste fantasieën de vrije loop laten vermeld ik dat de kleedkamer op dat ogenblik nog niet bezet is door (eventueel schaars geklede) dames. Daarna ga ik vergeefs op zoek naar de plaats van de prijsuitreiking voor de jogging. Veel volk, in de tent en het cafetaria, maar geen challenge-bekenden. Nu alle Limburgers al terug zijn naar de heimat blijft er mij geen andere keuze over dan hun voorbeeld te volgen. Ik verlaat het stadion van Hannut Athlétisme waar later op de middag de toppers aan het werk zijn. Sneeuw en ijs zijn dan al lang veranderd in modder.

(Foto’s Louis Maréchal. Foto 1: Winterse omstandigheden zondagochtend. Philippe Bertholet in het blauw met nummer 624. Foto 2: Hallo! Foto 3, eigen foto: Medaille.)