Don Bosco Jogging Luik (Challenge de la Province de Liège)

zon 28/09/2014 11u15 * Don Bosco Jogging Luik (Challenge de la Province de Liège) * 10,5 km * 00:49:10 * 12,8 * 42/256 * 1/12 * ♥♥♥♥

De GPS leidt me feilloos naar de Laveu-wijk in Luik. Dat is vanuit oostelijk perspectief achter het Guillemins-station en de autoweg van de Ardennen naar Antwerpen. Ik ben ruim op tijd vertrokken om niet om in het stadslabyrint verstrikt te geraken maar dank zij een duidelijke bepijling geraak ik vlot aan de parking. Het epicentrum van de loop bevindt zich in een groot scholencomplex waar het Institut Don Bosco en het Institut Saint-Jean Berchmans et Sainte-Marie gevestigd zijn. Het evenement baadt in een sfeer van heiligheid en vandaag ook in een aangenaam septemberzonnetje. “Dit is echt een wedstrijd voor jou, met klimmen en dalen” voorspelt Claude Herzet. Alain Waerts taxeert de loop vooral als moeilijk. Een verband rond zijn kuit wijst op een blessure. En twee wedstrijden in één weekend – gisteren heeft hij nog de 19 km in Fraiture gelopen – zal het herstel niet echt bevorderen. Servais Halders, verneem ik net, moet verstek laten gaan met een pijnlijke hamstring, Richard Mathot is er ook niet. Kortom, ik heb hier uitzicht op een podiumplaats. Ik heb ruimschoots de tijd om de vertrek- en aankomstzone te verkennen en heb voorwaar de indruk dat ook mijn benen deze keer wel zin hebben in een fikse inspanning.
Het eerste (en laatste) deel van de wedstrijd is uitgetekend in stadswijken, voornamelijk over asfalt, met hier en daar passages over kasseien.

Don Bosco 1

Na enkele honderden meters is het peloton – mede door het dalend parcours – al wat uitgerekt en ontstaat er ruimte om naar voren op te schuiven. Ik ga onder meer twee leden van de lopersfamilie Daman voorbij. Gilles en Lucie zijn gemakkelijk te herkennen, ze lopen in “lentegroen” shirt met hun naam erop. Na een kleine 2 kilometer begint de eerste, lange klim. Met percentages tussen de 7 en 10% best pittig maar het klimmen gaat me vandaag goed af. De gunstige indruk van bij het inlopen wordt kennelijk bevestigd. Ik ben verbaasd als ik al vlug Claude Herzet inloop. Claude vraagt me vriendelijk hoe het gaat. Hij geeft niet echt de indruk gemotiveerd te zijn om hier een topprestatie neer te zetten. Het is warm en het zweet gutst van mijn voorhoofd. Even verder wordt mijn verbazing nog groter als ik Alain Waerts voor me zie. Dat is het voor het eerst dat ik hem in een wedstrijd in mijn buurt ontwaar. Na twee haarspeldbochten kom ik langszij in het laatste rechte stuk van de klim. “Ben ik niet te vlug vertrokken?” vraag ik me hardop af. “Kijk niet naar mij, ik let op mijn blessure” antwoordt Alain. Na twee kilometer klimmen bereiken we de top. Voor het eerst dit jaar vind ik het jammer dat we boven zijn. Het ging nu net zo prettig. Kijk wie we daar hebben! Pauline Frère, het meisje in fuchsia-shirt dat in de Redoutable halsbrekende toeren uithaalde in de afdalingen. Maar hier vindt Pauline geen parcours naar haar gading en eenmaal ingehaald duikt ze niet meer opnieuw op. We gaan nu de afdaling in. Alain Waerts volgt intussen op korte afstand. Ik herken de heuvel die we in Cointe (dat is hier op een boogscheut) in omgekeerde richting nemen. Nu heb ik wat meer tijd om aan sightseeing te doen, bijvoorbeeld van het industriële landschap dat zich hier rechts in de Maasvallei uitstrekt. Aan kilometer 5 gaat de weg opnieuw omhoog. Alain moet weer wat afstand laten. Ik haal nu Michel Jeukens in. Hij heeft me zien en horen naderen, herkent me blijkbaar en nestelt zich in mijn spoor. Maar op het vals plat moet hij al snel afhaken. We zijn nu in het park van Cointe en volgen gedurende een kilometer de laatste lussen van de februari-loop. Tot nu toe heb ik voornamelijk op souplesse gelopen – het zijn zowat de aangenaamste wedstrijdkilometers geweest die ik dit jaar kon afwerken – maar de smalle hobbelige paadjes in het park maken voorlopig althans een einde aan dat zalige gevoel. Ik ben even de richting kwijt maar een jongeman achter me houdt me op het rechte pad. De politie loodst ons over de rijweg naar de andere kant van het park. Een vijftigtal meter voor me zie ik een eenzame loper. Het rode shirt komt me niet echt bekend voor maar de gestalte, de houding en de stretchkousen laten er geen twijfel over bestaan, dat moet Benny Claes zijn. Dat ik dat nog mag meemaken, Benny inhalen! Ok, ik zie wel dat hij niet voluit gaat: bonuspunten verzamelen, de benen een uurtje verwennen en nadien een glaasje/glas drinken met de vrienden, dat staat vanmorgen op het prettige to do-lijstje van de Limburgse expat. Kilometer 7 is vrij vlak, we volgen nu de Boulevard Kleyer, ook al bekend van de eerste loop van het seizoen. Ik loop nu alleen. Ik maak een uitwijkmaneuver om geen natte voeten te krijgen, een Luikenaar heeft net dit uur uitgekozen om het trottoir schoon te spuiten. Alain heeft weer wat meer ruimte moeten laten als we de afdaling inzetten naar de finish. Geconcentreerd blijven op de kasseien en er nogmaals de pees op leggen op het lange rechte stuk van de Rue Henri Maus naar de aankomstzone, is de opdracht. Opdracht volbracht. Na een korte klim kan er weer snelheid gemaakt worden in de schaduw van de zijgevel van het Don Bosco-gebouw. Nog 400 meter. Scherp rechts naar de rue de … Joie (de Vreugdestraat). Hoera, 15% omhoog! Ik trippel achter een duo aan en probeer vooral mijn ademhaling in toom te houden. Alain is te ver weg om me nog te verrassen. Een groep uitgelaten schoolkinderen in het geel schreeuwen ons naar boven. De laatste 80 meter blijken nog de moeilijkste. Een van de twee jongens voor me moet zijn maatje laten gaan. Ik schuif nog een plaatsje op naar positie 42, dat is binnen het eerste zesde van het veld. De eerste plaats bij de veteranen 3 is de kers op de taart.
In de top van het klassement moet Jo Vrancken die zich met een verkoudheid niet helemaal in zijn sas voelde de eerste plaats laten aan een andere Limburger, triatleet Peter Withofs. Stijn Vanderbeuken is ook diep gegaan maar ja, plaats 27 op 256 moet je verdienen.
Na de douche is het gezellig toeven op de binnenplaats bij een bruine “Warsage” en met de muziek van een plaatselijke band. De heren Vrancken en Claes hebben wel opmerkingen over het gezongen Engels met Frans accent maar onderwijsmensen zijn nu eenmaal kritisch. Til er dus maar niet te zwaar aan, beste frontman. De prijsuitreiking mist wel wat cachet maar we verlaten Luik toch in de beste stemming en met voor Jo en mij respectievelijk een fondue-set en een Chouffe-fourpack.
(Foto: Logo van het Don Bosco-instituut. “Ik loop, dus ik besta.” Vrije vertaling.)