Vechmaal (HSLC)

zat 23/03/2024 15u * Vechmaal Lenterun * 10,1 km * 00:57:16 * 10,5 * 99/117 * (65+) 8/10 * ♥♥

Vorig jaar heb ik de loop verkend (maar door omstandigheden niet meegedaan), dit jaar sta ik wel aan de start van de Lenterun in Vechmaal. Het dorp ligt in een valleitje, rechts van de de weg Tongeren – Oreye. Uit nieuwsgierigheid zoek ik bij de voorbereiding op de kaart even de naam van het beekje dat voor het reliëf zorgt. Dat is de Herkebeek. Bij het inlopen zie ik het bordje overigens staan. Dat moet een van de beekjes zijn die verder de Herk vormen, een bijrivier van de Gete. Dat laatste wisten jullie misschien al, ik in elk geval niet. Mijn verkenning een jaar geleden zal me niet echt veel voordeel opleveren. Het parcours is gedeeltelijk gewijzigd, de tweede zuidelijke lus is nieuw voor mij. De organisatoren hebben de meeste onverharde stroken van vorig jaar uit de 5 en 10km-parcoursen gehaald. Oef! Het off-roadgedeelte is voorbehouden aan de trail van 15 km. Die is al achter de rug als we in het dorp aankopen. Maar goed ook, want het is zoeken naar een parkeerplaatsje voor de namiddaglopen. De 5km-lopers die anderhalf uur voor ons starten, hebben de beste plekjes al ingenomen. De politie is er ook, zie ik bij aankomst. De loop heeft dus in elk geval de uitdrukkelijke steun van de gemeente. De burgemeester en de schepen van sport delen ook de medailles uit aan de podiumlaureaten. Of het initiatief van deze nieuwe loop – pas toe aan zijn tweede editie – van de sportdienst zelf uitgaat, moet ik bij gelegenheid nog eens navragen. In elk geval zijn ze in Heers, waarvan Vechmaal deel uitmaakt, opgetogen over het aantal starters. Fijn dat de inspanningen van de vrijwilligers beloond worden met een goede opkomst. Toch valt het mij op dat heel wat leden van loop- en atletiekclubs van de omgeving uitblinken door afwezigheid. De clubs zouden elkaar wel wat meer mogen steunen. Aan de organisatie en de omgeving zal het alleszins niet liggen. Het gevolg van de kieskeurigheid van de lokale of regionale lopers is wel dat het niveau van het deelnemersveld vrij hoog ligt. Waardoor minder getrainde en/of beginnende lopers afgeschrikt worden om überhaupt de start te nemen. Het weer is kort na de middag ongezellig fris en winderig. De temperatuur blijkt voor ons lopers ideaal te zijn, met de wind zullen we wel moeten afrekenen. De regen ligt (hangt) wel op de loer maar zal ons sparen tijdens de loop.

Voor de wedstrijd gaat Marie-Paule op zoek naar de mooie hoekjes

Mark Geyskens die zijn wederoptreden doet na een afwezigheid van zes maanden start, uit voorzorg, vlak achter mij maar is na de eerste bocht al niet meer te bespeuren. Kris Govaerts, ook al blessuregevoelig de laatste weken, zal even later voorbijstomen. Na 800 meter tussen de weiden met enkele schaarse huizen, lopen we het dorp uit. Het is intussen al licht aan het stijgen en de eerste knik op het beton van de Heksstraat doet al pijn aan de kuiten en drijft de ademhaling al in de hogere toeren. Maja en Greta van de immer aanwezige Alkense Atletiekclub kan ik al niet meer volgen. Maja zal zich later afvragen waar ik gebleven ben… Jos Polders, ook van AC Alken, volgt me voorlopig nog maar zal bij de volgende dalende hectometers ook afstand nemen. Na 1,5 km draaien we rechts het kasteelpark van Heks in. We krijgen meteen een nieuw klimmetje voorgeschoteld terwijl ik nog steeds op zoek ben naar mijn eerste adem. Die vind ik op een mooie dreef tussen de bomen. We maken een brede bocht tussen de grasperken en de statige bomen. Daarnet, bij het binnendraaien in het park, heb ik me de bedenking gemaakt dat deze doortocht eigenlijk te vroeg komt op het parcours. Dit is ongetwijfeld het mooiste deel van de ronde, het zou het hoogtepunt kunnen zijn van de mooie lus door het Haspengouwse landschap. Er zijn waarschijnlijk praktische redenen om de passage door het kasteeldomein in het begin van de loop te plannen. Zo niet, is het een suggestie voor de volgende jaren. Even voor km 3 worden we een smal pad ingestuurd. Rechts staan op een afstand van elkaar twee bordjes, ongetwijfeld met een waarschuwing om op te letten voor de gladde afdaling. Ik ben zo geconcentreerd op het pad voor me en onder me dat ik mijn ogen niet durf afwenden en de boodschap dus niet kan lezen. Ik kom zo goed als tot stilstand in de laatste meters van het pad en op een mogelijk glibberig stenen trapje.

We zijn nu in Heks dorp en worden rechtdoor een woonstraat ingestuurd, de Henestraat met links en rechts moderne villa’s. Ik heb intussen mijn plaatsje in de stoet lopers gevonden. Wie mij voorbij wilde heeft dat gedaan in de eerste kilometers. Ik loop nu in het gezelschap van een fors gebouwde jonge man. Wel gaat er me nog een lange ranke dame voorbij, getooid met een mutsje. Dat zie je niet vaak. Zij is daarmee samen met uw verslaggever de enige deelnemer/deelneemster met dit soort hoofddeksel. Zij heet Paula, hoor ik later van omroeper Rik Donders. Onthou haar naam. De weg draait naar rechts. Daar ligt café “In den Drej”. Cafénamen moeten ook praktisch nut hebben, denken ze in Heks. Vroeger was dit café Rita. Nog even door de Molenstraat voor we op het onverhard komen. We hebben nu bijna 4km achter de rug. De brede grasstrook wordt wat verder een smal aarden pad. Ik herken de passage van mijn verkenning in 2023. Drie jonge mannen die ik al een tijdje heb horen babbelen achter me, gaan me voorbij. Ik heb mijn tempo van daarnet even moeten laten zakken, door de hobbelige ondergrond en omdat het hier vals plat omhoog gaat. Vier haakse bochten verder komen we weer even op een rijweg op beton uit maar dat is slechts een tussenschakel met nog meer onverhard. Ik kan het tempo onder de 6’/km houden. Dat is niet onverdienstelijk op veelal oplopende betonwegen, soms in de wind. We kunnen nog even wat vaart maken op een afdaling voor we een nieuwe lange oplopende betonstrook te verwerken krijgen. In het open veld zie je je concullega’s ver voor je, evenals de schaarse opvallende landschapselementen, zoals de tumulus links boven op een plateau. Daar valt veel over te vertellen: vermoedelijk van 2de eeuw n.C. , geplunderd tijdens de 19de eeuw… maar laat ik het maar bij de wedstrijd houden. Ik kan mijn tempo vasthouden terwijl de grote jongeman in het zwart stilaan in ademnood komt. In de nu volgende afdaling moet hij achterblijven. Wat is het hier leuk lopen op deze mooie holle weg! Weliswaar op beton, maar dat is nauwelijks te vermijden in deze ruilverkavelingscontreien.

Dit deel van het parcours is me onbekend. Op de Garmintrack stel ik vast dat we eigenlijk een soort acht vormen. Een acht zonder knooppunt in het midden. Daar zijn we intussen, ik alleen nu, achter me de grote man in het zwart, niet ver voor me de drie jongemannen met Paula en nog twee jongedames met fladderende roze kledingstukken. Er kondigt zich een nieuwe klim aan. Dat blijkt de langste en de moeilijkste van de middag te zijn. 1,6 km lang met een klein dalend knikje, bijna boven. Het hellingspercentage schurkt hier en daar tegen de 5% aan. Het wegdek is nog altijd van beton maar het frisse groen van de bomen langs de holle weg maken veel goed. Voor het overige is het vooral zaak karakter te tonen, ik heb geen idee hoe lang dat hier gaat duren. De kilometertijd van 6′ vind ik dan ook mijn sterkste prestatie van de middag. Ik dacht daarstraks een glimp opgevangen te hebben van een van de Alkense loopsters maar die zie ik nu niet meer in de verte. Het silhouet van Jos Polders wordt wel groter. Hij heeft duidelijk moeite met de groene bult. Bijna op het hoogste punt loopt het beton nog even over in een veldweg. Hier en daar schuif ik weg op de gladde leemplekken. Ik heb de twee “roze” juffrouwen intussen bijgebeend. Jos is niet ver meer.

Bocht naar links. Ik ben met een gestaag tempo tot op een tiental meter van Jos gekomen. Nog even omhoog maar de lange afdaling naar de finish lonkt. Nu ik zo dicht bij mijn categoriegenoot genaderd ben, wil ik hem ook wel echt inhalen. Maar de man in het rode Vandebos-shirt (de sponsor van Alken AC) drijft het tempo nu zelf op. Ik heb een flinke versnelling nodig om langszij te komen. Dezelfde inspanning brengt me ook voorbij Paula Cabuy (remember het begin van het verslag) en Rudy Calders. Dat is de man die de blikken naar zich toetrok bij de start. Hij stond daar immers in bloot bovenlijf. Dat heeft volgens hem enkele voordelen, lees ik in een Nieuwsbladartikel, sneller maakt het hem wel niet. Ik duik voor het eerst sinds lang weer eens onder de 5 minuten. Aan de razende afdaling van één km komt een einde aan de linkerbocht (km 8,5) waar de wind in volle hevigheid blaast. Maar ik kan stevig blijven doorgaan. De stappen die ik achter me hoor, zijn van Paula. Jos schijnt contact te verliezen achter haar. De laatste anderhalve kilometer kan ik ontspannen afleggen. Voorbij de monumentale hoeve De Bellefroid. De aanmoedigingen van Christophe Stevens en Linda Smets zijn mooi meegenomen. Ik gun Paula haar versnelling in de laatste twee bochten naar de aankomst. Ik eindig net binnen de eerste honderd. Veel stelt het niet voor maar ik heb geleerd tevreden te zijn met de kleine dingen…

Uitwisselen van de eerste indrukken met Jos Polders. Op de achtergrond herstellen andere bekenden van de geleverde inspanningen. (Foto’s Marie-Paule)

De douches van FC De Zwaluw vallen van het ene uiterste in het andere: kokend heet of ijskoud. Ik krijg de polaire waterstraal over me heen. Dan maar opwarmen in de kantine. En zo hebben we weer een smoes om tot de laatsten te blijven hangen…