Hoeselt Run
zon 26/06/2022 10.30u * Hoeselt Run 10 miles (Victors Cup) * 16,5 km * 01:24:31 * 11,7 * 200/312 * ♥♥♥♥
Ik moet me haasten om ooit de Hoeselt Run te lopen. Mijn vervaldatum nadert. En in mijn “jeugd” bestond de wedstrijd nog niet. Dit jaar is de loop met rood aangestipt in mijn agenda. En de omstandigheden zitten mee: mijn covid-besmetting is verleden tijd, ik heb de geplande trainingen (inbegrepen twee verkenningen) kunnen afwerken en… het is op deze zondagvoormiddag fantastisch loopweer.
Hoewel nog maar aan de zesde editie toe, is de Hoeselt Run in enkele jaren uitgegroeid tot de tweede stratenloop in Limburg. Het ziet er ook erg professioneel uit in de omgeving van het GC Ter Kommen, onder meer door de dranghekken, in de aankomstzone volledig gedrapeerd met reclamedoeken. De aanmeldingsprocedure loopt geolied, de communicatie vooraf is helder en volledig.
De keuze voor Hoeselt ligt dus vast in de planning. Nu nog kiezen voor de 10 km of de 10 miles. Ik opteer, na overleg met mezelf, voor de langste afstand. Die wordt al niet vaak aangeboden in het bonte palet van wedstrijden en is voor mij een welkome afwisseling voor de traditionele 10 km- lopen of varianten van 9,8km, 10,2km en andere. Want het blijkt voor de organisatoren bijzonder moeilijk om op de precieze afstand uit te komen. Dat is ook vandaag het geval voor de mythische 10 miles. 16,5km in plaats van 16,1. De Dorpsstraat is nochtans breed genoeg voor een startend peloton. Hoe dan ook, na de verkenningen, gaat mijn voorkeur toch uit naar het 10 km-parcours: compacter en “nerveuzer” zonder de lus naar Romershoven. Maar ik blijf bij mijn oorspronkelijk plan.
Ik neem zoals gebruikelijk ruim de tijd om in te lopen en ontdek op mijn omzwervingen een hagelnieuwe 4-baanspiste naast het cultureel centrum. De baan volgt het natuurlijke reliëf en heeft een lichte helling , ongewoon maar waarom niet? De kooi voor de discuswerpers en hamerslingeraars moet hier plaats maken voor een speeltuintje. Hoeselt houdt van zijn kinderen… Ik wil absoluut de eerste vervelend oplopende hectometers in de Dorpsstraat in de benen hebben en voeg er zelfs een “bis” aan toe. Ook al heb ik de indruk dat het niet veel helpt. Afwachten tot ik het dadelijk “in het echt” loop.
We staan met meer dan 300 klaar. In de laatste halve minuut worden we voor alle zekerheid nog eens wakker geschud met opzwepende muziek. Voor mij een overbodig intermezzo, voor de jongeren – dat zijn alle anderen… – misschien een krachtig pepmiddel. Ik laveer van links naar rechts op zoek naar gaatjes in het peloton tussen trager startende collega’s. Ik zet mijn opmars verder in de rechte Dorpsstraat en kom zonder te veel energieverlies en bijhorend gehijg boven aan de kapel. Het blijft lichtjes omhoog gaan in de Hooilingenstraat. Er komen nu ook heel wat lopers uit de achtergrond opzetten. Die zijn voorzichtiger van start gegaan. Een van hen is Peter Fastré, een bekende uit een vorig leven. Als mijn Garmin voor het eerste trilt stel ik tot mijn verbazing vast dat ik maar 5’07” heb nodig gehad voor de eerste kilometer. Te snel? Mijn ervaring van de laatste jaren heeft me wel geleerd dat ik beter probeer meteen in een goed ritme te komen. De tweede kilometer gaat nagenoeg in dezelfde tijd. Toch maar wat voorzichtigheid en recuperatie inbouwen. Dat doe ik in kilometer 3. We zijn dan al voorbij het betonnen monument “Het hoofd” gelopen, de poort naar het veld. Die naam heb ik zelf uitgevonden. Ik vermoed dat negentig procent van de lopers die hier niet bekend zijn, de sculptuur niet hebben opgemerkt. Dus vermeld ik het maar even. Veel effect zal deze vermelding overigens niet opleveren, gezien de confidentiële verspreiding van dit blog. Net op het moment dat ik me zorgen begin te maken over mijn maat van de Mergellopers Daniel Nassen, duikt hij langs me op. We lopen voorbij het kapelletje van Christus op de koude steen (die ik helaas geen warme deken kan aanbieden, druk doende als ik ben om Daniel bij te houden) en na weer een klimmetje duiken we richting Sint-Huibrechts-Hern. Dan naar rechts, de onverharde Zevenbunder in. Het blijft hier licht naar beneden gaan. Dat helpt ons aan een kilometertijd rond de 5′. Dat is stukken sneller dan de 5’35” die ik voor ogen had, weliswaar met de klimmen meegerekend. Het is ook een hele opluchting dat we vandaag helder weer hebben en dat ik me geen zorgen hoef te maken over putten en stenen zoals bij mijn verkenning toen ik op de enige offroad-strook allerlei obstakels onder mijn voeten vermoedde. Terwijl we zij aan zij de Zevenbunder uitlopen onder het oog van supporter Norbert Collas, breng ik mijn maat op de hoogte van de aankomende klim op de Hardelingenstraat. We laten Jaan (inboorlingen weten wat ik bedoel) links liggen en beginnen 200 meter verder aan de helling die ons terug op het parcours van 1,7km geleden zal brengen. Op de steilste stukken van 7% zakt mijn snelheid tot onder de 10km/uur maar ik herpak me snel op de mildere stroken. Maar wat is het hier mooi zeg! Een kasteel, hagen, weiden, dit lijkt wel het aards paradijs. Als jullie het zouden geloven, zou ik zeggen dat ik niet sneller heb gelopen om nog meer te genieten. We zijn haast boven. De supporters hebben zich verzameld in de buurt van Christus, nog steeds op zijn koude steen. Dit is het einde van de tuin van Eden. We lopen even terug op het parcours van daarstraks. Daniel heeft enkele meter voorsprong genomen en wacht op me. Hoeft hij niet te doen en zou hij beter niet doen: een wedstrijd is geen liefdadigheidsactie… We lopen al een tijdje in het gezelschap van twee dames. Ik neem een slok bij de bevoorrading (al de tweede van de loop). De dame in het oranje van de Hoeseltse Runningclub verkiest haar eigen drankje. “Elektrolyten” verklapt ze als ik naar de inhoud van haar drinkbusje informeer. Enkele kilometers verder verrast ze met de mededeling dat ze pas tijdens de coronaperiode begonnen is met lopen en nu al een marathon voorbereidt (of misschien al heeft afgewerkt?) Vandaar die kleine pasjes? De golvende kilometer 7 en 8 leveren tijden onder de 5′ op. Het gaat lekker vooruit. De tweede dame blijkt zoals Daniel afkomstig te zijn van Riemst (centrum). Ik ontmoet haar voor de eerste keer. Ze loopt nochtans al dertig jaar. Dan heeft ze zich in al die jaren mooi verscholen gehouden. Ik mag niet te veel treuzelen of de dames laten me achter. Ik antwoord echter gemakkelijk op hun tempoversnellingen – als ze die al bewust plaatsen. We lopen hier intussen op echt fraaie paden. Het gerst heeft wel wat van zijn gouden glans verloren tegenover de vorige weken. Maar laten we vooral niet klagen nu het kwik op de ideale looptemperatuur blijft hangen. Kilometer 8 luidt het begin in van een 700 meter lange helling naar de rotonde. We blijven met zijn vieren een mooi tempo aanhouden. Boven mis ik de fanfare (of harmonie) van de editie van 2019 (toen ik als filmer langs de weg stond). Geen nood, het applaus van de fans in de draai voor de rotonde doet ook deugd.
We beginnen aan de 10 miles-lus. Het deel van het parcours tot nu toe en het deel straks als we terug aan de rotonde zijn is identiek aan de 10 km. Ik heb enkele meters verloren op mijn kompanen maar kom zonder probleem terug in hun spoor. Meer nog, ik drijf spontaan het ritme op in de dalende hectometers bij het verlaten van de bebouwing en op de lange rechte weg die ons straks na enkele bochten in de nederzetting “Romershoven” brengt. Als ik de laatste jaren een goede dag heb gehad moet het deze zijn. Ik schuif langzaam weg van mijn drie gezellen. Uit een muziekbox schalt een smartlap die nu echt niet de juiste vibes oproept voor een hardloper. Niet ver voor me loopt een dame in het rood. Of het ik wil of niet, ik nader langzaam en voor de bocht van de Paneelstraat naar de Hanterstraat ga ik haar voorbij. Ben ik mezelf niet aan het voorbijhollen? Na de bocht aan km 11,5 volgt een vervelend stuk vals plat. Dat weten de parcoursbouwers blijkbaar ook want ze hebben de weg versierd met kleurrijke “Hoeselt Run”-sjablonen. Om ons op te peppen. Het begint stilaan meer pijn te doen maar ik lever slechts enkele seconden in. Na mijn verkenning van veertien dagen geleden ben ik erop voorbereid maar ik blijf me ergeren over de erbarmelijks staat van de betonweg. Gelukkig zijn we na 500 meter verlost van de grove bovenlaag van de Romershovenstraat. Die van Romershoven moeten mij de kritiek niet kwalijk nemen, in Heukelom is het op sommige plaatsen niet beter… Ik heb intussen de indruk dat ik een stuk ben uitgelopen op mijn maatjes van daarstraks. En wat voert Daniel Nassen in het schild? We draaien de Overbosstraat in. De eerste 600 meter lopen door groene weiden. Helaas ook weer op hard beton, weliswaar op twee stroken maar dat maakt het niet minder pijnlijk voor mijn rechterhiel. Die laat zich na 12 km nadrukkelijker voelen. Voorlopig is het niet meer dan een zeurende pijn die nog wel te verdragen is. De dame in het rood, Phebe Jans, die ik wat overmoedig was voorbijgegaan op de eindeloze Hombroekstraat op weg naar Romershoven, heeft me weer ingehaald en laat me met een droge versnelling achter. En er is nog meer beweging achter mijn rug. Een turkooisgroen duo nadert. An Croughs en David Wiertz van de Tongerse Marathon Club (ook in het echt een koppel) heeft ruim de tijd genomen om me in te halen. Ik blijf nog lang op enkele tientallen meters hangen. Voor mij ook een geruststelling dat ik niet aan het instuiken ben. Ik moet nochtans mijn karakter aanspreken op het oplopend asfaltgedeelte van de Overbosstraat. Kilometer 14 wordt meteen de traagste. Ik groet het koppel dat voor hun huis, een eind van de weg af, de ontwikkelingen gadeslaat. Als dank voor de uitbundige groet van de man tijdens mijn eenzame verkenning. Applaus op alle banken. Het begint nu lichtjes te regenen (geen probleem) maar het blijft klimmen (kan wel een probleem worden). Als ik de bocht neem naar de Hombroekstraat richting de rotonde probeer ik mijn voorsprong op mijn gezellen van daarstraks in te schatten. Dat is een flinke kloof hoewel ik me sowieso aan mijn eigen tempo ga houden. Het applaus van een voltallige familie voor een huis rechts geeft me weer wat mentale brandstof. De toeschouwers aan de linkerkant van de weg zien me zwijgend passeren. Dat valt lichtjes tegen. Gelukkig kan ik het tijdverlies op die vijftiende kilometer binnen de perken houden. Aan de rotonde op een heuveltje. Hier wacht een bonte verzameling supporters, verkeersregelaars en een politieagente op de fiets. Hoeselt Run heeft de verkeersafwikkeling prima geregeld. Een kleine afdaling en dan begint het alweer te stijgen naar de linkerbocht waar de enige echte kuitenbijter van het parcours wacht. 300 meter op de Zandkuilstraat met een piek tot 7%. Merkwaardig genoeg staan hier geen supporters. Ik hijs me naar boven en probeer op het vlakkere gedeelte het tempo weer op te krikken. Mijn hiel houdt vrij goed stand. Dadelijk kan ik genieten in de afdaling. Victors Cup hoffotograaf Marc Roosen schiet nog een laatste plaatje. Ik heb hem op verschillende plaatsen op het parcours zien opduiken. Ik mag wel vervaarlijk scheef hangen op die laatste opname maar ik heb nog wat over voor de duik naar Ter Kommen. De foto wordt overigens niet gepubliceerd wegens niet-esthetisch. Nog enkele hectometers door mijn favoriete strook tussen de boomgaarden en de hagen en een felle bocht naar links. Voorbij het warenhuis dat met een groot bord dit verhaal samenvat “Okay”. Op de Dorpsstraat schakel ik nog eens naar de grote plaat. Dat heeft Daniel Nassen blijkbaar al vroeger gedaan. Hij stuift me voorbij, de ogen diep in de kas, terwijl zijn schoenen hard klappen op de rode klinkers . Wat heeft die voor een versnelling uit zijn sloffen getoverd… We eindigen vlak na elkaar. Niki Schepers van Tongeren, ex Riemst, eindigt enkele plaatsen en seconden achter me. Ze haalt er de derde podiumplaats mee in haar leeftijdsklasse. Kristel Lambrechts, de marathonwoman, is ook niet ver uit de buurt. Ik heb nog geen idee van mijn eindtijd. Niet gekeken op mijn Garmin. Het digitale scorebord aan de streep geeft uitsluitsel: 01:24:31. Onverhoopt!
En daarna is er niets dan treurnis. Daniel Nassen is het wachten beu en al naar huis als ik van mijn verkleedpartij in mijn wagen aan het Karrrewiel terugkom. De BOLT-lopers zijn al terug naar Tongeren. De regen heeft het Ter Kommenplein tot een troosteloze omgeving herschapen. Enkele moedige onbekenden schuilen onder de tentjes. De prijswinnaars die ik aanspreek lopen nog steeds in loopplunje rond en zullen zich ook snel uit de voeten maken. Geen Jean-Pierre Immerix om na te kaarten (wegens vanmiddag pas in actie), geen Wim Meyers (in laatste instantie in zijn serres in Vlijtingen gebleven; trouwens, drinkt die wel?) Mijn superfan is er voor één keer niet bij. Dan maar in mijn eentje naar de Hoeselèr, de drankgelegenheid in de voorlaatste bocht, waar ik daarnet een aanmoedigingskreet heb gehoord (of menen te horen). Daar wordt gelukkig mijn hersteldrank blonde Leffe geschonken. Een groep deelnemers uit Paal en omgeving heeft hier ook een onderkomen gezocht. Een halfuurtje later ben ik al op weg naar huis…Voor het vertrek toch nog een leuk gesprekje gehad met Julien Tilkin. Nu loop ik eens een Limburgse wedstrijd en dan stoot ik toch op een kennis van de Luikse challenges. Ik geef de oud-winnaar en jaren (verliezend) tegenstander van Jo Vrancken nog wat nuttige informatie door over de 10 km-loop waarvoor hij zich aan het klaarmaken was. Achtste in de totaaluitslag. Tussen haakjes, de tweede in de 10 miles vandaag Yohan Zaradzki was vorige zondag ook tweede in de Jogging van Verviers. Zouden wij als enigen deze twee topevenementen hebben gecombineerd?
(Foto’s: Marc Roosen)