Borgloon Mariënloop

zon 02/04/2023 15.15u * Borgloon Mariënloop (HSLC) * 10,9 km * 00:59:29* 11 * 107/152 * (65+) 5/9 * ♥♥♥

De tweede editie van de Mariënloop in Borgloon is van datum veranderd, van eind augustus naar begin april. Het waarom van die verplaatsing op de kalender is mij niet bekend. Maar daarmee komt de Helpshop-run wel in het vaarwater van mijn geliefde wielerwedstrijden op TV. Na veel wikken en wegen heb ik dan toch voor de jogging gekozen. Het schitterende parcours rond het klooster van Colen heeft de doorslag gegeven. En dat is gelukkig ongewijzigd gebleven. Op het aantal deelnemers heeft de datumwijziging nauwelijks invloed. In het fotoalbum van vorig jaar merk ik wel wat gezichten op die ik dit jaar vergeefs heb gezocht. Maar dat kan ook toeval zijn. Voor die Limburgse wedstrijd moet ik wel mijn gewone competitieroutine omgooien. Ik geef veruit de voorkeur aan een loop in de voormiddag. Toegegeven, er zijn ook (organisatorische) argumenten voor een start na de middag, zoals Stefan Meekers me na afloop in de kleedruimte duidelijk maakt.

Het kwik heeft vandaag een flinke duik gemaakt en de meeste deelnemers blijven zich lang schuil houden in een zaal van de Stroopfabriek, euh het Fruitbelevingscentrum aan het Stationsplein. Ikzelf begin al drie kwartier voor de start aan mijn opwarming. En sluit aan in het 6km-peloton dat net vertrokken is. Op de hoogte van het klooster verken ik nog even de lus die we straks in het laatste deel van de loop voor de voeten krijgen. Over eventuele modder op het onverhard hoef ik me alleszins geen zorgen te maken. Ik ben de laatste weken wel wat meer gewoon.

(Foto’s Jens Riskin: Drie Tongerse vedetten in actie. Links : Silke Cuyx, Stijn Vanderbeuken. Rechts: Anouck Caluwaerts.)

Zoals de deelnemers die met mij in de achterste gelederen van het peloton vertrekken, krijg ik al meteen 15 seconden aan mijn broek gesmeerd. We worden allen in dezelfde tijd op pad gestuurd. Onze voeten mogen in de eerste kilometer van diverse smaken ondergrond proeven: eerst harde kasseien, dan zacht asfalt en na 250 meter natte aarde. Daarna een streep asfalt op het fietsnetwerk waar we al aan het klimmen zijn. Na een zompige passage op het gras leidt een veldweg naast een plantage ons naar een eerste top. Maja Van Zand is net achter me gestart en blijft me volgen als mijn schaduw. We groeten en passant haar Alkense collega’s Danny en Greta. Op het fietspad daarnet zijn we zelf ingehaald door Peter Salmon van Landen en Sebbie Maesen van Tongeren. Die twee zullen de hele loop in mijn gezichtsveld blijven, de ene al wat meer dan de andere. Na 1300 meter kunnen we even op adem komen in de afdaling… maar we zien de volgende top al voor ons liggen. We buigen voor het klooster rechtsaf en lopen door een valleitje naar de dorpskern van Kerniel. De organisatoren hebben de goede ingeving gehad boomschors te strooien op het smalle pad omlaag tussen de prikkeldraad. Beneden wacht fotograaf Oswald Paret ons op. Wie wil, kan nog even naar het vogeltje lachen voor hij/zij het korte maar stekelige klimmetje aanvat naar “de boom”. Dat zegt de lezer waarschijnlijk niets maar na mijn loop en vooral verkenning van vorig jaar ken ik het parcours op mijn duimpje en heb ik een band opgebouwd met bepaalde natuurelementen onderweg. (Neen, ik ben niet aan het ijlen…) Er volgt nog een af en op- combinatie maar nu op het asfalt. Die tweehonderd meter bergop op de Leemzaal – dat is de naam van de straat – doen echt pijn. Ik schakel over op een kortere paslengte en probeer mijn zware ademhaling onder controle te krijgen. We lopen weer de Sint-Annabeekvallei in. Om mijn voeten te sparen zoek ik een grindstrookje op naast de kasseien op de Odiliastraat. Aan het terras van ’t Terraske – leeg in dit jaargetijde – draaien we linksaf naar het fietspad. Maja die al zo’n 2,5 km in mijn spoor volgt, voelt het kriebelen en gaat me hier even voorbij. Al die tijd loopt een andere Alkenloper, Jos Polders, zo’n twintig meter voor ons uit. Ik hou me bewust aan een voorzichtig tempo. Ik vermoed dat ik In de tweede helft van de loop nog wel de kans zal krijgen om hem bij te halen. De snellere 65-plussers hebben intussen al lang het hazenpad gekozen en zullen minuten voor me eindigen. Kris Govaerts is daar niet bij. De meneer van Maja volgt de wedstrijd – althans de start en de finish – noodgedwongen langs de kant en vanonder zijn pet.

(Foto Jens Riskin: Sebbie Maesen. Achter mij is Maja Van Zand in aantocht.)

We zijn nu op de snelste 2 kilometer van het parcours, tenminste in oostelijke richting, dus licht dalend. (We doen het fietspad straks opnieuw in tegenovergestelde richting.) “Ik heb je haast niet horen ademen” zal Maja straks na de finish zeggen. Dat klopt misschien maar in elk geval doet mijn rechterbeen op deze snelle strook meer pijn dan me lief is. Die uitstralende herniapijnen begeleiden me nu al tien jaar. Er niet meer aan denken, dat helpt misschien. We halen een mooi tempo en genieten van de doortocht en de stilte in het bosje voor we de Weg Gors-Opleeuw opdraaien. We zijn nu 4 km onderweg. De langste stijgende strook van in totaal 2 kilometer wacht op ons. Gelukkig voelen alleen de eerste 700 meter op het asfalt echt als een klim aan. Ik probeer met kleine pasjes de pijn in mijn been te verlichten. Het is overigens ook tijd om Jos Polders bij de lurven te pakken. Dat lukt. Overigens gaat Maja als eerste voorbij haar clubgenoot. We hebben nog net voldoende adem over om elkaar te groeten en (met mate) aan te moedigen. Op deze koude aprildag zien we nog eens een zeldzaam levend wezen langs de weg. Of beter drie: twee dames en een viervoeter. Maja zucht eens diep als we het tweede, lichtere deel van de beklimming aanvatten, nu in een plantage. We lopen even tussen enkele huizen voor we na een scherpe rechterbocht een afdaling inzetten op een ruilverkavelingsweg. Het loopt lekker op de volgende 500 meter. Maja neemt even de leiding om mij uit de (matige) wind te zetten. Attent, maar niet echt nodig. Aan km 5,8 wijst mede-organisator Peter Vossius ons de weg naar een pad op een beboste wal. Ik weet van vorig jaar dat deze strook vanwege de vereiste concentratie lang aanvoelt. 1 kilometer, geeft de Garmin aan. Het smalle pad met hier en daar boomwortels drukt het tempo sowieso al. Bovendien staan er in dit seizoen wel wat plassen die ons tot allerlei min of meer gracieuze slalombewegingen dwingen. Er zijn geen andere deelnemers in de buurt en zo bereiken we zonder te veel stress weer het fietspad van daarnet.

Ik sla de bevoorrading over. (Na de wedstrijd is er overigens jenever… die ik ook onaangeroerd laat.) Ik moedig Maja aan om weer aan te sluiten, ze heeft even een gat van zo’n 10 meter moeten laten. “Ga maar door” aldus mijn gezellin. Dan kan ik misschien een poging doen om de loper voor me in te halen. Dat is een bekende, Sebbie Maesen van de Tongerse Bolt-Lopers. Ik vermoed dat de ex-voetballer wat kilootjes heeft verloren en snelheid heeft gewonnen. Maar na zijn felle start in het begin heeft hij in de zevende kilometer heel wat van zijn voorsprong moeten prijsgeven. Ik drijf het tempo op in de richting van ’t Terraske, u bekend van 5 km geleden. Na een moeizame passage op de nu klimmende kasseistrook van de Odiliastraat, haal ik Sebbie in op de afdaling van de Leemzaal. En ga hem voorbij. Dat had ik beter niet gedaan. Want hij versnelt meteen en op het onverhard in de noordelijke lus maakt hij zich voorgoed uit de voeten. Het plankenpad in de vallei speelt ook niet echt in mijn voordeel. Ik blijf goed doorgaan in de negende kilometer, vermijd het mestvocht op de veldweg en maak me klaar voor de laatste en moeilijkste helling van het parcours. Ik verteer de bult op de ruilverkavelingsweg beter dan vorig jaar maar Maja is nog sterker. Zij was al opnieuw op enkele meters genaderd en haalt me helemaal in op het steilste stuk. Wat een karakter! Onderweg moedigt ze dan nog een collega aan om niet op te geven. Prompt gaat de jongeman ons weer voorbij. Nog even opletten bij de trapjes aan km 10 en dan in dalende lijn en met de hoogste snelheid van de hele loop naar de streep. Voorbij fotograaf Marc Nelissen die zich zo goed achter zijn lens verscholen heeft dat ik hem niet herken (waarna hij zelf zijn identiteit onthult) en voorbij de opgestoken duim van Sonja Vernikov, winnares bij de dames, die in tegengestelde richting aan het uitlopen is. We lopen zo goed als gelijktijdig over de streep. Vandaag was het: samen uit, samen thuis.

Ik kan terugkijken op een aangename loop. Jammer dat ik niet als eerste Riemstenaar finish. Die eer is weggelegd voor Robert Theunissen. Ik kon hem net niet volgen. Robert eindigt… als eerste. Cindy is opgetogen over haar ventje Sebbie die onder het uur is gebleven. Door blessures moet zijzelf voorlopig toekijken aan de zijlijn. Ik haal mijn goodiebag op bij Nadine, aka mevrouw Jos Biets. Voor de douches pik ik de laatste kilometers van de Ronde van Vlaanderen nog mee. Geen sinecure zonder bril… Na een sober drankje, afwisselend in het gezelschap van twee Alkense en drie Tongerse lopers, haast ik me naar huis. Om de innerlijke mens te versterken en nog wat na te mijmeren over de loop…