Bommershoven Boomgaardrun

zon 08/10/2023 12u * Bommershoven Boomgaardrun * 10,2km * 00:57:50 * 10,5 *52/67 * 3/5 (65+)* ♥♥

Toegegeven, ik had ook Borgloon als titel kunnen schrijven. Maar, geef toe, Bommershoven heeft toch iets als naam en bovendien geeft de alliteratie nog wat meer kracht aan de titel. U heeft het al begrepen, we zijn in een deelgemeente van Borgloon, het land van de graven en de boomgaarden.

Zomer in oktober. Het peloton tussen de boomgaarden. In het rood, vooraan, Daniel Drion.

Ik heb al veel meegemaakt in loopwedstrijden maar een start pal op de middag is toch ongezien. Ze zullen er wel een reden voor gehad hebben, de organisatoren, de Vrije Basisschool van Bommershoven… Hoe dan ook, het voornaamste feit van de dag is dan al geschied: in de 5km-wedstrijd is Jean-Pierre Immerix namelijk ten val gekomen, gestruikeld over een waterslang. Met gehavende neus, bebloed voorhoofd en gekneusde knieën kruipt hij uit de auto die hem terugbrengt naar de finish. Een check-up in de spoedafdeling van het AZ Vesalius in Tongeren levert alvast geruststellend nieuws op: geen neusbreuk, geen hersenschudding, wel flinke schaafwonden. De foto’s op zijn facebook-pagina geven een goed beeld van de averij. (Let wel: niet voor gevoelige kijkers.) In de 1400ste (?) wedstrijd van zijn carrière is het dus even misgegaan. Enfin, ik verwacht dat hij over veertien dagen weer in actie zal komen.

Twaalf uur dus. Terwijl de Bommershovenaren hun aperitief nuttigen, wordt een klein peloton van 67 lopers op pad gestuurd voor een bijzonder fraaie lus in het land van Loon. Ik weet het al van voor de start want ik heb de ronde vorige woensdag verkend. Dus, Isabelle Sluijsmans, je hoeft niet snel te zijn om de wedstrijd toch minutieus voor te bereiden… Het prachtige, droge weer van de laatste dagen heeft er overigens voor gezorgd dat ook de onverharde stroken perfect beloopbaar zijn. Na een korte aanloop op de Oude Kassei, nog in het dorp, beginnen we aan een strook ruilverkavelingsbeton. Daar is al meteen een eerste milde helling die zich, zoals ook in het vervolg van de loop, lang zal uitrekken, tot aan km 2,2. Ik loop in het gezelschap van een oude bekende, Jos Polders, en een nieuwe bekende, Rudi Strauven. Voorbij de kerk en dan een asfaltweg in, tussen twee hoge bermen. De weg verandert van naam en van reliëf. Rudi neemt afstand in een afdaling in het bos en zal die kleine voorsprong kilometerslang behouden. We zijn bijna 3km ver als we rechts een vervelende, met stenen bezaaide veldweg, worden ingestuurd. Ik houd intussen een gemiddelde net onder de 5’30” aan. Daar ben ik opgetogen mee, temeer omdat ik nog reserves kan houden. Een plotse zwenking naar rechts, een smal graspad op, dat we gedurende 1,5 km zullen volgen. We scheren (dribbelen eigenlijk) rakelings langs het Magneebos. Het mag een aangenaam wandelpad zijn, ik heb deze strook na mijn verkenning als het moeilijkste deel van het hele parcours in mijn fictieve notities opgeslagen. En ga hier zeker geen gekke dingen doen. De lopers achter mij, op de eerste plaats Jos Polders, denken waarschijnlijk hetzelfde en blijven mooi in mijn spoor. De moeilijke ondergrond en de niet aflatende stijging geven mijn gemiddelde een mokerslag. Op km 5 duik ik weer onder de 6 minuten, ook al blijft de volgende betonstrook in het veld voornamelijk bergop lopen. Ik word ingehaald door twee 55-plussers maar verlies mijn goed humeur niet door de steunbetuigingen van de zondagswandelaars. Die moedigen mij persoonlijk aan met “Goed bezig, Willy”. Met dank aan het gepersonaliseerde borstnummer waar ze mijn naam kunnen aflezen. Verrassend is het in het begin wel… Jos Polders krijgt het moeilijk en moet achterblijven, ook al probeer ik hem op te peppen om in mijn spoor te blijven. Ik heb, een beetje tot mijn eigen verbazing, een drankbekertje meegepikt op het kruispuntje met de Romeinse Kassei. (Zie ook verder in dit verlag.) Precies op km 5 maken we een scherpe achterwaartse bocht naar links voor nog 200 meter klimmen naar het hoogste punt van de ronde. We lopen op een grindweg langs het doorkijkkerkje – een toeristische parel van Limburg – waar enkelen van de talrijke dagjesmensen ook aandacht voor de lopers en voor een zekere “Willy. Denk aan het borstnummer. Het uitzicht is hier adembenemend. Gelukkig heb ik nog adem genoeg om er een flink tempo op na te houden.

De voorzichtige start levert me een sterke finale op.

Het gaat nu 1200 meter stevig naar beneden, eerst op beton, daarna op onverhard. Een waarschuwingsbord aan de chicane op grind aan km 6,5 zou geen luxe geweest zijn. Mijn bezoek van afgelopen woensdag – en het droge weer – behoeden me voor een uitschuiver. We zijn daarmee aan het laagste punt van het parcours en meteen klaar (hopen we) voor de volgende lange klim van 1100 meter. Het pad kronkelt tussen de struiken en de hagen en biedt hier en daar mooie uitzichten. Ik ben net een jong koppel voorbijgelopen en haal nu ook snel Rudi Strauven in. De Boltloper, met wie ik toevallig vorige zaterdag in de Ambiorix Run heb kennis gemaakt, moet even stapvoets verder. Bij het voorbijgaan por ik hem aan om aan te haken. Dat lukt even maar de daaropvolgende klim, naar mijn gevoel de steilste – ook bevestigd door mijn Garmingegevens – is er te veel aan. Overigens zal hij net achter me aankomen bij De Ware Vrienden in Bommershoven. Dat is het intussen gesloten café aan de finish. De eerste 300 meter van de Romeinse Kassei zijn nog flink golvend voor we, even voor het kruispuntje, de duik naar de finish inzetten. Merkwaardig is wel dat de drankbevoorrader er nog staat maar zijn tafel en drankjes zijn verdwenen. Nog een werkpuntje voor de organisatie, zeker op een vrij warme dag als vandaag. De twee laatste kilometers haal ik nog mijn beste tijden. Met dank aan de afdaling natuurlijk en aan mijn behouden aanpak in het begin. Onderweg zie ik wel de waterslang die hier over de weg ligt. Die dient voor de waterbevoorrading van een van de talrijke plantages. Het moet wel een andere zijn dan de onverlaat die Jean-Pierre ten val bracht. De eerste huizen van Bommershoven duiken op. En daarmee ben ik bijna aan het einde van deze “premiumloop”, een originele naam voor de hoofdloop. Opvallend is ook dat de twee aanwezige fotografen – Nadine Claessens en Jo Defrère, vaste waarden in het Waalse circuit – er een verre verplaatsing naar het Loonse voor over hebben om ons van beeldmateriaal te voorzien. Waarvoor dank. Ik geniet van de dalende laatste rechte lijn op de Moerenstraat en word “gescand” na een dikke 57 minuten.

Mijn eerste deelname aan de Boomgaardrun, zelf pas aan de tweede editie toe, levert me een (papieren) podiumplaats op. Geen douches – een slechte gewoonte in dit criterium -, geen begeleider(s), geen tooggezel (want op spoed), dan maar braafjes naar huis.

(Foto’s: Nadine Claessens)