Corrida de Waremme

zat 09/12/2017 19.30u * Corrida de Waremme * 8,44 km * 00:41:27 * 12,2 * 61/152 * 5/10 * ♥♥♥

In de donkere maand december brengen de corrida’s – loopwedstrijden midden in de stad – gezelligheid en gezonde ontspanning. Ik kies na een jaar onderbreking weer voor Waremme. Het rondje daar was me wel bevallen en er was voldoende licht voor mijn tanend gezichtsvermogen. Blijkt na 200 meter dat het parcours gewijzigd is. Ik kan nog net voldoende zien in de donkere straten buiten het centrum en moet noodgedwongen van de eerste ronde een verkenningsronde maken. Zoek hier echter geen verklaring voor mijn bescheiden gemiddelde. Dat heeft in de eerste plaats te maken met mijn slappe benen. Bij het inlopen in de avondlijke duisternis kan ik maar weinig bekenden spotten. Rudi Vereecken en Domenico Di Vito zijn er wel. Domenico doet het uitstekend ondanks een pijnlijke rug. Heel wat bekenden zie ik pas na de aankomst in de tent terug, nog anderen hebben alleen een spoor nagelaten in de uitslag.

Waremme 1


Het is nog even wachten in het peloton voor de start wordt gegeven. Dat peloton is met een 250 lopers (voor de twee afstanden) toch wat groter dan Marie-Paule en ik hadden ingeschat. “3 of 4 ronden?”, hoor ik naast me vragen. 4 ronden is het kordate antwoord van een collega. Dat is toch al een antwoord op één vraag. Het is niet de enige vraag die hier in Waremme door mijn hoofd speelt. Ik houd de vinger aan het startknopje van mijn Garmin-horloge om het startsignaal zeker niet te missen. Maar wat zal dat signaal zijn? Een revolverschot, een fluitsignaal, belgerinkel? Het antwoord volgt pas na enkele minuten als ik plots hoor aftellen. “Trois, deux, un”, we zijn vertrokken. Rechtdoor aan de markt, oei ander parcours… Na een halve kilometer lopen we door een parkje. Bij het indraaien kan ik ternauwernood een hekken ontwijken. In de bochten is het opletten voor de gootjes, op de rechte stukken voor verkeersmeubilair en oneffenheden in het wegdek. Waar de Rue Zénobe Gramme op de Rue Emile Hallet uitkomt, nemen we een bocht naar links tussen twee politiecombi’s. De route is hier mooi aangegeven met blauwe lichtjes op de weg, bedenk ik nog voor ik haast ten val kom in het gootje in het midden van de donkere weg drie meter verderop. Weer een aandachtspunt voor de volgende ronde, houd ik me voor. Hoe dan ook, ik overleef de eerste ronde. Ik loop onder de startboog van de Mutualité Chrétienne door, waar er voor het overige geen beweging is. We worden nu rechtsaf gestuurd, aan de rand van de kerstmarkt, trappen op en dadelijk naar links. Weer over die vervelende houten afsluiting van de ijspiste zoals twee jaar geleden? Maar de ijspiste is verdwenen, een korte kronkel door de tent is in de plaats gekomen. Dat fantasietje holt de snelheid nog verder uit maar is wel wat vriendelijker voor mijn stramme ledematen.

Waremme 2


Op weg naar ronde twee. Ik heb mijn plaatsje in het peloton gevonden. Zoals gebruikelijk haal ik nog wel wat collega’s in maar vanuit de achtergrond kan ik weinig beweging melden. Tot op het einde van die ronde als we vanaf het station de korte afdaling naar de markt inzetten. Een fluitsignaal, nog eens, nadrukkelijker. De “ouvreur”- de voorrijder – Serge Massin komt eraan. “Rechts houden” maant hij ons aan, om vrije baan te verlenen aan de snelste jongen van de avond. Voor de tweede passage door de tent heb ik al een ronde van zo’n 2 kilometer aan mijn broek. Adrien Noël zoeft voorbij. Woorden schieten tekort om zijn vloeiende, haast zwevende bewegingen te beschrijven. Een lust voor het oog. Jammer dat u het verder in dit verslag moet stellen met het gekrassel van een anoniem nummer in het peloton. Ik word nog door vijf andere senioren gedubbeld, tenminste als ik het allemaal goed heb kunnen bijhouden. Ik herken Reginald Dehin maar die heb ik tenminste nog drie en een halve ronde kunnen afhouden voor hij me met krachtige stoten van het bovenlijf voorbijgaat.
Intussen ben ik halfweg. Ik ben nu helemaal warm gedraaid: mijn mutsje heb ik tot boven mijn oren opgeschoven, mijn handschoenen heb ik uitgetrokken. Nu uitkijken naar Marie-Paule. Daarnet stond ze nog foto’s te maken aan de markt. Goed bedoeld maar ik heb zo een voorgevoel dat de donkere omstandigheden de krachten van haar toestelletje te boven gaan. Ik merk haar net op tijd op in de tent en lever mijn handschoenen in. Ik wilde geen tijd verliezen met het wegsteken van de vingerbeschermers. Gek dat ik het gevoel heb dat ik snel onderweg ben terwijl de naakte cijfers van de rondetijden een veel minder vleiend beeld opleveren. Mijn trouwste supporter heeft een plaatsje gevonden voor de bevoorradingstafel. Niet dat ik die tafel gezien heb, ik heb ze tijdens de wedstrijd ook niet gemist. Maar Noël Heptia die naar eigen zeggen voortdurend drinkt tijdens een loop had wel een slokje gelust. Je moet hier wel meer zelf uitzoeken in Waremme. Zo begint het antwoord te dringen op de vraag die mij al langer bezighoudt: waar is eigenlijk de finish? Ik vraag het zodra ik de kans heb, aan een deelnemer (de vader?) die een jong kereltje (zijn zoontje?) op sleeptouw neemt. Goed, ik weet nu dat het in de tent te doen is, maar waar precies?
Ik geniet even van een korte afdaling voor de weg weer naar boven gaat. Met slechts enkele percenten, net genoeg om mijn benen pijn te doen. Het lijkt wel een rondje op een wasbord, kort en licht op en af. En bochten! In dit parcours zitten al evenveel krullen als in de haardos van Jean-Pierre Immerix. Mijn lievelingskrul is die voor de kerk. Misschien ook omdat die bergaf gaat. In de laatste ronde ben ik nu zelf de traagste deelnemers (deelneemsters) aan het dubbelen. Ik zie dan toch eens een bekende bij de lopers die me op de Rue Joseph Wauters, langs de kerstmarkt, tegemoet lopen. Albert Vandensavel, die dus zo’n halve ronde, een kilometer, voorsprong heeft. Een topprestatie ben ik niet aan het leveren, dat besluit kan ik nu al trekken. Weer omhoog naar het parkje. Ik kruis de lopers aan de andere kant van de weg en de dranghekken. Hoor ik daar niet mijn naam? Dat moet Noël Heptia zijn. Hij heeft een lus van zo’n 250 meter voorsprong. Anderhalve minuut is het verschil aan de aankomst. Hij heeft dan zijn gezel van vanavond, Domenico Di Vito, moeten laten gaan. Nog een keer de pijn verbijten aan de klim rond de rotonde. We lopen voorbij het station, het hoogste punt van het parcours, voor we weer wat snelheid kunnen maken op de Avenue Reine Astrid die naar de Marché de Noël en de aankomstzone leidt.

Waremme 3


Een laatste keer de trappenpartij omhoog voor de linker- en de rechterbocht naar de tent. Geen risico’s nemen hier om niet tegen de grond te gaan op een zucht van de streep. Dat doet mijn achtervolger in het rood wel, met het onvermijdelijke gevolg. Maar hij krabbelt zo snel weer recht dat ik mijn benen nog moet strekken om als eerste de tent binnen te lopen. Nu nog de streep vinden. “Ici”, “hier” schreeuwen Pierre Olivier en Jos Biets in koor en ze wijzen de finish nog eens uitdrukkelijk aan. Ik houd Philippe Guillaume, de rode man, nipt achter me. De warmte van de tent valt als een deken op me. Even uithijgen in het gedrum. Eenmaal weer buiten leert een blik op mijn Garmin me dat ik hier op hetzelfde gemiddelde bots als veertien dagen geleden in een weliswaar vlakke wedstrijd die meer dan dubbel zo lang was. Veel meer bochten, de avondlucht, de vorm van de dag, ik zoek naar een verklaring.
Marie-Paule moet nog een hele tijd geduld oefenen voor ik terug ben van de douches in de sporthal aan de rand van de stad. Tijdens de wedstrijd zelf was de wachttijd tussen de passages nauwelijks tien minuten. We babbelen nog even na met Noël in de Brasserie. Rond 11 uur zoeken we – en vinden we na enig zoeken – de weg oostwaarts. De frituur is door haar voorraad frieten heen maar op de Marché de Noël is er nog volop leven…

(Foto 1 van Marie-Paule: Bij de tweede doortocht op de markt na een halve ronde in het gezelschap van enkele piepjonge collega’s. Foto’s 2 en 3 van Nadine Claessens. Foto 2: Domenico Di Vito voor Noël Heptia. Foto 3: Winnaar bij de v3, Albert Vandensavel, gefotografeerd door zijn echtgenote.)