Halve Marathon van Ell

zon 26/11/2017 10.30u * Halve Marathon van Ell * 21 km * 01:43:00 * 12,2 * 132/257 * 6/10 (65+) * ♥♥♥♥

De challenges zijn afgesloten, de mallemolen van de loopcompetitie draait op een lager toerental. Vele wedstrijdlopers maken de balans op van het afgelopen seizoen maar deze jongen en een aantal even fanatieke collega’s willen van geen ophouden weten. Terwijl Servais Halders op zijn lauweren rust en de herenboer speelt in ‘s-Gravenvoeren heb ik mijn lichaam opnieuw moeten gewennen aan een langere duurinspanning. Want ik heb een halve marathon op het oog. Die van Ell. Ell, dat vergt enige uitleg. Het dorp met de korte naam ligt in Nederlands-Limburg waar Jean-Pierre Immerix al decennia de loopwedstrijden afschuimt… en de horeca gelukkig maakt. De Veldwezeltenaar is hier kind aan huis. Hij brengt ons via de snelste weg naar het ommeland van Weert. Ondanks een noodstop voor een medepassagier zijn we ruim op tijd in Eetcafé de Prairie waar de startformaliteiten worden geregeld. Met het startnummer krijgen we meteen ook een tombolaprijs… als we geluk hebben. Dat hebben we niet maar misschien gooien we straks wel hoge ogen in de wedstrijd.

Ell 1

Er zijn hier ook een aantal bekenden van Belgisch-Limburg en natuurlijk de Nederlandse toppers als Roger Rousseau en Jo Schoonbroodt. In een goed verwarmde kleedruimte smeert Jo zijn benen in. “Is dat je wonderzalf?” vraag ik de grijze Keniaan. “Nee, dat is tegen de muggen” is het antwoord. Het is hier op dit uur inderdaad bitter koud. Jo wint vanzelfsprekend de sterk bezette leeftijdsklasse van de 65-plussers waar zelfs de vierde, Joep Drent, mij bijna 7 minuten aan de broek lapt. Om nog even de gure wind te ontlopen, beperk ik mijn opwarming tot het minimum. Voor de start heeft Jean-Pierre zijn lange trainingsbroek aangetrokken, ik heb na enige twijfels mijn windjack uitgetrokken…
De bel luidt, een carnavalesk uitgedost bandje blaast ons moed in, we beginnen eraan. Na 300 meter hebben de eersten al evenveel meter voorsprong. Geen paniek, in de dichte meute verdringen zich ook de 7,5- en de 12,5 km-lopers. Ik ben intussen het Alkense duo Jos Polders en Danny Zwerts voorbij gegaan. Jos zal, zoals in de 10 km-loop in Terkoest, dicht achter me eindigen. Ik ben nu op pad met een ander lid van Atletiekclub Alken, David Baerts uit Wellen, beter bekend als mijnheer Sobkowiak. Zijn echtgenote Martine Sobkowiak rent ook mee in het peloton maar dan minuten voor ons uit. De vederlichte atlete zal hier een nieuw persoonlijk record vestigen met 1u32’53” en haar categorie met ruim verschil winnen. Ze heeft het dan ook professioneel aangepakt met begeleiding van een eigen coach Peter Bellen. Die vertroetelt de snelle benen van zijn pupil voor de start ook met een verwarmend zalfje.
We zijn nauwelijks 2 kilometer ver of de snelste lopers van de 7,5 km komen ons al tegemoet op het fietspad naar Swartbroek. Daar halen we ook Jean-Pierre Immerix in. Hij heeft zich weer vooraan genesteld bij de start maar na 3,3 km bij de rechterbocht naar de heide is hij zijn bonus kwijt. “Stramme bovenbenen” is het commentaar als ik even informeer naar zijn gevoel. “Hopelijk gaat dat eruit”, geeft hij me nog mee als ik mijn weg verderzet. Ijdele hoop, zo blijkt uit zijn eerste woorden na de finish. “Weer een minuut verloren tegenover vorig jaar.” Elk jaar een minuut verliezen op een halve marathon? Daar teken ik voor! Hoe dan ook, David heeft intussen enkel meters voorsprong genomen en zal die geleidelijk uitbouwen in de volgende kilometers. Ik durf in het eerste kwart van de wedstrijd het tempo niet optrekken en blijf zo een gemiddelde tussen 4’45” en 5’05 aanhouden. De wind speelt ons hier ook parten op de lange rechte stukken. Ik loop al snel afgezonderd, haal hier en daar een enkeling in maar heb vooral tussen km 3 en km 7 ook enkele plaatsjes moeten inleveren. De koude hindert me niet – sommige collega’s klagen na de wedstrijd over de temperatuur – en na 7 km kan ik de handschoenen wegmoffelen achter mijn nummerband. Mijn mutsje hou ik wel op, al was het maar als herkenningsteken voor Jean-Pierre. Ik geniet van de open ruimte en de weldaden van de Nederlandse ruimtelijke ordening. Eindelijk voorbij het preiveld! Niet dat ik aan het sukkelen ben maar deze prei-aanplant is echt gigantisch. De wind blaast heerlijk in de rug na de bocht naar links aan km 7,5. Daar is de tweede bevoorrading. De eerste heb ik overgeslagen, nu zal ik maar een bekertje meepikken om mezelf gerust te stellen. Dorst heb ik niet maar volgens de theorie moet je op tijd drinken op de langere afstanden. De drankbevoorrading tijdens de loop is het stokpaardje van Peter Kusters. Voor de start heeft hij op niet minder dan vier plaatsen van het parcours een busje sportdrank gedeponeerd. Met de fiets die hij in zijn bestelwagen heeft meegebracht. Overigens bekomen de twee slokken water me slecht. En David? Wel, die zet zijn opmars verder en is intussen een groepje voorbijgelopen. Ik zal op een inzinking van de Wellenaar moeten rekenen om hem nog bij te benen. We lopen terug in de richting van Ell. Een kladje fans wacht ons op even voor km 10. Dit moet de splitsing zijn voor de 12,5- en de 21 km-lopers. De verkeersregelaars geven aanwijzingen aan de fietsers en de autobestuurders. De lopers moeten hun weg zelf uitzoeken op een klein bord. Ik vertraag om de route te ontcijferen. Alweer twee seconden verloren.

Ell 2


We beginnen aan ronde 2. Aan km 10,7 herken ik het fietspad van het begin. Ik zie David heel alleen in de wind en – zo leid ik af uit zijn moeizame tred – in nesten. Ik ben op luttele meters gekomen van het groepje dat David daarstraks heeft achtergelaten. Dat zou de perfecte gangmaker zijn in de winderige strook waar we nu aan begonnen zijn en nog enkele kilometer zal duren. Ik versnel lichtjes en sluit aan. In het pelotonnetje zitten enkele lopers (m/v) van de lopersgroep van Helden. Een begeleider op de fiets voorziet hen op verzoek van drank. Er wordt veel van positie gewisseld. Ik zoek de breedste ruggen om me achter te verschuilen. Dat moet al lang, wat zeg ik, heel lang geleden zijn dat ik gedurende verscheidene kilometers in wedstrijd in een groepje heb gelopen. Ik heb het gevoel dat ik sneller zou kunnen maar besluit wijselijk in het coconnetje te blijven. Intussen blijft die arme David in zijn eentje harken. Hij houdt het nog een drietal kilometer vol maar is dan blij dat hij even beschutting kan zoeken in het groepje. Ook al zal dat voor hem qua postuur moeilijker zijn dan voor mij. De eerste ronde blijkt voor mij een goede herkenningsronde geweest te zijn. Ik heb de route nog in mijn hoofd en haal dus voordeel uit mijn oriëntatievermogen. Ook al ben ik voor het eerst in Ell. Ik heb wel de indruk dat het tempo door de koplopers in het groepje wordt opgedreven maar kan vlot volgen. De begeleider met de fiets bekommert zich ook om de andere lopers en biedt iedereen een roze drank in een drinkbus aan. Het smaakt lekker, zegt de eerste proever. Ook David neemt een slok van het brouwsel. Ik bedank, de reactie van mijn maag bij de bevoorrading in de eerste ronde indachtig. Nu, achteraf ben ik eigenlijk wel benieuwd naar de smaak. We ronden voor de tweede maal de serres (de kassen) van Caster waar een niet nader geïdentificeerde klankkast loeiharde muziek uitspuwt. Niet echt passend bij de stille omgeving. Wel passend maar evenmin aangenaam zijn de geuren die hangen rond een varkensfokkerij. Maar alleen de lopers hebben hier last van. En die moeten dan maar wat sneller lopen… Dat doe ik ook en zo schud ik de meeste van mijn kompanen af en draai solo de Laagstraat in waar de wind lekker meewerkt. David bekoopt zijn krachtenverspilling in het eerste deel en moet ook afhaken. Met een eindtijd van net onder de 1u45′ kan hij thuiskomen. En meevieren met Martine. Een dame op de fiets zorgt voor enige afwisseling. Zij rijdt een keer of vijf langs me door met de smartphone in de hand. Wat ze registreert, wie ze begeleidt is me een raadsel.
De laatste 5 km: de benen worden moe – ik ben dat constante ritme niet meer gewend – en de lange rechte stukken stellen ook de mentale weerstand op de proef. Ik doe mijn best om goed op de foto staan van de fotograaf die de lopers in het vizier neemt vanuit een lagere positie. Ik zou wel de perenplantage in herfstkleuren als achtergrond hebben gekozen. Benieuwd naar de foto. Het parcours wordt wat bochtiger in de buurt en aan de rand van Ell. Bij het buitenlopen van een woonwijk krijg ik even, heel even, gezelschap van een ranke brunette die ik herken van het begin van de loop. Zij heeft nog wat snelheid over in de finale. Ik krijg een glimlach terug voor mijn compliment aan haar adres. Euh, over haar prestatie, vanzelfsprekend. We steken de rijweg over op zoek naar de laatste lus voor de finish. We passeren weer langs het voetbalveld – de groenen spelen tegen de roden – en nemen de derde laatste bocht. Er volgen wel nog twee kilometer in U-vorm. Noem het de U van L. Een opkomende jongeman gaat me in de eerste streep van de U voorbij. Hij maakt er wel een bijzonder langgerekte eindspurt van.

De mentale energievoorraad raakt stilaan op. Om mezelf op te peppen richt ik mij op de loopster voor me. Haar begeleider van de laatste kilometers is weggesneld, zij vecht tegen de wind en zichzelf. In de laatste vijfhonderd meter kan ik haar voorbijgaan. Haar naam moet ik later niet opzoeken, Jean-Pierre kent de Maasmechelse dame. Het is Elena Spagnoletti. Als dat geen mooie naam is om dit wedstrijdverslag mee te eindigen… Die laatste twee kilometers blijken dan nog de snelste van de wedstrijd te zijn geweest. Een sneller tweede deel, een goed gevoel en een stel benen dat een keer niet te fel tegensputtert, waarover zou een mens dan klagen?
Op de hoek van de fraaie toog van “De Prairie” waar Jean-Pierre elk jaar zijn stekje heeft, babbelen we na met Peter Kusters van Maasmechelen en Eric Martens van Wellen. En zo eindigt een loopdag die om kwart over zes begon met het ontbijt pas om half vier als ik hikkend (als passagier!) weer thuis kom.

(Foto’s. Foto 1 van Jack van Montfort: Een deel van het groepje voor ik er bij aansluit. Op de fiets de gulle bevoorrader. Foto’s 2 en 3 van Marie-Paule. Foto 2 : De verlossing is nabij voor Jean-Pierre. Foto 3: Aan de erwtensoep.)