Jogging de la Saint-Sylvestre Verviers

zon 31/12/2017 11u * Jogging de la Saint-Sylvestre Verviers * 8 km * 00:39:26 * 12,2 * 221/601 * 7/36 * ♥♥♥♥

Riemst is nog niet goed wakker als ik voor negen uur de richting ’s Gravenvoeren insla om Servais Halders op te pikken. We willen op de valreep nog een wedstrijd breien aan een lang seizoen… dat voor de ene al wat succesrijker verlopen is dan voor de andere. Servais stuurt me langs de kortste weg, dat is via Battice, naar Verviers. De nostalgie maakt zich weer meester van me als ik door dit deel van het Land van Herve toer. We zijn bij de eersten in de “buvette” van het Stade de Bielmont. Het is er nog zo stil dat Servais zich afvraagt of de hoge deelnemersaantallen van de vorige jaren wel gehaald zullen worden. Ik schrijf me in op het smalste formuliertje dat ik ooit op een loopwedstrijd heb aangetroffen. Naam en leeftijd, meer willen ze in Verviers niet weten. Ze vragen zelfs niet onze woonplaats. Dat doet de man aan de inschrijvingstafel wel en zo leert hij ook het bestaan van een gemeente Riemst. Servais was hier al enkele keren actief. Voor mij is het eerste deelname. Maar het Stade de Bielmont is ook voor mij bekend terrein. Ik was hier enkele maanden geleden al voor de “Grand Jogging”. Na 10 uur begint de inschrijvingsruimte dan toch vol te stromen. We draaien enkele rondjes op de atletiekbaan. Servais wijdt mij en Jo Vrancken die intussen ook zijn opwachting heeft gemaakt in de geheimen van het parcours in. Het venijn zit hem hier in het begin van de loop: 3 kilometer bijna onafgebroken klimmen, Daarna even vlak en dan de afdaling terug naar de stad.
Ik volg Servais niet als hij een plekje in de eerste gelederen zoek maar hou het bij een bescheiden plaatsje net voor de helft van de toch weer 600 deelnemers. Ik heb zoals Servais mijn kleding daarnet aangepast aan de haast lenteachtige omstandigheden, 13 graden liefst. Geen muts, geen handschoenen. TV Vesdre schiet nog enkele beelden voor het startschot weerklinkt. Dat schot lijkt meer op een knallende voetzoeker maar dat is misschien bewust zo gedaan in deze eindejaarssfeer. We komen meteen ter zake in de eerste 150 meter met een piek tot boven 10%. Op de brede avenues van de eerste hectometers is er ruimte genoeg voor iedereen, inhalen is geen probleem voor wie de goede benen heeft. De afdaling in de volgende 400 meter doet mijn benen alleszins goed. Een goed gevoel is overigens een samenspel van hoofd en benen. En in dat hoofd speelt het besef dat ik hier vandaag een periode afsluit. Die van de veteranen 3, de leeftijdsklasse tussen 60 en 70. Vanaf morgen hoor ik officieel bij de veteranen 4 en treed ik toe het groepje overlevers dat nog de fitheid… en het karakter heeft om wedstrijden te betwisten. Ik hoop nog enkele jaren te kunnen meedraaien en te blijven berichten over mijn “prestaties” of beter belevenissen. Maar eerst proberen om het veteranen 3-tijdperk in schoonheid af te sluiten.
Na het dalend intermezzo gaat het vanaf nu zo’n kwartier nu eens steil, dan weer wat zachter, omhoog. Tot aan km 2 tussen de huizen, dan op een aarden weg tussen de weiden en langs bomen- en hagenrijen. Een kilometer verder komen we uit in een villawijk die ik meen te herkennen van de Grand Jogging in de zomer. Toen liepen we wel in de tegenovergestelde richting. De stijgingsgraad voelt aan als een stevig “vals plat”. Alsof ze de aanvangskilometers nog wat zwaarder willen maken, blazen de weergoden hun adem hier pal in ons gezicht. Maar ze krijgen me niet klein. Een lange man in het zwart heeft zich in mijn spoor genesteld. Hij stelt me gerust dat hij me niet voor de voeten wil lopen maar schijnt mij wel een geschikte gangmaker te vinden. Ik hoor hem zwaar ademen achter mijn rug. Enkele honderden meter verder moet hij dan ook lossen. Ondanks het grijze weer staan hier en daar groepjes toeschouwers langs de weg. Ik zal wel niet veel indruk maken met mijn kilometertijden ruim boven de 5 minuten. Nochtans voel ik me in mijn nopjes.
We zijn aan kilometer 4. Aan een bocht naar rechts merk ik Roger Dosseray op. Ik heb een kleine 100 meter goed te maken. Ik schroef het tempo op. Het licht dalend profiel maakt dat trouwens een stuk makkelijker. Ik nader snel maar wil me ook niet opblazen om de taaie Roger straks in de steilere afdaling van het laatste deel niet te laten terugkomen. 1200 meter verder ga ik de veteraan 4 voorbij. Hij zal me nog zo’n kilometer van nabij blijven volgen. Het parcours slingert zich in het bocage-landschap dat hier geprangd zit tussen de uitlopers van Verviers. Even typisch voor de streek is de staat van het wegdek. Is dit nu een pad of een asfaltweggetje? Het is misschien ooit een asfaltweg geweest. Er is ook best wat modder en er staan waterplassen. “Je vroeg of er modder was?” hoor ik Roger achter me zeggen. Hij komt even terug op de vraag van Servais voor de wedstrijd. Moeilijk beloopbaar, denken jullie dan. Toch niet, je hebt hier voldoende grip en je zult alleszins niet door het wegdek in je elan gehinderd worden. Mijn vrienden bevestigen achteraf trouwens mijn beoordeling “aangenaam parcours”. Ik wring me tussen twee jonge knapen naar voor. Vader bepaalt hun ritme. Roger neemt wat meer tijd maar even verder volgt hij weer. Ook al moet hij blijven vechten om in mijn buurt te blijven. Op een korte knik kan ik het beenritme de hoogte indrijven – een zalig gevoel dat helaas een hoge uitzondering is geworden – en kan ik wat meer afstand nemen. Kort voor kilometer 7, terwijl we al een tijdje aan het dalen zijn, ligt er nog een stekelige helling op onze weg. Die ken ik precies nog van de loop in juni. Toen ging het een stuk moeizamer. Die 150 meter breken nu wel even het lekkere tempo dat ik al enkele kilometers kan aanhouden maar boven herstel ik snel. Servais kende hier het moeilijkste moment van zijn loop.
Twee ijverige toeschouwers roepen onze plaats in het peloton. Ik zit rond plaats 220. Dat is net buiten het eerste derde, ongeveer mijn waarde in mijn nadagen als 60-plusser. Ik ben wat verbaasd als ik hoor dat Servais “slechts” op plaats 89 eindigt. Nochtans is hij opgetogen over zijn tijd. 2 luttele seconden meer dan drie jaar geleden. Op de tweede plaats bij de veteranen 3. Ze moeten wel uit Duitsland komen en 7 jaar jonger zijn om Servais van het hoogste trapje van het fictieve podium te houden. Dat hier een sterk deelnemersveld van start is gegaan, ondervindt ook Jo Vrancken op plaats 12.
Voorbij km 7 dus. We zijn nu weer helemaal in de stad en nemen de duik naar het stadion. Voor mij betekent dat op bepaalde stroken een tempo rond de 4 minuten. Twee jonge mannen die ik op de moeilijke stukken heb ingehaald snellen me weer voorbij. Daar piept een waarschuwingssignaal uit mijn rechterbil. De hamstringblessure speelt nog altijd op. Ik maak me klaar voor de bocht naar de atletiekbaan en de laatste 200 meter. Servais komt me tegemoet gelopen – hij heeft meer dan vijf minuten op me moeten wachten – en draait met mij de piste op. Ik puur nog een extra puntje snelheid uit mijn benen. Ook al om Servais te tonen dat ik soms, heel soms, toch wat meer in petto heb dan het gekrassel op training. Net voor de laatste bocht haal ik nog een dame in. Met een spurtje beëindig ik mijn carrière als veteraan 3. Degelijke wedstrijd, lekker gevoel. Zo geef ik mezelf nog een mooi afscheidscadeautje.
Na de douches sluiten we de wedstrijd en het jaar af in het ruime cafetaria van het stadion. Deze accommodatie zou bij de beste horen in het tweede klasse-voetbal maar er speelt hier zelfs geen eerste ploeg meer. Servais legt mij in de watten met een succulente chocoladereep en een blonde Leffe. We vinden nog wat ruimte dicht bij de uitgang waar zich een aantal oude gloriën hebben verzameld, Roger Dosseray, Pierre Bruwier, Maurice Gillet, onder meer. Jo Vrancken is veruit de jongste in het gezelschap. Wie hem ook volgend seizoen wil bewonderen moet de kalender van de CJPL (Challenge de la Province de Liège) in het oog houden. Servais en Kris Pipeleers zullen daar ook weer van de partij zijn. Zoals ook Willy Hertogen, Jean-Pierre Immerix en Claude Herzet. Ik laat me niet strikken voor een vastomlijnde planning en zal vrij als een vogel mijn wedstrijden blijven uitkiezen. 2018 wenkt. We wensen elkaar het beste in het nieuwe jaar en vertrekken in alle windrichtingen naar huis voor een rustige/uitbundige (schrappen wat niet past) feestnacht.

(Geen foto’s vandaag. Mijn privé-fotografe is thuis gebleven en de andere fotografen blijkbaar ook. Te druk met het voorbereiden van de “réveillon”?)