Jogging de Verviers

zon 18/06/2017 15u * Jogging de Verviers * 12,85 km * 01:07:36 * 11,4 * 731/2325 * 15/105 * ♥♥♥

De schaduw opzoeken, dat is het eerste wat we doen in het Stade de Bielmont in Verviers. Ik ben hier voor een klassieker op de Luikse loopkalender. Mijn trainingsmaatje van de zomerse woensdagavonden Berto Nassen was hier ook al. Maar dan in de jaren 80 als speler van SRU Verviers. De inschrijving is zo gepiept. “Piep piep” zegt het scannertje en ik mag meedoen met de 36ste Grand Jogging de Verviers. Samen met meer dan 2300 collega’s die bereid zijn de hitte te trotseren op een veeleisend parcours van 13 km. We hebben daarvoor de luttele som van 6 euro neergeteld. Lees verder in het verslag wat ze de lopers in Verviers met die bescheiden bijdrage allemaal kunnen aanbieden. Op de overgrote meerderheid van de borstnummers kan ik uiteraard geen naam plakken. Maar in het Luikse ontmoet ik altijd wel een aantal bekende gezichten. Carlos De Almeida en Patrick Renard, zoals steeds begeleid door hun dames, bijvoorbeeld. Patrick zal zoon Arnaud als zesde de atletiekbaan zien indraaien na 44 minuten. Maurice Gilet is blij dat hij er weer bij is. Hij is op de weg terug na een zware operatieve ingreep. Ik hou het bij enkele rustige inlooprondjes op de piste. Alberto Canales dribbelt hier ook rond. De vijfde veteraan 3 blijft onder het uur. Op en langs het veld staan er twee show-jacuzzi’s en verscheidene massagetentjes. Onder een grote tent wordt de drank aangevoerd voor straks. Daar begint men het best op tijd mee bij een temperatuur van om en bij de 28 graden. Enkele gesluierde vrouwen houden zich in een lommerrijk hoekje ver van de krioelende massa.
De start wordt gegeven op de Place d’Arles buiten het stadion.

Verviers 2
Verviers 1

Ik wacht in de massa op het starschot, op een vijftigtal meter van de startboog. Ik hoor een geluid dat ik evenwel niet kan thuisbrengen. Er ontstaat enige beroering in de massa. Zijn we nu vertrokken of niet? Blijkbaar wel, stapje voor stapje schuiven we onder de boog door. Na een halve minuut kan ik mijn Garmin aanzetten, we zijn weg. Marie-Paule heeft de startprocedure vanuit een beter standpunt kunnen gadeslaan. Zij kan precies beschrijven hoe alles in zijn werk ging. Wie het precies wil weten kan haar bereiken via het contactformulier. Het gaat onmiddellijk stevig naar beneden. Na 700 meter zijn we al in de binnenstad. Hoog boven ons, aan de linkerkant van de weg, zie ik toeschouwers staan. Ze sparen hun aanmoedigingen niet. De wegen zijn volledig vrijgemaakt. De lopersstroom kan zich ongehinderd een weg zoeken door het stadscentrum. Door de winkelstraten naar de brede lanen rond de stad. Na anderhalve kilometer word ik even in de war gebracht als een deel van de lopers voor me naar rechts afbuigt. Is dit een afslag voor een andere afstand? Moeten we naar rechts of rechtdoor? Het blijkt dat de “rechtsen” gewoon een ander rijvak (hier te lezen als loopvak) hebben genomen. Rechts vermoed ik de Vesder. De rivier zelf is verborgen achter een muurtje. De industriestad Verviers heeft zijn intussen vergane glorie te danken aan deze rivier. Het water van de Vesder is arm aan mineralen en daardoor uitstekend geschikt voor het wassen van wol. Als de negentiende eeuwse geschiedenis u koud laat, wordt u misschien wel aangesproken door wat zich in de jaren ’90 van de twintigste eeuw afspeelde langs de Vesder. Een deel van het parcours van mijn eerste (en derde) marathon, liep ook langs de Vesder, enkele kilometers stroomafwaarts in Pepinster. Op de volgende licht aflopende kilometers draai ik intussen een mooi tempo. Ik heb de indruk dat ik meer plaatsen win dan ik er inlever – in zo’n massa is het moeilijk een precieze boekhouding te voeren – en ik ben dus met een redelijk gevoel onderweg. Ik heb me wel niet aan mijn oorspronkelijk plan gehouden om eerder langzaam van start te gaan en dan in de klim die dadelijk volgt op te schuiven. De afdaling in het begin was alleen scherper dan voorzien en zolang de benen meewillen ga ik dan toch maar niet met de handrem op lopen. Het live-parcours zoals we dat onder de voeten krijgen zal later – in de klim – ook anders aanvoelen dan het hoogteprofiel op het internet. Mijn pet heb ik al na een kilometer afgezet wegens te warm. Misschien moet ik in de toekomst eens een bandana proberen om mijn kale schedel tegen de brandende zon te beschermen. Want de grote tegenstander vandaag is toch de koperen ploert. Bij de eerste bevoorrading heb ik wel enkele slokken genomen maar het water vooral over mijn hoofd uitgegoten. Wat me achteraf ook opgevallen is in die vlakke kilometers buiten het stadscentrum is dat dit de enige strook is waar er geen toeschouwers langs de weg staan. Dat zal dadelijk wel even anders worden. Er is hier ruimte zat om de verkeersstroom te kanaliseren. In een bocht na 4 kilometer waar we een smalle ruimte tussen het straatmeubilair willen benutten om zeker geen meter te veel af te leggen, loopt het even verkeerd. Een al wat oudere man wurmt zich naar voren en blijft haperen in het snoer van de oortjes van een juffrouw. Een tweevoudig “sorry” van de man kan de irritatie van de juffrouw niet intomen. Zij moet halt houden om haar elektronische handel weer in orde te brengen – ze draagt ook een smartphone op haar arm. De man zet zijn weg verder en verdwijnt in het loperskluwen voor me. We zijn nu “En Mi-Ville” (in het midden van de stad). Daar zijn we in elk geval niet meer maar wel in de randgemeente Ensival. Dan wordt plots alles anders. De weg wordt smaller en schiet met een ruk de hoogte in. Langs weerszijden staan mensen te applaudisseren, hun keel schor te schreeuwen, kabaal te produceren met plastic worsten (reclame van de krant L’Avenir). De “allez”, “c’est bon/bien”, “super”, bravo”-s vliegen over en weer. “Mais qu’ils sont en forme cette année!” doet een heel enthousiaste meneer er nog een schepje bovenop. De weg wordt almaar steiler. Dat gevoel heb ik althans. Ik dring niet aan op een bijzonder gemeen stukje van zo’n 12% en gun mijn benen even een wandelpauze. Een goed idee want ik haal snel de lopers weer in die me daarnet zijn voorbijgegaan.
Na een dikke 5 kilometer verlaten we de bewoning en lopen een bos of alleszins een boomrijke omgeving in. De temperatuur wordt hier draaglijker. We hebben nu beschutting maar het pad blijft wel stijgen. Bij de bestudering van het parcours dacht ik er na een 6,5 kilometer vanaf te zijn. Maar Maurice Gilet vertelt me voor de start dat het eigenlijk van de vierde tot bijna de tiende kilometer van dat is. Ik zet het plan uit mijn hoofd om hier winst te boeken. Een gemiddeld tempo van 6′ per km is al te hoog gegrepen. Gelukkig is de bevoorrading in deze perfect georganiseerde loop op tijd en op peil. Busjes Spa, geen bekertjes. (Moet kunnen, voor 6 euro.) Ik giet het water nu niet alleen over mijn hoofd, maar ook over mijn rug. Een mens leert zich snel aanpassen in extreme omstandigheden.
Bijna aan km 7, de langste klim is nu achter de rug. Maar na een afdaling van een dikke kilometer volgt weer een tweetraps klim. Eerst lopen we op een keienpad, daarna gaat de weg over in asfalt. En overal volk, veel volk langs de weg. Wie een visuele indruk wil krijgen van de ambiance klikt hier. In de dorpskern van Heusy bereikt het enthousiasme een hoogtepunt. Nooit meegemaakt. Het lijkt wel de beklimming van de Alpe d’Huez in de Tour. En muziek. Daarstraks op het vlakke een saxofoon-contrabas-duo, hier een fanfare, straks een groep percussionisten. Ik las weer een wandelpauze in. De plaatsen die ik hier kwijt speel kan ik wel niet meer goed maken. Ik houd me alleszins aan mijn voornemen om geen te gekke dingen te doen. Ik heb in de vlakke aanloop in de stad Vlaams menen te horen met een Limburgse tongval. De twee vermoedelijke Limburgers zijn me voorbij gegaan tijdens de steile klim. De grijzende krullenkop van de twee in het geel gehulde lopers krijg ik dan toch weer te pakken voor de tiende kilometer. Ik heb een schijfje sinaasappel aangenomen van een vriendelijke dame langs de weg. Dat is heerlijk na de loop maar bevalt nu niet te best, merk ik. Moeilijk tegelijkertijd te kauwen en te ademen (of te hijgen) en de smaak blijft nog lang in je mond hangen. Ik verlang weer naar water. Dat ik bij elke bevoorrading over me heen blijf gieten.
Er lijkt dan toch een einde gekomen te zijn aan de klim. Ik bekijk mijn Garmin: 9,8 km. Dat klopt met de parcoursbeschrijving van Maurice Gilet. Ik heb er 52′ opzitten. Dan zit ik mooi binnen het vage schema dat ik voor ogen heb. Nu moet ik proberen weer wat snelheid te maken. Is dit nog Heusy of is dit een buitenwijk van Verviers? Veel maakt het niet uit. Het is in elk geval een betere buurt, op een Ardens plateau, zoals dat vaak het geval is in Wallonië. Bemiddeld of niet, de mensen zijn hier ook in groten getale naar buiten gekomen om ons te bewonderen (?) en aan te moedigen. De meeste lopers zijn trouwens uit de regio Verviers. Vooral de jongere deelnemers kunnen rekenen op veel bijval. Ik blijf me verbazen over de uitbundigheid van de fans. Die leveren ook een topprestatie. Stel je voor, ze geven nu al twintig minuten van jetje. En ze hebben na mij nog zo’n 1600 lopers te gaan. Hoe fanatiek de supporters ook zijn, de benen van de sporter hebben het laatste woord. De voorbije zes kilometer hebben zoveel jus uit mijn benen gezogen dat ik me moet tevreden stellen met een tempo net onder de 5′ per km. De zon zet haar slopingswerk ook verder. Geconcentreerd blijven en opletten voor de “koeienvlaaien”, de platte verkeersremmers die hier zijn uitgestrooid en waarvan de kleur niet echt afsteekt tegen de weg. Aan km 11,7 kondigen de fans langs de weg ons de laatste helling aan. Ik ben in die jaren van loopwedstrijden wantrouwig geworden over de inschatting van afstanden door supporters langs de kant. Ik houd weer in op het steilste stuk en moet daar een klad collega’s laten voorgaan. Dat van die laatste helling klopt deze keer wel. Op de brede Avenue Elisabeth (ook volledig afgesloten voor het verkeer) kan ik nog even aan een snelheid van 4 km per minuut likken. Ik wijk nog even uit naar rechts om een waterstraal mee te pikken. Bocht naar links. We lopen het stadion binnen. Ik heb nu even geen tijd voor een ijsje van glacier Mario die voor de ingang staat opgesteld. Nog tweehonderd meter op de atletiekbaan, tenminste ik hoop dat dit de laatste bocht is. Dat is ook zo. Ik geraak nog enkele plaatsen kwijt maar kan zelf ook nog een collega of twee voorbijsnellen. Ik geniet van de laatste meters en gun de jonge Samuel Avermaete nog een plaatsje winst.

Verviers 3

Ik haal ruim mijn voorzichtige doelstelling, binnen de 1:10. In deze tropische omstandigheden en op een parcours dat veel zwaarder uitvalt dan aanvankelijk gedacht is de 1:07 twee minuten sneller waard. Ik heb me net niet in de donkerrode zone gewaagd. Daarom een hartje minder als eindoordeel. In het eerste derde van het peloton en met een fraaie topvijftienplaats in mijn drukbemande leeftijdsklasse kan ik ook thuis komen. Ik zie achteraf in de uitslag dat de veteranen 2 Eric Joway en Dominique Heusschen die ik wel eens als referentiepunt durf nemen in mijn buurt eindigen. Ik mag aannemen dat zij vandaag ook niet het onderste uit de kan hebben willen halen.
Ik heb Marie-Paule intussen gespot achter de omheining. Ik neem nog een gesuikerd drankje, een diep-oranje en een groen. De vrucht moet ik u schuldig blijven. Terwijl ik me uit het gedrang achter de finishlijn probeer te bevrijden hoor ik plots mijn naam. Ik herken Roger Dosseray die staat aan te schuiven aan de drankentafel. “Ik heb je zien voorbijgaan in de wedstrijd” zegt Roger terwijl hij zijn pijnlijke ribben betast. “Moeite met het ademen” aldus de zeventigjarige, “deze week uitgegleden op training”. Ik zoek een koel plaatsje op in de schaduw van de grote drankentent. De prik zal intussen wel uit de klaar staande cola en limonade verdwenen zijn, vermoed ik en ik kies dus voor een frisse pint. In een andere tent wachten honderden rijstvlaaien op eters. Gratis voor iedereen. Zes euro, zei u? Een après-course in gezelschap van vrienden zit er niet in. Nog even een wandeling naar onze auto. We zijn snel terug in Heukelom en belonen onszelf voor de geslaagde middag met een huisbereide pizza aan de tuintafel.

(Foto’s: Foto 1 en 2 van Marie-Paule. Foto 2 : Maurice Gillet opnieuw in de running. Foto 3 van L’avenir.net: Arnaud Renard onder de weldoende stralen van een van de vele sproei-installaties langs de weg. Met dank aan de omwonenden voor de verfrissing.)