Buteo Buteo

Het zou een weekend zonder wedstrijd worden en zonder verslag. Maar kijk, ik heb nieuws Voor de talloze (!?) lezers die in het begin van de nieuwe week even komen piepen op mijn blog. Met dank aan een buteo buteo, vandaar de titel. Nu weten alleen ornithologen waarover ik het heb. Voor alle anderen hier het verslagje van een onverwachte ontmoeting.
Door de hitte van de afgelopen dagen heb ik het tijdstip van mijn trainingen aangepast en mijn parcoursen haast uitsluitend in het bos en andere lommerrijke biotopen afgewerkt. Ik op vrijdagavond dus naar Caestert. In een sukkeldrafje maar wel genietend op de kronkelige paden van dit schitterende gebied. Zonder een duidelijke route voor ogen. Na een klein halfuurtje kom ik uit het bos achter de hoeve. “Waarom niet een rondje Observant?” bedenk ik. Na de beheerswerkzaamheden is het pad wat breder geworden, merk ik. Ik neem de heuveltjes op mijn duizendste gemak als ik plots iets hoor zwaaien boven mijn hoofd. Het lijkt wel alsof iemand met een stok zwierde. Voor me zie ik een buizerd met zijn brede vleugels fladderen. Enkele seconden later voert de vogel een tweede scheervlucht uit. Daarnet was dus geen toeval. Ik stop en zoek een tak, terwijl ik het beest enkele verwensingen naar het hoofd slinger. “Onnozelaar” is er een van. Het maakt geen indruk. Ik ben nu op mijn hoede. Hij (of waarschijnlijk zij) valt aan vanachter mijn rug en is zo goed als geruisloos. Alleen als hij vlak boven je hangt hoor je “zoef”. Klak, bij de derde aanval krijg ik een klap op het hoofd. Met zijn klauwen heeft hij mijn kale schedel geschuurd. Er hangt wat bloed aan mijn handen als ik mijn hoofd betast. Ik moet hier zo snel mogelijk weg. Rechtsomkeert maken helpt niet veel, trouwens ik ga mijn route niet laten bepalen door een buizerd. Ik mag aannemen dat de gevleugelde bosbewoner jongen op het nest heeft en mij als een indringer beschouwt. In elk geval na dertig jaar trainingen op Caestert kent hij (of waarschijnlijk zij) mij nog niet. Ik kijk nu meer achteruit dan vooruit terwijl ik mijn weg voortzet. Mijn verdedigingswapen is niet meer dan een stuk dor hout en dus waardeloos. En voor de vierde keer duikt de buizerd-moeder rakelings over me heen. Het is de laatste raid die ik te verwerken krijg. Ik ben nu boven op de steile helling van het rondje en waarschijnlijk uit het territorium van mijn belager. Ik heb het tempo intussen onbewust opgedreven en heb plots geen last meer van mijn rechterbil die daarnet nog wat opspeelde. Nog enkele honderden meters voor ik op een weide boven de ENCI-groeve uitkom. “Als er in dit gedeelte van het bos nu maar geen andere buizerds nestelen”, echt veilig voel ik me nog niet. Ik maak het trainingsuur vol met een passage in de groene rand van de ENCI-groeve. Met meer dan gewone aandacht voor wat er in de lucht vliegt. Na verzorging thuis door mijn trouwste supporter en een frisse douche kan ik nog van een vredige avond genieten. Voor het overige wens ik de buizerd nog veel succes met de opvoeding van de jongen.